Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Gennep

Participatieverordening 2013

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieGennep
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingParticipatieverordening 2013
CiteertitelParticipatieverordening 2013
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpmaatschappelijke zorg en welzijn
Eigen onderwerp
Externe bijlageToelichting op de participatieverordening 2013

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Deze verordening vervangt de 're-integratieverordening WWB, IOAW en IOAZ gemeente Gennep 2008' en de 'Verordening inburgering gemeente Gennep'.

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

  1. Gemeentewet art. 149, 156
  2. Wet werk en bijstand
  3. Wet inkomensvoorziening en gedeeltelijk arbeidsongeschikte werkloze werknemers
  4. Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte gewezen zelfstandigen
  5. Wet inburgering
Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

30-01-201301-01-201301-01-2015nieuwe regeling

07-01-2013

Gemeenteblad, nr. 2013-03

2012/3917

Tekst van de regeling

Intitulé

Participatieverordening 2013

De raad van de gemeente Gennep;

 

gezien het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 16 oktober 2012;

 

gelet op de artikelen 149 en 156 Gemeentewet, de artikelen 7, 8 en 10 lid 2 Wet werk en bijstand, de artikelen 34, 35 en 36 Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte werkloze werknemers, de artikelen 34, 35 en 36 Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte gewezen zelfstandigen en de artikelen 8, 19 lid 4, 19a lid 1, 23 lid 3 en 35 Wet inburgering en de Wet van 13 september 2012 tot wijziging van de Wet inburgering en enkele andere wetten in verband met de versterking van de eigen verantwoordelijkheid van de inburgeringsplichtige (Stb. 2012, 430);

 

Gelezen de beleidsplannen Ondersteunen Meedoen Ontmoeten en Meedoen naar Vermogen;

 

overwegende, dat de gemeente het streven van het Rijk naar een hoge mate van participatie van de ingezetenen in de maatschappij onderschrijft in de Wet participatiebudget en dat dit streven gebaat is bij een gezamenlijke aanpak van arbeidsparticipatie, educatie en maatschappelijke participatie;

 

besluit

 

vast te stellen de Participatieverordening 2013:

Hoofdstuk 1. Algemene bepalingen

Artikel 1. Begripsbepalingen

  • 1.

    In deze verordening wordt verstaan onder:

    • a)

      het college: het college van burgemeester en wethouders;

    • b)

      uitkeringsgerechtigde: een persoon met een uitkering ingevolge de Wet werk en bijstand (WWB), de Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte werkloze werknemers (IOAW) en de Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte gewezen zelfstandigen (IOAZ);

    • c)

      Anw-er: een persoon die een uitkering op grond van de Algemene nabestaandenwet ontvangt en die als werkloze werkzoekende staat ingeschreven bij het UWV Werkbedrijf;

    • d)

      niet-uitkeringsgerechtigde (nugger): een persoon als bedoeld in artikel 6 lid 1 onder a WWB, die als werkloze werkzoekende staat ingeschreven bij het UWV Werkbedrijf;

    • e)

      doelgroep: de personen aan wie op grond van artikel 7 lid 1 onder a WWB door het college ondersteuning wordt geboden;

    • f)

      belanghebbende: een persoon die behoort tot de doelgroep en die aanspraak maakt op ondersteuning of aan wie ondersteuning wordt geboden;

    • g)

      voorziening: de voorziening bedoeld in artikel 7 lid 1 onder a WWB. Een instrument binnen een traject, dat ingezet wordt om belemmeringen bij aanvaarding van algemeen geaccepteerde arbeid weg te nemen;

    • h)

      subsidie: de aanspraak op financiële middelen door een bestuursorgaan verstrekt met het oog op bepaalde activiteiten van de aanvrager anders dan als betaling voor aan het bestuursorgaan geleverde goederen of diensten;

    • i)

      premie: financiële beloning ter bevordering van arbeidsinschakeling;

    • j)

      algemeen geaccepteerde arbeid: arbeid als bedoeld in artikel 9 lid 1 WWB ;

    • k)

      gesubsidieerde arbeid: arbeid als bedoeld in artikel 10 lid 2 WWB.

  • 2.

    De begripsbepalingen van de WWB, de Wet inburgering en de daarop berustende regelingen zijn van toepassing op de begrippen die in deze verordening worden gebruikt.

