Organisatie | Nijmegen |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Verordening op de heffing en invordering van een eenmalig rioolaansluitingsrecht 2013 |
Citeertitel | Verordening eenmalig rioolaansluitingsreht 2013 |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | financiën en economie |
Eigen onderwerp |
Geen
Gemeentewet art. 229, 1e lid, aanhef en onderdeel b
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
01-01-2013 | 01-01-2014 | Onbekend | 19-12-2012 Gemeenteblad 2013/008 | Raadsvoorstelnummer 171/2012 |
De raad van de gemeente Nijmegen, bijeen in de openbare vergadering van 19 december 2012;
het burgemeester en wethouders van 20 november 2012, MO10 nr. 12.0012279;
artikel 229, eerste lid, aanhef en onderdeel b, van de Gemeentewet;
vast te stellen de volgende verordening:
Verordening op de heffing en de invordering van een eenmalig rioolaansluitingsrecht 2013
Verordening eenmalig rioolaansluitingsrecht 2013
Artikel 1 Begripsomschrijvingen
Voor de toepassing van deze verordening wordt:
a onder gemeentelijke riolering mede het voor de openbare dienst bestemde gemeentewater begrepen;
b onder eigendom verstaan een roerende of onroerende zaak;
c onder aansluiting van een eigendom verstaan het leggen door de gemeente van een buisleiding van het in de openbare weg aanwezige afvoerstelsel tot aan het eigendom ten behoeve waarvan de aansluiting geschiedt, ertoe dienende om voor dat eigendom een directe of indirecte lozing op de gemeentelijke riolering mogelijk te maken.
Onder de naam eenmalig rioolaansluitingsrecht wordt een recht geheven ter zake van het genot van door het gemeentebestuur verstrekte diensten in verband met het tot stand brengen van een directe of indirecte aansluiting van een eigendom op de gemeentelijke riolering.
Het recht wordt geheven van de aanvrager van de dienst dan wel van degene voor wie de dienst wordt verleend.
Artikel 6 Ontstaan van de belastingschuld
Het recht is verschuldigd bij de aanvang van de dienstverlening.
Artikel 9 Nadere regels door het College van Burgemeester en Wethouders
Het College van Burgemeester en Wethouders kan nadere regels geven voor de heffing en invordering van het eenmalig rioolaansluitingsrecht.
De ‘Verordening eenmalig Rioolaansluitingsrecht 2012’ zoals vastgesteld bij raadsbesluit van 14 december 2011 wordt ingetrokken met ingang van de in het tweede lid van artikel 11 genoemde datum, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.
TOELICHTING OP DE VERORDENING EENMALIG AANSLUITINGSRECHT
Artikel 1 Begripsomschrijvingen
Om duidelijkheid te scheppen over de inhoud van een aantal in de verordening voorkomende begrippen is daarvan een omschrijving opgenomen in artikel 1.
Het belastbaar feit is de omschrijving van de activiteit waarvoor de belasting in rekening wordt gebracht. In dit geval dus realisatie van een aansluiting op de gemeentelijke riolering.
Degene die de belasting moet betalen, is degene die de gemeente vraagt de riolering aan te leggen. In dit geval dus de aanvrager van de dienst. Over het algemeen is dat de eigenaar van het eigendom, maar het kan ook iemand anders zijn. Daarom staat in de omschrijving dat degene voor wie de gemeente de dienst verleent, belastingplichtig kan zijn. Als de aannemer de aanvraag bijvoorbeeld voor de particulier indient, kan de particulier zo toch de belastingplichtige blijven. De aanslag wordt gestuurd naar degene die het meeste belang heeft bij de dienst.
Een belangrijk element van een heffing gebaseerd op gemeentelijke dienstverlening is dat iemand daadwerkelijk om de dienst vraagt. Dat klinkt in eerste instantie problematischer dan het in de praktijk vaak is. Natuurlijk zitten veel mensen niet te wachten op een gemeentelijke belastingheffing op verzoek, maar de aansluitingsverplichting dwingt in dit geval de aanvraag af.
Artikel 4 Maatstaf van heffing en tarief
Op grond van artikel 219, tweede lid, van de Gemeentewet kan de gemeente belastingen heffen naar heffingsmaatstaven die zij in de belastingverordening bepaalt. Het bedrag mag niet afhankelijk zijn van inkomen, winst of vermogen. De gemeente mag haar belastingen niet naar draagkracht heffen. Alleen het rijk mag inkomensbeleid voeren.
Bij het eenmalig rioolaansluitrecht speelt vooral mee dat er geen sprake is van een zuivere belastingheffing, maar van kostenverhaal van gemeentelijke dienstverlening.
In de verordening wordt een vast bedrag per aansluiting geheven. Dit is een doelmatige en eenvoudige variant. In feite wordt met deze tariefstelling van elke belastingplichtige een bijdrage in de kosten gevraagd.
Dit artikel bepaalt dat de gemeente een aanslag verstuurt. De gemeente neemt dus het initiatief voor de belastingheffing door een aanslagbiljet te sturen.
Artikel 6 Ontstaan van de belastingschuld
Dit artikel bepaalt dat de gemeente direct na indiending van de aanvraag met het kostenverhaal begint.
Artikel 7 Termijnen van betaling
Er is gekozen voor een betaling in één termijn. Lid 2 is opgenomen om een aantal uitzonderingen over onder meer feestdagen in de algemene termijnenwet niet van toepassing te verklaren. Dit is voor gemeentelijke belastingen gebruikelijk.
Met dit artikel is bepaald dat kwijtschelding van deze belasting niet mogelijk is. Het gaat tenslotte om het verhaal van kosten voor dienstverlening op verzoek. Bovendien leidt deze belasting meestal tot waardevermeerdering van het eigendom van de aanvrager.
Artikel 9 Nadere regels door het College van Burgemeester en Wethouders
Dit artikel bepaalt dat het College van Burgemeester en Wethouders uitvoeringtechnische zaken kan regelen.
Ingevolge artikel 139 van de Gemeentewet moet de gemeente het besluit tot het vaststellen, wijzigen of intrekken van belastingverordeningen bekend maken. Bekendmaking geschiedt door middel van publicatie in het Gemeenteblad. In het huis aan huisblad "De Brug" wordt medegedeeld welk besluit is vastgesteld dan wel gewijzigd. De dag van bekendmaking is de dag waarop de uitgave feitelijk verkrijgbaar is. Dit is de datum waarop de tekst van de verordening daadwerkelijk beschikbaar is voor de burger. De datum van ingang van de heffing is vastgelegd in het tweede lid van dit artikel.