Organisatie | Utrechtse Heuvelrug |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Verordening maatschappelijke participatie schoolgaande kinderen Wet werk en bijstand. |
Citeertitel | Verordening maatschappelijke participatie schoolgaande kinderen Wet werk en bijstand. |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | maatschappelijke zorg en welzijn |
Eigen onderwerp |
Geen
Wet werk en bijstand, art. 8, eerste lid, onderdeel g
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
31-08-2012 | 01-01-2012 | nieuwe regeling | 02-07-2012 Gemeentenieuws, 23-08-2012 | Onbekend |
De raad van de gemeente Utrechtse Heuvelrug;
gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 15 mei 2012;
gelet op artikel 8, eerste lid, onderdeel g, van de Wet werk en bijstand;
overwegende dat het van wezenlijk belang wordt geacht dat kinderen zich door maatschappelijke participatie kunnen ontplooien en ontwikkelen en daarin niet belemmerd worden door de finacnciele postie van de ouder(s), dat gemeenten daaraan dienen bij te dragen door het voeren van beleid, gericht op inkomensondersteuning van ouders met schoolgaande kinderen;
vast te stellen de Verordening maatschappelijke participatie schoolgaande kinderen Wet werk en bijstand.
Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen
1.Alle begrippen die in deze verordening worden gebruikt en die niet nader
worden omschreven hebben dezelfde betekenis als in de Wet werk en
bijstand (Hierna: Wwb), de Algemene wet bestuursrecht (Hierna: Awb) en de Gemeentewet.
Artikel 2. Maatschappelijke participatie
Uitsluitend kosten in verband met maatschappelijke participatie van een ten laste komend kind, dat onderwijs of een beroepsopleiding volgt, komen in aanmerking voor bijstandsverlening op grond van deze verordening. Maatschappelijke participatie voor kinderen betekent: deelnemen aan de maatschappij door mee te doen met activiteiten op het gebied van sport en spel of cultuur. Het doel van de bijstandsverlening voor deze kosten dient te zijn: het voorkomen of doorbreken van een sociaal isolement.
Algemene toelichting Verordening maatschappelijke participatie schoolgaande kinderen Wwb 2012 gemeente Utrechtse Heuvelrug
Kinderen moeten in hun kansen en mogelijkheden tot ontwikkeling niet worden belemmerd door de slechte financiële positie van hun ouders. Maatschappelijke participatie van een kind is van groot belang met het oog op zijn of haar kansen op een zelfredzame toekomst. De wetgever beoogt inkomensondersteuning rechtstreeks aan zoveel mogelijk minderjarige kinderen van de doelgroep ten goede te laten komen en vindt het daarom wenselijk dat categoriale bijzondere bijstand aan deze groep wordt verleend. Dit is vastgelegd in artikel 48 lid 4 Wwb.
Artikel 8 lid 1 onderdeel g Wwb
bepaalt dat de gemeenteraad bij verordening regels moet stellen over het verlenen van categoriale bijzondere bijstand aan een persoon met een hem ten laste komend kind, dat onderwijs of een beroepsopleiding volgt, met betrekking tot de kosten in verband met maatschappelijke participatie van dat kind. Hierbij moet in ieder geval worden bepaald op welke wijze invulling wordt gegeven aan het begrip ‘maatschappelijke participatie’ (artikel 8 lid 2 onderdeel d Wwb).
Deze vorm van categoriale bijzondere bijstand wordt uitsluitend verstrekt aan mensen met maximaal een inkomen van 110% van de op hem van toepassing zijnde bijstandsnorm (artikel 35 lid 9 Wwb).
Artikelsgewijze toelichting Verordening maatschappelijke participatie Wwb 2012 gemeente Utrechtse Heuvelrug.
Er is voor gekozen om begrippen die al zijn omschreven in de Wwb, Awb of de Gemeentewet niet afzonderlijk te definiëren in deze verordening. Dit voorkomt dat in geval van wijziging van betreffende definities in de betreffende wetten ook de Verordening moet worden gewijzigd.
