Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Beuningen

Verordening inrichting antidiscriminatievoorziening gemeente Beuningen

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieBeuningen
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingVerordening inrichting antidiscriminatievoorziening gemeente Beuningen
CiteertitelVerordening Inrichting Antidiscriminatievoorziening
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpbestuur en recht
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

Wet gemeentelijke antidisciminatievoorzieningen, artikel 1 en artikel 2 lid 2

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

01-01-2010Nieuwe regeling

06-04-2010

De Koerier, 14 april 2010

BW10.00177

Tekst van de regeling

Intitulé

Verordening inrichting antidiscriminatievoorziening gemeente Beuningen

 

De raad van de gemeente Beuningen;

 

gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 16 februari 2010;

 

gelet op artikel 1 en artikel 2 lid 2 van de Wet gemeentelijke antidisciminatievoorzieningen;

 

B E S L U I T :

vast te stellen de volgende Verordening inrichting antidiscriminatievoorziening gemeente Beuningen

Artikel 1 Begripsbepalingen

  • ·

    Wet: de Wet gemeentelijke antidiscriminatievoorzieningen.

  • ·

    Besluit: het Besluit gemeentelijke antidiscriminatievoorzieningen.

  • ·

    De antidiscriminatievoorziening: antidiscriminatievoorziening als bedoeld in artikel 1 van de Wet gemeentelijke antidiscriminatievoorzieningen.

  • ·

    Klacht: klacht bedoeld in artikel 2, eerste lid, onder a, van de wet.

  • ·

    Klachtbehandelaar: klachtbehandelaar als bedoeld in artikel 1 van het besluit.

  • ·

    Klager: Klager als bedoeld in artikel 1 van het besluit.

  • ·

    Ingezetene: ingezetene als bedoeld in artikel 2 van de Gemeentewet.

Artikel 2 Zorgplicht college van burgemeester en wethouders

Het college van burgemeester en wethouders biedt de ingezetenen toegang tot een antidiscriminatievoorziening.

Artikel 3 Inrichting antidiscriminatievoorziening

Bij de inrichting van de antidiscriminatievoorziening worden in ieder geval de deskundigheid van klachtbehandelaars en de toegankelijkheid van de voorziening gewaarborgd.

  • 1.

    De antidiscriminatievoorziening draagt er zorg voor dat de klachtbehandelaars voldoen aan de voor klachtenbehandeling vereiste deskundigheid en biedt de klachtbehandelaars de mogelijkheid hun deskundigheid te onderhouden en verder te ontwikkelen.

  • 2.

    De klager heeft in ieder geval de mogelijkheid om een klacht te melden:

    • -

      Per post;

    • -

      Per e-mail;

    • -

      Telefonisch;

    • -

      In het gemeentehuis van de gemeente Beuningen zoals bedoeld in artikel 5 van deze Verordening.

Artikel 4 Protocol klachtenbehandeling

Het protocol voor de behandeling van klachten als bedoeld in artikel 6 van de wet regelt in ieder geval:

  • a.

    De afdoeningtermijn van klachten;

  • b.

    De wijze van afdoening van klachten;

  • c.

    De registratie van klachten.

Artikel 5 Laagdrempeligheid antidiscriminatievoorziening

  • 1.

    Ingezetenen worden in de gelegenheid gesteld een klacht in hun directe leefomgeving te melden.

  • 2.

    De gemeente Beuningen heeft aansluiting bij het regionaal antidiscriminatiebureau en komt overeen dat deze melding in ieder geval op locatie in het gemeentehuis te Beuningen kan plaatsvinden.

  • 3.

    Het college draagt zorg voor de deskundigheid van de medewerkers die deze meldingen op adequate manier opneemt en doorverwijst.

  • 4.

    Klager wordt door de medewerkers doorgeleid naar de regionale antidiscriminatievoorziening.

Artikel 6 Inwerkingtreding

Deze Verordening treedt in werking op 1 januari 2010.

Artikel 7 Citeertitel

Deze Verordening kan aangehaald worden als: Verordening Inrichting Antidiscriminatievoorziening.

 

Beuningen, 6 april 2010.

De raad voornoemd,

De griffier de voorzitter,

Nota-toelichting  

Toelichting

Algemeen

 

Artikel 1 van de wet legt het college van burgemeester en wethouders op om toegang te bieden toteen antidiscriminatievoorziening. Zie ook de toelichting bij artikel 2 van deze verordening.

