Overheidsorganisatie | Gemeente Oude IJsselstreek |
---|---|
Officiële naam regeling | Verordening op de heffing en de invordering van rioolrechten 2006 |
Citeertitel | Verordening rioolrechten 2006 |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | financiën en economie |
Eigen onderwerp |
De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2006.
Deze regeling vervangt de Verordening op de heffing en invordering van rioolrechten 2005 van de gemeente Gendringen en de Verordening op de heffing en invordering van rioolrechten 2005 van de gemeente Wisch.
Geen.
Datum inwerking- treding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerking- treding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
05-01-2006 | 04-01-2007 | nieuwe regeling | 22-12-2005 Gelderse Post, 28-12-2005 | 05int00881 |
De raad van de gemeente Oude IJsselstreek;
gelet op de artikelen 229, eerste lid, aanhef en onderdeel a, en 255 van de Gemeentewet;
besluit:
vast te stellen de volgende verordening:
Voor de toepassing van deze verordening wordt:
onder gemeentelijke riolering mede het voor de openbare dienst bestemde gemeentewater begrepen;
onder afvalwater verstaan water en stoffen die worden afgevoerd via de gemeentelijke riolering;
onder eigendom verstaan een roerende of een onroerende zaak;
Onder de naam "rioolafvoerrecht" wordt op grond van het bepaalde in artikel 229, eerste lid, aanhef en onderdeel a, van de Gemeentewet, een recht geheven van de gebruiker van een eigendom van waaruit afvalwater direct of indirect op de gemeentelijke riolering wordt geloosd.
Met betrekking tot het recht als bedoeld in het eerste lid wordt als gebruiker aangemerkt:
degene die naar omstandigheden beoordeeld het eigendom al dan niet krachtens eigendom, bezit, beperkt recht of persoonlijk recht gebruikt;
ingeval een gedeelte van een eigendom - niet zijnde een gedeelte als bedoeld in artikel 3 - ten gebruike is afgestaan: degene die dat gedeelte in gebruik heeft afgestaan.
Indien gedeelten van een in artikel 2 bedoeld eigendom blijkens hun indeling bestemd zijn om als afzonderlijk geheel te worden gebruikt, worden de rechten geheven ter zake van elk als zodanig bestemd gedeelte, met dien verstande dat indien twee of meer van die gedeelten tezamen als een geheel worden gebruikt, deze als één eigendom worden aangemerkt.
Het recht als bedoeld in artikel 2, eerste lid, wordt geheven per eigendom.
Het recht als bedoeld in artikel 2, eerste lid, bedraagt per eigendom € 166,92.
Het belastingjaar is gelijk aan het kalenderjaar.
De rechten worden geheven bij wege van aanslag.
Het recht als bedoeld in artikel 2 is verschuldigd bij de aanvang van het belastingjaar of, zo dit later is, bij de aanvang van de belastingplicht.
Indien de belastingplicht in de loop van het belastingjaar aanvangt, is het recht verschuldigd voor zoveel twaalfde gedeelten van het voor dat jaar verschuldigde recht als er in dat jaar, na de aanvang van de belastingplicht, nog volle kalendermaanden overblijven;
Indien de belastingplicht in de loop van het belastingjaar eindigt, bestaat aanspraak op ontheffing voor zoveel twaalfde gedeelten van het voor dat jaar verschuldigde recht als er in dat jaar, na het einde van de belastingplicht, nog volle kalendermaanden overblijven;
Het tweede en het derde lid zijn niet van toepassing indien de belastingplichtige binnen de gemeente verhuist en aldaar een ander perceel in feitelijk gebruik neemt, waarvoor hetzelfde belastingbedrag verschuldigd is;
De aanslagen moeten worden betaald in drie gelijke termijnen waarvan de eerste termijn vervalt op de laatste dag van de maand volgend op de maand die in de dagtekening van het aanslagbiljet is vermeld en elk van de volgende termijnen telkens twee maanden later;
Indien de dagtekening van de aanslag op of na 1 augustus van het kalenderjaar valt, wordt de derde betalingstermijn verkort tot één maand; Indien de dagtekening van de aanslag op of na 1 september van het kalenderjaar valt, wordt tevens de tweede betalingstermijn verkort tot één maand;
In afwijking van het eerste lid geldt, zolang de verschuldigde bedragen door middel van automatische betalingsincasso kunnen worden afgeschreven, dat de aanslagen moeten worden betaald in acht gelijke termijnen. De eerste termijn vervalt één maand na de dagtekening van het aanslagbiljet en elk van de volgende termijnen telkens een maand later;
In afwijking van het derde lid geldt dat ingeval de dagtekening van de aanslag valt op of na 1 augustus van het kalenderjaar, wordt het aantal incasso termijnen bepaald op het aantal nog resterende volle kalendermaanden van het kalenderjaar plus drie.
Het college van burgermeester en wethouders kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en de invordering van de rioolafvoerrechten.
De "Verordening op de heffing en invordering van rioolrechten 2005" van de gemeente Gendringen, vastgesteld bij raadsbesluit van 15 december 2004 en de "Verordening op de heffing en invordering van rioolrechten 2005" van de gemeente Wisch, vastgesteld bij raadsbesluit van 16 december 2004, worden ingetrokken met ingang van de in het derde lid genoemde datum van ingang van de heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.
Deze verordening treedt in werking met ingang van de achtste dag na die van de bekendmaking.
De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2006.
Deze verordening wordt aangehaald als ‘Verordening rioolrechten 2006’.
Aldus vastgesteld in de openbare raadsvergadering van 22 december 2005.
De raad voornoemd,
de griffier, de voorzitter,
Drs P.W. Bannink H.J.M. Kemperman.