Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Oude IJsselstreek

Verordening rekenkamercommissie gemeente Oude IJsselstreek 2013

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieOude IJsselstreek
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingVerordening rekenkamercommissie gemeente Oude IJsselstreek 2013
CiteertitelVerordening rekenkamercommissie gemeente Oude IJsselstreek 2013
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpbestuur en recht
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen.

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

  1. Gemeentewet, art. 81oa
  2. Gemeentewet, art. 182
  3. Gemeentewet, art. 183
  4. Gemeentewet, art. 184
  5. Gemeentewet, art. 185
  6. Gemeentewet, hoofdstuk IVa, paragraaf 1

Regelgeving die op deze regeling is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

Geen.

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

15-02-201305-07-2019nieuwe regeling

31-01-2013

Gelderse Post, 13-02-2013

12RVS 12ini02744
01-07-200915-02-2013nieuwe regeling

11-06-2009

Onbekend.

09RVS0065
01-05-200605-07-2019nieuwe regeling

27-04-2006

Onbekend.

Onbekend.

Tekst van de regeling

Intitulé

Verordening rekenkamercommissie gemeente Oude IJsselstreek 2013

De raad van de gemeente Oude IJsselstreek;

 

overwegende dat de gemeenteraad, indien hij geen rekenkamer instelt, bij verordening regels dient vast te stellen voor de uitoefening van de rekenkamerfunctie, als bedoeld in artikel 81p van de Gemeentewet;

 

gelezen het voorstel van de griffie;

 

gelet op hoofdstuk IVa, paragraaf 1 en de artikelen 81oa, 182, t/m 185 van de Gemeentewet;

 

B E S L U I T vast te stellen

 

 

VERORDENING REKENKAMERCOMMISSIE GEMEENTE OUDE IJSSELSTREEK 2013

Artikel 1 Begripsbepalingen

  • 1.

    In deze verordening wordt verstaan onder:

    • a.

      Rekenkamercommissie: de commissie die is ingesteld bij besluit van de gemeenteraad en die ten doel heeft om door middel van beleidsevaluaties en doelmatigheidsonderzoeken een bijdrage te leveren aan de doeltreffendheid van het beoogde beleid, alsmede de doelmatige voorbereiding en uitvoering daarvan;

    • b.

      Doelmatigheid of efficiëntie: het streven om met een zo beperkt mogelijke inzet van de beschikbare middelen het gewenste resultaat te bereiken;

    • c.

      Doeltreffendheid of effectiviteit: de mate waarin een organisatie erin slaagt met de geleverde prestaties de gestelde doelen of de gewenste maatschappelijke effecten te bereiken;

    • d.

      Rechtmatigheid: de mate waarin het gemeentelijk beleid voldoet aan de wettelijke kaders en regelgeving.

Artikel 2 Taak van de rekenkamercommissie

  • 1.

    Er is een gemeentelijke rekenkamercommissie.

  • 2.

    De rekenkamercommissie voert onderzoek uit naar de (maatschappelijke) effecten van het gemeentelijk beleid en naar de doelmatigheid en doeltreffendheid van het gemeentelijk beleid, van het gemeentelijk beheer en van de gemeentelijke organisatie, naar de rechtmatigheid van het gemeentelijk beheer, alsmede naar de doelmatigheid en doeltreffendheid van instellingen waarvan de activiteiten geheel of in belangrijke mate door de gemeente worden bekostigd.

Artikel 3 Samenstelling rekenkamercommissie

  • 1.

    De rekenkamercommissie bestaat uit vijf leden.

  • 2.

    De leden worden door de gemeenteraad uit de kring van raadsleden benoemd voor een periode gelijk aan hun zittingsduur in de gemeenteraad.

  • 3.

    De raad benoemt uit de kring van raadsleden, indien nodig, een vaste of tijdelijke vervanger.

  • 4.

    De voorzitter wordt door de raad uit het midden van de leden van de rekenkamercommissie benoemd voor de volle zittingsperiode van de rekenkamercommissie.

  • 5.

    De voorzitter wordt bij afwezigheid vervangen door een door de commissie uit haar midden aan te wijzen lid.

  • 6.

    De rekenkamercommissie wordt ondersteund door een secretaris/onderzoeker. Deze wordt door de commissie benoemd.

Artikel 4 Eed (reeds eerder vervallen)

 

Artikel 5 Einde van het lidmaatschap

  • 1.

    De raad ontslaat de leden of stelt hen op non-actief.

  • 2.

    Het lidmaatschap van een lid van de rekenkamercommissie eindigt:

    • a.

      op eigen verzoek;

    • b.

      door het verlies van de hoedanigheid van raadslid.

Artikel 6 Vergoeding van de werkzaamheden

  • 1.

