Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Oude IJsselstreek

Verordening van de gemeenteraad van de gemeente Oude IJsselstreek houdende regels omtrent openbare orde Algemene Plaatselijke Verordening

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieOude IJsselstreek
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingVerordening van de gemeenteraad van de gemeente Oude IJsselstreek houdende regels omtrent openbare orde Algemene Plaatselijke Verordening
CiteertitelAlgemene Plaatselijke Verordening
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpbestuur en recht
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Deze regeling vervangt de Algemene Plaatselijke Verordening gemeente Oude IJsselstreek, zoals vastgesteld op 28-05-2015.

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

artikel 149 Gemeentewet

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

01-01-201822-02-2018nieuwe regeling

14-12-2017

Gemeenteblad 2017, 226342

.
01-04-201601-01-2018nieuwe regeling

25-02-2016

Gemeenteblad 2016, 36120

15int00940
23-06-201501-04-2016nieuwe regeling

28-05-2015

Gemeenteblad 2015, 52625

Onbekend.
01-11-201223-06-2015nieuwe regeling

10-05-2012

Gelderse Post, 24-10-2012

12int00243
01-10-201001-11-2012wijziging

22-06-2010

Gelderse Post, 30-06-2010

10int00610
18-03-201001-10-2010nieuwe regeling

18-02-2010

Gelderse Post, 17-03-2010

09int01004
22-01-200918-03-2010nieuwe regeling

18-12-2008

Gelderse Post, 21-01-2009

08int00977
09-03-200622-01-2009nieuwe regeling

23-02-2006

Gelderse Post, 08-03-2006

06int00042
14-01-200509-03-2006nieuwe regeling

03-01-2005

Gelderse Post, 12-01-2005

Onbekend.

Tekst van de regeling

Intitulé

Verordening van de gemeenteraad van de gemeente Oude IJsselstreek houdende regels omtrent openbare orde Algemene Plaatselijke Verordening

De raad van de gemeente Oude IJsselstreek;

 

gelezen het voorstel van het college van 14 november 2017, 17int00703;

 

gelet op artikel 149 van de Gemeentewet;

 

overwegende dat het aanbeveling verdient regels te stellen ter handhaving van de openbare orde;

 

B E S L U I T:vast te stellen de volgende

Algemene Plaatselijke Verordening.

Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen

Artikel 1:1 Begripsbepalingen

In deze verordening wordt verstaan onder:

  • a.

    bebouwde kom: het gebied binnen de grenzen die zijn vastgesteld op grond van artikel 20a van de Wegenverkeerswet 1994.

  • b.

    bevoegd gezag: bestuursorgaan dat bevoegd is tot het nemen van een besluit ten aanzien van een omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 2.1 van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht of ten aanzien van een al verleende omgevingsvergunning.

  • c.

    bouwwerk: hetgeen in artikel 1 van de Bouwverordening van de gemeente Oude IJsselstreek daaronder wordt verstaan.

  • d.

    college: het college van burgemeester en wethouders;

  • e.

    gebouw: hetgeen in artikel 1, eerste lid, onder c, van de Woningwet daaronder wordt verstaan;

  • f.

    handelsreclame: iedere openbare aanprijzing van goederen of diensten, waarmee kennelijk beoogd wordt een commercieel belang te dienen;

  • g.

    openbaar water: wateren die voor het publiek bevaarbaar of op andere wijze toegankelijk zijn.

  • h.

    openbare plaats: hetgeen in artikel 1 van de Wet openbare manifestaties daaronder wordt verstaan;

  • i.

    rechthebbende: degene die over een zaak zeggenschap heeft krachtens een zakelijk of persoonlijk recht;

  • j.

    weg: hetgeen in artikel 1, eerste lid, onder b, van de Wegenverkeerswet daaronder wordt verstaan.

Artikel 1:2 Beslistermijn

  • 1.

    Het bevoegde bestuursorgaan beslist op een aanvraag voor een vergunning of ontheffing binnen een redelijke termijn als bedoeld in artikel 4:13 van de Algemene wet bestuursrecht.

  • 2.

    Het bestuursorgaan kan de termijn voor ten hoogste acht weken verlengen.

  • 3.

    Het bepaalde in het eerste en het tweede lid geldt niet voor de beslissing op een aanvraag voor een vergunning als bedoeld in artikel 3:4, eerste lid.

