Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Heerlen

Verordening op de raadscommissies 2012-2

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieHeerlen
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingVerordening op de raadscommissies 2012-2
CiteertitelVerordening op de raadscommissies 2012-2
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpbestuur en recht
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

artikel 82 Gemeentewet

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

25-10-2012Nieuwe regeling (tevens intrekking van de Verordening op de raadscommissies d.d. 3 april 2012)

02-10-2012

Weekblad Parkstad

2012/31336

Tekst van de regeling

Intitulé

Verordening op de raadscommissies 2012-2

 

 

Verordening

“Verordening op de raadscommissies 2012-2

Artikel 1

Begripsomschrijvingen

In deze verordening wordt verstaan onder:

  • a.

    voorzitter: voorzitter van een raadscommissie of diens vervanger in de functie van voorzitter van de raadscommissie;

  • b.

    commissiegriffier: secretaris van een raadscommissie of diens vervanger;

  • c.

    vergadering: vergadering van een raadscommissie;

HOOFDSTUK 2

INSTELLING, TAKEN EN SAMENSTELLING

Artikel 2

Instelling raadscommissies

  • 1.

    De raad stelt de volgende raadscommissies in:

    • a.

      Bestuur en Dienstverlening;

    • b.

      Economische Stimulering;

    • c.

      Sociale Infrastructuur;

    • d.

      Leefomgeving;

    • e.

      Ruimtelijke Ontwikkeling.

  • 2.

    Indien een onderwerp meerdere raadscommissies aangaat, wordt het onderwerp in de afzonderlijke raadscommissies besproken, tenzij de voorzitters van de betrokken raadscommissies in overleg beslissen dat een gezamenlijke vergadering van de raadscommissies wordt belegd of de raadscommissie die het onderwerp het meest aangaat, het onderwerp behandelt.

Artikel 3

Taken

  • 1.

    Een raadscommissie heeft de volgende taken:

    • a.

      het uitbrengen van advies aan de raad over voorstellen die betrekking hebben op onderwerpen die onder de portefeuille van de desbetreffende commissie vallen;

    • b.

      het uitbrengen van advies aan de raad uit eigener beweging;

    • c.

      het voeren van overleg met het college of de burgemeester over in ieder geval door het college of de burgemeester verstrekte inlichtingen en het gevoerde bestuur ten aanzien van de onderwerpen die onder de portefeuille van de desbetreffende commissie vallen.

  • 2.

    a. De commissie Bestuur en Dienstverlening heeft tevens tot taak het geven van advies over de verantwoording van het door het college gevoerde bestuur in de jaarrekening en in het jaarverslag als bedoeld in artikel 197 van de gemeentewet.

b. Met de voorbereiding van dit advies wordt belast een werkgroep Financial Audit bestaande uit leden van de commissie Bestuur en Dienstverlening.

  • c.

    De raad stelt een reglement vast over de samenstelling, de taken en de werkwijze van deze werkgroep.

  • d.

    De werkgroep kan voor de vervulling van haar taken besluiten tot het houden van een onderzoek. De werkgroep kan daarbij beschikken over het in de begroting opgenomen budget voor het houden van onderzoeken door de raad.

    • 3.

      Voordat het college of de burgemeester een voorstel of onderwerp aan de raad voorlegt leggen zij het voorstel of onderwerp voor aan de betrokken raadscommissie.

Artikel 4

Werkgroep

  • 1.

    De raadscommissie heeft de bevoegdheid een werkgroep in te stellen met betrekking tot onderwerpen die onder de portefeuille van de desbetreffende raadscommissie vallen.

  • 2.

    De werkgroep bestaat uit leden van de desbetreffende raadscommissie.

  • 3.

    De raadscommissie geeft opdracht aan de werkgroep om een onderwerp voor te bereiden en hierover advies te geven aan de raadscommissie.

  • 4.

