Organisatie | IJsselstein |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Besluit uitgifte parkeervergunningen IJsselstein 2013 |
Citeertitel | Besluit uitgifte parkeervergunningen IJsselstein 2013 |
Vastgesteld door | college van burgemeester en wethouders |
Onderwerp | ruimtelijke ordening, verkeer en vervoer |
Eigen onderwerp | mobiliteit |
Geen
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
01-04-2013 | 01-04-2014 | Onbekend | 22-01-2013 Gemeenteblad 2013, 1 | 2013/00607 |
Besluit uitgifte parkeervergunningen IJsselstein 2013
Burgemeester en wethouders van de gemeente IJsselstein;
overwegende dat het gewenst is voor het aanvragen en verlenen van parkeervergunningen de volgende regels te stellen;
gelet op artikel 2 en artikel 3, tweede lid, van de Parkeerverordening 2013 gemeente IJsselstein;
vast te stellen het Besluit uitgifte parkeervergunningen IJsselstein 2013
Artikel 1. Begripsomschrijvingen
In dit besluit wordt verstaan onder:
een al dan niet commerciële organisatie, zoals een zorginstelling of andere instelling, politiediensten, met dien verstande dat beroepen en bedrijven worden beschouwd als één bedrijf indien de vestigingsadressen dezelfde zijn of het een aaneengesloten bebouwing betreft, dan wel sprake is van een juridische constructie waaruit moet worden geconcludeerd dat het in wezen één beroep of bedrijf betreft, tenzij het tegendeel wordt aangetoond;
Als parkeerplaats op eigen terrein wordt niet aangemerkt:
Artikel 2. Uitgifteplafond parkeervergunningen
Gelet op het bepaalde in artikel 2 van de Parkeerverordening wordt het uitgifteplafond voor parkeervergunningen, per parkeerzone jaarlijks voor aanvang van het nieuwe kalenderjaar berekend. Deze berekening vindt plaats aan de hand van het aantal parkeerplaatsen, waarvan wordt verwacht dat deze gedurende het kalenderjaar waarvoor de vergunningen zijn verleend, gehandhaafd blijven of zullen ontstaan.
Artikel 3. Uitgiftecriteria Bewonersvergunning
De Bewonersvergunning is geldig gedurende reguleringstijden en wordt administratief uitgegeven op een parkeerzone waar de aanvrager woonachtig is, maar is voor een Bewonersvergunning uitgegeven in een van de parkeerzones in de schil (S1 tot en met S9) geldig in elke parkeerzone in de schil; en voor een Bewonersvergunning uitgegeven in een van de parkeerzones in het centrum (C1 tot en met C3) geldig in betreffende parkeerzone in het centrum én de schil (S1 tot en met S9). De Bewonersvergunning wordt uitgegeven op kenteken, maar het kenteken hoeft niet op de parkeervergunning te worden weergegeven.
De Bewonersvergunning wordt administratief uitgegeven in de parkeerzone waarin de aanvrager in de gemeentelijke basisadministratie persoonsgegevens staat ingeschreven als bewoner (voor geldigheid zie dit artikel lid 1). Bij onvoldoende capaciteit bestaat de mogelijkheid dat de Bewonersvergunning in een andere parkeerzone wordt toegekend. In uitzonderingsgevallen bestaat de mogelijkheid dat een parkeervergunning wordt toegewezen aan een parkeervoorziening achter slagbomen. De aanvrager ontvangt dan als parkeervergunning en tegen het vigerende vergunningtarief een pasje waarmee geparkeerd kan worden in een van de gemeentelijke parkeergarages of parkeerterrein(en).
Artikel 4. Volgorde van uitgifte Bewonersvergunning
Indien twee of meer aanvragen voor Bewonersvergunningen van dezelfde soort worden ingediend, worden de aanvragen in volgorde van binnenkomst beoordeeld. Bij gelijktijdige binnenkomst van aanvragen van Bewonersvergunningen wordt de volgorde bepaald aan de hand van de gemeentelijke basisadministratie persoonsgegevens, waarbij de aanvraag van degene die het langst staat ingeschreven op het betreffende adres, het eerst wordt beoordeeld.
Artikel 5. Wachtlijst Bewonersvergunning
Indien het aantal aangevraagde parkeervergunningen het maximum aantal te verlenen parkeervergunningen overschrijdt, worden de aanvragen per parkeerzone op een wachtlijst geplaatst. Dit geldt niet voor de eerste Bewonersvergunning; wanneer een aanvraag voor een eerste Bewonersvergunning voldoet aan alle voorwaarden voor uitgifte zal deze worden uitgegeven, ook als het uitgifteplafond in de betreffende parkeerzone al is bereikt. Bij de afhandeling van de aanvragen die op de wachtlijst vermeldt staan is artikel 4 van overeenkomstige toepassing, met dien verstande dat de aanvragen op de wachtlijst voor Bewonersvergunningen bij voorrang worden behandeld op nieuwe aanvragen voor een tweede of volgende Bewonersvergunning.
Artikel 6. Bezoekersparkeren Bewoners
Voor bewoners in het gereguleerde gebied bestaat de mogelijkheid om bezoekers tegen een laag tarief te laten parkeren op maaiveld in de parkeerzones in de schil rond het centrum. Bezoekersparkeren is niet mogelijk in het centrum, bezoekers van centrumbewoners parkeren ook in de schil rond het centrum.
De bewoner ontvangt een login voor een website waar hij het kenteken van het bezoek kan aanmelden. Het aantal kentekens dat doorgegeven kan worden is onbeperkt, maar per kwartaal kan voor maximaal 75 uur door het bezoek geparkeerd worden. Het restsaldo is via voornoemde website altijd inzichtelijk voor de bewoner.
