Organisatie | Oude IJsselstreek |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Algemene Subsidieregeling Wisch 2001 |
Citeertitel | Algemene Subsidieregeling Wisch 2001 |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | maatschappelijke zorg en welzijn |
Eigen onderwerp |
De bekendmaking van de regeling is niet te achterhalen.
Geen.
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
01-01-2002 | 01-01-2008 | nieuwe regeling | 06-12-2001 Onbekend. | Onbekend. |
Algemene Subsidieregeling Wisch 2001
Deze regeling is van toepassing op alle door het gemeentebestuur te verstrekken subsidies, voorzover in bijzondere subsidieregelingen of bij besluit van de gemeenteraad waarbij subsidie wordt verstrekt, niet anders is bepaald.
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd aanvragen van subsidie waarvoor zij niet beslissingsbevoegd zijn, af te wijzen, indien voor de activiteiten waarvoor subsidie wordt gevraagd op de gemeentebegroting geen gelden beschikbaar zijn gesteld en de aanvraag niet is ingediend voor 1 mei van het jaar dat voorafgaat aan het jaar waarin met de uitvoering van de activiteiten een begin wordt gemaakt.
Het gemeentebestuur kan voorschrijven dat een schriftelijke verklaring wordt overgelegd van een accountant als bedoeld in artikel 393 van Boek 2 van het Burgerlijk Wetboek omtrent de getrouwheid van de in het tweede lid, onder d) bedoelde bescheiden dan wel een mededeling dat van onjuistheden niet is gebleken.
Burgemeester en wethouders beslissen binnen acht weken na ontvangst van de aanvraag; de gemeenteraad beslist binnen zestien weken. De beslissing kan eenmaal voor ten hoogste acht weken worden verdaagd.
Verplichtingen van de subsidieontvanger
Het gemeentebestuur kan de subsidieontvanger bij de verstrekking van subsidie ook andere verplichtingen dan bedoeld in artikel 4:37 van de wet opleggen die strekken tot verwezenlijking van het doel van de subsidie.
De hoogte van de vergoeding is het gedeelte van de waarde van het vermogen van de subsidieontvanger, dat evenredig is aan het gedeelte van zijn totale inkomsten dat gedurende de laatste tien jaar de subsidie is geweest. Bij de bepaling van de waarde van de vermogensbestanddelen wordt uitgegaan van hun waarde op het tijdstip waarop de vergoeding verschuldigd wordt, met dien verstande dat bij verlies of beschadiging van goederen wordt uitgegaan van het bedrag dat als schadevergoeding door de subsidieontvanger is ontvangen. De waarde van de onroerende goederen wordt bepaald op basis van hun boekwaarde. De geldmiddelen, waaronder begrepen de banksaldi, worden gewaardeerd op hun nominale waarde.
De waarde van onroerende goederen wordt vastgesteld door een onafhankelijk deskundige, die daartoe door het gemeentebestuur in overeenstemming met de subsidieontvanger wordt aangewezen. Bij gebreke aan overeenstemming wijst iedere partij een onafhankelijke deskundige aan, welke deskundigen gezamenlijk een derde onafhankelijke deskundige aanwijzen.
De subsidievaststelling - rekening en verantwoording
Het activiteitenverslag beschrijft de aard en omvang van de activiteiten waarvoor subsidie werd verleend en bevat een vergelijking tussen de nagestreefde en gerealiseerde doelstellingen en een toelichting op de verschillen.
Indien een beschikking tot subsidieverlening is gegeven waarin een bedrag is vermeld waarop de subsidie ten hoogste kan worden vastgesteld, wordt de subsidie vastgesteld op basis van de werkelijke kosten en baten van de activiteiten waarvoor zij is verleend.
Indien subsidie is verleend voor een bedrag van € 10.000 of hoger geeft de subsidieontvanger, onverminderd het bepaalde in artikel 4:78, eerste tot en met vierde lid, van de wet, een accountant als bedoeld in artikel 393, eerste lid, van Boek 2 van het Burgerlijk Wetboek opdracht tot onderzoek van het financieel verslag onderscheidenlijk de jaarrekening, bedoeld in artikel 5.1
De accountant doet onderzoek naar de getrouwheid van de betreffende bescheiden en geeft de uitslag van zijn onderzoek weer in een schriftelijke verklaring.
Bij de subsidieverlening kan worden bepaald, dat de in het eerste lid bedoelde opdracht tevens strekt tot onderzoek van de naleving van de aan de subsidie verbonden verplichtingen. In dat geval worden bij de subsidieverlening aanwijzingen gegeven over de reikwijdte en intensiteit van de controle. De accountant geeft de uitslag van zijn onderzoek weer in een schriftelijke verklaring.
De aanvraag tot vaststelling van de subsidie gaat vergezeld van de in het tweede lid bedoelde verklaring en, indien deze is vereist, de verklaring bedoeld in het derde lid.
Het gemeentebestuur kan vrijstelling of ontheffing verlenen van het bepaalde in het eerste lid.
Indien subsidie is vastgesteld zonder dat voorafgaand een beschikking tot subsidieverlening is gegeven, toont de subsidieontvanger binnen vier maanden na afloop van de activiteiten dan wel het tijdvak waarvoor de subsidie is verstrekt, aan, dat de activiteiten hebben plaatsgevonden overeenkomstig de aan de subsidie verbonden verplichtingen. Hierbij legt hij de in artikel 5.1, tweede en derde lid, genoemde stukken over.
Artikel 5.5, eerste en tweede lid, is van overeenkomstige toepassing.
Indien de subsidie is vastgesteld door de gemeenteraad zonder dat daaraan voorafgaand een beschikking tot subsidieverlening is gegeven, oefenen burgemeester en wethouders in de in het eerste lid genoemde omstandigheden de bevoegdheid tot intrekking of wijziging uit als bedoeld in artikel 4:49 van de wet.
Indien het subsidiebedrag in gedeelten wordt betaald, vindt betaling plaats in twaalf gelijke termijnen, te voldoen uiterlijk op de laatste dag van elke maand. Wanneer de subsidie mede wordt aangewend ter dekking van door de subsidieontvanger verschuldigde loonkosten, vindt betaling plaats in dertien gelijke termijnen, waarbij in de maand waarin vakantiegeld wordt uitbetaald twee termijnen worden betaald.
Per boekjaar verstrekte subsidies
Indien voor het jaar voorafgaand aan het boekjaar reeds subsidie werd verkregen, kan de aanvraag tot en met 31 augustus worden ingediend, als zij in vergelijking met de subsidie voor het voorafgaande jaar niet meer dan een trendmatige wijziging inhoudt in verband met de algemene ontwikkeling van het loon- en prijspeil.
Het gemeentebestuur beslist uiterlijk vier weken voor de aanvang van het boekjaar op de aanvraag van de subsidie. De beslissing kan voor ten hoogste vier weken worden verdaagd.
De subsidieontvanger behoeft toestemming van het gemeentebestuur voor het verrichten van de in artikel 4:71, eerste lid, van de wet genoemde handelingen.
Het gemeentebestuur kan vrijstelling of ontheffing verlenen van het bepaalde in het eerste lid.
De subsidieontvanger vormt een egalisatiereserve als bedoeld in artikel 4:72 van de wet, tenzij het gemeentebestuur vrijstelling of ontheffing van die verplichting heeft verleend.