Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Tilburg

Misbruikverordening Wet werk en bijstand

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieTilburg
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingMisbruikverordening Wet werk en bijstand
CiteertitelMisbruikverordening WWB
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpmaatschappelijke zorg en welzijn
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen.

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

Wet werk en bijstand

Regelgeving die op deze regeling is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

1.Geen.

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

01-10-200801-10-2008intrekking

22-09-2008

Gemeenteblad, 2008, 27

2008/289
01-07-2004nieuwe regeling

10-05-2004

Gemeenteblad, 2004, 9

2004/085

Tekst van de regeling

Intitulé

Misbruikverordening Wet werk en bijstand

 

De raad van de gemeente Tilburg;

gezien het voorstel van het college van burgemeester en wethouders;

Besluit:

vast te stellen de Misbruikverordening Wet werk en bijstand

luidende als volgt

 

Artikel 1. Begrippen

In deze verordening wordt verstaan onder:

  • a.

    WWB: de Wet werk en bijstand;

  • b.

    college: het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Tilburg;

  • c.

    CWI: de Centra voor Werk en Inkomen als genoemd in artikel 24 van de Wet

    structuur uitvoeringsorganisatie werk en inkomen, gevestigd in de gemeente Tilburg;

Artikel 2. Voorlichting en communicatie

  • 1.

    Het College informeert de belanghebbenden over de rechten en plichten die aanhet ontvangen van bijstand zijn verbonden en over de consequenties bij misbruik en oneigenlijk gebruik.

  • 2.

    Het college beschrijft in het werkproces de wijze van controle bij de aanvraag,inclusief het gebruik en het soort risicoprofielen bij de beoordeling van de aanvraag.

  • 3.

    Het college verstrekt aan belanghebbenden een klantenmap met rechten en plichten.

  • 4.

    Maandelijks ontvangen belanghebbenden een nieuwsbrief waarin regelmatig aandacht wordt geschonken aan onderwerpen ter voorkoming van misbruik of oneigenlijk gebruik.

Artikel 3. Jaarlijkse taakstelling

Het college stelt jaarlijks, bij het opstellen van de begroting, de taakstelling voor het type en aantal fraude(preventie)onderzoeken vast.

Artikel 4. Bestandsvergelijking

Maandelijks vindt er een bestandsvergelijking plaats met de Stichting Inlichtingenbureau en worden uitkeringsgegevens van belanghebbenden vergeleken met de Belastingdienst, het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen en de Informatiebeheergroep.

Artikel 5. Terugvordering

  • 1.

    Het College vordert boven een nader vast te stellen bedrag de kosten van bijstand terug in de gevallen die in de artikel 58 en 59 van de WWB zijn aangegeven, voorzover zich daar geen wettelijke regeling tegen verzet.

  • 2.

    Van terugvordering kan worden afgezien indien daarvoor dringende redenen aanwezig zijn.

  • 3.

    Het College stelt nadere regels vast omtrent de terugvordering, de bruto kosten van

    bijstand en de kosten van invordering en wettelijke rente.

Artikel 6. Verhaal

  • 1.

    Het College verhaalt boven een nader vasts te stellen bedrag de kosten van bijstand tot het tijdstip waarop de artikelen 56, 61 en 62 van de WWB in werking treden in de gevallen en overeenkomstig de regels aangegeven in de artikelen 92, tweede en derde lid, tot en met 105 en 141, van de Abw, voor zover zich daar geen andere wettelijke regeling tegen verzet.

  • 2.

    Van verhaal kan worden afgezien indien daarvoor dringende redenen aanwezig zijn.

  • 3.

    Bij nader door het College vast te stellen regels kan voor de vaststelling van de hoogte van de verhaalsbijdrage naast de bestaande maatstaven een nader te stellen systematiek worden gehanteerd.

Artikel 7. Verlaging van de uitkering

Indien belanghebbende onjuiste, onvolledige of in het geheel geen inlichtingen verstrekt die van belang zijn of kunnen zijn voor de hoogte, de duur of de voortzetting van de bijstand, verlaagt het College de bijstand, conform de bepalingen uit de Afstemmingsverordening Wet werk en bijstand, onverminderd de mogelijkheid tot terugvordering van de eventueel ten onrechte ontvangen bijstand.

Artikel 8. Aangifte bij het openbaar ministerie

Indien een gedraging van belanghebbende leidt tot financiële benadeling van de gemeente van meer dan € 6.000,- doet het College, onverminderd de mogelijkheid de bijstand te verlagen en de ten onrechte ontvangen bijstand terug te vorderen, aangifte bij het Openbaar Ministerie, in overeenstemming met de door het Openbaar Ministerie op dit onderdeel gehanteerde uitgangspunten.

Artikel 9. Onvoorziene omstandigheden

  • 1.

    In alle gevallen waarin deze verordening niet voorziet, beslist het College.

  • 2.

    Het College kan in bijzondere gevallen afwijken van de bepalingen in deze verordening als toepassing ervan tot disproportionaliteit leidt.

Artikel 10. Slotbepaling

  • 1.

    Deze verordening kan worden aangehaald als Misbruikverordening WWB.

  • 2.

    Deze verordening treedt in werking op 1 juli 2004.

