Overheidsorganisatie | Gemeente Groningen (Gr) |
---|---|
Officiële naam regeling | Verordening Langdurigheidstoeslag gemeente Groningen |
Citeertitel | Verordening Langdurigheidstoeslag gemeente Groningen |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | maatschappelijke zorg en welzijn |
Eigen onderwerp | Verordening Langdurigheidstoeslag |
Voor het eerst vastgesteld bij raadsbesluit van 22 april 2009
Wet werk en bijstand
Geen.
Datum inwerking- treding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerking- treding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
01-01-2012 | 01-01-2012 | art. 5a | 25-01-2012 Gemeenteblad, 2012, 14 | GR 11.2888407 | |
01-01-2009 | nieuwe regeling | 22-04-2009 Gemeenteblad, 2009, 39 | Rb 415 |
DE RAAD VAN DE GEMEENTE GRONINGEN,
(bijlage raadsverslag nr. 415);
gezien het voorstel van burgemeester en wethouders van 10 maart 2009;
gelet op artikel 8, eerste lid onder d en tweede lid onder b en artikel 36 van de Wet werk en bijstand;
HEEFT BESLOTEN:
de Verordening Langdurigheidstoeslag gemeente Groningen vast te stellen.
In deze verordening wordt verstaan onder:
a. college : college van burgemeester en wethouders;
wet : Wet werk en bijstand;
inkomen : inkomen als bedoeld in artikel 32 van de wet, waarbij artikel 32, eerste lid onder b gelezen moet worden als de referteperiode. Premies op grond van de Re-integratieverordening Wet werk en bijstand worden niet beschouwd als inkomen;
bijstandsnorm : norm bedoeld in artikel 5 onderdeel c van de wet;
referteperiode : ononderbroken periode van 60 maanden voorafgaande aan de peildatum;
peildatum : datum waarop het recht op de langdurigheidstoeslag ontstaat. De peildatum ontstaat niet eerder dan twee jaar voor de datum waarop de langdurigheidstoeslag wordt aangevraagd.
Voor zover niet anders is bepaald, worden begrippen in deze verordening gebruikt in dezelfde betekenis als in de wet.
1. Onverlet het bepaalde in artikel 36 van de wet komt op de peildatum in aanmerking voor de langdurigheidstoeslag de persoon die gedurende de referteperiode aangewezen is of is geweest op een inkomen dat niet hoger is dan 100% van de bijstandsnorm (inclusief maximale toeslag) die geldt voor personen van 27 jaar en ouder maar jonger dan 65 jaar, en op de peildatum en gedurende de referteperiode geen in aanmerking te nemen vermogen als bedoeld in artikel 34 van de wet heeft of heeft gehad.
2. Niet voor de langdurigheidstoeslag komt in aanmerking de persoon die uitzicht heeft op inkomensverbetering.
1. De langdurigheidstoeslag bedraagt:
voor gehuwden: 38,78% van de norm gehuwden als bedoeld in artikel 21 onder c van de wet zoals die op 1 januari van elk jaar geldt;
voor alleenstaande ouders: 34,81% van de norm gehuwden als bedoeld in artikel 21 onder c van de wet zoals die op 1 januari van elk jaar geldt;
voor alleenstaanden: 27,18% van de norm gehuwden als bedoeld in artikel 21 onder c van de wet zoals die op 1 januari van elk jaar geldt.
2. De bedragen van de langdurigheidstoeslag worden op hele euro’s naar boven afgerond.
In gevallen waarin deze regeling niet voorziet, beslist het college.
Voor het vaststellen van de middelen als bedoeld in artikel 35, eerste lid van de wet, blijft de langdurigheidstoeslag buiten aanmerking.
1. Waar in deze verordening de begrippen ‘alleenstaande’, ‘alleenstaande ouder’ en ‘gezin’ worden gebruikt, hebben deze vanaf 1 januari 2012 dezelfde betekenis als in artikel 4 van de wet.
2. Waar in deze verordening wordt gesproken over ‘gehuwde(n)’ of ‘gehuwdennorm’ hebben deze begrippen vanaf 1 januari 2012 dezelfde betekenis als ‘gezin’, bedoeld in artikel 4, respectievelijk ‘gezinsnorm’, bedoeld in artikel 21, eerste lid, van de wet.
3. Artikel 2, eerste lid van de verordening komt vanaf 1 januari 2012 te luiden: Onverlet het bepaalde in artikel 36 van de wet komt op de peildatum in aanmerking voor de langdurigheidstoeslag de persoon die gedurende de referteperiode aangewezen is of is geweest op een inkomen dat niet hoger is dan 100% van de voor hem geldende bijstandsnorm en op de peildatum en gedurende de referteperiode geen in aanmerking te nemen vermogen als bedoeld in artikel 34 van de wet heeft of heeft gehad.
De Beleidsregels Langdurigheidstoeslag (GB13) komen met ingang van 1 januari 2009 te vervallen.
Deze verordening treedt in werking op 1 januari 2009.
Verordening Langdurigheidstoeslag gemeente Groningen.
Gedaan te Groningen in de openbare raadsvergadering van 22 april 2009.
De griffier, De voorzitter,
D.H. Vrieling. dr. J.P. (Peter) Rehwinkel.
Algemene toelichting [Klik hier om het document te downloaden]
Artikelsgewijze toelichting [Klik hier om het document te downloaden]
[Klik hier om het document te downloaden]