Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Oude IJsselstreek

Verordening Wmo-raad Oude IJsselstreek

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieOude IJsselstreek
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingVerordening Wmo-raad Oude IJsselstreek
CiteertitelVerordening WMO-raad Oude IJsselstreek
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpmaatschappelijke zorg en welzijn
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen.

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

  1. Gemeentewet, art. 84
  2. Gemeentewet, art. 149
  3. Wet sociale werkvoorziening
  4. Wet maatschappelijke ondersteuning

Regelgeving die op deze regeling is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

Geen.

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

03-07-200801-07-2008nieuwe regeling

26-06-2008

Gelderse Post, 02-07-2008

08int00380
21-12-200601-07-2008nieuwe regeling

23-11-2006

Gelderse Post, 13-12-2006

06int00665

Tekst van de regeling

Intitulé

Verordening Wmo-raad Oude IJsselstreek

De raad van de gemeente Oude IJsselstreek,

 

gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 20 mei 2008,

gelet op de artikelen 84 en 149 van de Gemeentewet en

gelet op de Wet sociale werkvoorziening en de Wet maatschappelijke ondersteuning en de daaruit voorvloeiende gemeentelijke beleidsnotitie Wmo “Samen mee(r) doen”,

 

BESLUIT vast te stellen de

Verordening Wmo-raad Oude IJsselstreek

Artikel 1 Begripsomschrijving

In deze verordening en daarop berustende regelingen wordt verstaan onder:

  • a.

    Wmo: Wet maatschappelijke ondersteuning.

  • b.

    Wsw: Wet sociale werkvoorziening.

  • c.

    Cliënt: De persoon die een voorziening ontvangt ingevolge aan de gemeente Oude IJsselstreek opgedragen Wet op de maatschappelijke ondersteuning, in het bijzonder ouderen, lichamelijk gehandicapten, chronisch zieken, mensen met een verstandelijke beperking, mensen met een chronisch psychisch probleem, dan wel een psychosociaal probleem, gebruikers van maatschappelijke opvang en GGZ/OGGZ/verslavingszorg, gebruikers van welzijnsvoorzieningen en thuiszorg. In de breedste zin van het woord kan elke inwoner van de gemeente Oude IJsselstreek als cliënt worden beschouwd.

  • d.

    Wsw-gerechtigde: Ingezetene die voor de Wsw geïndiceerd zijn of hun wettelijke vertegenwoordigers.

  • e.

    Wmo-raad: Een door het college ingesteld adviesorgaan bestaande uit vertegenwoordigers van de doelgroepen uit de verschillende prestatievelden zoals de Wmo die kent. De Wmo-raad adviseert over de beleidsvorming en de evaluatie van het beleidsplan Wmo van de Gemeente Oude IJsselstreek.

  • f.

    De gemeente: De gemeente Oude IJsselstreek

  • g.

    College: Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Oude IJsselstreek

  • h.

    GGZ: Geestelijke GezondheidsZorg.

  • i.

    OGGZ: Openbare Geestelijke GezondheidsZorg.

  • j.

    burgerparticipatie: Het proces waarbij de mening van de burgers wordt betrokken bij de totstandkoming van het gemeentelijk beleid.

  • k.

    horizontalisering: Het beleid komt in samenspraak met de burgers tot stand en de verantwoording van het beleid wordt afgelegd aan de burgers. Dit in tegenstelling tot het verleden, waarin verantwoording over het gevoerde beleid aan het rijk werd afgelegd (dat is verticale verantwoording).

  • l.

    Wmo-beleidsplan: Het beleidsplan omvat het lokale, samenhangende beleid gericht op mensen met beperkingen of problemen. Het plan geeft invulling aan de verantwoordelijkheid voor de gemeente als het gaat om het versterken van de sociale samenhang, het voorkómen van problemen en het bevorderen van deelname van alle inwoners. De gemeente is ingevolge de Wmo verplicht om elke vier jaar een beleidsplan Wmo op te stellen.

