Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Groningen

Verordening tot regeling van de samenstelling, taak en werkwijze van de Provinciale Commissie Water en Milieu

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieGroningen
OrganisatietypeProvincie
Officiële naam regelingVerordening tot regeling van de samenstelling, taak en werkwijze van de Provinciale Commissie Water en Milieu
CiteertitelVerordening Provinciale Commissie Water en Milieu
Vastgesteld doorprovinciale staten
Onderwerpbestuur en recht
Eigen onderwerpBestuurlijke organisatie

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Deze regeling treedt met terugwerkende kracht in werking op 12 maart 2005.

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

  1. Provinciewet, art. 145
  2. Wet milieubeheer, art. 1.2
  3. Wet op de waterhuishouding, art. 8
  4. Wet op de waterhuishouding, art. 9
  5. Grondwaterwet, art. 15a

Regelgeving die op deze regeling is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

Geen.

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

06-11-200512-03-2005nieuwe regeling

05-10-2005

Provinciaal blad, 2005, 33

Voordracht 2005, 16

Tekst van de regeling

Intitulé

Verordening tot regeling van de samenstelling, taak en werkwijze van de Provinciale Commissie Water en Milieu

Provinciale Staten van Groningen;

 

Besluiten: 

Begripsomschrijvingen

Artikel 1

In deze verordening wordt verstaan onder commissie: Provinciale Commissie Water en Milieu.

Provinciale Commissie Water en Milieu

Artikel 2

  • 1

    Er is een Provinciale Commissie Water en Milieu.

  • 2

    De commissie heeft de volgende taken:

    • a.

      het uitbrengen van advies aan Provinciale Staten en Gedeputeerde Staten voorzover dit, op grond van de wet dan wel wettelijke regelingen, aan haar is opgedragen;

    • b.

      het uitbrengen van advies aan Provinciale Staten en Gedeputeerde Staten over plannen en maatregelen, die van strategische betekenis zijn voor het omgevingsbeleid van de provincie Groningen.

  • 3

    Tot de maatregelen en plannen, bedoeld in het tweede lid, onder b, behoren in ieder geval:

    • a.

      het provinciaal milieubeleidsplan, het provinciaal waterhuishoudingplan, en het mobiliteitsplan, zoals die zijn opgenomen in het Provinciaal Omgevingsplan Groningen;

    • b.

      de uitvoeringsprogramma's, op grond van het Provinciaal Omgevingsplan Groningen.

  • 4

    De commissie is bevoegd om Provinciale Staten en Gedeputeerde Staten uit eigen beweging van advies te dienen omtrent algemene vraagstukken betreffende het provinciaal omgevingsbeleid.

  • 5

    De commissie is de commissie, bedoeld in artikel 2.41 van de Wet milieubeheer, artikel 8, tweede lid, van de Wet op de waterhuishouding en artikel 20, eerste lid, van de Grondwaterwet.

  • 6

    Tot de taken van de commissie behoort niet het adviseren over zaken betreffende de ruimtelijke ordening. De advisering hierover is opgedragen aan de Provinciale Planologische Commissie.

Samenstelling

Artikel 3

  • 1

    In de commissie hebben zitting:

    • a.

      de hoofdingenieur-directeur van Rijkswaterstaat Noord-Nederland;

    • b.

      de Inspecteur van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer Noord;

    • c.

      de regiodirecteur Noord, directie Regionale Zaken van het Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit;

    • d.

      de directeur van de Dienst Gebouwen, Werken en Terreinen van het departement van Defensie, directie Noord-Oost-Nederland;

    • e.

      het hoofd van de Cluster Noord van het Ministerie van Economische Zaken;

    • f.

      het Hoofd regio Groningen, Friesland en Drenthe van de Rijksdienst voor de Monumentenzorg;

    • g.

      de coördinator van de regio Noord van de Rijksdienst voor het Oudheidkundig Bodemonderzoek;

    • h.

      de directeur van de Arbeidsvoorziening, Noord-Nederland.

    • i.

      drie leden op aanbeveling van de Vereniging Groninger Gemeenten, ieder belast met een ander beleidsterrein;

    • j.

      een lid op aanbeveling van de waterschappen in de provincie Groningen;

    • k.

      een lid, zijnde een onafhankelijk deskundige op het gebied van natuur, milieu en landschap;

    • l.

      een lid, zijnde een onafhankelijk deskundige op het gebied van de landbouw;

    • m.

      een lid, zijnde een onafhankelijk deskundige op het gebied van het bedrijfsleven;

    • n.

      een lid, zijnde een onafhankelijk deskundige op aanbeveling van de Rijksuniversiteit Groningen.

