Organisatie | Velsen |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | nota algemeen subsidiebeleid |
Citeertitel | nota algemeen subsidiebeleid |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | bestuur en recht |
Eigen onderwerp |
Geen
Geen
Geen
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
01-01-2009 | nieuwe regeling | 11-12-2008 - |
In 2005 is in opdracht van de gezamenlijke rekenkamercommissies van de gemeenteraden van Beverwijk en Velsen een onderzoek uitgevoerd naar het subsidiebeleid van deze gemeenten. De belangrijkste aanbeveling was dat de gemeente Velsen zakelijker zou moeten opereren bij de subsidieverstrekking. Deze algemene aanbeveling is verder uitgewerkt in de volgende aanbevelingen:
In 2006 is, naar aanleiding van deze aanbevelingen, de notitie “Invoering van een resultaatgerichte en zakelijke subsidiesystematiek” verschenen. Op basis van deze notitie heeft de gemeente Velsen in 2007 bij het maken van afspraken voor 2008 met Stichting Welzijn Velsen, Zorgbalans/COB en de Stichting Maatschappelijke Dienstverlening-Midden Kennemerland in pilotverband gebruik gemaakt van de systematiek van de Beleidsgestuurde Contractfinanciering (BCF). Deze 3 organisaties behoren tot de grootste subsidieontvangers op welzijnsgebied binnen de gemeente. In 2009 volgen 3 culturele organisaties (Kunstencentrum, Stadsschouwburg en Witte Theater). Daarnaast is in 2008 de Algemene Subsidieverordening (ASV) geactualiseerd en aangepast aan de BCF-systematiek. Met de invoering van de BCF-systematiek voor de grote subsidieontvangers is aan de aanbevelingen uitvoering gegeven. De gemeente Velsen verstrekt echter ook veel kleinere subsidies, waarvoor de inhoudelijke kaders minder helder zijn. Met name voor deze subsidies is het van belang om deze kaders vast te stellen.
In juni 2008 is in de Raadscarrousel de discussienota inzake het algemeen subsidiebeleid behandeld. Doel hiervan was om aan het college kaders mee te geven voor het opstellen van de nota subsidiebeleid. In deze sessie is op de onderstaande punten de mening van de fracties geïnventariseerd:
Alle fracties konden instemmen met de eerste 3 punten. Er werd aangegeven dat bij het verder opzetten van het subsidiebeleid expliciet de bevindingen vanuit het rapport van de rekenkamer over het subsidiebeleid van de gemeenten Velsen (en Beverwijk) meegenomen moeten worden. Verder zou een aantal fracties graag een koppeling zien met het accommodatiebeleid en de marktconforme huren. De fracties zijn positief over de koppeling van subsidies aan de beleidsdoelstellingen van de gemeente. Ten slotte is aangegeven dat een subsidieplafond per compartiment nuttig kan zijn om intensivering van beleid mogelijk te maken. Compartimentering moet echter niet vanuit een bezuinigingsoogpunt worden ingezet. Er moet ook ruimte blijven voor nieuwe initiatieven.
Onder een subsidie wordt verstaan:
Een aanspraak op financiële middelen, door een bestuursorgaan (i.c. de gemeente Velsen) verstrekt met het oog op bepaalde activiteiten van de aanvrager, anders dan als een betaling voor aan de gemeente geleverde goederen of diensten.
Het subsidiebeleid van de gemeente bestaat uit verschillende documenten.
In de Algemene Subsidieverordening (ASV) worden de juridische eisen vermeld die aan subsidies kunnen worden gesteld. De Algemene Wet Bestuursrecht (AWB) vormt het kader.
Met het subsidie-instrument kan de gemeente regie voeren over de activiteiten die zij wil stimuleren of ondersteunen. Het gaat dan om het beantwoorden van de vraag wat de gemeente wil bereiken (doelstellingen), welke activiteiten daarvoor worden ontplooid en wat het mag kosten (conform de opzet van de begroting). Dit is vertaald in het algemeen subsidiebeleid en kan verder worden uitgewerkt in beleidsregels. De nota subsidiebeleid gaat over de hoofdlijnen.
Het subsidiebeleid hangt samen met andere ontwikkelingen binnen de gemeente. Ontwikkelingen op een bepaald beleidsterrein kunnen gevolgen hebben voor het subsidiebeleid. Hierbij kan worden gedacht aan relaties tussen accommodatiebeleid en subsidiebeleid. Dit betekent dat als er beleidsuitgangspunten wijzigen, het subsidiebeleid hierop moet kunnen worden aangepast. Het subsidiebeleid is immers ondersteunend aan de beleidsontwikkeling.
In deze paragraaf worden de uitgangspunten beschreven die het College hanteert voor het subsidiebeleid.