    Nadat de werkgroep zijn taak heeft volbracht, ontbindt de raadscommissie de werkgroep.

    Artikel 5

    Samenstelling

    • 1.

      Een raadscommissie bestaat uitéén lid per fractie naar evenredigheid van drie zetels, of een deel hiervan, in de gemeenteraad.

    • 2.

      De in het eerste lid genoemde leden worden door de raad op voordracht van de fracties benoemd.

    • 3.

      De artikelen 10, 11,12, 13 en 15 van de Gemeentewet zijn van overeenkomstige toepassing op een lid van een raadscommissie.

    • 4.

      Elk commissielid kan ten aanzien van deelname aan vergaderingen en overige werkzaamheden van de raadscommissie vervangen worden door een fractiegenoot, zijnde raadslid danwel fractiemedewerker.

    • 5.

      De in lid 4 genoemde vervangers geven voor aanvang van de vergadering bij de commissiegriffier aan dat zij zullen vervangen en wie zij vervangen.

    Artikel 6

    Voorzitter

    • 1.

      De voorzitters en hun plaatsvervangers worden door de raad uit zijn midden benoemd in de eerste vergadering van de raad in nieuwe samenstelling.

    • 2.

      De voorzitter is geen lid van de commissie.

    • 3.

      De voorzitter is belast met:

    • a.

      het leiden van de vergadering;

    • b.

      het handhaven van de orde;

    • c.

      het doen naleven van deze verordening;

    • d.

      hetgeen deze verordening hem verder opdraagt.

      Artikel 7

      Zittingsduur en vacatures

      • 1.

        De zittingsperiode van de leden, de voorzitter en hun plaatsvervangers eindigt in ieder geval aan het einde van de zittingsperiode van de raad.

      • 2.

        Een lid en een plaatsvervanger houden op lid te zijn van een raadscommissie indien zij niet meer voldoen aan de in artikel 5 derde lid, gestelde eisen.

      • 3.

        De raad kan een lid ontslaan op voorstel van de fractie op wiens voordracht het lid is benoemd.

      • 4.

        De raad kan de voorzitter of zijn plaatsvervanger ontslaan.

      • 5.

        Een lid, de voorzitter en hun plaatsvervangers kunnen te allen tijde ontslag nemen. Zij doen daarvan schriftelijk mededeling aan de raad. Het ontslag gaat een maand na de schriftelijke mededeling in of zoveel eerder als hun opvolger is benoemd.

      • 6.

        Indien door overlijden of ontslag een vacature ontstaat, beslist de raad zo spoedig mogelijk over de vervulling daarvan met inachtneming van artikel 4 en 5.

      • 7.

        Indien een fractie blijkens een schriftelijke verklaring aan de voorzitter van de raad niet langer vertegenwoordigd is in de raad, vervalt het lidmaatschap van de commissieleden die op voordracht van die fractie zijn benoemd, van rechtswege.

      Artikel 8

      Griffier en commissiegriffier

      • 1.

        De griffier wijst ter ondersteuning van iedere raadscommissie een medewerker van de griffie aan als commissiegriffier.

      • 2.

        De commissiegriffier is in iedere vergadering aanwezig.

      • 3.

        Bij verhindering of afwezigheid van de commissiegriffier wordt hij vervangen door een medewerker van de griffie.

      • 4.

        De griffier en de commissiegriffier kunnen, indien zij daartoe door de voorzitter worden uitgenodigd, aan de beraadslagingen als bedoeld in deze verordening deelnemen.

    HOOFDSTUK 3

    VERHOUDING TOT HET COLLEGE

    Artikel 9

    Burgemeester en wethouders

    1.De voorzitter, of de (commissie)griffier namens deze, kan de burgemeester, één of meer wethouders en de secretaris uitnodigen in de vergadering aanwezig te zijn en aan de beraadslagingen deel te nemen.