Artikel 7. Uitgiftecriteria Zakelijke parkeervergunning
De Zakelijke parkeervergunning wordt administratief uitgegeven op de parkeerzone waar het bedrijf gevestigd is, maar is voor een Zakelijke parkeervergunning uitgegeven in een van de parkeerzones in de schil (S1 tot en met S9) geldig in een bij uitgifte toe te wijzen verzameling van parkeerzones (zijnde [S1]; [S2, S3, S4, S5]; [S6]; [S7, S8, S9]) in de schil, met uitzondering van de parkeerplaatsen waar betaald parkeren geldt; en voor een Zakelijke parkeervergunning uitgegeven in een van de parkeerzones in het centrum (C1 tot en met C3) geldig in betreffende parkeerzone in het centrum en in een bij uitgifte toe te wijzen verzameling van parkeerzones (zijnde [S1]; [S2, S3, S4, S5]; [S6]; [S7, S8, S9]) in de schil, met uitzondering van de parkeerplaatsen waar betaald parkeren geldt. De Zakelijke parkeervergunning wordt uitgegeven op bedrijfsnaam. Het is mogelijk om een Zakelijke parkeervergunning toe te wijzen aan parkeerterrein Podium of in een van de parkeervoorzieningen met achteraf betaald parkeren.
Uitgangspunt is dat de Zakelijke parkeervergunning op basis van beschikbare capaciteit wordt uitgegeven. De aanvraag dient op bedrijfsnaam te worden gedaan door een rechtsgeldige vertegenwoordiger van het bedrijf. De aanvraag voor de Zakelijke parkeervergunning wordt getoetst aan het handelsregister van de Kamer van Koophandel. De aanvrager verstrekt daarnaast de volgende gegevens:
De Zakelijke parkeervergunning wordt administratief uitgegeven in de parkeerzone waarin volgens het handelsregister van de Kamer van Koophandel het bedrijf van de aanvrager gevestigd is (voor geldigheid zie dit artikel lid 1). Bij onvoldoende capaciteit bestaat de mogelijkheid dat de Zakelijke parkeervergunning in een andere parkeerzone wordt toegekend, zoals uitgewerkt in lid 1 van dit artikel. In uitzonderingsgevallen bestaat de mogelijkheid dat een parkeervergunning wordt toegewezen aan een parkeervoorziening achter slagbomen. De aanvrager ontvangt dan als parkeervergunning en tegen het vigerende vergunningtarief een pasje waarmee geparkeerd kan worden in een van de gemeentelijke parkeergarages of parkeerterrein(en).
Het aantal te verlenen parkeervergunningen per vierkante meter bruto vloeroppervlak voor een bedrijf wordt gerelateerd aan de parkeerzones bedoeld in tabel 1. De aanvrager verstrekt gegevens waaruit blijkt hoeveel de vierkante meter bruto vloeroppervlak bedraagt. Het aantal wordt afgerond naar beneden op hele parkeervergunningen met een minimum van 1 parkeervergunning. Daarnaast wordt het aantal te verlenen parkeervergunningen gemaximeerd op het aantal voltijd medewerkers dat bij aanvrager in dienst is. De aanvrager verstrekt gegevens waaruit blijkt hoeveel arbeidsuren hij per week contractueel kan inzetten. Dit aantal wordt gedeeld door de uren van een voltijd medewerker om het maximale aantal te verlenen vergunningen te bepalen.
Artikel 8. Afwijkende geldigheid Zakelijke parkeervergunning
De Zakelijke parkeervergunning is uitsluitend geldig op maandag tot en met vrijdag gedurende reguleringstijden.
Artikel 9. Volgorde van uitgifte Zakelijke parkeervergunning
Zakelijke parkeervergunningen worden overeenkomstig het bepaalde in artikel 7 naar evenredigheid verleend.
Artikel 10. Wachtlijst Zakelijke parkeervergunning
Indien het aantal aangevraagde Zakelijke parkeervergunningen (gezamenlijk met de parkeervergunningen Detailhandel en Horeca) het maximum aantal te verlenen parkeervergunningen overschrijdt, worden de aanvragen per parkeerzone op een wachtlijst geplaatst. Bij de afhandeling van de aanvragen die op de wachtlijst vermeldt staan is artikel 9 van overeenkomstige toepassing met dien verstande dat de aanvragen op de wachtlijst voor Zakelijke parkeervergunningen bij voorrang worden behandeld op nieuwe aanvragen voor een Zakelijke parkeervergunning en aanvragen voor een eerste Zakelijke parkeervergunning voorrang hebben op aanvragen voor een tweede Zakelijke parkeervergunning, enzovoort.
Artikel 11. Uitgiftecriteria parkeervergunning Detailhandel en Horeca
De parkeervergunning Detailhandel en Horeca wordt administratief uitgegeven op de parkeerzone waar het bedrijf gevestigd is, maar is voor een parkeervergunning Detailhandel en Horeca uitgegeven in een van de parkeerzones in de schil (S1 tot en met S9) geldig in een bij uitgifte toe te wijzen verzameling van parkeerzones (zijnde [S1]; [S2, S3, S4, S5]; [S6]; [S7, S8, S9]) in de schil, met uitzondering van de parkeerplaatsen waar betaald parkeren geldt; en voor een parkeervergunning Detailhandel en Horeca uitgegeven in een van de parkeerzones in het centrum (C1 tot en met C3) geldig in betreffende parkeerzone in het centrum en in een bij uitgifte toe te wijzen verzameling van parkeerzones (zijnde [S1]; [S2, S3, S4, S5]; [S6]; [S7, S8, S9]) in de schil, met uitzondering van de parkeerplaatsen waar betaald parkeren geldt. Overigens kan in voorkomende gevallen een parkeervergunning Detailhandel en Horeca worden toegewezen aan parkeerterrein Podium of in een van de parkeervoorzieningen met achteraf betaald parkeren. De parkeervergunning Detailhandel en Horeca wordt uitgegeven op bedrijfsnaam.