    Commissieleden hebben geen recht op vergoeding voor het bijwonen van de commissievergaderingen.

Artikel 7 Ondersteuning van de rekenkamercommissie

  • 1.

    De rekenkamercommissie is bevoegd, ten laste van het budget als bedoeld in artikel 12, (tijdelijk) medewerkers aan te stellen.

  • 2.

    De medewerkers van de rekenkamercommissie verrichten werkzaamheden voor de rekenkamercommissie en zijn ter zake van de werkzaamheden uitsluitend verantwoording verschuldigd aan de rekenkamercommissie.

  • 3.

    Medewerkers kunnen, indien de rekenkamercommissie hen daartoe de bevoegdheid toekent, alle informatie verzamelen die de rekenkamercommissie in het belang van het onderzoek nodig acht; zij hebben een geheimhoudingsplicht met betrekking tot die informatie en zijn alleen verantwoording verschuldigd aan de rekenkamercommissie.

  • 4.

    De rekenkamercommissie is tevens bevoegd ten laste van het budget als bedoeld in artikel 12 externe deskundigen in te schakelen. Het hiervoor in lid 3 gestelde is op de externe deskundigen dienovereenkomstig van toepassing.

Artikel 8 Vergadering en besluitvorming / Reglement van orde

  • 1.

    De voorzitter van de rekenkamercommissie draagt zorg voor het tijdig en periodiek bijeenroepen van de vergaderingen van de rekenkamercommissie, het leiden van de vergaderingen, het bewaken van de uitvoering van de onderzoeksopzet en de werkwijze en het bevorderen van een zorgvuldige besluitvorming. Hij voert hierover regelmatig overleg met onderzoeksmedewerkers en de secretaris van de commissie.

  • 2.

    In vergaderingen van de rekenkamercommissie wordt besloten bij meerderheid van stemmen, waarbij ieder lid één stem heeft. Bij stakende stemmen, telt de stem van de voorzitter dubbel. Besluiten kunnen alleen worden genomen als ten minste drie leden ter vergadering aanwezig zijn.

  • 3.

    De rekenkamercommissie stelt een reglement van orde voor haar vergaderingen en andere werkzaamheden vast. Zij zendt het reglement na de vaststelling onverwijld ter kennisgeving naar de gemeenteraad.

Artikel 9 Onderwerpen voor onderzoek en beslissing tot uitvoeren van onderzoek

  • 1.

    De rekenkamercommissie kiest de onderwerpen voor haar onderzoek, formuleert de probleemstelling en de onderzoeksvragen en stelt de onderzoeksopzet vast. Hiertoe legt de rekenkamercommissie in een onderzoeksprotocol vast volgens welke methodiek de rekenkamercommissie onderzoeken uitvoert; het onderzoeksprotocol wordt ter kennisgeving aan de gemeenteraad voorgelegd.

  • 2.

    De gemeenteraad kan de rekenkamercommissie een gemotiveerd verzoek doen tot het instellen van een rekenkameronderzoek. De rekenkamercommissie bericht de gemeenteraad binnen één maand in hoeverre aan dat verzoek wordt voldaan. Indien de rekenkamercommissie niet aan het verzoek van de gemeenteraad voldoet, voert zij daarvoor goede gronden aan.

Artikel 10 Uitvoering van het onderzoek en rapportage

  • 1.

    De rekenkamercommissie is belast met en verantwoordelijk voor de uitvoering van het onderzoek volgens de door haar vastgestelde onderzoeksopzet.

  • 2.

    De rekenkamercommissie beoordeelt of het wenselijk is de gemeenteraad tussentijds te informeren.

  • 3.

    De rekenkamercommissie vergadert in beslotenheid, haar rapporten zijn openbaar. Op grond van de belangen genoemd in artikel 10 van de Wet Openbaarheid van Bestuur kan de rekenkamercommissie rapporten die aan de gemeenteraad worden voorgelegd of gedeelten daarvan als geheim aanmerken. De leden van de rekenkamercommissie en medewerkers die voor de rekenkamercommissie werkzaam zijn, zijn verplicht tot geheimhouding van al wat hen in hun hoedanigheid als lid, respectievelijk medewerker ter kennis is gekomen.

  • 4.

    De rekenkamercommissie kan informatiebijeenkomsten beleggen.

  • 5.

    De rekenkamercommissie stelt betrokkenen ambtenaren in de gelegenheid om binnen een door haar te stellen termijn die ten minste twee weken bedraagt, hun zienswijze op het onderzoek aan de rekenkamercommissie kenbaar te maken. Betrokkenen zijn degenen wiens taakuitvoering (mede) voorwerp van onderzoek is of is geweest. De rekenkamercommissie bepaalt wie verder als betrokkenen worden aangemerkt.

  • 6.