    HOOFDSTUK 4

    VERGADERINGEN

    Paragraaf 1

    Tijdstip van vergaderen en voorbereidingen

    Artikel 10

    Vergaderfrequentie

    • 1.

      In de regel vinden de vergaderingen van de raadscommissie op, aan het begin van ieder kalenderjaar in overleg door de commissievoorzitters, vastgestelde data plaats. De vergaderingen van de raadscommissies beginnen in de regel om 19.00 uur en vinden plaats in het stadhuis.

    • 2.

      Een raadscommissie vergadert voorts indien de voorzitter het nodig oordeelt of indien tenminste twee fracties schriftelijk met opgaaf van redenen daarom verzoeken.

    • 3.

      De voorzitter kan in bijzondere gevallen een andere dag en/of aanvangsuur bepalen of een andere vergaderplaats aanwijzen. Hij voert hierover overleg met de commissiegriffier.

    Artikel 11

    Oproep

    • 1.

      De voorzitter zendt ten minste zeven dagen voor een vergadering de leden een schriftelijke oproep onder vermelding van de dag, tijdstip en plaats van de vergadering.

    • 2.

      De voorlopige agenda en de daarbij behorende stukken, met uitzondering van de in artikel 86, eerste en tweede lid, van de Gemeentewet bedoelde stukken worden tegelijkertijd met de schriftelijke oproep aan de leden verzonden.

    • 3.

      Indien een aanvullende agenda wordt vastgesteld als bedoeld in artikel 12, tweede lid, worden deze agenda en de daarop vermelde voorstellen zo spoedig mogelijk voor aanvang van de vergadering aan de leden gezonden.

    Artikel 12

    De agenda

    • 1.

      Voordat de schriftelijke oproep wordt verzonden, stelt de voorzitter na overleg met de griffier de agenda van de vergadering voorlopig vast.

    • 2.

      In spoedeisende gevallen kan de voorzitter na het verzenden van de schriftelijke oproep vóór de aanvang van een vergadering een aanvullende agenda opstellen.

    • 3.

      Bij aanvang van de vergadering stelt de raadscommissie de agenda vast.

    • 4.

      Leden van de raadscommissie kunnen een voorstel doen om onderwerpen aan de agenda toe te voegen. Een voorstel hiertoe dient negen dagen voor de commissievergadering schriftelijk en gemotiveerd te worden ingediend bij de commissiegriffier. Het voorstel en de motivering worden kenbaar gemaakt aan de commissie. De commissie besluit bij aanvang van de vergadering of het onderwerp al dan niet aan de agenda wordt toegevoegd.

    • 5.

      Wanneer de raadscommissie een onderwerp of voorstel onvoldoende voor de beraadslaging voorbereid acht, kan hij aan het college nadere inlichtingen of advies vragen. De raadscommissie bepaalt in welke vergadering het onderwerp of voorstel opnieuw geagendeerd wordt.

    • 6.

      Op verzoek van een lid of op voorstel van de voorzitter kan de raadscommissie de volgorde van behandeling van de agendapunten wijzigen.

    Artikel 13

    Ter inzage leggen van stukken

    • 1.

      Stukken, die ter toelichting van de onderwerpen of voorstellen op de agenda dienen, worden gelijktijdig met het verzenden van de oproepingsbrief voor de leden van de commissie in het stadhuis ter inzage gelegd. Voor burgers worden de stukken ter inzage gelegd bij het gemeentelijk informatiecentrum. Indien na het verzenden van de oproepingsbrief stukken ter inzage worden gelegd, wordt hiervan mededeling gedaan aan de commissieleden.

    • 2.

      Een origineel van een ter inzage gelegd stuk wordt niet buiten het gemeentehuis gebracht, tenzij met toepassing van artikel 10, tweede lid een andere vergaderplaats is bepaald.

    • 3.