Uitgangspunt is dat de parkeervergunning Detailhandel en Horeca op basis van beschikbare capaciteit wordt uitgegeven. De aanvraag dient op bedrijfsnaam te worden gedaan door een rechtsgeldige vertegenwoordiger van het bedrijf. De aanvraag voor de parkeervergunning Detailhandel en Horeca wordt getoetst aan het handelsregister van de Kamer van Koophandel. Bij de inschrijving in het handelsregister moet aangegeven zijn dat betreffend bedrijf opereert in de branche detailhandel en horeca. De aanvrager verstrekt daarnaast de volgende gegevens:
De parkeervergunning Detailhandel en Horeca wordt administratief uitgegeven in de parkeerzone waarin volgens het handelsregister van de Kamer van Koophandel het bedrijf van de aanvrager gevestigd is (voor geldigheid zie dit artikel lid 1). Bij onvoldoende capaciteit bestaat de mogelijkheid dat de parkeervergunning Detailhandel en Horeca in een andere parkeerzone wordt toegekend, zoals uitgewerkt in lid 1 van dit artikel. In uitzonderingsgevallen bestaat de mogelijkheid dat een parkeervergunning wordt toegewezen aan een parkeervoorziening achter slagbomen. De aanvrager ontvangt dan als parkeervergunning en tegen het vigerende vergunningtarief een pasje waarmee geparkeerd kan worden in een van de gemeentelijke parkeergarages of parkeerterrein(en).
Het aantal te verlenen parkeervergunningen per vierkante meter bruto vloeroppervlak voor een bedrijf wordt gerelateerd aan de parkeerzones bedoeld in tabel 1. De aanvrager verstrekt gegevens waaruit blijkt hoeveel de vierkante meter bruto vloeroppervlak bedraagt. Het aantal wordt afgerond naar beneden op hele parkeervergunningen met een minimum van 1 parkeervergunning. Daarnaast wordt het aantal te verlenen parkeervergunningen gemaximeerd op het aantal voltijd medewerkers dat bij aanvrager in dienst is. De aanvrager verstrekt gegevens waaruit blijkt hoeveel arbeidsuren hij per week contractueel kan inzetten. Dit aantal wordt gedeeld door de uren van een voltijd medewerker om het maximale aantal te verlenen vergunningen te bepalen.
Tabel 2: uitgifte criteria parkeervergunning Detailhandel en Horeca
Artikel 12. Afwijkende geldigheid parkeervergunning Detailhandel en Horeca
De parkeervergunning Detailhandel en Horeca is uitsluitend geldig op maandag tot en met zaterdag (en koopzondag) gedurende reguleringstijden.
Artikel 13. Volgorde van uitgifte parkeervergunning Detailhandel en Horeca
Parkeervergunningen Detailhandel en Horeca worden overeenkomstig het bepaalde in artikel 11 naar evenredigheid verleend.
Artikel 14. Wachtlijst parkeervergunning Detailhandel en Horeca
Indien het aantal aangevraagde parkeervergunningen Detailhandel en Horeca (gezamenlijk met de Zakelijke parkeervergunningen) het maximum aantal te verlenen parkeervergunningen overschrijdt, worden de aanvragen per parkeerzone op een wachtlijst geplaatst. Bij de afhandeling van de aanvragen die op de wachtlijst vermeldt staan is artikel 13 van overeenkomstige toepassing met dien verstande dat de aanvragen op de wachtlijst voor parkeervergunningen Detailhandel en Horeca bij voorrang worden behandeld op nieuwe aanvragen voor een parkeervergunning Detailhandel en Horeca en aanvragen voor een eerste parkeervergunning Detailhandel en Horeca voorrang hebben op aanvragen voor een tweede parkeervergunning Detailhandel en Horeca, enzovoort.
Artikel 15. Uitgiftecriteria parkeervergunning Hulpverleners
Een parkeervergunning Hulpverleners kan worden verleend aan de eigenaar of houder van een voertuig wanneer deze als zelfstandige een beroep in de medische, zorg- of hulpsector uitoefent of in dienst is van een zorg- en hulporganisatie, waarvan de betreffende werknemers als eerstelijns zorgverlener binnen het medische of maatschappelijke werkveld regelmatig op huisbezoek moeten komen in het kader van de zorgverlening bij cliënten die woonachtig zijn in gebieden waar belanghebbendenparkeerplaatsen en/of parkeerapparatuurplaatsen aanwezig zijn.
De kernactiviteit van aanvrager dient te liggen op het gebied van:
Artikel 16. Uitgiftecriteria Parkeervergunning Mantelzorg
Als een bewoner afhankelijk is van mantelzorg (niet-beroepsmatige, onbetaalde zorg), dan kan deze bewoner voor de verzorgers een parkeervergunning Mantelzorg aanvragen. De vergunning is bedoeld voor verzorgers die buiten de betreffende parkeerzone wonen of in een andere gemeente wonen.
De parkeervergunning Mantelzorg wordt verleend op basis van een recente medische verklaring (maximaal twee maanden oud), die verstrekt is door een daartoe bevoegde arts of andere professionele instantie waaruit blijkt dat mantelzorg nodig is. Ook mag volstaan worden met een indicatie voor thuiszorg of een verpleeghuis.
Artikel 18. Uitgiftecriteria Werkparkeervergunning
met dien verstande dat geen Werkparkeervergunning wordt verleend voor het laden en lossen alsmede voor het doen van financiële afdrachten.
Artikel 20. Verlenging van parkeervergunningen
Een parkeervergunning als bedoeld in artikel 3, lid 4, onderdelen a en b, artikel 7, artikel 11, artikel 15 ten behoeve van een arts en artikel 19 wordt jaarlijks (automatisch) verlengd, indien de parkeerbelasting als bedoeld in artikel 2, onderdeel b, van de Parkeerbelastingverordening 2013 binnen de betalingstermijn, bedoeld in de parkeervergunning, is betaald, met dien verstande dat de leden twee tot en met vier (hieronder) van toepassing zijn.