    Na hoor en wederhoor van betrokken ambtenaren ten aanzien van het onderzoek zoals bedoeld in lid 5, formuleert de rekenkamercommissie haar conclusies en aanbevelingen in een nota.

  • 7.

    De rekenkamercommissie stelt het gemeentebestuur in de gelegenheid om binnen een door haar te stellen termijn die ten minste twee weken bedraagt, haar zienswijze op het onderzoek en de nota aan de rekenkamercommissie kenbaar te maken.

  • 8.

    Na vaststelling door de rekenkamercommissie wordt de nota met conclusies en aanbevelingen zo spoedig mogelijk aan de gemeenteraad aangeboden. Hierbij worden de reacties van de betrokken ambtenaren en leden van het gemeentebestuur gevoegd.

Artikel 11 Bevoegdheid

  • 1.

    De commissie is bevoegd alle documenten die berusten bij het gemeentebestuur te onderzoeken, voor zover zij dat ter vervulling van haar taak nodig acht.

  • 2.

    Het college en de onder zijn verantwoordelijkheid ressorterende ambtenaren verstrekken desgevraagd en binnen de door de commissie gestelde (redelijke) termijn alle inlichtingen die de commissie ter vervulling van haar taak nodig acht.

  • 3.

    Indien de zorg voor een administratie aan een derde is uitbesteed, is het eerste lid van overeenkomstige toepassing op de administratie van de betrokken derde dan wel van degene die de administratie in opdracht van die derde voert.

  • 4.

    De commissie is bevoegd, indien en voor zover de gemeente uit anderen hoofde over deze bevoegdheid beschikt, ten aanzien van de volgende instellingen onderzoek te doen instellen bij:

    • a.

      openbare lichamen en gemeenschappelijke organen ingesteld krachtens de Wet gemeenschappelijke regelingen, waaraan de gemeente deelneemt, over de jaren dat de gemeente deelneemt in de regeling;

    • b.

      naamloze vennootschappen en besloten vennootschappen met beperkte aansprakelijkheid waarvan de gemeente meer dan 50% van het geplaatste aandelenkapitaal houdt, over de jaren dat de gemeente meer dan 50% van het geplaatste aandelenkapitaal houdt;

    • c.

      andere privaatrechtelijke rechtspersonen waaraan de gemeente of een derde voor rekening en risico van de gemeente rechtstreeks of middellijk een subsidie, lening of garantie heeft verstrekt ten bedrage van tenminste 50% van de baten van deze instelling, over de jaren waarop deze subsidie, lening of garantie betrekking heeft.

  • 5.

    De commissie is bevoegd mondeling en schriftelijk informatie in te winnen bij de onder a, b en c genoemde organisaties. Bij het uitoefenen van haar taak kan de commissie gebruik maken van de resultaten van door anderen verrichte controles, onverminderd haar bevoegdheid tot eigen onderzoek.

  • 6.

    De accountant als bedoeld in artikel 213, tweede lid, van de Gemeentewet verstrekt desgevraagd aan de commissie controleprogramma’s en licht haar volledig in omtrent de resultaten daarvan door overlegging van rapporten of op andere door de commissie aan te geven wijze.

Artikel 12 Budget

  • 1.

    De rekenkamercommissie is bevoegd binnen een aan haar bij de begroting beschikbaar gesteld budget uitgaven te doen ten behoeve van de uitvoering van haar taken.

  • 2.

    Ten laste van het in het voorgaande lid bedoelde budget worden de kosten gebracht van:

    • a.

      Onderzoeksmedewerkers;

    • b.

      secretariële ondersteuning;

    • c.

      externe deskundigen die mogelijk door de rekenkamercommissie zijn ingeschakeld en

    • d.

      de overige uitgaven die de rekenkamercommissie nodig acht voor de uitvoering van haar taak.

  • 3.

    De rekenkamercommissie is voor de besteding van het budget uitsluitend verantwoording verschuldigd aan de gemeenteraad.

  • 4.

    De raadsgriffier treedt op als budgethouder van het budget van de rekenkamercommissie.

Artikel 13 Aansprakelijkheid

Vergoeding van schade, door een lid van de rekenkamercommissie in de uitoefening van zijn/haar commissiewerkzaamheden aan derden toegebracht, komt geheel voor rekening van de gemeente.

Artikel 14 Citeertitel; inwerkingtreding

  • 1.

    Deze verordening kan worden aangehaald als “Verordening rekenkamercommissie gemeente Oude IJsselstreek 2013”;

  • 2.

    Deze verordening treedt in werking op 15 februari 2013.

     

     

Aldus besloten door de raad van de gemeente Oude IJsselstreek in de openbare vergadering van

31 januari 2013,

de raad voornoemd,

de griffier, de voorzitter,

J. van Urk, J.P.M. Alberse