      Indien voor stukken op grond van artikel 86, eerste en tweede lid, van de Gemeentewet geheimhouding is opgelegd, blijven deze stukken in afwijking van het eerste lid, onder berusting van de (commissie)griffier en verleent de (commissie)griffier de leden van de raad inzage.

    Artikel 14

    Openbare kennisgeving

    • 1.

      De vergadering wordt tegelijkertijd met de schriftelijke oproep door aankondiging in het gemeentelijk informatieblad of een huis-aan-huis blad en zo mogelijk door plaatsing op de internetsite van de gemeente ter openbare kennis gebracht.

    • 2.

      De openbare kennisgeving vermeldt:

    • a.

      de datum, aanvangstijd en plaats van de vergadering;

    • b.

      de wijze waarop en de plaats waar een ieder de agenda en de daarbij behorende stukken kan inzien;

    • c.

      de mogelijkheid tot het uitoefenen van het spreekrecht als bedoeld in artikel 17.

    • 3.

      Daarnaast worden de bij de voorlopige agenda behorende stukken, indien digitaal beschikbaar, op de website van de gemeente geplaatst.

    Paragraaf 2

    Orde der vergadering

    Artikel 15

    Presentielijst

    Bij binnenkomst in de vergaderzaal tekent ieder lid onmiddellijk de presentielijst. Aan het einde van elke vergadering wordt die lijst door de commissiegriffier door ondertekening vastgesteld.

    Artikel 16

    Opening vergadering; quorum

    • 1.

      De voorzitter opent de vergadering op het vastgestelde uur, indien meer dan de helft van het aantal zitting hebbende leden aanwezig is.

    • 2.

      Wanneer een kwartier na het vastgestelde tijdstip niet het vereiste aantal leden aanwezig is, bepaalt de voorzitter onder verwijzing naar dit artikel, na voorlezing van de namen der afwezige leden, dag en uur van de volgende vergadering, op een tijdstip dat ten minste vierentwintig uur na het bezorgen van de oproeping is gelegen.

    • 3.

      Op de vergadering, bedoeld in het tweede lid, is het eerste lid niet van toepassing. De raadscommissie kan echter over niet geagendeerde onderwerpen alleen beraadslagen of besluiten, indien blijkens de presentielijst meer dan de helft van het aantal zitting hebbende leden aanwezig is.

Artikel 17

S preekrecht burgers

  • 1.

    Na de opening van de vergadering kunnen andere aanwezigen gezamenlijk gedurende maximaal dertig minuten het woord voeren over geagendeerde onderwerpen.

  • 2.

    Het woord kan niet gevoerd worden over:

  • a.

    een besluit van het gemeentebestuur waartegen bezwaar en beroep openstaan of hebben opengestaan;

  • b.

    over benoemingen, keuzen, voordrachten of aanbevelingen van personen;

  • c.

    zaken waarover een klacht ex artikel 9:1 van de Algemene wet bestuursrecht kan of kon worden ingediend.

  • 3.

    Degene, die van het spreekrecht gebruik wil maken, meldt dit voor de aanvang van de vergadering aan de commissiegriffier. Hij vermeldt daarbij het onderwerp, waarover hij het woord wil voeren, zijn naam, adres en zijn telefoonnummer.

  • 4.

    De voorzitter geeft het woord op volgorde van aanmelding. De voorzitter kan van de volgorde afwijken, indien dit in het belang is van de orde van de vergadering.

  • 5.

    Elke spreker krijgt maximaal vijf minuten het woord. De voorzitter verdeelt de spreektijd evenredig over de sprekers als er meer dan zes sprekers zijn. De voorzitter kan tevens in bijzondere gevallen afwijken van de maximale lengte van de spreektijd.

  • 6.

    De spreker voert het woord, nadat de voorzitter hem dit heeft verleend. Er vindt geen discussie plaats tussen een inspreker en deelnemers van de vergadering. De voorzitter of een lid van de raad doet een voorstel over de behandeling van de inbreng van de burger.