  • 2

    Voor elk lid kan een plaatsvervanger worden voorgedragen.

  • 3

    Aan de commissie worden drie leden van Gedeputeerde Staten als adviseur toegevoegd. 

Voordracht en benoeming

Artikel 4

  • 1

    De commissie benoemt uit haar midden een voorzitter en vice-voorzitter.

  • 2

    De leden van de commissie, genoemd in artikel 3, eerste lid, onder a tot en met h, zijn ambtshalve lid van de commissie. Hetzelfde geldt voor hun plaatsvervangende leden. Hun benoeming vindt plaats door Gedeputeerde Staten. De benoeming van de overige leden, alsmede hun plaatsvervangende leden, vindt plaats door Provinciale Staten en Gedeputeerde Staten, elk voor een gelijk aantal.

  • 3

    De leden, bedoeld in artikel 3, eerste lid, onderdeel i en j, alsmede hun plaatsvervangende leden worden benoemd voor een periode van 4 jaren, na afloop waarvan zij kunnen worden herbenoemd. Tussentijdse benoemingen geschieden voor het nog resterende deel van de zittingsperiode.

  • 4

    De leden, bedoeld in artikel 3, eerste lid, onder i tot en met n, kunnen te allen tijde ontslag nemen door een schriftelijke kennisgeving aan het bestuursorgaan dat hen heeft benoemd.

  • 5

    Binnen een termijn van twee maanden na indiening van het ontslag doet de desbetreffende instantie of organisatie, bedoeld in artikel 3, eerste lid, onderdeel i en j, een aanbeveling voor de benoeming van vervangende leden.

Artikel 5

De commissie kan voor de behandeling van bepaalde onderwerpen uit haar midden subcommissies instellen.

Secretariaat en bijstand

Artikel 6

  • 1

    Gedeputeerde Staten benoemen de secretaris van de commissie.

  • 2

    De commissie kan zich doen bijstaan door deskundigen.

  • 3

    Ambtenaren van de provincie Groningen kunnen, op verzoek van de voorzitter, de vergaderingen van de commissie bijwonen voor het geven van toelichting en het verstrekken van informatie.

De vergaderingen

Artikel 7

  • 1

    De commissie vergadert als regel gezamenlijk met de Provinciale Planologische Commissie. Deze gezamenlijke vergadering wordt voorgezeten door de voorzitter van de Provinciale Planologische Commissie.

  • 2

    De commissie vergadert zo vaak als de voorzitter dat nodig oordeelt of indien ten minste 3 leden van de commissie hem daarom schriftelijk en met opgave van redenen hebben verzocht. In het laatste geval wordt binnen een redelijke termijn een vergadering belegd.

  • 3

    De vergaderingen van de commissie zijn openbaar.

  • 4

    Een vergadering of een gedeelte daarvan is niet openbaar indien de in artikel 10 van de Wet openbaarheid van bestuur genoemde belangen op de in dat artikel bedoelde wijze kunnen worden geschaad.

  • 5

    De secretaris zorgt ervoor dat plaats, datum en aanvangsuur ter openbare kennis worden gebracht met vermelding van de agenda.

Advies en verslaglegging

Artikel 8

  • 1

    De adviezen van de commissie worden schriftelijk aan Provinciale Staten of Gedeputeerde Staten uitgebracht binnen een, zonodig, bij de adviesaanvraag te stellen termijn.

  • 2

    De adviezen van de commissie worden uitgebracht overeenkomstig het gevoelen van de meerderheid van de vergadering.

  • 3

    Op verzoek van de leden, die ter vergadering een standpunt hebben ingebracht dat afwijkt van het gevoelen van de meerderheid, wordt dat standpunt in het advies vermeld. Deze leden kunnen omtrent een zodanig standpunt een afzonderlijke nota bij het advies voegen.

  • 4

    Provinciale Staten of Gedeputeerde Staten rapporteren aan de commissie welk gevolg zij aan de adviezen geven of gegeven hebben.

  • 5

    Van iedere vergadering van de commissie wordt door de secretaris een schriftelijk verslag gemaakt.

Werkwijze

Artikel 9

De commissie stelt nadere regels vast inzake haar werkwijze.

Inwerkingtreding

Artikel 10

Deze verordening treedt met terugwerkende kracht in werking met ingang van 12 maart 2005.

Citeertitel

Artikel 11

Deze verordening wordt aangehaald als: Verordening Provinciale Commissie Water en Milieu.

Groningen,

 

Voorzitter,

 

Griffier