Organisatie | Epe |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Organisatiebesluit gemeente Epe 2013 |
Citeertitel | Organisatiebesluit gemeente Epe 2013 |
Vastgesteld door | college van burgemeester en wethouders |
Onderwerp | bestuur en recht |
Eigen onderwerp | bestuur en recht |
Geen
Artikelen 103, 106 en 160 Gemeentgewewt
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
23-01-2013 | 01-01-2015 | Nieuwe regeling | 22-01-2013 Onbekend | 2012-40980 |
college van Burgemeester en wethouders van Epe,
dat het gewenst is het Organisatiebesluit te actualiseren;
dat de Ondernemingsraad advies heeft uitgebracht;
Gelezen het voorstel aan het college, nr. 2012-40979
Gezien het besluit van de directie d.d. 8 oktober 2012, nr. 2012-30169;
artikel 160 van de Gemeentewet over het vaststellen van regels over de ambtelijke organisatie van de gemeente;
artikel 103 van de Gemeentewet over het in een instructie vastleggen van nadere regels vast over de taak en de bevoegdheden van de secretaris;
Artikel 106 van de Gemeentewet over de regeling van de vervanging van de secretaris;
Secretaris : de functionaris als bedoeld in artikel 101 t/m 106 Gemeentewet.
Directie : de secretaris, als eindverantwoordelijke voor de ambtelijke organisatie, met uitzondering van de griffie.
Artikel2 Cultuur van de organisatie.
Van directie en management wordt een managementstijl verwacht waarbij het management zorgt voor het vervullen van de organisatorische en inhoudelijke condities die het de medewerkers mogelijk maken hun werk te doen. Het management zorgt dat de organisatorische en fysieke randvoorwaarden zijn vervuld die voor het werk nodig zijn, zodanig dat medewerkers zich betrokken voelen bij de organisatiedoelen. Het management creëert mede door voorbeeldgedrag een werkomgeving met ruimte voor professioneel medewerkerschap.
Van allen wordt een dienstverlenende en klantgerichte attitude verwacht en een flexibele opstelling bij veranderingen in het takenpakket. Uitgangspunt voor professioneel mede-werkerschap is dat elke medewerker zelf verantwoordelijk is voor de eigen werkzaamheden en daarin met een initiatiefrijke en resultaatgerichte houding zoekt naar afstemming, samenwerking en verbeteringsmogelijkheden.
Artikel 3 Inrichting van de organisatie
b. Aan de directie kunnen stafeenheden worden toegevoegd.
De afdelingsmanager stelt, onder goedkeuring van de directie, de interne structuur en naamgeving, aantal en taken van de onderdelen binnen de afdeling vast. Uitgangspunt voor de interne structuur is eenheid van leiding, wat wil zeggen dat een medewerker slechts één leidinggevende heeft, waardoor het duidelijk is wie leiding heeft, wie opdrachten mag geven, aan wie moet worden gerapporteerd en aan wie verantwoording moet worden afgelegd. Uitsluitend om reden van span of control kan er maximaal één hiërarchisch leidinggevend niveau (teamleider) onder het niveau van afdelingsmanager gepositioneerd worden.
De directie kan, naar aanleiding van een door het college vastgesteld projectvoorstel, besluiten tot het instellen van tijdelijke organisatorische verbanden tussen afdelingen ter voorbereiding en/of uitvoering van het beleid van majeur politiek bestuurlijk belang, dat meerdere afdelingen aangaat. Het beheer van zo’n verband wordt opgedragen aan een projectleider (buitenlijns project).
De afdelingsmanager kan naar aanleiding van een door de directie vastgesteld project-voorstel, besluiten tot het instellen van tijdelijke organisatorische verbanden tussen eenheden ter uitvoering van projecten ressorterende onder zijn/haar afdeling. De afdelings-manager zorgt voor afstemming met en betrokkenheid van andere afdelingen. Het beheer van zo’n verband wordt opgedragen aan een projectleider (binnenlijns project).
Artikel 5 Verantwoordelijkheden
De directie richt zich primair op de bedrijfsvoering en is uit dien hoofde gesprekspartner voor de afdelingsmanagers bij de totstandkoming van het afdelingsplan en de voortgang daarvan gedurende het jaar en adviseert burgemeester en wethouders desgevraagd of uit eigen beweging over strategisch concernbeleid.
De secretaris richt zich primair op ondersteuning van het college en van de burgemeester en adviseert hen uit dien hoofde desgevraagd of uit eigen beweging over strategische onderwerpen. Hij neemt passende initiatieven in belang van consistentie, integraliteit, strategische actualiteit en externe uitingen van het gemeentelijk beleid.
De secretaris is belast met het beheer van de archiefbescheiden van het college en van de burgemeester, die nog niet naar de archiefbewaarplaats zijn overgebracht;. Hij is hiervoor verantwoording schuldig aan het college voor zover het de archiefbescheiden van het college betreft en aan de burgemeester voor zover het diens archiefbescheiden betreft.
Alvorens zijn ambt te aanvaarden legt de gemeentesecretaris in de vergadering van het college in handen van de voorzitter de volgende eed (verklaring en belofte) af:
"Ik zweer (verklaar) dat ik, om tot secretaris benoemd te worden, rechtstreeks noch middellijk, onder welke naam of welk voorwendsel ook, enige gift of gunst heb gegeven of beloofd.
Ik zweer (verklaar en beloof) dat ik, om iets in dit ambt te doen of te laten, rechtstreeks noch middellijk enig geschenk of enige belofte heb aangenomen of zal aannemen.
Ik zweer (beloof) dat ik getrouw zal zijn aan de Grondwet, dat ik de wetten zal nakomen en dat ik mijn plichten als secretaris naar eer en geweten zal vervullen.
Zo waarlijk helpe mij God almachtig! (Dat verklaar en beloof ik!)"
Het vijfde lid is van overeenkomstige toepassing op de ambtenaren die zijn aangewezen om de secretaris te vervangen bij diens afwezigheid.
ziet er op toe dat een ambtelijk advies alleen wordt aangebracht als de portefeuillehouder bij de voorbereiding van het ambtelijk advies actief is betrokken bij de inhoud en richting, de politiek-bestuurlijke kanten en de timing. De portefeuillehouder kent het aangebrachte ambtelijk advies. Dat wordt kenbaar gemaakt in het ambtelijke advies. Het portefeuille-overleg dient er mede voor om de betrokkenheid te borgen;
indien een aangelegenheid tevens het taakgebied van één of meer afdelingen raakt of er coördinatiebehoeften of -mogelijkheden bestaan, ziet hij er op toe dat wordt overlegd met die andere afdelingen. Dit overleg moet bij voorkeur resulteren in een eensluidend advies. Zo dit absoluut niet mogelijk is, legt de manager van de primair verantwoordelijke afdeling de aangelegenheid aan de gemeentesecretaris ter bespreking voor;
Artikel 9 Overleg directie - afdelingsmanagers
Ter bewaking van de eenheid in de uitoefening van de aan het ambtelijk apparaat opgedragen taken voeren de directie en de afdelingsmanagers wekelijks gezamenlijk overleg onder de naam 'DIA'. Het voorzitterschap van het DIA rouleert tussen de directie en de afdelingsmanagers. Aan het DIA wordt een notulist toegevoegd.
Voor aangelegenheden waarvoor het college een kader wenselijk acht voor de inbreng van de ambtelijke organisatie bij het ontwikkelen van beleid geeft het een bestuursopdracht. Het college stelt nadere regels vast voor de inhoud