Organisatie | Montferland |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Verordening op de monumentencommissie Montferland 2012 |
Citeertitel | Verordening op de monumentencommissie Montferland 2012 |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | bestuur en recht |
Eigen onderwerp | geen |
Deze regeling vervangt de Verordening op de monumentencommissie Montferland 2005
Geen.
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
24-01-2013 | Nieuwe regeling | 20-12-2012 Montferland Nieuws, 23 januari 2013 | Geen. |
monument, bedoeld in onderdeel a, onder 2;
beschermd monument als bedoeld in artikel 1.1. eerste lid van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (rijksmonument);
het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Montferland.
het in de nota ‘Cultuurhistorisch beleid voor Montferland 2012’ vastgestelde beleid voor het cultuurhistorisch erfgoed in de gemeente Montferland;
verzameling van de in de gemeente Montferland aanwezige beschermde- en gemeentelijke monumenten en archeologische verwachtingsgebieden;
g.gemeentelijke monumentenlijst:
de lijst waarop zijn geregistreerd de aangewezen beschermde – en gemeentelijke monumenten;
erfgoedverordening van de gemeente Montferland;
subsidieverordening monumenten van de gemeente Montferland;
j.verordening stimuleringslening;
verordening stimuleringslening onderhoud en restauratie monumenten van de gemeente Montferland;
de op basis van artikel 15 van de Monumentenwet 1988 ingestelde commissie met als taak het college op verzoek of uit eigen beweging te adviseren over de toepassing van de Monumentenwet 1988, de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht, de gemeentelijke erfgoedverordening en het cultuurhistorisch beleid voor Montferland;
De commissie heeft tot taak het college op verzoek of uit eigen beweging te adviseren over:
Bij het uitbrengen van haar adviezen laat de commissie zich uitsluitend leiden door overwegingen van geschiedkundig, architectonisch, archeologisch, cultuur-, kunst-, bouw- en sociaal-historisch en/of historisch- geografisch belang.
De voorzitter en/of secretaris belegt vervolgens binnen vier weken na ontvangst van het verzoek de vergadering.
De monumentencommissie is bevoegd derden te horen, met dien verstande dat de monumentencommissie machtiging van het college behoeft, indien aan het horen van derden kosten voor de gemeente zijn verbonden. Het verzoek tot machtiging wordt gedaan onder toevoeging van een kostenoverzicht.
In alle gevallen waarin deze verordening niet voorziet, evenals bij gerezen geschillen, beslist het college, de monumentencommissie gehoord hebbend.
Aldus vastgesteld in de openbare raadsvergadering van Montferland op 20 december 2012.
De griffier, D.Berends
De voorzitter, C.C. Leppink-Schuitema
Toelichting op de ‘Verordening op de monumentencommissie Montferland 2012’
Monumentencommissie – wettelijke inbedding
Op grond van de Monumentenwet 1988 (artikel 15) stelt de gemeenteraad een verordening vast waarin ten minste de inschakeling wordt geregeld van een commissie op het gebied van de monumentenzorg die burgemeester en wethouders hierover adviseert.
Het monumentenbeleid is in de afgelopen jaren geëvolueerd van een objectgericht monumentenbeleid naar een integraal beleid dat niet alleen betrekking heeft op de historische stedenbouw maar eveneens archeologie en historische geografie. Deze ontwikkeling is niet alleen zichtbaar geworden in het ruimtelijk beleid van de gemeente maar eveneens in de landelijke regelgeving, de fusie van de rijksdiensten op deze werkterreinen, de gebiedsgerichte aanpak van de provincie in regelgeving en subsidiebeleid etc. De reikwijdte van de adviestaken van de monumentencommissie zijn daarmee vergroot.
In verband met de dualisering richt de adviestaak van de monumentencommissie zich op het college. De adviestaken van de commissie richten zich op zaken die zich in het kader van de Monumentenwet 1988 en de gemeentelijke Erfgoedverordening kunnen voordoen. De commissie kan gevraagd en ongevraagd adviseren.
Daarnaast is recentelijk de Monumentenwet 1988 op een aantal onderdelen gewijzigd. De Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed (RCE) is niet langer op alle vergunningaanvragen verplicht advies aan de gemeente uitbrengt. Alleen wanneer er sprake is van (gedeeltelijke) afbraak, herbestemming, reconstructie of ingrijpende wijziging vraagt de gemeenten de RCE nog om advies. Alleen als van een beschermd object de monumentale waarden in het geding zijn – die het voortbestaan van het monument raken – moet een gemeente de RCE nog om advies vragen. Dat betekent dat de rol van de gemeentelijke monumentencommissies groter is geworden. In het overgrote deel van alle plannen is zij nog het enigste adviesorgaan van het college.
