Organisatie | Rotterdam |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Verordening Gemeentelijke Brandweer 1990 |
Citeertitel | Verordening Gemeentelijke Brandweer 1990 |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | openbare orde en veiligheid |
Eigen onderwerp | Gemeenteblad 1990-36 |
Geconsolideerde tekst
art. 1, tweede lid, van de Brandweerwet 1985
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
01-04-1990 | Onbekend | 15-03-1990 Gemeenteblad 1990-36 | verzameling gedrukte stukken 1990, volgnummer 37, B.nr. 90/309 |
Verordening betreffende de organisatie, het beheer en de taak van de Gemeentelijke Brandweer.
Artikel 1 Gemeentelijke brandweer
In daarvoor in aanmerking komende gevallen kan voor een gedeelte van het grondgebied van de gemeente, de in het eerste en tweede lid van dit artikel omschreven taak, danwel een deel van deze taak, van de Gemeentelijke Brandweer worden overgedragen aan een in samenwerking met andere gemeenten georganiseerde regionale brandweer, intergemeentelijke, danwel een andere gemeentelijke brandweer.
Burgemeester en wethouders dragen bij de uitvoering van deze verordening en overige regelingen, met betrekking tot de in dit artikel genoemde taken van de gemeentelijke brandweer zorg voor een goede coördinatie met de gemeenschappelijke regeling voor de regionale brandweer waar de gemeente aan deelneemt.
1.Het personeel van de Gemeentelijke Brandweer wordt onderscheiden in dat belast met de repressieve taak en dat belast met de overige taken.
De repressieve taak wordt, naast de overige taken, uitgevoerd door het daartoe aangewezen geuniformeerde personeel, waartoe behoren een commandant, ondercommandant(en), officieren, onderofficieren en manschappen.
personeel dat, na vrijwillige beschikbaarstelling, is aangesteld om anders dan bij wijze van beroep werkzaamheden bij de brandweer te verrichten.
Aan het hoofd van de Gemeentelijke Brandweer staat een commandant, die de algemene leiding en het bevel over de brandweer voert conform een voor hem door burgemeester en wethouders vastgestelde instructie en aan wie al het overige personeel ondergeschikt is.
ad a. Hoofdofficiersrangen zijn die van:
hoofdcommandeur 1e klasse, hoofdcommandeur, adjunct-hoofdcommandeur 1e klasse, adjunct-hoofdcommandeur, commandeur 1e klasse en commandeur.
ad b. Subalterne officiersrangen zijn die van:
hoofdbrandmeester 1e klasse, hoofdbrandmeester, adjunct-hoofdbrandmeester 1e klasse en adjunct-hoofdbrandmeester.
ad c. Onderofficiersrangen zijn die van:
brandmeester, onderbrandmeester, adspirant-onderbrandmeester en hoofdbrandwacht functioneel; de laatste twee genoemden kunnen als hoofdbrandwacht in de blusgroep worden opgenomen
ad d. Manschappenrangen zijn die van:
hoofdbrandwacht, brandwacht 1e klasse, brandwacht en adspirant-brandwacht.
Artikel 5 Hoofd vrijwillig brandweerpersoneel
Als hoofd van het vrijwillig brandweerpersoneel is aangesteld een vrijwillig hoofdofficier, die belast is met de leiding van de desbetreffende organisatie, voor zover die geen directe betrekking heeft op het repressieve optreden. Aan hem is toegevoegd een vrijwillig subaltern officier. Het hoofd is in de organisatie rechtstreeks onder de ondercommandant repressieve zaken geplaatst.
Burgemeester en wethouders stellen ten aanzien van het personeel dat een repressieve taak vervult regels vast met betrekking tot de leeftijd waaraan personen moeten voldoen om voor een aanstelling in aanmerking te komen, één en ander met inachtneming van de van rijkswege gestelde, danwel te stellen voorschriften.
Burgemeester en wethouders stellen ten aanzien van het personeel dat een repressieve taak vervult, eisen vast met betrekking tot de opleiding, die moet zijn genoten c.q. diploma's welke moeten zijn behaald om voor de benoeming in een bepaalde rang in aanmerking te komen; één en ander met inachtneming van de van rijkswege gestelde danwel te stellen voorschriften.
Deze eisen dienen voor zowel het beroeps als het vrijwillig personeel gelijk te zijn.
Burgemeester en wethouders dragen zorg voor de opleiding en de geoefendheid van het onder artikel 2, lid 2 genoemde personeel, die voor zijn taakuitoefening noodzakelijk zijn.
Artikel 8 Materieel/personeel en rayons
De personeels- en materieelsterkte van de Gemeentelijke Brandweer bestaat ten minste uit zodanig en zoveel personeel en materieel dat daarmee voldaan wordt aan de gestelde c.q. te stellen regels van het Ministerie van Binnenlandse Zaken, danwel voldaan wordt aan de behoefte welke bestaat om de gestelde taak op voldoende wijze te kunnen uitvoeren.
Artikel 9 Bluswatervoorziening
Burgemeester en wethouders dragen zorg voor een zodanige bluswater- of andere blusstoffenvoorziening en de bereikbaarheid daarvan, dat de bestrijding van branden te allen tijde zoveel mogelijk gewaarborgd is.
Artikel 10 Melding en alarmering
Burgemeester en wethouders dragen zorg voor een zodanig meldings- en alarmeringssysteem dat te allen tijde de melding en een doeltreffende alarmering van het brandweerpersoneel gewaarborgd zijn.
Artikel 12 Regeling van werkzaamheden
Werkzaamheden, de brandweerzorg betreffende, worden aan de Gemeentelijke Brandweer opgedragen overeenkomstig regels, die de commandant met inachtneming van het bepaalde in deze verordening en de krachtens deze verordening door burgemeester en wethouders te nemen besluiten, schriftelijk vaststelt. Deze regels behoeven de goedkeuring van burgemeester en wethouders.
De in het eerste lid bedoelde regels hebben in elk geval betrekking op de uitruk, de blussing van brand, de uitvoering van de hulpverlening anders dan bij brand, het optreden bij rampen, de bediening en het onderhoud van het materieel, de consignering alsmede de wachtdiensten en overige werkzaamheden verband houdende met de taak, zoals gesteld in artikel 1 van deze verordening.
Artikel 13 Leiding bij blussing van brand, ongevallen anders dan bij brand en de rampenbestrijding
Artikel 15 Bijstand aan andere gemeenten
De bijstand aan andere gemeenten geschiedt conform de daartoe vastgestelde regelingen.
De Gemeentelijke Brandweer bevordert zoveel mogelijk een goede brandbestrijding bij de bedrijven door:
Artikel 17 Huishoudelijk reglement
Met inachtneming van het bepaalde in artikel 12 wordt al hetgeen het huishoudelijk
beheer, het dragen van onderscheidingstekenen en de dienstverrichting betreft, geregeld bij een huishoudelijk reglement voor de Gemeentelijke Brandweer, dat door de commandant wordt vastgesteld. Dit huishoudelijk reglement behoeft de goedkeuring van burgemeester en wethouders.
Artikel 18 Titel en inwerkingtreding
Op hetzelfde tijdstip vervalt de Verordening op de organisatie en het beheer van de gemeentelijke brandweer, zoals deze is opgenomen in Gemeenteblad 1971 nr. 112, met dien verstande, dat de ter uitvoering van deze verordening vastgestelde besluiten van kracht blijven tot dat zij door burgemeester en wethouders respectievelijk de commandant zijn ingetrokken.
Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van 15 maart 1990.