Organisatie | Groningen (Gr) |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Verordening op de heffing en invordering van marktgelden 2012 |
Citeertitel | Verordening marktgelden 2012 |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | financiën en economie |
Eigen onderwerp | financiën en belastingen |
Externe bijlagen | Tarieventabel behorende bij de Verordening marktgelden 2012 exb-2017-54592 |
Deze regeling vervangt de Verordening marktgelden 2012;
Artikel 10 bevat een overgangsbepaling
Gemeentewet, art. 229
Geen.
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
01-01-2012 | 01-01-2013 | nieuwe regeling | 09-11-2011 Gemeenteblad, 2011, 101 | GR 11.2773245 |
Onder de naam “marktgeld” worden op grond van deze verordening en de daarbij behorende tarieventabel rechten geheven voor het ter beschikking stellen van een standplaats en voor het door of vanwege de gemeente verstrekken van diensten ten gunste van een standplaats.
Het marktgeld wordt geheven van degene die een standplaats toegewezen heeft gekregen.
Het recht wordt geheven naar de maatstaven en de tarieven opgenomen in de bij deze verordening behorende tarieventabel.
Voor dagplaatsen en standwerkersplaatsen is het belastingtijdvak gelijk aan een marktdag.
Voor vaste standplaatsen en seizoensplaatsen is het belastingtijdvak gelijk aan een kalendermaand.
Het college van burgemeester en wethouders kan nadere regels vaststellen met betrekking tot de heffing en de invordering van het marktgeld.
De ‘Verordening marktgelden 2011’ vastgesteld bij raadsbesluit van 15 december 2010, nr. 8e, wordt ingetrokken met ingang van de in het derde lid genoemde datum van ingang van de heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.
Gedaan te Groningen ter openbare raadsvergadering van 9 november 2011.
De griffier, De voorzitter,
drs. A.G.M. (Toon) Dashorst. dr. J.P. (Peter) Rehwinkel.