De Algemene Subsidieverordening geldt voor alle subsidies die verstrekt worden door de gemeente Velsen.
Subsidieplafond en compartimentering:
Het huidige budget voor subsidies, zoals opgenomen in de begroting 2009, blijft beschikbaar. Dit budget is tevens het plafond voor subsidieverstrekking, tenzij de Raad in het kader van bijvoorbeeld nieuw beleid andere budgetten ter beschikking stelt. Daarbij bestaat de mogelijkheid om compartimenten aan te brengen in het totale voor subsidies beschikbare bedrag. Per soort1 activiteiten kan dan een plafond worden aangebracht. In het jaarlijks kaderdebat kunnen vervolgens prioriteiten in het subsidiebeleid, aansluitend op inhoudelijk beleidsmatige prioriteiten, worden geformuleerd. Daarmee ontstaat een extra sturingsinstrument. Uiteraard zal daarbij oog moeten zijn voor de continuïteit van lopende projecten/langdurige subsidierelaties, administratieve verwerking en personele inzet.
Grondslag voor subsidieverstrekking:
In de ASV is vastgesteld dat subsidie slechts wordt verstrekt voor de bekostiging van activiteiten die, naar het oordeel van het college, van belang zijn voor de gemeente Velsen en/of haar inwoners. Verder zijn van belang de beleidsuitgangspunten die zijn neergelegd in de diverse beleidsnota´s (zie § 2.1)
Het college hanteert het uitgangspunt dat subsidies per kalenderjaar worden verstrekt. Indien dat voor een subsidieontvanger onmogelijk blijkt te zijn, dan kan het college hier van afwijken.
Subsidie alleen aan rechtspersonen:
Het college verleent alleen subsidies aan rechtspersonen (stichtingen, verenigingen)
Relatie met accommodatiebeleid / marktconforme huren:
Er zijn organisaties die subsidie ontvangen voor de huur van hun accommodatie. Zodra het accommodatiebeleid en het beleid met betrekking tot marktconforme huren gereed is, zal de situatie van subsidieontvangers die gebruik maken van een gemeentelijke accommodatie opnieuw bekeken worden. Dit is van belang om inzicht te krijgen in de consequenties van het accommodatiebeleid en het beleid met betrekking tot marktconforme huren voor deze subsidieontvangers.
Voorgesteld wordt deze beleidsnota na vaststelling in te laten gaan per 1 januari 2009. In principe geldt dat in 2009 op dezelfde wijze gesubsidieerd wordt als in 2008. Vanaf 1 januari 2010 worden alle subsidieontvangers volgens de nieuwe subsidiesystematiek behandeld.
Indien de kaders voor subsidies zijn vastgesteld dienen de huidige gesubsidieerde activiteiten heroverwogen te worden aan de hand van de vigerende beleidsnota´s. Consequentie van heroverweging zou kunnen zijn dat bepaalde activiteiten niet meer, of voor een lager of hoger bedrag worden gesubsidieerd. Voorgesteld wordt om hiervoor een overgangstermijn van drie jaar (vanaf 1 januari 2010) in acht te nemen, zowel voor aanvragers die meer als minder ontvangen. Door dit via een glijdende schaal te doen wordt gewaarborgd dat het subsidieplafond niet wordt overschreden. Dit betekent nadrukkelijk niet dat het totaal aan beschikbare subsidiegelden daalt, het gaat niet om een bezuiniging. Het kan echter wel betekenen dat huidige subsidieontvangers (na een redelijke overgangstermijn) geen, minder of juist meer subsidie ontvangen.
1.2 Huidige situatie subsidieverstrekking in Velsen
De gemeente Velsen subsidieert op structurele basis ruim 100 instellingen die zich met allerlei activiteiten bezighouden. In totaal gaat hierin ruim zes miljoen euro op jaarbasis om.
Het betreft hier 9 instellingen die een subsidiebedrag van meer dan € 50.000,-- per jaar ontvangen. Met deze instellingen worden uitvoeringsovereenkomsten gesloten omdat zij instrumenteel zijn in de uitvoering van het gemeentelijk beleid op het gebied van Welzijn en Kunst en Cultuur. Met de Stichting Welzijn Velsen, Zorgbalans/COB en Stichting Maatschappelijke Dienstverlening Midden-Kennemerland is voor 2008 een uitvoeringsovereenkomst conform de BCF-systematiek afgesloten. De Stadsschouwburg, het Kunstencentrum en het Witte Theater volgen in 2009. Tenslotte vallen in deze categorie nog de Jeugdgezondheidszorg (0-4-jarigen), Tandem (informele zorg) en het Pieter Vermeulenmuseum. Gezien de ontwikkelingen bij deze instellingen is er voor gekozen om deze pas vanaf 2010 volgens BCF-systematiek te subsidiëren.