Van de Zakelijke parkeervergunningen wordt 70% van het aantal verleende Zakelijke parkeervergunningen per bedrijf jaarlijks (automatisch) verlengd. De overige Zakelijke parkeervergunningen worden jaarlijks opnieuw aangevraagd en daarbij wordt de volgorde van uitgifte, bedoeld in artikel 9, gehanteerd.
Artikel 21. Procedure opnieuw verlenen ingetrokken parkeervergunningen
Indien een parkeervergunning gedurende een jaar wordt ingetrokken, wordt een nieuwe aanvraag voor een parkeervergunning bij de aanvang van het daarop volgend jaar ingediend.
Artikel 22. Tariefbepaling bij verlenen parkeervergunningen gedurende een kalendermaand
Een doorlopende parkeervergunning is geldig van 1 april van enig jaar tot en met 31 maart van het volgende jaar. Het tarief voor een parkeervergunning wordt – met uitzondering van de Werkparkeervergunning – berekend per maand, maar gefactureerd per jaar. Voor een parkeervergunning die na 1 april van enig jaar, gedurende een maand wordt aangevraagd en uitgegeven wordt dient het bedrag voor die hele maand betaald te worden. Wordt een parkeervergunning – met uitzondering van de Werkparkeervergunning - gedurende het jaar opgezegd dan wordt het bedrag dat over het volle aantal maanden dat na beëindiging van de belastingplicht nog overblijft gerestitueerd.
Toelichting op het Besluit uitgifte parkeervergunningen IJsselstein 2013
Het parkeren voor vergunninghouders en betaald parkeren worden geregeld in de Parkeerverordening. De bevoegdheid om nadere regels met betrekking tot het uitgiftebeleid van parkeervergunningen vast te stellen vindt zijn grondslag in de Parkeerverordening IJsselstein 2013. Op grond van artikel 3, tweede lid, van de Parkeerverordening IJsselstein 2013 kan het college regels stellen voor het aanvragen en verlenen van parkeervergunningen. Het onderhavig besluit voorziet hierin.
Het belanghebbendenparkeren is geen betaald parkeren, maakt dan ook geen onderdeel uit van het fiscaal regime met betrekking tot het parkeerbeleid.
De gemeente IJsselstein heeft ervoor gekozen om binnen de vastgestelde parkeerzones waar vergunninghouders kunnen parkeren (met uitzondering van de Kloosterhof) geen parkeerapparatuur neer te zetten waar door individuele parkeerders na betaling geparkeerd kan worden. Hiermee wordt beoogd om binnen de parkeerzones voornamelijk de belanghebbenden te faciliteren.
Met het oog op de huidige en te verwachten toekomstige parkeerdruk is het wenselijk om het aantal te verlenen parkeervergunningen per parkeerzone te maximeren. In dit besluit zijn daarom uitgifteplafonds vastgesteld.
Voor het belanghebbendenparkeren in de daarvoor bedoelde parkeerzones worden in dit besluit uitgiftecriteria vastgesteld. Hiermee wordt beoogd om een rechtvaardige verdeling van de schaarse parkeerruimte te bevorderen.
In artikel 3, derde lid, van de Parkeerverordening wordt opgesomd welke soorten parkeervergunningen en bezoekerspassen kunnen worden verleend. Bij de opbouw van dit besluit is die volgorde als leidraad gehanteerd bij de bepaling van de uitgiftecriteria.
Relevante aspecten bij de uitgiftecriteria zijn onder andere:
Om een eenduidige uitleg van de gehanteerde begrippen in dit besluit te bewerkstelligen wordt in dit artikel een aantal begrippen gedefinieerd. Daarbij zijn de gehanteerde begrippen in de Parkeerverordening IJsselstein 2013 uitgangspunt.
Bij het begrip mantelzorg wordt verwezen naar de definitie daarvan in de Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo). In het kader van de Wmo is mantelzorg kernbegrip zodat aangesloten wordt bij deze definitie en binnen de reikwijdte van dit besluit wordt dezelfde betekenis toegekend aan dit begrip. Mantelzorg wordt in artikel 1, onderdeel b, van de Wmo als volgt gedefinieerd:
mantelzorg: langdurige zorg die niet in het kader van een hulpverlenend beroep wordt geboden aan een hulpbehoevende door personen uit diens directe omgeving, waarbij zorgverlening rechtstreeks voortvloeit uit de sociale relatie en de gebruikelijke zorg van huisgenoten voor elkaar overstijgt;
In dit artikel wordt het maximale aantal te verlenen parkeervergunningen geregeld. Het uitgifteplafond van parkeervergunningen wordt per parkeerzone jaarlijks voor aanvang van het nieuwe kalenderjaar berekend en vastgesteld door het college.
Er wordt in het derde lid en vijfde lid een procentuele marge aangehouden van het beschikbaar aantal parkeerplaatsen om te voorkomen dat het aantal verleende parkeervergunningen niet strookt met de feitelijk beschikbare parkeerplaatsen. De marge in het derde lid wordt gehanteerd om in de loop van het jaar nieuwe eerste Bewonersvergunningen te kunnen verlenen. Dezelfde redenering geldt voor de procentuele marge in het vijfde lid met dien verstande dat deze marge wordt aangehouden voor de aldaar betreffende parkeervergunningen. Zo nodig kan het college het uitgifteplafond per parkeerzone aanpassen indien het aantal beschikbare parkeerplaatsen met meer dan 5% toe of afneemt (tweede lid). De beschikbare parkeerplaatsen in een parkeerzone worden regelmatig geteld.
