Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Gemeente Heerenveen

Verordening op de heffing en de invordering van lijkbezorgingsrechten 2013

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OverheidsorganisatieGemeente Heerenveen
Officiële naam regelingVerordening op de heffing en de invordering van lijkbezorgingsrechten 2013
CiteertitelVerordening op de heffing en de invordering van lijkbezorgingsrechten 2013
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpfinanciën en economie
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Deze verordening vervangt de verordening begrafenisrechten 2012

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

Gemeentewet, art. 229

Regelgeving die op deze regeling is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

Geen.

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerking-

treding

Terugwerkende

kracht tot en met

Datum uitwerking-

treding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

28-12-201201-01-2014nieuwe regeling

17-12-2012

Heerenveense Courant (Crackstate Nijs), 27-12-2012

GF12.20104

Tekst van de regeling

De raad van de gemeente Heerenveen;

gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 13 november 2012;

gelet op artikel 229, eerste lid, aanhef en onderdeel a van de Gemeentewet;

besluit vast te stellen de volgende verordening:

Verordening op de heffing en de invordering van lijkbezorgingsrechten 2013

Artikel 1 Begripsomschrijvingen

Deze verordening verstaat onder:

  • a.

    Begraafplaatsen: de algemene gemeentelijke begraafplaatsen te Heerenveen, De Knipe en Nieuweschoot;

  • b.

    graf: een zandgraf of een keldergraf;

  • c.

    grafkelder: een betonnen of gemetselde constructie waarin een of meerdere lijken worden begraven of asbussen worden bijgezet; grafkelders kunnen onderdeel zijn van een bovengrondse muur of wand;

  • d.

    asbus: een bus ter berging van as van een overledene;

  • e.

    urn: een voorwerp ter berging van een of meerdere asbussen;

  • f.

    particulier graf: een graf waarvoor aan een natuurlijk of rechtspersoon het uitsluitend recht is verleend tot:

    • a.

      het doen begraven en begraven houden van lijken;

    • b.

      het doen bijzetten en bijgezet houden van asbussen met of zonder urnen;

    • c.

      het doen verstrooien van as;

  • g.

    algemeen graf: een graf bij de gemeente in beheer waarin gelegenheid wordt geboden tot het doen begraven van lijken;

  • h.

    particulier urnengraf: een graf waarvoor aan een natuurlijk persoon of rechtspersoon het uitsluitend recht is verleend tot:

    • a.

      het doen bijzetten en bijgezet houden van asbussen met of zonder urnen;

    • b.

      het doen verstrooien van as;

  • i.

    particuliere urnennis: een nis waarvoor aan een natuurlijk persoon of rechtspersoon het uitsluitend recht is verleend tot het doen bijzetten en bijgezet houden van asbussen met of zonder urnen;

  • j.

    verstrooiingsplaats: een plaats waarop as wordt verstrooid;

  • k.

    grafbedekking: gedenkteken of grafbeplanting op een graf, gedenkplaats of verstrooingsplaats.

Artikel 2 Belastbaar feit

Op basis van deze verordening worden rechten geheven voor het gebruik van de begraafplaats en voor het door de gemeente verlenen van diensten in verband met de begraafplaats.

Artikel 3 Belastingplicht

De rechten worden geheven van degene op wiens aanvraag dan wel ten behoeve van wie de dienst wordt verricht of van degene die van de bezittingen, werken of inrichtingen gebruik maakt.

Artikel 4 Maatstaf van heffing en belastingtarief

  • 1.

    De rechten worden geheven naar de maatstaven en de tarieven, opgenomen in de bij deze verordening behorende tarieventabel.

  • 2.

    Voor de berekening van de rechten wordt een gedeelte van een in de tarieventabel genoemde eenheid als een volle eenheid aangemerkt.

Artikel 5 Belastingjaar

  • 1.

    Met betrekking tot de rechten die per jaar worden geheven is het belastingjaar gelijk aan het kalenderjaar.

  • 2.

    Met betrekking tot de rechten genoemd in hoofdstuk 5.4 van de tarieventabel is het belastingtijdvak gelijk aan de periode waarvoor wordt afgekocht.

Artikel 6 Ontstaan van de belastingschuld en heffing naar tijdsgelang voor de jaarlijks verschuldigde rechten

  • 1.

    De onderhoudsrechten, bedoeld in 5.3 en 5.4 van de tarieventabel zijn verschuldigd bij de aanvang van het belastingtijdvak of, zo dit later is, bij de aanvang van de belastingplicht.

  • 2.

    Indien de belastingplicht in de loop van het belastingtijdvak aanvangt zijn de rechten bedoeld in 5.3 en 5.4 van de tarieventabel verschuldigd voor zoveel twaalfde gedeelten van de voor dat jaar verschuldigde rechten als er in dat jaar, na de aanvang van de belastingplicht, nog volle kalendermaanden overblijven.

  • 3.

    Indien de belastingplicht in de loop van het belastingtijdvak eindigt, bestaat aanspraak op ontheffing voor de rechten bedoeld in 5.3 en 5.4 van de tarieventabel voor zoveel twaalfde gedeelten van de voor dat jaar verschuldigde rechten als er in dat jaar, na het einde van de belastingplicht, nog volle kalendermaanden overblijven.

Artikel 7 Ontstaan van de belastingschuld voor de overige rechten

Andere rechten dan die bedoeld in 5.3 en 5.4 van de tarieventabel zijn verschuldigd bij de aanvang van de dienstverlening of bij de aanvang van het gebruik van de bezittingen, werken of inrichtingen.

Artikel 8 Wijze van heffing

  • 1.

    In afwijking van artikel 9, eerste lid, van de Invorderingswet 1990 moeten de rechten worden geheven door middel van een gedagtekende kennisgeving, waaronder mede wordt begrepen een nota of ander schriftuur.

  • 2.

    Het verschuldigde bedrag wordt in de kennisgeving vermeld.

  • 3.

    De rechten moeten binnen veertien dagen na de dagtekening van de kennisgeving worden betaald.

  • 4.

    De Algemene termijnenwet is niet van toepassing op de in het vorige lid gestelde termijn.

Artikel 9 Kwijtschelding

Van deze rechten wordt geen kwijtschelding verleend als bedoeld in artikel 26 van de Invorderingswet 1990.

Artikel 10 Nadere regels door het college van burgemeester en wethouders

Het college van burgemeester en wethouders kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en de invordering van de rechten.

Artikel 11 Overgangsrecht

De 'Verordening begrafenisrechten 2012’ van 8 december 2011 wordt ingetrokken met ingang van de in artikel 12, tweede lid, genoemde datum van ingang van de heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.

Artikel 12 Inwerkingtreding

  • 1.

    Deze verordening treedt in werking met ingang van de eerste dag na die van de bekendmaking.

  • 2.

    De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2013.

Artikel 13 Citeertitel

Deze verordening wordt aangehaald als ‘Verordening op de heffing en invordering van lijkbezorgingsrechten 2013’.

Aldus vastgesteld in de openbare raadsvergadering van 17 december 2012

De griffier, De voorzitter,

mevrouw W.J.M.A. Jansen de heer T.J. van der Zwan