Hoofdstuk 2. Wet werk en bijstand

Afdeling 1. Beleid en financiën

Artikel 2. Opdracht college

  • 1.

    Ingevolge artikel 7 WWB biedt het college ondersteuning aan leden van de doelgroep en zorgt voor een voldoende gevarieerd aanbod van voorzieningen. Het college houdt daarbij rekening met de aard en omvang van de verschillende binnen de doelgroep te onderscheiden groepen en voorzieningen die het geschiktst zijn voor de leden van die groepen.

  • 2.

    Het college kan bij het bepalen van het aanbod van voorzieningen prioriteiten stellen in verband met de financiële mogelijkheden dan wel de maatschappelijke, economische of conjuncturele ontwikkelingen.

Artikel 3. Beleidsplan

  • 1.

    Ter nadere uitvoering van deze verordening wordt door de raad een beleidsplan vastgesteld, waarin de doelstellingen, soorten voorzieningen en de beoogde resultaten worden aangegeven. Het college is bevoegd dit beleidsplan nader uit te werken of te wijzigen.

  • 2.

    Het college doet verslag aan de gemeenteraad over de doeltreffendheid en de resultaten van het beleid.

Artikel 4. Subsidie- of budgetplafonds en plafonds betreffende voorzieningen

  • 1.

    De raad stelt in de begroting een subsidieplafond vast. Het college kan in het beleidsplan een of meer bijzondere subsidie- of budgetplafonds vaststellen voor de verschillende voorzieningen. Een voorziening kan geweigerd worden als het subsidieplafond wordt overschreden.

  • 2.

    Het college kan in het beleidsplan tevens een plafond instellen voor het aantal personen, dat in aanmerking komt voor een specifieke voorziening.

  • 3.

    Een door het college voor een specifieke voorziening ingesteld plafond vormt enkel een weigeringsgrond bij de aanspraak op die desbetreffende specifieke voorziening.

Afdeling 2. Aanspraken van de doelgroep

Artikel 5. Aanspraak op ondersteuning

  • 1.

    Leden van de doelgroep hebben aanspraak op ondersteuning bij de arbeidsinschakeling.

  • 2.

    De in lid 1 bedoelde ondersteuning kan bestaan uit:

    • a.

      ondersteuning bij de verwerving van arbeid;

    • b.

      ondersteuning bij het behoud van arbeid;

    • c.

      ondersteuning bij de terugkeer naar de deelname aan onderwijs als bedoeld in lid 3, dan wel

    • d.

      een voorziening als bedoeld in artikel 6 van deze verordening.

  • 3.

    Voorzieningen worden niet ingezet voor belanghebbenden jonger dan 27 jaar:

    • a.

      die kunnen deelnemen aan onderwijs bekostigd uit ’s Rijks kas, danwel;

    • b.

      zolang na hun melding voor een bijstandsuitkering nog niet de wachttermijn van vier weken is verstreken.

Artikel 6 Voorzieningen

  • 1.

    Het college kan een persoon binnen de doelgroep een voorziening aanbieden. Een voorziening wordt slechts aangeboden voor zover het college deze noodzakelijk acht voor de arbeidsinschakeling van de desbetreffende persoon.

  • 2.

    De in lid 1 bedoelde voorziening kan bestaan uit:

    • a.

      een voorziening ten behoeve van het verwerven en behouden van arbeid;

    • b.

      een voorziening ter verbetering of behoud van de positie op de arbeidsmarkt of binnen de maatschappij;

    • c.

      het wegnemen van belemmeringen voor de arbeidsinschakeling;

    • d.

      de verwerving van een dienstverband als bedoeld in artikel 2 lid 1 Wet sociale werkvoorziening 30) ; en

    • e.

      gesubsidieerde arbeid.

  • 3.

    Onverminderd lid 2 kan een voorziening tevens betrekking hebben op:

    • a.

      de noodzakelijke kosten samenhangende met de deelname aan een voorziening;

    • b.

      de kosten ter bepaling van de noodzakelijkheid en inhoud van een voorziening;

    • c.

      de noodzakelijke kosten in verband met loonvormende arbeid.

Artikel 7. Verruiming doelgroep

In afwijking van artikel 5 lid 1 van deze verordening kan het college de aanspraak op bepaalde vormen van ondersteuning ook openstellen voor andere personen die in de gemeente Gennep hun woonplaats hebben.