De aantallen die staan vermeld in de leden 3 en 5 zijn 100 procent aantallen. Duidelijkheidshalve worden hieronder de aantallen vermeld op basis van de 95% van het uitgifteplafond per parkeerzone voor parkeervergunningen bedoeld in de leden 3 en 5 weergegeven:
Parkeervergunningen Zakelijk, Detailhandel en Horeca:
De aantallen in het derde en vijfde lid zijn berekend op basis van de daadwerkelijke parkeercapaciteit. Mutaties in het parkeerareaal kunnen aanleiding geven om het uitgifteplafond aan te passen. Dit kan ook aanleiding zijn om onderhavig besluit aan te passen. Op basis van de daadwerkelijke parkeercapaciteit is een verdeling tussen bewoners en bedrijven gemaakt op basis van de gemiddelde verhouding tussen het autobezit in IJsselstein van bewoners versus bedrijven, zoals vastgelegd bij het RDW (Rijksdienst voor het Wegverkeer) medio 2012. Deze verhouding is ongeveer dat 90% van de geregistreerde kentekens een auto van een natuurlijk persoon (bewoner) betreft en 10% een rechtspersoon (bedrijf) betreft. Bij de opstelling is geen rekening gehouden met parkeerplaatsen op eigen terrein of met leaseauto’s. De gehanteerde capaciteit is:
In het eerste lid wordt aangegeven wanneer en waar een Bewonersvergunning geldig is.
In het tweede lid wordt bepaald welke gegevens verstrekt moeten worden om een aanvraag voor Bewonersvergunning te kunnen beoordelen.
In het derde lid wordt de mogelijkheid open gehouden dat een Bewonersvergunning niet verstrekt wordt in de meest gewenste parkeerzone, bijvoorbeeld als de beschikbare capaciteit dit niet meer toestaat.
In het vierde tot en met het zesde lid wordt bepaald dat bewoners meerdere Bewonersvergunningen mogen aanvragen, maar dat bewoners met een eigen parkeerplaats geen recht hebben op een eerste of meerdere Bewonersvergunning. Een voorbeeld hiervan zijn bewoners die over een oprit beschikken die als parkeergelegenheid op eigen terrein wordt beschouwd. De definitie van een parkeergelegenheid op eigen terrein is vastgelegd in de Parkeerverordening.
Er wordt uitgegaan van een bepaalde rangorde tussen eerste en volgende Bewonersvergunning.
In de parkeerzones met voornamelijk een woonfunctie kunnen per adres indien er voldoende feitelijke parkeerruimte is eerste en volgende Bewonersvergunningen worden verleend.
Indien het uitgifteplafond bereikt is zal een nieuwe aanvraag voor een tweede of meerdere Bewonersvergunning op de wachtlijst geplaatst worden. Bij mutaties in het bestand van uitgegeven vergunningen waarbij er weer capaciteit beschikbaar komt zal de eerst wachtende op de wachtlijst een uitnodiging ontvangen om een parkeervergunning af te nemen. Bij de wachtlijst Bewonersvergunning wordt dezelfde rangorde gehanteerd als bij vergunningverlening. Logisch hierbij is dat aanvragen op een wachtlijst voor parkeervergunningen Bewoners gaan voor nieuwe aanvragen, met uitzondering van de aanvraag voor een eerste Bewonersvergunning.
Lid 1: Voor bewoners van het gereguleerde gebied worden twee mogelijkheden gecreëerd om hun bezoek tegen een gereduceerd tarief binnen het gereguleerde gebied te laten parkeren. Voor het centrumgebied (parkeerzones C1, C2 en C3) geldt dat hier geen bezoek mag parkeren. Bezoekers van bewoners in deze parkeerzones dienen in de schil rond het centrum te parkeren.
Lid 2: Het gebruik van de bezoekersregeling is gemaximeerd tot 75 uur per kwartaal per woning. Gedurende een kwartaal kan niet meer dan 75 uur worden verbruikt. Overgebleven uren kunnen meegenomen worden naar het volgende kwartaal, maar niet naar een volgend jaar.
Lid 3: Bewoners kunnen kiezen tussen het gebruik van kraskaarten en een digitale regeling. Men kan maar van 1 van de 2 regelingen gelijktijdig gebruik maken. Per kwartaal kan men omschakelen naar de andere regeling. Dit kan wel betekenen dat een eventueel overgebleven urensaldo niet meegenomen kan worden.
Bewoners betalen niet voor niet gebruikte bezoekersuren.
Lid 4: Als een bewoner kiest voor het gebruik van kraskaarten kan hij per kwartaal maximaal 25 kraskaarten aanschaffen. Elke kraskaart geeft recht op 3 uur parkeren tegen het gereduceerde tarief, mits de kraskaart correct is gebruikt. Een kraskaart is voorzien van een laag die met een scherp voorwerp weg te krassen is. Gebruiker dient volgens de aanwijzingen op de kraskaart de juiste vakjes open te krassen en de kraskaart achter de voorruit van de auto te leggen.
Lid 5: als een bewoner kiest voor een digitale regeling voor het bezoekersparkeren ontvangt hij een login met mogelijk een pincode om het bezoek via een webapplicatie aan te melden en af te melden. Het aantal aan- en af te melden kentekens is ombeperkt, maar het aantal uren dat geparkeerd kan worden is beperkt tot 75 uur per kwartaal.
Bij een aanvraag voor een bezoekersregeling voor Bewoners dient vermeld te worden voor welk adres (woning) een bezoekersregeling gewenst is. De gemeentelijke basisadministratie wordt geraadpleegd om te bepalen welke parkeerzone van toepassing is. De aanvrager is verplicht om zich met een geldig legitimatiebewijs (paspoort, Europese identiteitskaart, rijbewijs) te identificeren.
In het centrumgebied (parkeerzones C1, C2 en C3) wordt één Zakelijke parkeervergunning per honderd vierkante meter bruto vloeroppervlak per bedrijf verleend (vierde lid). Voor de parkeerzones S1 tot en met S9 geldt het uitgiftecriterium één vergunning per vijftig vierkante meter bruto vloeroppervlak per bedrijf (vierde lid). Het bruto vloeroppervlak is het totaal aantal vierkante meters waarover een bedrijf kan beschikken en kan derhalve hoger zijn dan het aantal vierkante meters dat effectief wordt gebruikt. Deze gegevens kunnen bijvoorbeeld herleid worden uit een plattegrondtekening van een bedrijf.