  • 7.

    Degenen die van het spreekrecht gebruik maken krijgen, na de discussie in eerste termijn van de raadscommissie, desgewenst drie minuten de tijd om te reageren op de inbreng in eerste termijn van de raadscommissie. De voorzitter geeft hem het woord.

Artikel 18

Besluitenlijst

  • 1.

    De concept-besluitenlijst van de voorgaande vergadering wordt, zo mogelijk, aan de leden toegezonden gelijktijdig met de schriftelijke oproep. De concept-besluitenlijst wordt gelijktijdig op de internetsite van de gemeente geplaatst.

  • 2.

    Bij het begin van de vergadering worden, zoveel mogelijk, de besluitenlijst van de vorige vergadering vastgesteld.

  • 3.

    De leden, de voorzitter, de burgemeester en de wethouders hebben het recht, een voorstel tot wijziging van de besluitenlijst aan de commissie te doen, indien de besluitenlijst onjuistheden bevatten of niet duidelijk weergeeft hetgeen besloten is. Een voorstel tot verandering dient voor het vaststellen van de besluitenlijst bij de commissiegriffier te worden ingediend.

  • 4.

    De besluitenlijst moet inhouden:

  • a.

    de namen van de voorzitter, de commissiegriffier en de ter vergadering aanwezige leden, alsmede van overige personen die het woord hebben gevoerd;

  • b.

    de namen van de afwezige leden;

  • c.

    een vermelding van agendapunten die aan de orde zijn geweest;

  • d.

    of agenda, notulen en actielijst vastgesteld worden;

  • e.

    of een raadsvoorstel qua informatievoorziening geagendeerd kan worden voor behandeling in de raad;

  • f.

    of en welke fracties van mening zijn dat een raadsvoorstel qua informatievoorziening nog niet kan worden geagendeerd voor behandeling in de raad;

  • g.

    voor agendapunten, niet zijnde raadsvoorstellen, of deze in voldoende mate besproken zijn dan wel voor kennisgeving aangenomen kunnen worden.

  • 5.

    De besluitenlijst worden opgesteld onder de zorg van de commissiegriffier.

  • 6.

    De vastgestelde besluitenlijst worden door de voorzitter en de commissiegriffier ondertekend.

Artikel 19

Spreekregels

  • 1.

    Degenen die aan de beraadslaging deelnemen richten daarbij zich tot de voorzitter.

  • 2.

    Zij voeren het woord over de geagendeerde onderwerpen danwel de orde van de vergadering na het woord gevraagd en van de voorzitter verkregen te hebben.

Artikel 20

Aantal spreektermijnen

  • 1.

    De beraadslaging over een onderwerp of voorstel geschiedt in ten hoogste twee termijnen, tenzij de raadscommissie anders beslist.

  • 2.

    Elke spreektermijn wordt door de voorzitter afgesloten.

  • 3.

    Een lid mag in een termijn niet meer dan eenmaal het woord voeren over hetzelfde onderwerp of voorstel.

  • 4.

    Bij de bepaling hoeveel keer een lid over hetzelfde onderwerp of voorstel het woord heeft gevoerd wordt niet meegerekend het spreken over een voorstel van orde, als bedoeld in artikel 22.

Artikel 21

Spreektijd

Een lid van de commissie kan een voorstel doen over de spreektijd van de leden.

Artikel 22

Voorstellen van orde

  • 1.

    De voorzitter en ieder lid kunnen tijdens de vergadering mondeling een voorstel van orde doen, dat kort kan worden toegelicht.

  • 2.

    Een voorstel van orde kan uitsluitend de orde van de vergadering betreffen.

  • 3.

    Over een voorstel van orde beslist de raadscommissie terstond.

Artikel 23

Handhaving orde; schorsing

  • 1.

