Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Gemeente Noordoostpolder

Verordening op de heffing en invordering van liggeld 2013.

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OverheidsorganisatieGemeente Noordoostpolder
Officiële naam regelingVerordening op de heffing en invordering van liggeld 2013.
CiteertitelVerordening liggeld 2013
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpfinanciën en economie
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

Gemeentewet, art. 229, eerste lid, aanhef en onderdelen a en b.

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerking-

treding

Terugwerkende

kracht tot en met

Datum uitwerking-

treding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

22-11-201201-01-2014Nieuwe regeling

13-11-2012

Gemeenteblad, 011; Flevopost, 21-11-2012

2012-14525

Tekst van de regeling

Intitulé

Verordening op de heffing en invordering van liggeld 2013

De raad van de gemeente Noordoostpolder,

gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van

2 oktober 2012, no. 14525-1;

gelet op artikel 229, eerste lid, aanhef en onderdelen a en b, van de Gemeentewet;

B E S L U I T:

vast te stellen de

Verordening op de heffing en invordering van liggeld 2013.

Artikel 1 Begripsomschrijvingen

Deze verordening verstaat onder :

  • a.

    woonschip: elk vaartuig dat uitsluitend of in hoofdzaak wordt gebezigd als, of te oordelen naar zijn constructie of inrichting uitsluitend of in hoofdzaak bestemd is tot, dag- of nachtverblijf van een of meer personen en ook bewoonde varende monumenten, die als zodanig zijn erkend, als bedoeld in artikel 5:31.1, lid 2, van de Algemene plaatselijke verordening;

  • b.

    ligplaats: een gedeelte van het openbaar water, bestemd of geschikt om door een woonschip met bijbehorende voorzieningen te worden ingenomen;

  • c.

    bijbehorende voorzieningen: zaken zonder welke het gebruik van een schip als woning niet goed mogelijk is, zoals een bijboot, steiger en een loopplank.

Artikel 2 Belastbaar feit

Onder de naam "liggeld" wordt een recht geheven voor het hebben van een ligplaats voor een woonschip, daaronder begrepen de diensten die met een ligplaats verband houden, bij een verblijf langer dan twee weken op de krachtens artikel 5:31.1 van de Algemene plaatselijke verordening aangewezen ligplaatsen.

Artikel 3 Belastingplicht

Het recht als bedoeld in artikel 2 wordt geheven van degene die de ligplaats heeft. Als degene die de ligplaats heeft wordt aangemerkt de houder van de ligplaatsvergunning, bedoeld in artikel 5:31.1 van de Algemene plaatselijke verordening, dan wel de hoofdbewoner van het woonschip. Wie als hoofdbewoner wordt aangemerkt, wordt naar omstandigheden beoordeeld.

Artikel 4 Belastingtarieven

Het recht als bedoeld in artikel 2 word geheven naar het tarief, opgenomen de bij deze verordening behorende tarieventabel.

Artikel 5 Belastingtijdvak

Het belastingtijdvak loopt van 1 januari tot en met 31 december.

Artikel 6 Wijze van heffing

Het recht wordt geheven bij wege van aanslag.

Artikel 7 Ontstaan van de belastingschuld en heffing naar tijdsgelang

  • 1. Het recht als bedoeld in artikel 2 is verschuldigd bij het begin van het belastingtijdvak of, zo dit later is, bij de aanvang van de belastingplicht.

  • 2. Indien de belastingplicht in de loop van het belastingtijdvak aanvangt, is het recht verschuldigd voor zoveel twaalfde gedeelten van het voor dat tijdvak verschuldigde recht als er in dat belastingtijdvak, na het begin van de belastingplicht, nog volle kalendermaanden overblijven.

  • 3. Indien de belastingplicht in de loop van het belastingtijdvak eindigt, bestaat aanspraak op ontheffing voor zoveel twaalfde gedeelten van het voor dat belastingtijdvak verschuldigde recht als er in dat belastingtijdvak, na het einde van de belastingplicht, nog volle kalendermaanden overblijven.

Artikel 8 Termijnen van betaling

  • 1. In afwijking van artikel 9, eerste lid, van de Invorderingswet 1990 moeten de aanslagen worden betaald in zoveel gelijke termijnen als er, met inbegrip van de maand van dagtekening van het aanslagbiljet, nog maanden in het belastingtijdvak overblijven. De eerste termijn vervalt één maand na de dagtekening van het aanslagbiljet en elk van de volgende termijnen telkens een maand later.

  • 2. De Algemene termijnenwet is niet van toepassing op de in het eerste lid gestelde termijnen.

Artikel 9 Kwijtschelding

Bij de invordering van de liggelden wordt geen kwijtschelding verleend.

Artikel 10 Nadere regels door het college van burgemeester en wethouders

Het college van burgemeester en wethouders kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en invordering van de liggelden.

Artikel 11 Overgangsrecht

De "Verordening liggeld 2012" van 10 november 2011, no. 14752-53, wordt ingetrokken met ingang van de in artikel 12, tweede lid, genoemde datum van ingang van de heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.

Artikel 12 Inwerkingtreding

  • 1. Deze verordening treedt in werking met ingang van de achtste dag na die van de bekendmaking.

  • 2. De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2013.

Artikel 13 Citeertitel

Deze verordening wordt aangehaald als: Verordening liggeld 2013.

Ondertekening

Aldus vastgesteld in de openbare raadsvergadering

van 13 november 2012.

De griffier, de voorzitter,

BIJLAGE

Tarieventabel behorende bij de "Verordening liggeld 2013".

OmschrijvingTarieven
 EenheidTijdBedrag
ligplaats1jaar€ 783,84

Behoort bij raadsbesluit van 13 november 2012.

De griffier van de gemeente Noordoostpolder,