Organisatie | Tubbergen |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Verordening langdurigheidstoeslag 2013 |
Citeertitel | Verordening langdurigheidstoeslag 2013 |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | maatschappelijke zorg en welzijn |
Eigen onderwerp |
Geen
Wet werk en bijstand, artt. 8, eerste lid, en 36
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
01-02-2013 | 01-01-2013 | 31-12-2014 | Nieuwe regeling | 28-01-2013 | 11 |
De raad van de gemeente Tubbergen,
gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 18 januari 2013, nr. 11A;.
gelet op het advies van de commissie Samenleving en Bestuur van 14 januari 2013;
Gelet op artikel 8, eerste lid, onderdeel d en artikel 36 van de Wet werk en bijstand (WWB);
Overwegende dat het noodzakelijk is het verstrekken van een langdurigheidstoeslag bij verordening te regelen;
In deze verordening wordt verstaan onder:
a. wet: de Wet werk en bijstand;
b. Wtos: Wet tegemoetkoming onderwijsbijdrage en schoolkosten;
c. Wsf 2000: Wet Studiefinanciering;
d. Bijstandsnorm: de normen als bedoeld in artikel 21 en 23 van de wet, vermeerderd met de van toepassing zijnde toeslag en/of verminderd met de van toepassing zijnde verlaging als bedoeld in artikelen 25 tot en met 30 van de wet; hieronder wordt mede verstaan de inkomensnormen in het kader van de Wet investeren in Jongeren (WIJ).
e. referteperiode: een onafgebroken periode van 36 maanden voorafgaand aan de peildatum;
f. peildatum: de datum waarop in enig jaar het recht op langdurigheidstoeslag ontstaat;
g. inkomen: het inkomen als bedoeld in artikel 32 van de wet, met dien verstande dat voor de zinsnede ‘een periode waarover een beroep op bijstand wordt gedaan’ moet worden gelezen ‘de referteperiode’. Een bijstandsuitkering wordt, in afwijking van artikel 32 van de wet voor de beoordeling van het recht op langdurigheidstoeslag als inkomen gezien.
Indien één van de gehuwden op de peildatum is uitgesloten van het recht op langdurigheidstoeslag als gevolg van artikel 11 of artikel 13 lid 1 van de wet dan komt de rechthebbende echtgenoot voor een langdurigheidstoeslag in aanmerking naar de hoogte die voor hem als alleenstaande of alleenstaande ouder zou gelden.
De langdurigheidstoeslag wordt verleend met ingang van de peildatum, mits de aanvraag is ingediend binnen één jaar na de peildatum.
Als de aanvraag later dan één jaar na de peildatum is ingediend, dan wordt de datum van aanvraag leidend voor het recht op langdurigheidstoeslag. De peildatum wordt dan één jaar voorafgaand aan de aanvraagdatum gelegd.
Burgemeester en wethouders kunnen in bijzondere gevallen ten gunste van de rechthebbende afwijken van de bepalingen in deze verordening, indien toepassing van de verordening tot onbillijkheden van overwegende aard leidt.
Burgemeester en wethouders kunnen ten behoeve van de uitvoering van deze verordening nadere regels stellen.
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd om jaarlijks de hoogte van de bijdrage opnieuw vast te stellen, met een maximumwijziging gerelateerd aan de jaarlijkse prijsindexcijfers van het Centrale Bureau van de Statistiek.
In gevallen, de uitvoering van deze verordening betreffende, waarin deze verordening niet voorziet, beslissen burgemeester en wethouders.
Deze verordening treedt in werking op de dag na haar bekendmaking en heeft terugwerkende kracht tot 1 januari 2013.