  • m.

    prestatievelden: In de Wmo worden 9 prestatievelden onderscheiden, waarop gemeentelijk beleid moet zijn ontwikkeld:

    • 1

      Sociale samenhang en leefbaarheid

    • 2

      jeugdbeleid en opvoedingsondersteuning

    • 3

      informatie, advies en cliëntondersteuning

    • 4

      mantelzorgers en vrijwilligerswerk

    • 5

      bevorderen van deelname aan het maatschappelijke verkeer en zelfstandig functioneren met een beperking

    • 6

      verlenen van voorzieningen ten behoeve van het behouden en bevorderen van zelfstandig functioneren of deelname aan het maatschappelijk verkeer

    • 7

      maatschappelijke opvang (w.o. vrouwenopvang en huiselijk gewerld)

    • 8

      bevorderen Openbare Geestelijke Gezondheidszorg (OGGZ)

    • 9

      Verslavingsbeleid

Artikel 2 Doelstelling, taak en werkwijze van de Wmo-raad

  • 1.

    De Wmo-raad is ingesteld om de burgerparticipatie voor de Wmo en de cliëntparticipatie voor de Wsw vorm te geven.

    De Wmo-raad heeft tot doel de mening van de achterbannen te verwoorden door middel van het uitbrengen van gevraagde en ongevraagde adviezen die betrekking hebben op het integrale Wmo-beleid en Wsw-beleid. Vertegenwoordigers met een achterban uit de Wsw en de prestatievelden uit de Wmo geven gezamenlijk en geïntegreerd advies.

  • 2.

    Het college betrekt de adviezen zichtbaar bij de besluitvorming en indien het college van het advies afwijkt, doet het college dat gemotiveerd.

  • 3.

    Aan de Wmo-raad gevraagde adviezen worden binnen vier weken schriftelijk uitgebracht aan het college. De Wmo-raad kan het uitbrengen van een advies eenmaal voor twee weken verdagen. Van een verdaging wordt schriftelijk en gemotiveerd mededeling gedaan.

Artikel 3 Bevoegdheden van de Wmo-raad

  • 1.

    Initiatiefrecht

    • a.

      De Wmo-raad heeft de bevoegdheid aangelegenheden die het beleid en de kwaliteit van de dienstverlening raken van de gemeente met betrekking tot het brede Wmo-beleid en het Wsw beleid, in het overleg met de desbetreffende ambtenaren en/of wethouders aan de orde te stellen.

    • b.

      De Wmo-raad heeft het recht advies uit te brengen over alle aangelegenheden die het beleid en de kwaliteit van de dienstverlening door de gemeente betreffen voor zover het betrekking heeft op de het brede Wmo-beleid en het Wsw-beleid.

    • c.

      De Wmo-raad heeft de bevoegdheid om voor een goede invulling van zijn taakstelling in voorkomende gevallen gebruik te maken van externe deskundigheid.

  • 2.

    Informatierecht

    • a.

      De Wmo-raad wordt o.a. geïnformeerd over de resultaten van klantentevredenheids-onderzoeken, enquêtes en klachtenrapportages voor zover die betrekking hebben op de Wmo en Wsw.

    • b.

      De Wmo-raad krijgt spontaan en op verzoek tijdig alle informatie die het voor de uitoefening van zijn taken en bevoegdheden zoals in deze verordening omschreven nodig heeft, tenzij enig wettelijk voorschrift de verstrekking daarvan in de weg staat.

  • 3.

    Adviesrecht

    • a.

      De gemeente stelt de Wmo-raad op een zodanig tijdstip in de gelegenheid advies uit te brengen over het beleid en evaluatie met betrekking tot het brede Wmo-beleid, dat er een daadwerkelijke invloed mogelijk is op de besluitvorming. Indien het college om advies vraagt, wordt het advies binnen vier weken uitgebracht.

    • b.

      Onderwerpen die behandeld zijn in de Wmo-raad worden niet meer ter advisering voorgelegd aan andere gemeentelijke adviesorganen.

    • c.

      Alle adviezen, informatieverzoeken en verbetervoorstellen die door de Wmo-raad schriftelijk zijn verstrekt, worden door het college beoordeeld. De gemeente verzorgt binnen vier weken een schriftelijke met redenen omklede reactie.