Artikel 8. Uitvoeringsbesluit

  • 1.

    Bij uitvoeringsbesluit kan het college ten aanzien van de verschillende vormen van ondersteuning, met inachtneming van hetgeen daarover in het Beleidsplan is bepaald, nadere regels stellen. Deze regels kunnen betrekking hebben op:

    • a.

      aan wie, onder welke voorwaarden, welke vorm van ondersteuning kan worden aangeboden;

    • b.

      de weigeringsgronden;

    • c.

      de beëindigingsgronden.

  • 2.

    Daarnaast kunnen de regels bedoeld in lid 1 tevens betrekking hebben op:

    • a.

      de verstrekking van subsidies;

    • b.

      de intrekking of wijziging van de subsidieverlening of –vaststelling;

    • c.

      de aanvraag van en de besluitvorming over subsidies en premies;

    • d.

      de betaling van subsidies en het verlenen van voorschotten;

    • e.

      het vragen van een eigen bijdrage;

    • f.

      overige criteria voor het aanbieden van voorzieningen en het verstrekken van subsidies.

Afdeling 3. Verplichtingen van de doelgroep en premies

Artikel 9. Verplichtingen

  • 1.

    Een uitkeringsgerechtigde is verplicht van de hem/haar aangeboden vorm van ondersteuning gebruik te maken.

  • 2.

    Elke persoon die deelneemt aan een voorziening is daarnaast gehouden aan de verplichtingen die voortvloeien uit de WWB, IOAW, IOAZ, de Wet Structuur Uitvoering Werk en Inkomen en deze verordening.

  • 3.

    Het college kan in aanvulling op de in lid 2 genoemde algemene verplichtingen voor een deelnemend persoon individuele verplichtingen aan een voorziening verbinden. Deze persoon is dan ook aan deze verplichtingen gehouden.

  • 4.

    Indien een uitkeringsgerechtigde die deelneemt aan een voorziening niet voldoet aan de in de leden 2 en 3 genoemde verplichtingen, kan het college de uitkering verlagen conform hetgeen hierover is bepaald in de afstemmingsverordening op basis van artikel 8 lid 1 onder b WWB.

  • 5.

    Als een niet-uitkeringsgerechtigde of Anw-er gebruik maakt van een voorziening en niet voldoet aan de in lid 2 en lid 3 genoemde verplichtingen, kan het college de kosten van de ondersteuning en/of voorziening geheel of gedeeltelijk van hem/haar terugvorderen.

Artikel 10. Premies

Het college verstrekt in beginsel geen premies voor behoud of aanvaarden van werk.

Hoofdstuk 3. Educatie

Artikel 11. Educatie

  • 1.

    Het college kan educatievoorzieningen aanbieden aan personen die vallen onder de doelgroep van het participatiebudget met als doel hun participatie te verhogen.

  • 2.

    De bepalingen van hoofdstuk 2 afdeling 1, zijn op dit hoofdstuk van overeenkomstige toepassing.

Hoofdstuk 4. Slotbepalingen

Artikel 12. Hardheidsclausule

Het college kan ten gunste van de belanghebbende afwijken van de bepalingen van deze verordening, indien de toepassing hiervan leidt tot onbillijkheden van overwegende aard.

Artikel 13. Situaties waarin deze verordening niet voorziet

In gevallen, de uitvoering van deze verordening betreffende, waarin deze verordening niet voorziet, beslist het college.

Artikel 14. Inwerkingtreding en intrekking bestaande verordeningen

  • 1.

    De verordening treedt in werking op 1 januari 2013.

  • 2.

    De ‘Re-integratieverordening WWB, IOAW en IOAZ gemeente Gennep 2008’ wordt ingetrokken;

  • 3.

    De ‘Verordening inburgering gemeente Gennep 2010’ wordt ingetrokken, behoudens voor zover de Wet Inburgering van toepassing blijft op grond van artikel X van de Wet van 13 september 2012 tot wijziging van de Wet inburgering en enkele andere wetten in verband met de versterking van de eigen verantwoordelijkheid van de inburgeringsplichtige (Stb. 2012, 430).

Artikel 15. Citeertitel

Deze verordening kan worden aangehaald als de ‘Participatieverordening 2013’.

Aldus besloten in de openbare vergadering van 7 januari 2013

De griffier,

De voorzitter,