De overige organisaties ontvangen subsidies variërend van € 84,-- tot € 47.321,-- per jaar.
Deze organisaties zijn naar hun activiteiten als volgt onder te verdelen:
In het vervolg van deze nota worden deze activiteiten aangeduid als “overige activiteiten”.
Met name als het gaat om deze overige activiteiten ontbreekt het op dit moment aan heldere kaderstelling wat in het kader van de Algemene Subsidieverordening (ASV) subsidiabel zou moeten zijn.
In bijlage 2 is ter informatie een overzicht opgenomen van de voor subsidiëring beschikbare middelen in de begroting 2009.
Hoofdstuk 2 Kaders voor het subsidiebeleid van de gemeente Velsen
Het subsidiebeleid van de gemeente richt zich op activiteiten die door organisaties binnen de gemeente worden uitgevoerd. Om te kunnen beoordelen of een organisatie voor bepaalde activiteiten voor subsidie in aanmerking komt, dient vastgesteld te worden of de activiteit past binnen de beleidsdoelen van de gemeente Velsen. Als de activiteit past binnen de beleidsdoelen betreft het een activiteit die aansluit bij het gemeentelijke beleid en gewenst wordt geacht voor het functioneren van de samenleving.
2.1 Beleidsdoelen gemeente Velsen
Het algemeen subsidiebeleid dient aan te sluiten bij het beleid dat de gemeente wenst uit te voeren. De beleidsdoelen van de gemeente Velsen zijn uitgewerkt in de verschillende beleidsnota’s. In de inleiding is aangegeven dat voor de grote subsidieontvangers de systematiek van de Beleidsgestuurde Contractfinanciering is geïntroduceerd. In dit kader zijn voor de grote welzijns- en cultuurinstellingen beleidsdoelstellingen en gewenste maatschappelijke resultaten geformuleerd. Ook in de in 2007 en 2008 vastgestelde nota’s op het gebied van Jeugd, Sport, Kunst- en Cultuur, Evenementen en Gezondheid zijn doelstellingen opgenomen. Verder zijn in de economische agenda doelstellingen beschreven. Deze worden hieronder weergegeven:
De Raad kan, naast de hierboven genoemde beleidsdoelen, meer beleidsdoelen toevoegen. Het subsidiebeleid heeft dus een dynamisch karakter.
Het is mogelijk dat bepaalde activiteiten, die in het verleden wel voor subsidie in aanmerking kwamen, volgens dit kader niet meer in aanmerking komen voor subsidie. Dit komt omdat hier geen specifieke beleidsdoelen voor zijn vastgesteld. Om dat te voorkomen geldt dat daar waar geen expliciet beleid is geformuleerd én waarvan voortzetting wenselijk wordt geacht, het bestaande impliciete beleid wordt geformuleerd en vastgesteld.
2.2 Overige beoordelingscriteria
Nadat de vraag of een activiteit past binnen de beleidsdoelen van de gemeente positief is beantwoord, moet worden nagegaan of de aanvraag voldoet aan de overige beoordelingscriteria. De overige beoordelingscriteria zijn algemene termen, die in de beleidsregels specifiek gemaakt dienen te worden. Onderstaand worden deze beoordelingscriteria toegelicht:
Organisaties zijn in eerste instantie zelf verantwoordelijk voor de financiële dekking van activiteiten. Indien dit onvoldoende lukt kunnen zij voor subsidie in aanmerking komen, mits het verzoek financieel gemotiveerd is. Als aangetoond kan worden dat de financiële dekking niet toereikend is, zal worden beoordeeld of er sprake kan zijn van een subsidie.
Daarnaast moet worden getoetst of de weigeringsgronden uit artikel 1.6 van de ASV (zie bijlage 1) van toepassing zijn.
In de ASV wordt geen onderscheid meer gemaakt tussen verschillende soorten subsidies.
Met betrekking tot de verantwoording van het subsidie wordt een onderscheid gemaakt op basis van de hoogte van het subsidiebedrag. Dit betekent dat de verantwoordingsverplichting zwaarder is naar mate het subsidiebedrag hoger is. Hiervoor zijn 3 categorieën gemaakt:
Daar waar beleidsnota’s onvoldoende zijn uitgewerkt om subsidieaanvragen te kunnen beoordelen, verdient het aanbeveling om beleidsregels (vast te stellen door het college) op te stellen. De beleidsregels zijn een vertaling van de beleidsdoelen naar concrete doelstellingen per beleidsterrein. Tevens worden de beoordelingscriteria per beleidsterrein vastgesteld. Voorgesteld wordt om in 2009 beleidsregels vast te stellen voor de subsidiëring van amateurkunst- en belangenbehartigingsorganisaties.