    Een spreker mag in zijn betoog niet worden gestoord, tenzij:

  • a.

    de voorzitter het nodig oordeelt hem aan het opvolgen van deze verordening te herinneren;

  • b.

    een lid hem interrumpeert; de voorzitter kan bepalen dat de spreker zonder verdere interrupties zijn betoog mag afronden.

  • 2.

    Indien een spreker zich beledigende of onbetamelijke uitdrukkingen veroorlooft, afwijkt van het in behandeling zijnde onderwerp, een andere spreker herhaaldelijk interrumpeert, dan wel anderszins de orde verstoort, wordt hij door de voorzitter tot de orde geroepen. Indien de spreker hieraan geen gevolg geeft kan de voorzitter hem tijdens de vergadering waarin zulks plaats heeft, over het aanhangige onderwerp het woord ontzeggen.

  • 3.

    De voorzitter kan ter handhaving van de orde de vergadering voor een door hem te bepalen tijd schorsen en - indien na de heropening de orde opnieuw wordt verstoord - de vergadering sluiten.

  • 4.

    De voorzitter kan aan een raadscommissie voorstellen een commissielid het verdere verblijf in de vergadering te ontzeggen indien dit lid door zijn gedragingen de geregelde gang van zaken belemmert.

  • 5.

    Over het in lid 4 opgenomen voorstel wordt niet beraadslaagd. Na aanneming daarvan verlaat het lid de vergadering onmiddellijk. Zo nodig verwijdert de voorzitter hem. Bij herhaling van zijn gedrag kan het lid bovendien voor ten hoogste drie maanden de toegang tot de vergadering worden ontzegd.

Artikel 24

Beraadslaging

  • 1.

    De raadscommissie kan op voorstel van de voorzitter of een lid van de raadscommissie besluiten over één of meer onderdelen van een onderwerp of voorstel afzonderlijk te beraadslagen.

  • 2.

    Op verzoek van een lid van de raadscommissie of op voorstel van de voorzitter kan de raadscommissie besluiten de beraadslaging voor een door hem te bepalen tijd te schorsen, teneinde het college of de leden de gelegenheid te geven tot onderling nader beraad. De beraadslagingen worden hervat nadat de schorsingsperiode is verstreken.

Artikel 25

Deelname aan de beraadslaging door anderen

  • 1.

    De raadscommissie kan bepalen dat anderen mogen deelnemen aan de beraadslaging.

  • 2.

    Een beslissing daartoe wordt op voorstel van de voorzitter of één der leden van de raadscommissie genomen alvorens met de beraadslaging ten aanzien van het aan de orde zijnde agendapunt een aanvang wordt genomen.

  • 3.

    Anderen kunnen niet deelnemen aan de beraadslaging over de orde van de

    vergadering.

Artikel 26

Advies

  • 1.

    Wanneer de voorzitter vaststelt dat een onderwerp of voorstel voldoende is toegelicht sluit hij de beraadslaging, tenzij de raadscommissie anders beslist.

  • 2.

    Nadat de beraadslaging is gesloten, wordt besloten of er een advies aan de raad wordt uitgebracht en hoe de inhoud van het advies luidt.

  • 3.

    In het advies worden de standpunten van alle aanwezige fracties opgenomen.

Artikel 27

Stemming

  • 1.

    Voor het tot stand van een beslissing bij stemming wordt de volstrekte meerderheid vereist van hen die een stem hebben uitgebracht.

  • 2.

    Tenzij de vergadering voltallig is, wordt bij staking van stemmen het nemen van een beslissing uitgesteld tot een volgende vergadering, waarin de beraadslagingen kunnen worden heropend.

  • 3.

    Indien de stemmen staken in een voltallige vergadering of in een ingevolge het tweede lid opnieuw belegde vergadering, is het voorstel niet aangenomen.

  • 4.

    Over adviezen zoals bedoeld in artikel 26 van deze verordening wordt niet gestemd.