In het centrumgebied is in verhouding tot de overige parkeerzones in de schil de parkeerdruk hoger en daardoor is de parkeerruimte voor bedrijven schaarser. Bij de bepaling van de verhouding tussen het aantal vergunningen aan het bruto vloeroppervlak is de locatie van de parkeerzone (al dan niet centrumgebied) een beslissende factor. In de parkeerzones buiten het centrum kunnen dan ook relatief gezien meer Zakelijke parkeervergunningen worden verleend (eerste lid).
In het eerste lid is verder geregeld dat een Zakelijke parkeervergunning weliswaar administratief wordt uitgegeven op de parkeerzone waar het bedrijf gevestigd is, maar dat deze parkeervergunning in een ruimer gebied geldig kan zijn. Een Zakelijke parkeervergunning uitgegeven op een parkeerzone in het centrum is geldig in betreffende parkeerzone in het centrum en in een verzameling van parkeerzones in de schil. Een Zakelijke parkeervergunning uitgegeven op een parkeerzone in de schil is geldig in een verzameling van parkeerzones in de schil. Welke parkeerzones dat zijn wordt bepaald bij uitgifte aan de hand van de ruimte die er is. De verzameling van parkeerzones is vast; dit zijn de volgende verzamelingen:
Om te voldoen aan de vraag naar Zakelijke parkeervergunningen is het ook mogelijk om Zakelijke parkeervergunningen toe te wijzen aan het parkeerterrein Podium of een parkeervoorziening voor achteraf betaald parkeren (parkeergarages of een parkeerterrein achter slagbomen) (eerste lid).
Bij de aanvraag dient gedetailleerde informatie verstrekt te worden om de aanvraag te kunnen toetsen (tweede lid). Nadrukkelijk dient vermeldt te worden dat bedrijven geen uittreksel uit het handelsregister hoeven te verstrekken, alleen het inschrijfnummer heeft de gemeente nodig.
Bij de uitgifte van de Zakelijke parkeervergunning wordt het aantal te verlenen Zakelijke parkeervergunningen gemaximeerd. Dit om te voorkomen dat arbeidsextensieve bedrijven met een grote bruto vloeroppervlak ook veel vergunningen kunnen krijgen zonder deze nodig te hebben. Dit maximum is gerelateerd aan het aantal voltijd medewerkers dat het bedrijf in dienst heeft op de vestiging in het gereguleerde gebied van IJsselstein. Om te bewijzen dat een bedrijf een bepaald aantal voltijdwerkers in dienst heeft dient bijvoorbeeld een uitdraai van de loonadministratie, loonstrook of een kopie van de recente loonadministratie te worden overlegd. In de praktijk komt het steeds vaker voor dat minder dan 32 uur per week door een werknemer wordt gewerkt. Bij het bepalen van het aantal parkeervergunningen kan daarom het aantal parttimerwerkers worden omgerekend naar het aantal voltijdwerkers (vierde lid).
Indien een bedrijf beschikt over parkeergelegenheid op eigen terrein wordt het maximaal aantal te verlenen vergunningen gereduceerd met het feitelijk aantal plaatsen op eigen terrein van het bedrijf (vijfde lid onderdeel a).
Indien een bedrijf op basis van een contract met de gemeente IJsselstein afspraken heeft gemaakt over het aantal parkeerplaatsen dat gerealiseerd had moet worden (maar nog niet zijn gerealiseerd), worden deze nog te realiseren parkeerplaatsen in mindering gebracht op het maximaal te verlenen Zakelijke parkeergunningen. In dit geval heeft een bedrijf de mogelijkheid om de gemeente een afkoopsom te betalen ten behoeve van de aanleg van openbare parkeerplaatsen (vijfde lid, onderdeel b). Dit vijfde lid onderdeel b is op dit moment nog niet van kracht in IJsselstein, maar kan wel ingevoerd worden zodra de gemeente IJsselstein een parkeerfonds opgezet heeft.
Belangrijk aandachtspunt bij de Zakelijke parkeervergunning is de definitie van bedrijf (zie artikel 1). Met name gaat het dan om de zin: ‘beroepen en bedrijven worden beschouwd als één bedrijf indien de vestigingsadressen dezelfde zijn of het een aaneengesloten bebouwing betreft, dan wel sprake is van een juridische constructie waaruit moet worden geconcludeerd dat het in wezen één beroep of bedrijf betreft, tenzij het tegendeel wordt aangetoond’.
Een Zakelijke parkeervergunning is niet geldig in het weekend. De beperking is aangehouden vanwege het feit dat bedrijven waar dit soort parkeervergunningen voor bedoeld zijn over het algemeen tijdens kantooruren geopend, althans in bedrijf zijn.
De reguleringstijden zijn vastgelegd in het Besluit betaald parkeren.
De volgorde van de verlening van Zakelijke parkeervergunningen vindt plaats aan de hand van de norm in artikel 7. Daarbij wordt bij de verlening naar evenredigheid vergunningen verleend. Hierbij wordt tevens verwezen naar het bepaalde in artikel 20, tweede lid. Naar evenredigheid wil zeggen dat bijvoorbeeld een aanvrager van veel vergunningen mogelijk minder vergunningen toegewezen krijgt dan waar hij recht op heeft ten gunste van kleinere bedrijven.
Dit artikel spreekt voor zich, om te voorkomen dat aanvragers onnodig lang op een wachtlijst staan wordt ook bij dit artikel verwezen naar het bepaalde in artikel 20, tweede lid.
In het centrumgebied (parkeerzones C1, C2 en C3) wordt één Parkeervergunning Detailhandel en Horeca per honderd vierkante meter bruto vloeroppervlak per bedrijf verleend (vierde lid). Voor de parkeerzones S1 tot en met S9 geldt het uitgiftecriterium één vergunning per vijftig vierkante meter bruto vloeroppervlak per bedrijf (vierde lid). Het bruto vloeroppervlak is het totaal aantal vierkante meters waarover een bedrijf kan beschikken en kan derhalve hoger zijn dan het aantal vierkante meters dat effectief wordt gebruikt. Deze gegevens kunnen bijvoorbeeld herleid worden uit een plattegrondtekening van een bedrijf.