In het kader daarvan is vervolgens vanuit de erfgoedinspectie ingestoken op de noodzakelijke deskundigheid van de monumentencommissies. In de wet is vervolgens bepaald dat de commissie onafhankelijk en deskundig moet zijn.
Deskundigheid is gewaarborgd indien minimaal kennis aanwezig is op het gebied van:
Van belang daarbij is dat de noodzakelijke disciplines in de commissie zijn vertegenwoordigd, gericht op: Architectuur- en bouwhistorici, architecten, archeologen, stedenbouwkundigen, planologen, historisch geografen of landschapsarchitecten. De gemeente kan daarbij als eis stellen dat aspirant-leden hun verdiensten op hun vakgebied hebben bewezen. Daarbij kan in één persoon meerdere disciplines verenigd zijn.
De monumentencommissie dient zich vooral in te zetten voor de cultuurhistorische kwaliteit binnen de gemeente in zo breed mogelijke zin.
De taak van het college is vervolgens om de adviezen van de commissie af te wegen tegen de belangen van de aanvrager en andere belanghebbenden (bijv. indiener zienswijze). Advisering en besluitvorming zijn twee duidelijk te onderscheiden stadia in het proces.
De adviezen van de commissie zijn geen kant en klare, afgewogen conceptbesluiten, noch vrijblijvende meningen die het bestuur naast zich neer kan leggen. De monumentencommissie weegt zelf dus geen belangen af, maar kan wel aangeven in welke mate inhoudelijke aspecten conflicteren met belangen van de eigenaar. Het is wenselijk dat zij in haar adviezen duidelijk maakt in hoeverre ingrepen in cultuurhistorisch waardevolle objecten en gebieden acceptabel zijn vanuit een instandhoudingsperspectief op langere termijn.
Het staat de commissie altijd vrij om ongevraagd advies uit te brengen. In veel gevallen heeft de gemeente echter slechts een toetsende rol. De aspecten die een gemeente in haar besluitvorming mag betrekken zijn beperkt en duidelijk afgebakend.
De adviezen van de monumentencommissie zijn inhoudelijk gebaseerd op overwegingen van geschiedkundig, architectonisch, archeologisch, cultuur-, kunst-, bouw- en sociaalhistorisch en/of historisch- geografisch belang.
De aanpak van de monumentencommissie in de praktijk is gericht op direct contact met de monumenteneigenaren.
Bij aanpassingen/wijzigingen aan beschermde bouwwerken worden monumenteneigenaren aangeboden om vroegtijdig overleg, waardoor eigenaren kunnen profiteren van deskundig advies en wordt de finale toetsing een formaliteit. De commissie wordt dan veel meer ingezet als adviseur tijdens de planontwikkeling, dan als controleur na de planontwikkeling.
Door samen op te trekken wordt in de eerste plaats voorkomen dat energie en geld worden besteed aan ideeën waarvoor uiteindelijk geen goedkeuring zal worden verkregen. Daarnaast kunnen eigenaren in veel gevallen profiteren van de kennis en ervaring van de leden van de commissie. Niet dat zij kant-en-klare bouwtekeningen zullen leveren, maar ze kunnen wel doorgaans aangeven in welke richting de oplossing kan worden gezocht. Overeenkomstig de landelijke trend staat de monumentencommissie steeds vaker open voor ‘behoud door ontwikkeling’ (doorontwikkeling van monumenten).
Vooral in de rechtstreekse relatie met de burger in de persoon van ‘monumenteneigenaar’ speelt de monumentencommissie een cruciale rol. Dit is de meest persoonlijke relatie tussen monumentenexpertise en monumenteneigenaar. Het is de monumentencommissie die rechtstreeks en gezamenlijk met de monumenteneigenaar de (wijzigings)mogelijkheden / onderhoud van zijn monument bespreekt.
De monumentencommissie speelt dus een belangrijke rol in het maatschappelijk draagvlak. In een monumentenstelsel dat dicht bij de burger wil staan en zo veel mogelijk wil dereguleren in sectorale wet- en regelgeving, is een goed functionerende monumentencommissie erg belangrijk. Het rechtstreekse contact met de monumenteneigenaar heeft een grote meerwaarde. Monumenteneigenaren worden vooraf geholpen met (toekomst)plannen van hun monument.