Organisatie | Noord-Brabant |
---|---|
Organisatietype | Provincie |
Officiële naam regeling | Beleidsregel afwijkingsbevoegdheid uniforme openbare voorbereidingsprocedure bodemsanering Noord-Brabant |
Citeertitel | Beleidsregel afwijkingsbevoegdheid uniforme openbare voorbereidingsprocedure bodemsanering Noord-Brabant |
Vastgesteld door | gedeputeerde staten |
Onderwerp | milieu |
Eigen onderwerp | bodem, milieubeheer |
Deze regeling is ingetrokken door het besluit van Gedeputeerde Staten van 12 september 2016.
Geen.
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
15-01-2013 | 25-11-2016 | nieuwe regeling | 18-12-2012 | s3309257 |
Gelet op artikel 4:81, eerste lid van de Algemene wet bestuursrecht;
Overwegende dat Gedeputeerde Staten op 9 mei 2000 de Beleidsregel inzake de toepassing van de verkorte voorbereidingsprocedure bij beschikkingen ingevolge de artikelen 29 en 37 en/of beschikkingen ingevolge artikel 39 Wet bodembescherming (Wbb) hebben vastgesteld;
Overwegende dat Gedeputeerde Staten daarbij gebruik hebben gemaakt van de hen toegekende bevoegdheid in de artikelen 6.1.2, vierde lid en 6.1.3, derde lid van de Provinciale milieuverordening Noord-Brabant 2010 om afdeling 3.4 van de Algemene wet bestuursrecht niet toe te passen, indien redelijkerwijs kan worden aangenomen dat aan het toepassen van die procedure geen behoefte bestaat;
Overwegende dat Gedeputeerde Staten het vanwege het grote aantal wijzigingen wenselijk achten een geheel nieuwe beleidsregel vast te stellen.
De Beleidsregel inzake de toepassing van de verkorte voorbereidingsprocedure bij beschikkingen ingevolge de artikelen 29 en 37 en/of beschikkingen ingevolge artikel 39 Wet bodembescherming (Wbb) wordt ingetrokken.
’s-Hertogenbosch, 18 december 2012.
Gedeputeerde Staten voornoemd,
de voorzitter prof. dr. W.B.H.J. van de Donk
de secretaris drs. W.G.H.M. Rutten
Artikel 2 Toepassing afwijkingsbevoegdheid Eerste lid Gebruik afwijkingsbevoegdheid Onder a Beschikking artikel 29 WbbIndien Gedeputeerde Staten vaststellen dat er sprake is van een geval van ernstige verontreiniging, stellen zij daarbij ook vast of een spoedige sanering noodzakelijk is.Tweede lid Uitzondering afwijkingsbevoegdheidIndien Gedeputeerde Staten de bodemsanering zelf uitvoeren en dus zowel bevoegd gezag als aanvrager zijn, achten zij het zorgvuldig om in alle gevallen de uniforme openbare voorbereidingsprocedure toe te passen en geen toepassing te geven aan de afwijkingsbevoegdheid.
Artikel 3 Toetsingscriteria Eerste lid Toetsingscriteria artikelen 29 en 39 Wbb Onder b beperkt aantal belanghebbendenIngevolge artikel 1:2 Algemene wet bestuursrecht wordt met het begrip belanghebbende degene bedoeld wiens belang rechtstreeks bij een besluit is betrokken. In de saneringspraktijk zullen dat niet alleen de eigenaar of gebruiker van het te saneren perceel zijn, maar ook direct omwonenden alsmede eigenaren en gebruikers van omliggende percelen. Onder c niet perceelgrensoverschrijdendMet behulp van dit criterium wordt voorkomen dat omwonenden op naburige percelen in hun belangen worden geschaad. Onder e geen actueel blootstellingsrisicoBij dit criterium toetsen Gedeputeerde Staten of er geen gemakkelijk contact mogelijk is met de verontreinigende stoffen door aanraking, inademing of inname, waarbij de concentraties dusdanig zijn dat er een risico voor de gezondheid op kan treden.Onder f geen beperking openbare voorzieningDit is onder meer het geval indien een openbare weg, recreatieterrein of parkeerterrein bij een winkelcentrum tijdens de sanering normaal gebruikt kan worden.Tweede lid Toetsingscriterium artikelen 39c en 39dGedeputeerde Staten toetsen met behulp van dit criterium ambtshalve of er niet te veel belanghebbenden betrokken zijn bij het saneringsverslag of het nazorgplan. Als dat wel zo is achten Gedeputeerde Staten het zorgvuldiger om de uniforme openbare voorbereidingsprocedure toe te passen en maken zij geen gebruik van de afwijkingsbevoegdheid.