In het centrumgebied is in verhouding tot de overige parkeerzones in de schil de parkeerdruk hoger en daardoor is de parkeerruimte voor bedrijven schaarser. Bij de bepaling van de verhouding tussen het aantal vergunningen aan het bruto vloeroppervlak is de locatie van de parkeerzone (al dan niet centrumgebied) een beslissende factor. In de parkeerzones buiten het centrum kunnen dan ook relatief gezien meer parkeervergunningen Detailhandel en Horeca worden verleend (eerste lid).
In het eerste lid is verder geregeld dat een Parkeervergunning Detailhandel en Horeca weliswaar administratief wordt uitgegeven op de parkeerzone waar het bedrijf gevestigd is, maar dat deze parkeervergunning in een ruimer gebied geldig kan zijn. Een Parkeervergunning Detailhandel en Horeca uitgegeven op een parkeerzone in het centrum is geldig in betreffende parkeerzone in het centrum en in een verzameling van parkeerzones in de schil. Een Parkeervergunning Detailhandel en Horeca uitgegeven op een parkeerzone in de schil is geldig in een verzameling van parkeerzones in de schil. Welke parkeerzones dat zijn wordt bepaald bij uitgifte aan de hand van de ruimte die er is. De verzameling van parkeerzones is vast; dit zijn de volgende verzamelingen:
Om te voldoen aan de vraag naar parkeervergunningen Detailhandel en Horeca is het ook mogelijk om parkeervergunningen Detailhandel en Horeca toe te wijzen aan het parkeerterrein Podium of een parkeervoorziening voor achteraf betaald parkeren (parkeergarages of een parkeerterrein achter slagbomen).
Bij de aanvraag dient gedetailleerde informatie verstrekt te worden om de aanvraag te kunnen toetsen (tweede lid). Nadrukkelijk dient vermeldt te worden dat bedrijven geen uittreksel uit het handelsregister hoeven te verstrekken, alleen het inschrijfnummer heeft de gemeente nodig.
Bij de uitgifte van de Parkeervergunning Detailhandel en Horeca wordt het aantal te verlenen Parkeervergunningen Detailhandel en Horeca gemaximeerd. Dit om te voorkomen dat arbeidsextensieve bedrijven met een grote bruto vloeroppervlak ook veel vergunningen kunnen krijgen zonder deze nodig te hebben. Dit maximum is gerelateerd aan het aantal voltijd medewerkers dat het bedrijf in dienst heeft op de vestiging in het gereguleerde gebied van IJsselstein. Om te bewijzen dat een bedrijf een bepaald aantal voltijdwerkers in dienst heeft dient bijvoorbeeld een uitdraai van de loonadministratie, loonstrook of een kopie van de recente loonadministratie te worden overlegd. In de praktijk komt het steeds vaker voor dat minder dan 32 uur per week door een werknemer wordt gewerkt. Bij het bepalen van het aantal parkeervergunningen kan daarom het aantal parttimerwerkers worden omgerekend naar het aantal voltijdwerkers (vierde lid).
Indien een bedrijf beschikt over parkeergelegenheid op eigen terrein wordt het maximaal aantal te verlenen vergunningen gereduceerd met het feitelijk aantal plaatsen op eigen terrein van het bedrijf (vijfde lid onderdeel a).
Indien een bedrijf op basis van een contract met de gemeente IJsselstein afspraken heeft gemaakt over het aantal parkeerplaatsen dat gerealiseerd had moet worden (maar nog niet zijn gerealiseerd), worden deze nog te realiseren parkeerplaatsen in mindering gebracht op het maximaal te verlenen parkeergunningen Detailhandel en Horeca. In dit geval heeft een bedrijf de mogelijkheid om de gemeente een afkoopsom te betalen ten behoeve van de aanleg van openbare parkeerplaatsen (vijfde lid, onderdeel b). Dit vijfde lid onderdeel b is op dit moment nog niet van kracht in IJsselstein, maar kan wel ingevoerd worden zodra de gemeente IJsselstein een parkeerfonds opgezet heeft.
Belangrijk aandachtspunt bij de Parkeervergunning Detailhandel en Horeca is de definitie van bedrijf (zie artikel 1). Met name gaat het dan om de zin: ‘beroepen en bedrijven worden beschouwd als één bedrijf indien de vestigingsadressen dezelfde zijn of het een aaneengesloten bebouwing betreft, dan wel sprake is van een juridische constructie waaruit moet worden geconcludeerd dat het in wezen één beroep of bedrijf betreft, tenzij het tegendeel wordt aangetoond’.
Een parkeervergunning Detailhandel en Horeca is wel geldig op zaterdagen en koopzondagen, niet op overige zondagen. De reguleringstijden zijn vastgelegd in het Besluit betaald parkeren.
De volgorde van de verlening van parkeervergunningen Detailhandel en Horeca vindt plaats aan de hand van de norm in artikel 11. Daarbij wordt bij de verlening naar evenredigheid vergunningen verleend. Hierbij wordt tevens verwezen naar het bepaalde in artikel 20, derde lid. Naar evenredigheid wil zeggen dat bijvoorbeeld een aanvrager van veel vergunningen mogelijk minder vergunningen toegewezen krijgt dan waar hij recht op heeft ten gunste van kleinere bedrijven.
Dit artikel spreekt voor zich, om te voorkomen dat aanvragers onnodig lang op een wachtlijst staan wordt ook bij dit artikel verwezen naar het bepaalde in artikel 20, derde lid.