     

Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van 10 mei 2004

 

de griffier,

 

de voorzitter,

Algemene toelichting

Met het invoeren van de WWB komt de financiële verantwoordelijkheid voor de uitvoering er van bij de gemeenten te liggen. Hierom schrapt SWZ de Rau: de Regeling administratieve uitvoeringsvoorschriften Abw. De Rau verplichtte tot het regelmatig onderzoeken van de rechtmatigheid van de verstrekkingen, de uitkeringsdebiteuren en het beëindigings-onderzoek. Het wordt aan de gemeente overgelaten om hier een lokale invulling aan te geven.

Hierop vooruitlopend is de bedrijfsvoering van de sector Sociale Zaken reeds ingericht naar het zogeheten stoplichtmodel: een concept voor hoogwaardige handhaving. Dit concept gaat uit van: - een goede en tijdige voorlichting over verplichtingen en rechten,

  • -

    het vroegtijdig achterhalen (detecteren) van fraude,

  • -

    het daadwerkelijk straffen en

  • -

    het hiervoor creëren van draagvlak door optimale dienstverlening.

Een juiste toepassing van deze velden creëert duidelijkheid en maatschappelijk draagvlak. Voorbeelden van toepassing vanuit deze visievelden zijn de klantenmap ´Regel en Recht´,

de maandelijkse nieuwsbrief aan klanten, de cliëntenparticipatie en het betrekken en raadplegen van klantenpanels.

Binnen het visieveld 3 vindt de verificatie en bestandsvergelijking met de stichting Inlichtingenbureau plaats. Ook de ontwikkeling en toepassing van risicoprofielen hoort thuis binnen dit visieveld.

Door het intrekken van de Rau vervalt de verplichting tot het instellen van heronderzoeken. Via ´controle op maat´ wordt hieraan een andere invulling gegeven.

Tenslotte dient bij het visieveld ´sanctioneren op maat´ adequaat te worden gereageerd (lik op stuk) en een optimale incasso te worden nagestreefd.

De activiteiten van het bureau fraudebestrijding worden jaarlijks geactualiseerd en getoetst aan het SZW-fraudebeleidskader.

Artikelsgewijze toelichting

Artikel 1

De begrippen die in de verordening worden gebruikt hebben een gelijkluidende betekenis als bedoeld in artikel 5 van de WWB.

Artikel 2

De voorlichting over plichten en rechten verloopt via het uitreiken van de klantenmap “Regel en recht” aan iedere nieuw instromende klant. Deze klantenmap is een persoonlijke advies-map voor het kunnen omgaan met de regels en rechten in Tilburg. Het optimaliseren van de dienstverlening verloopt via het breed ingevoerde casemanagement (leveren maatwerk), het huisbezoek bij de eerste aanvraag om algemene bijstand, een geregelde voorlichting aan klanten via nieuwsbrieven, de cliëntenparticipatie en het raadplegen van klantenpanels.

De controle op de rechtmatigheid van de verstrekkingen en het vroegtijdig detecteren van oneigenlijk gebruik en misbruik is/wordt vorm gegeven door de inzet van fraudepreventie-medewerkers in het kader van een eerste aanvraag om algemene bijstand.

In de maandelijkse inkomstenverklaring wordt gevraagd naar wijzigingen in verblijfadres; inkomsten; burgerlijke staat; samenstelling gezin; burgerlijke staat; studie/opleiding of werkervaring. De inkomstenverklaring is aan te merken als een rechtmatigheidsonderzoek.

Artikel 3

Jaarlijks worden via de begroting en het sector- en afdelingsplan de taakstelling voor type en aantallen fraude(preventie)onderzoeken vastgesteld. De type onderzoeken betreffen de witte fraude, zwarte fraude, woonfraude en fraudepreventie-onderzoeken.

Artikel 4

De Stichting Inlichtingenbureau beheert een automatiseringssysteem voor het controleren van gegevens met de Belastingdienst, het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen en de Informatiebeheergroep. Maandelijks worden de gegevens van alle uitkeringsgerechtigden vergeleken met informatie van genoemde organisaties. Samenloop leidt tot een nader onderzoek en vaststelling van eventuele witte fraude.

Artikel 5

Met het invoeren van de WWB wordt gelijktijdig de verplichting tot terugvordering en verhaal van kosten van bijstand omgezet in een bevoegdheid. In hoofdzaak wordt aansluiting gezocht bij bestaand beleid. Zo wordt bijvoorbeeld gedacht aan het afzien van het terugvorderen van marginale bedragen van bijvoorbeeld minder dan € 25,00 en aan het herzien van de mogelijk-heid tot afkoop van terugvorderingen.

Artikel 6

Dit artikel sluit aan op het bestaande beleid, conform de Abw, tot de nieuwe regeling omtrent kinderalimentatie van kracht wordt.

Artikel 7

Dit artikel heeft een rechtstreeks verband met de Afstemmingsverordening en geeft aan dat bij onjuiste, onvolledige of géén verstrekte inlichtingen die van belang (kunnen) zijn voor de hoogte en duur van de uitkering, er een maatregel plaatsvindt.

Artikel 8

In de meer omvangrijke fraudezaken, waarvan het bruto nadeelbedrag € 6.000,- of meer bedraagt, wordt justitiële aangifte gedaan.