Artikel 4 Samenstelling en benoeming

  • 1.

    De Wmo-raad, heeft naast de onafhankelijke voorzitter, maximaal 15 leden.

  • 2.

    De leden van de Wmo-raad vertegenwoordigen een veel grotere achterban. De leden van de Wmo-raad zitten niet op persoonlijke titel in de raad, maar op voordracht van hun achterban.

  • 3.

    De achterban maakt zelf met elkaar afspraken over het komen tot een voordracht voor hun vertegenwoordiger in de Wmo-raad en over de onderlinge communicatie alsook over de communicatie tussen hen en de vertegenwoordiger in de Wmo-raad

  • 4.

    Uit alle 9 prestatievelden zijn belangenbehartigers vertegenwoordigd, die ieder optreden voor een eigen achterban:

    • a.

      sociale samenhang en leefbaarheid (prestatieveld 1); Een vertegenwoordiger namens alle dorpsbelangenverenigingen en wijkraden.

    • b.

      jeugdbeleid en opvoedingsondersteuning (prestatieveld 2); Een vertegenwoordiger namens alle jeugd- en jongerenverenigingen in de gemeente Oude IJsselstreek (incl. scouting e.d.)

    • c.

      Informatie, advies en cliëntondersteuning (prestatieveld 3); Een vertegenwoordiger namens alle vrouwenverenigingen. Een vertegenwoordiger namens de charitatieve instellingen (zoals bijvoorbeeld het Rode Kruis en Zonnebloem).

    • d.

      mantelzorgers en vrijwilligerswerk (prestatieveld 4); Een vertegenwoordiger namens vrijwilligers uit het verenigingsleven. Een vertegenwoordiger namens de mantelzorgers. Een vertegenwoordiger namens de sportraad.

    • e.

      bevordering deelname maatschappelijk verkeer en zelfstandig functioneren met een beperking en verlening voorzieningen ten behoeve van functioneren of deelname aan maatschappelijk verkeer (prestatieveld 5 en 6); Twee vertegenwoordigers namens de ouderenbonden. Een vertegenwoordiger namens de gehandicaptenorganisaties en patiëntenverenigingen. Een vertegenwoordiger namens de cliëntenraden van de aanbieders van de Hulp bij het Huishouden in de gemeente Oude IJsselstreek. Een vertegenwoordiger voor de gemeente Oude IJsselstreek uit de op te richten regionale cliëntenraad voor mensen met een verstandelijke beperking. Een vertegenwoordiger namens de Wsw-gerechtigden.

    • f.

      maatschappelijke opvang, bevorderen OGGZ en verslavingsbeleid (prestatieveld 7,8 en 9); Een nog nader in te vullen vertegenwoordiger.

    • g.

      vertegenwoordiging van nog nader in te vullen cluster Het college van burgemeester en wethouders heeft de bevoegdheid om voor clusters van organisaties die nog niet in de artikelen a t/m f zijn genoemd, maar die wel een duidelijk vertegenwoordigende rol spelen ten aanzien van één of meerdere prestatievelden, een zetel toe te voegen.

  • 5.

    Per cliënt/doelgroep kan maximaal één vertegenwoordiger door het college worden benoemd als lid van de Wmo-raad, met uitzondering van de vertegenwoordiging namens de ouderenbonden, waarvoor twee vertegenwoordigers benoemd kunnen worden.

  • 6.

    Per cliënt/doelgroep wordt maximaal één vertegenwoordiger door het college benoemd als plaatsvervangend lid van de Wmo-raad.

  • 7.

    De vertegenwoordigers worden op aanbeveling van plaatselijke afdelingen van organisaties die de belangen van cliënten (de achterbannen) als genoemd in lid 2 vertegenwoordigen, voorgedragen voor benoeming in de Wmo-raad aan het college. Indien het niet lukt om op deze wijze adequate vertegenwoordigers in de Wmo-raad te benoemen, kunnen leden op persoonlijke titel, die aantoonbaar zijn betrokken bij de behartiging van een of meer doelgroepen, worden benoemd. Deze leden worden geworven en voorgedragen uit en door de netwerken van de plaatselijke afdelingen van organisaties die de belangen van cliënten als genoemd in lid 2 vertegenwoordigen.