 

Artikel 2, tweede lid, van de wet wordt opgedragen dat de gemeenteraad stelt “met inachtnemingvan het bepaalde bij of krachtens deze wet bij verordening regels vast omtrent de inrichting van deantidiscriminatievoorziening , bedoeld in artikel 1, en de uitvoering van de taak, bedoeld in heteerste lid, onder a.” De wet is als bijlage toegevoegd aan deze verordening.De wet is nader ingevuld in een Algemene Maatregel van Bestuur vastgesteld op 16 september2009, het Besluit gemeentelijke antidiscriminatievoorziening. Het besluit is als bijlage toegevoegd aan deze verordening.Nu veel van de nadere invulling die de wet behoeft is geregeld in het besluit, kan deze verordeningbeknopt blijven.

Artikelsgewijze toelichting

 

Artikel 1

Deze bepaling behoeft geen toelichting.

 

Artikel 2

Zoals in het algemene deel van deze toelichting al aangegeven, is deze zorgplicht opgenomen inartikel 1 van de wet. In wetstechnische zin is het dan ook niet noodzakelijk om deze hier teherhalen. Er is voor gekozen om dat wel te doen, nu deze zorgplicht zozeer de kern van dezeregelgeving uitmaakt, dat het opnemen ervan sterk bijdraagt aan de begrijpelijkheid van dezeverordening.

 

Artikel 3

Met deze bepaling wordt nader invulling gegeven aan artikel 3 van het besluit, dat luidt: “Bij deinrichting van de antidiscriminatievoorziening worden in ieder geval de deskundigheid van deklachtbehandelaars en de toegankelijkheid van de antidiscriminatievoorziening gewaarborgd”. Ook

op de verantwoordelijkheid met de omgang met gegevens zal worden toegezien.

 

Er is gekozenvoor een minimale invulling om gemeenten en antidiscriminatievoorziening alle ruimte te gevenvoor maatwerk.De gemeente draagt er zorg voor dat de burger zich zowel fysiek als niet- fysiek kan melden.De mogelijkheid om zich fysiek op locatie te kunnen melden betekent tevens dat een burgerredelijkerwijs op de hoogte kan zijn waar hij of zij terecht kan om te melden. De gemeente draagtzorg voor de aanwezigheid van een locatie. Bij niet-fysiek wordt verstaan dat de mogelijkheid bestaat voor de burger via sms, telefoon (0900landelijk en 0900 ADV), brief of email om de klacht te melden of in te dienen. Ook hier geldt dat op de gemeente een zorgplicht rust om ervoor zorg te dragen dat burgers kennis kunnen nemen van deze mogelijkheden.

 

Artikel 4

Met deze bepaling wordt invulling gegeven aan artikel 6 van het besluit dat luidt: “Deantidiscriminatievoorziening heeft een protocol voor de behandeling van klachten”. Daarbij isgekozen voor een minimale invulling om gemeenten en antidiscriminatievoorziening alle ruimte tegeven voor maatwerk. Strikt juridisch is deze bepaling niet noodzakelijk.

 

Artikel 5

De wet vermeldt dat de antidiscriminatievoorziening zich in de leefomgeving van burgers moetbevinden. De memorie van toelichting geeft aan dat het gemeenten vrij staat om daar op eenpraktische wijze invulling aan te geven. De voorziening hoeft dan ook niet in de gemeente zelfaanwezig te zijn. Een gemeente kan zich bijvoorbeeld aansluiten bij een (bestaande) regionaleantidiscriminatievoorziening. Ook kan de gemeente aansluiting zoeken bij het regionaaldiscriminatieoverleg (RDO) waar politie, openbaar ministerie en antidiscriminatievoorzieningenoverleg voeren over discriminatie incidenten en deze in zaaksoverzichten opnemen.

 

Voor de nodige laagdrempeligheid kan dan worden gezorgd door een doorverwijsfunctie ofmeldpunt te creëren bij bestaande gemeentelijke voorzieningen, zoals bijvoorbeeld een loketburgerzaken, slachtofferhulp of WMO-loket.Een gemeente kan er ook voor kiezen deze toegang een meer inhoudelijk karakter te geven dooreen eigen frontoffice in te richten. Daarbij moet het voor klagers ondubbelzinnig duidelijk zijn dat

een gemeentelijk loket een luisterend oor en de nodige deskundigheid kan bieden, maar dat hetzijn taak is om de klager door te geleiden naar de antidiscriminatievoorziening. In de wet isuitdrukkelijk aangegeven dat de antidiscriminatievoorziening onafhankelijk is en op geen enkelewijze onder het gezag van de (gemeentelijke) overheid kan vallen. Het gemeentelijk loket kan danook op geen enkele manier in de plaats treden van de antidiscriminatievoorziening.

 

Artikel 6

Deze bepaling behoeft geen toelichting

 

Artikel 7

Deze bepaling behoeft geen toelichting