  • 4.

    In afwijking van het tweede lid is artikel 3.9 van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht van toepassing indien beslist wordt op een aanvraag om een ontheffing als bedoeld in artikel 2:10, vierde lid, of een vergunning als bedoeld in artikel 2:11, tweede lid, aanhef en onder a, of artikel 4:11.

Artikel 1:3 Indiening aanvraag

  • 1.

    Indien een aanvraag voor een vergunning of ontheffing wordt ingediend minder dan drie weken vóór het tijdstip waarop de aanvrager de vergunning of ontheffing nodig heeft, kan het bestuursorgaan besluiten de aanvraag niet te behandelen.

  • 2.

    Voor bepaalde, door het bestuursorgaan aan te wijzen, vergunningen of ontheffingen kan de in het eerste lid genoemde termijn worden verlengd tot ten hoogste acht weken.

Artikel 1:4 Voorschriften en beperkingen

  • 1.

    Aan een vergunning of ontheffing kunnen voorschriften en beperkingen worden verbonden. Deze voorschriften en beperkingen strekken slechts tot bescherming van het belang of de belangen in verband waarmee de vergunning of ontheffing is vereist.

  • 2.

    Degene aan wie een vergunning of ontheffing is verleend, is verplicht de daaraan verbonden voorschriften en beperkingen na te komen.

Artikel 1:5 Persoonlijk karakter van vergunning of ontheffing

De vergunning of ontheffing is persoonsgebonden, tenzij bij of krachtens de verordening anders is bepaald.

Artikel 1:6 Intrekking of wijziging van vergunning of ontheffing

De vergunning of ontheffing kan worden ingetrokken of gewijzigd:

  • a.

    indien ter verkrijging daarvan onjuiste of onvolledige gegevens zijn verstrekt;

  • b.

    indien op grond van een verandering van de omstandigheden of inzichten opgetreden na het verlenen van de ontheffing of vergunning, intrekking of wijziging noodzakelijk is vanwege het belang of de belangen ter bescherming waarvan de vergunning of ontheffing is vereist;

  • c.

    indien de aan de vergunning of ontheffing verbonden voorschriften en beperkingen niet zijn of worden nagekomen;

  • d.

    indien van de vergunning of ontheffing geen gebruik wordt gemaakt binnen een daarin gestelde termijn dan wel, bij het ontbreken van een gestelde termijn, binnen een redelijke termijn;

  • e.

    indien de houder dit verzoekt.

Artikel 1:7 Termijnen

  • 1.

    De vergunning of ontheffing geldt voor onbepaalde tijd, tenzij bij de vergunning of ontheffing anders is bepaald of de aard van de vergunning of ontheffing zich daartegen verzet.

  • 2.

    De aard van de vergunning of ontheffing verzet zich in ieder geval tegen gelding voor onbepaalde tijd indien het aantal vergunningen of ontheffingen is beperkt en het aantal mogelijke aanvragers het aantal beschikbare vergunningen of ontheffingen overtreft.

Artikel 1:8 Weigeringsgronden

  • 1.

    De vergunning of ontheffing kan door het daartoe bevoegde gezag worden geweigerd in het belang van:

    • a.

      de openbare orde;

    • b.

      de openbare veiligheid;

    • c.

      de volksgezondheid;

    • d.

      de bescherming van het milieu.

  • 2.

    Een vergunning of ontheffing kan ook worden geweigerd als de aanvraag daarvoor minder dan 3 weken voor de beoogde datum van de beoogde activiteit is ingediend en daarvoor een behoorlijke behandeling van de aanvraag niet mogelijk is.

  • 3.

    Voor bepaalde, door het bestuursorgaan aan te wijzen, vergunningen of ontheffingen kan de in het eerste lid genoemde termijn worden verlengd.

Artikel 1:9 Lex silencio positivo van toepassing

[Vervallen per 28 mei 2015; opgenomen in artikel 2:11, 5:6, 5:7, 5:8, 5:13 en 5:23]

Artikel 1:10 Lex silencio positivo niet van toepassing

[Vervallen per 28 mei 2015; opgenomen in artikel 2:1, 2:10, 2:23A, 2:25, 2:28, 2:29. 2:39, 2:60, 2:64, 3:4, 4:6, 4:18, 5:2, 5:3, 5:11, 5:15, 5:18, 5:33 en 5:34]