    Het college streeft er bij de benoemingen naar dat het geheel van de Wmo-raad een goede afspiegeling is van de inwoners van de gemeente Oude IJsselstreek. Daarbij worden de elementen van een evenwichtige verhouding tussen mannen/vrouwen, van diverse leeftijdsgroepen, van vertegenwoordigers uit diverse kernen in de gemeente Oude IJsselstreek en een afspiegeling van allochtone en autochtone burgers, nagestreefd.

  • 8.

    De vertegenwoordigers van de Wmo-raad zijn inwoners van de gemeente Oude IJsselstreek. Indien er geen geschikte kandidaten beschikbaar zijn, kan dispensatie van dit wooncriterium worden verleend door het college en kan worden toegestaan dat er kandidaten worden benoemd die niet woonachtig zijn in de gemeente Oude IJsselstreek. Voorwaarde is wel dat de desbetreffende kandidaten een aantoonbare binding hebben met de Oude IJsselstreekse samenleving en de doelgroepen.

  • 9.

    De zittingstermijn voor leden van de Wmo-raad bedraagt maximaal vier jaar. Na deze eerste vier jaar komen de leden, na evaluatie door en op voordracht van hun achterban, voor herbenoeming voor maximaal nog één termijn van vier jaar in aanmerking.

  • 10.

    Bij tussentijds aftreden van een lid, voorzien de aanbevelende organisaties in de voordracht van een opvolger aan het college. De tussentijdse benoeming geschiedt voor de resterende zittingstermijn.

  • 11.

    Bij ernstig disfunctioneren van een of meer van de leden van de Wmo-raad kan door de meerderheid van de Wmo-raad het vertrouwen worden opgezegd. Indien overleg tussen de voorzitter en het desbetreffende lid onvoldoende resultaten heeft opgeleverd, kan de Wmo-raad het college verzoeken te beslissen. In het geval dit het disfunctioneren van de voorzitter betreft, geldt dat ten minste een meerderheid van de Wmo-raad het college kan verzoeken te beslissen.

  • 12.

    De leden van de Wmo-raad, inclusief de onafhankelijke voorzitter en de plaatsvervangende Leden, worden benoemd door het college.

  • 13.

    De beleidsambtenaar die verantwoordelijk is voor het schrijven van het beleidsplan neemt deel aan de bijeenkomsten van de Wmo-raad. De beleidsambtenaar is geen lid van de Wmo-raad en heeft geen stemrecht.

Artikel 5 De onafhankelijke voorzitter, de secretaris en de vice-voorzitter

  • 1.

    De vergaderingen van de Wmo-raad worden voorgezeten door de onafhankelijke voorzitter. De onafhankelijke voorzitter heeft geen stemrecht.

  • 2.

    De voorzitter wordt op persoonlijke titel benoemd door het college. De plaatselijke afdelingen van organisaties die de belangen van cliënten vertegenwoordigen (de achterbannen) als genoemd in lid 2 worden in de gelegenheid gesteld om kandidaten die in aanmerking komen voor de functie van onafhankelijk voorzitter, aan het college voor te dragen.

  • 3.

    De Wmo-raad kiest uit zijn midden een secretaris en een vice-voorzitter.

Artikel 6 Het secretariaat

De invulling van administratieve ondersteuning van de Wmo-raad wordt vanuit de

gemeentelijke organisatie verzorgd.

Artikel 7 De vergaderingen

  • 1.

    De vergaderingen van de Wmo-raad vinden (afhankelijk van het moment waarin de beleidscyclus van vier jaren verkeert) minstens drie tot tien maal per jaar plaats, of zoveel vaker als ten minste vijf leden dat nodig achten.

  • 2.

    De leden van de Wmo-raad kunnen tot ten minste twaalf werkdagen voorafgaand aan de vergadering onderwerpen voor de agenda aanmelden bij de voorzitter. De voorzitter beslist, in overleg met de secretaris, over de agendering.