    HOOFDSTUK 5

    BESLOTEN VERGADERING

    Artikel 28

    Algemeen

    Op een besloten vergadering zijn de bepalingen van deze verordening van overeenkomstige toepassing voor zover deze bepalingen niet strijdig zijn met het besloten karakter van de vergadering.

    Artikel 29

    Besluitenlijst

    • 1.

      Van een besloten vergadering wordt een afzonderlijke besluitenlijst opgemaakt, die niet openbaar wordt gemaakt tenzij de raadscommissie anders beslist.

    • 2.

      De besluitenlijst van een besloten vergadering wordt niet rondgedeeld, maar ligt uitsluitend voor de leden en het bij de vergadering aanwezige collegelid ter inzage bij de (commissie)griffier.

    • 3.

      De besluitenlijst wordt zo spoedig mogelijk in een besloten vergadering ter vaststelling aangeboden. Tijdens deze vergadering neemt de raadscommissie een beslissing over het al dan niet openbaar maken van deze besluitenlijst. De vastgestelde besluitenlijst wordt door de voorzitter en de commissiegriffier ondertekend.

    Artikel 30

    Geheimhouding

    Voor de afloop van de besloten vergadering beslist de raadscommissie overeenkomstig artikel 86, eerste lid, van de Gemeentewet of omtrent de inhoud van de stukken en het verhandelde geheimhouding zal gelden. De raadscommissie kan besluiten de geheimhouding op te heffen.

    Artikel 31

    Opheffing geheimhouding

    Indien de raad op grond van het gestelde in artikel 25, derde en vierde lid, van de Gemeentewet voornemens is de geheimhouding op te heffen wordt, indien daarom wordt verzocht, in een besloten vergadering met de raadscommissie overleg gevoerd.

    HOOFDSTUK 6

    TOEHOORDERS EN PERS

    Artikel 32

    Toehoorders en pers

    • 1.

      De toehoorders en vertegenwoordigers van de pers kunnen uitsluitend op de voor hen bestemde plaatsen openbare vergaderingen bijwonen.

    • 2.

      Het geven van tekenen van goed- of afkeuring of het op andere wijze verstoren van de orde is verboden.

    • 3.

      De voorzitter is bevoegd, toehoorders die op enigerlei wijze de orde van de vergadering verstoren, te doen vertrekken. Toehoorders die bij herhaling de orde in de vergadering verstoren kan hij/zij voor ten hoogste drie maanden de toegang tot de vergadering ontzeggen.

    Artikel 33

    Geluid- en beeldregistraties

    Degenen die in de vergaderzaal tijdens de raadscommissievergadering geluid- danwel beeldregistraties willen maken doen hiervan mededeling aan de voorzitter en gedragen zich naar zijn aanwijzingen.

    Artikel 34

    Gebruik communicatiemiddelen

    In de vergaderzaal, met inbegrip van de publieke tribune, is tijdens de vergadering telefoneren niet toegestaan. Ander gebruik van mobiele telefoons of andere communicatiemiddelen is toegestaan, voor zover dit gebruik naar het oordeel van de voorzitter geen verstoring van de orde van de vergadering oplevert.

    HOOFDSTUK 7

    SLOTBEPALINGEN

    Artikel 35

    Uitleg verordening

    In de gevallen waarin deze verordening niet voorziet of bij twijfel over de toepassing van de verordening, beslist de raadscommissie op voorstel van de voorzitter.

    Artikel 36

    Inwerkingtreding

    • 1.

      Deze verordening treedt in werking op de dag na publicatie.

    • 2.

      Op dat tijdstip vervalt de Verordening op raadscommissies vastgesteld bij raadsbesluit van 3 april 2012.

    • 3.

      Deze verordening kan worden aangehaald als “Verordening op de raadscommissies 2012-2”.

    Aldus besloten tijdens de vergadering van de raad der gemeente Heerlen van 2 oktober 2012

    griffier, voorzitter,