Een arts of andere zorgverlener dient zijn patiënten met gemak te kunnen bereiken. Vanuit deze optiek is het mogelijk dat arts (en andere zorgverleners) een parkeervergunning Hulpverleners kunnen aanvragen. Deze parkeervergunning is bedoeld voor eerstelijns gezondheidszorg, thuiszorginstellingen en maatschappelijke dienstverlening. Dit is uitgewerkt in het artikel. De vergunning is primair bedoeld voor zorgverleners die regelmatig op huisbezoek moeten komen in het kader van de zorgverlening. Indien de zorgverlenende instantie zelf in het gereguleerde gebied gevestigd is zou voor medewerkers welke niet belast zijn met huisbezoeken mogelijk een Zakelijke parkeervergunning aangevraagd kunnen worden.
Mantelzorg is een vorm van zorg die de laatste jaren steeds meer uitgeoefend worden. Het betreft dan niet-beroepsmatige, onbetaalde zorg. Doel van dit type vergunning is dat de verlener van mantelzorg met gemak kan parkeren bij de bewoner die mantelzorg behoeft. Het is noodzakelijk om aan te tonen dat betreffende bewoner mantelzorg nodig heeft door middel van een recente medische verklaring of een indicatie voor thuiszorg of een verpleeghuis.
Ten behoeve van marktkooplieden is de parkeervergunning Marktkooplieden opgesteld. Daarmee kan een standhouder die in het bezit is van een standplaatsvergunning per standplaatsvergunning ook een parkeervergunning Marktkooplieden aanvragen, zodat zij hun auto gedurende de markttijden (twee uur voorafgaand tot twee uur na afloop) kunnen parkeren in het gereguleerde gebied.
Dit artikel spreekt voor zich, met deze kanttekeningen:
Voor het laden en lossen van zaken alsmede het doen van financiële afdrachten kan geen werkvergunning worden aangevraagd. Dit type handelingen hebben een incidenteel karakter die vaak van kortdurende aard zijn en daarom – gelet op de schaarse parkeerruimte – het niet redelijk wordt geacht om hiervoor werkparkeervergunningen te verlenen.
Voorbeelden van artikel 18 eerste lid, onderdeel b zijn een verhuisbedrijf, een cateringbedrijf of een makelaar.
De werkparkeervergunning staat niet op kenteken.
De werkparkeervergunning kan per dag worden uitgegeven, maar ook per week of maand.
Vergunningen voor aanbieders van motorvoertuigen bestemd voor autodelen worden verleend met het oog op de bijdrage die daardoor kan worden geleverd aan het selectief gebruik van de auto. In het derde lid wordt daarom uitdrukkelijk bepaald dat per deelauto parkeerplaats maximaal één Deelautovergunning wordt verleend. Het selectief gebruik wordt verder benadrukt doordat op een Deelautovergunning maximaal één kenteken wordt vermeld.
De vergunningaanvraag wordt door de aanbieder ingediend.
In het eerste lid wordt bepaald dat de volgende parkeervergunningen jaarlijks worden verlengd, mits de parkeerbelasting voor betreffende parkeervergunning binnen de betalingstermijn is voldaan en de aanvrager nog steeds voldoet aan de uitgiftecriteria:
Indien alle te verlenen parkeervergunningen Zakelijk worden verleend (uitgifteplafond) dan is er geen ruimte voor nieuwe aanvragen gedurende het kalenderjaar. Om bedrijven te faciliteren en de administratieve lasten te beperken wordt 70% procent van de aan hun verleende vergunningen jaarlijks automatisch verlengd (tweede lid).
Dezelfde motivering ligt ten grondslag aan het bepaalde in het derde en vierde lid.
Een derde en vierde Bewonersvergunning, een parkeervergunning Mantelzorg, een parkeervergunning Marktkooplieden en een werkparkeervergunning moeten elk jaar opnieuw worden aangevraagd. De reden hiervoor is dat bij de aanvraag de feitelijke omstandigheden van de aanvrager, die getoetst worden aan de criteria voor de uitgifte jaarlijks in verhouding met de overige parkeervergunningen meer onderhevig zijn aan veranderingen. Hierdoor wordt het redelijk geacht dat dit soort parkeervergunningen jaarlijks opnieuw moeten worden aangevraagd. Hierbij wordt benadrukt dat de aanvragen voor een eerste tot en met vierde bewonersvergunning en Zakelijke parkeervergunning die op een wachtlijst zijn geplaatst niet opnieuw hoeven te worden aangevraagd. Dit blijkt ook uit het bepaalde in artikel 5 en artikel 10.
Indien een parkeervergunning gedurende een het jaar van geldigheid wordt ingetrokken, wordt een nieuwe aanvraag voor parkeervergunning bij de aanvang van het daarop volgend jaar ingediend. Het wordt redelijk en billijk geacht dat indien een parkeervergunning op grond van een van de intrekkingsgronden als bedoeld in artikel 6 van de Parkeerverordening wordt ingetrokken dat pas in het daaropvolgende jaar een nieuwe aanvraag kan worden ingediend.
Een doorlopende parkeervergunning is geldig van 1 april van enig jaar tot en met 31 maart van het volgende jaar. Indien er nieuwe tarieven worden vastgesteld voor de parkeervergunningen gelden deze vanaf 1 april van het volgende jaar. Het tarief voor een parkeervergunning wordt – met uitzondering van de Werkparkeervergunning – berekend per maand, maar vooraf op basis van een jaartarief gefactureerd.
Als een vergunning wordt uitgegeven gedurende een kalendermaand wordt het te berekenen tarief niet teruggerekend per dag, maar wordt de hele betreffende maand meegenomen in het te verrekenen bedrag. Wordt een parkeervergunning – met uitzondering van de Werkparkeervergunning - gedurende het jaar opgezegd dan wordt het bedrag dat over het volle aantal maanden dat na beëindiging van de belastingplicht nog overblijft gerestitueerd. Dus de maand waarin dit eventueel gebeurd wordt niet gerestitueerd, alleen volledig overblijvende maanden.
Dit besluit treedt in werking op 1 april 2013. Dit betekent niet dat de vergunninguitgifte niet voor die tijd kan starten, maar de parkeervergunningen zelf zijn geldig per ingaande 1 april 2013.