  • 3.

    De agenda en de bijbehorende stukken worden in principe tien werkdagen voorafgaand aan de vergadering naar de leden verstuurd

  • 4.

    De Wmo-raad heeft de mogelijkheid derden uit te nodigen in verband met een agendapunt van de vergadering.

  • 5.

    Alle leden van de Wmo-raad zijn, met uitzondering van de onafhankelijk voorzitter, stemgerechtigd. Alle besluiten worden met meerderheid van stemmen genomen, op voorwaarde dat tweederde van de leden aanwezig is.

  • 6.

    Bij het staken der stemmen kan het desbetreffende voorstel op een volgende vergadering wederom aan de orde worden gesteld, op voorwaarde dat tweederde van de leden aanwezig is. Staken de stemmen weer, dan wordt het voorstel als verworpen beschouwd.

  • 7.

    Voor de besluitvorming is geen unaniem standpunt vereist. Afwijkende standpunten kunnen gemotiveerd in het advies worden opgenomen, met vermelding van de desbetreffende vertegenwoordigende cliënt- of doelgroep(en).

  • 8.

    De vergaderingen van de Wmo-raad zijn openbaar. De stukken voor de vergadering zijn in principe tien dagen voorafgaand aan de vergadering voor derden beschikbaar.

  • 9.

    De Wmo-raad kan slechts besluiten tot het houden van een besloten vergadering als het de behandeling van privacygevoelige zaken betreft.

  • 10.

    De Wmo-raad kan besluiten (tijdelijk) uit zijn midden een of meer commissies of werkgroepen te vormen. De onkosten komen ten laste van het budget van de Wmo-raad.

  • 11.

    Naast de reguliere vergaderingen vindt minimaal één keer per jaar, of zoveel vaker als nodig geacht, overleg plaats tussen de Wmo-raad en een of meer betrokken wethouders van de gemeente Oude IJsselstreek.

Artikel 8 Het presentiegeld

Voor het bijwonen van de vergaderingen wordt aan de leden en de voorzitter van de Wmo-raad presentiegeld toegekend. In dit bedrag is een onkostenvergoeding begrepen. Dit wordt nader door het college uitgewerkt in de Regeling Wmo-raad.

Artikel 9 De facilitering

De (wijze van) facilitering van de Wmo-raad wordt door het college uitgewerkt in de Regeling Wmo-raad. Het college stelt vergaderaccommodaties beschikbaar voor de vergaderingen van de Wmo-raad.

Artikel 10 De verslaglegging

Jaarlijks brengt de secretaris namens de Wmo-raad verslag uit aan het college van de activiteiten en de bevindingen over het voorafgaande jaar. Daarbij wordt in een financieel verslag tevens verantwoording afgelegd over de besteding van het beschikbare budget.

Artikel 11 Geschillen

Het college beslist over de geschillen die voortkomen uit deze verordening.

Artikel 12 Slotbepalingen

  • 1.

    Communicatie

    • a.

      Het college maakt het bestaan van de Wmo-raad bekend bij de cliënten van de gemeente, de gemeentelijke organisatie en de belangenorganisaties.

    • b.

      Het college zorgt voor de bekendmaking van deze verordening.

  • 2.

    Evaluatie

    • a.

      De Wmo-raad evalueert jaarlijks tezamen met de gemeente het functioneren van het onderling overleg. Indien er op basis van deze evaluatie reden is om de verordening aan te passen, wordt hiertoe via de Wmo-raad en het college een voorstel ingediend bij de gemeenteraad.

Artikel 13 Inwerkingtreding

De verordening treedt in werking op de dag na publicatie en werkt terug tot en met 1 juli 2008.

Artikel 14 Citeertitel

Deze verordening wordt aangehaald als: “Verordening WMO-raad Oude IJsselstreek”

 

 

Aldus besloten door de raad van tijdens de openbare vergadering op 26 juni 2008.

 

 

De griffier, de voorzitter,

 

 

 

J. van Urk J.P.M. Alberse