Ten aanzien van het beleid met betrekking tot de voorzieningen voor Maatschappelijke participatie geldt dat deze uitsluitend betrekking mogen hebben op sociaal-culturele, educatieve of sportieve activiteiten. In artikel 1 lid 2 onderdeel d van deze verordening is bepaald dat onder sociaal culturele, educatieve respectievelijk sportieve activiteit wordt verstaan: een maatschappelijke, educatieve, sportieve of culturele activiteit die beoogt een sociaal isolement te voorkomen of te doorbreken.
Artikel 2. Maatschappelijke participatie
In artikel 8 lid 2 onderdeel d Wwb is expliciet bepaald dat de gemeenteraad in de verordening maatschappelijke participatie regels moet stellen over de wijze waarop invulling wordt gegeven aan het begrip ‘maatschappelijke participatie’.
In artikel 2 van deze verordening is aangegeven dat uitsluitend kosten in verband met maatschappelijke participatie in aanmerking komen voor bijstandsverlening op grond van deze verordening.
In artikel 2 van deze verordening is voorts aangegeven dat het oogmerk van maatschappelijke participatie het voorkomen of doorbreken van een sociaal isolement is.
Bij de invulling van het begrip maatschappelijke participatie is rekening gehouden met het feit dat van categoriale bijzondere bijstand zoals bedoeld in artikel 35 lid 5 Wwb geen sprake is voor zover het hoofddoel van de vergoeding het subsidiëren van culturele, educatieve of sportieve activiteiten is. Er is slechts sprake van bijstandsverlening indien voor belanghebbenden kosten worden weggenomen die zij anders wel zouden maken. Daarom is voor de toepassing van deze verordening slechts sprake van maatschappelijke participatie indien het oogmerk van bijstandsverlening het voorkomen of doorbreken van een sociaal isolement is.
Deze vergoeding betreft een diplomapakket A voor kinderen in de schoolgaande leeftijd. Het betreft hier een vergoeding tot een bedrag van € 645, - per pakket.
Vergoeding van kosten voor sociaal maatschappelijk verkeer
Voor deelname aan sociaal-culturele activiteiten kan een tegemoetkoming in de kosten volgens de regeling sociaal-culturele activiteiten worden aangevraagd. Tot sociaal-culturele activiteiten worden gerekend: een dagje uit, lidmaatschappen van verenigingen (sport, cultuur), lidmaatschap van de bibliotheek, museumbezoek, abonnement op een krant, tijdschriften, tv, (kabel of digitaal), telefoon, lidmaatschap van de scouting, concertbezoek, enzovoort.
De bijdrage moet per gezin aangevraagd worden; dat wil zeggen dat tegelijk voor alle gezinsleden die in aanmerking willen komen één aanvraag wordt ingediend.
De vergoeding bedraagt € 125,00 voor een kind en € 175,00 voor volwassenen.
Vergoeding voor een internetabonnement voor kinderen vanaf groep 8. Deze vergoeding is voor één kind per gezin en de vergoeding bedraagt maximaal € 120, - per jaar.
Vergoeding van de ouderbijdrage voor de peuterspeelzaal
Een bijdrage voor het bezoek van een kind aan de peuterspeelzaal voor maximaal twee dagdelen per week. De vergoeding bedraagt maximaal € 850, - per jaar. Met ingang van 2013 zal hiervoor een inkomensafhankelijke eigen bijdrage gevraagd worden.
Door te sporten verleggen kinderen grenzen en ontmoeten zij andere kinderen. Meedoen met sport en spel bevordert het plezier en de zelfredzaamheid in de samenleving.
Het sportfonds vergoedt contributie of lesgeld van een sportclub. Ook aanschaf van sportattributen of sportkleding is mogelijk. Het Jeugdsportfonds is voor kinderen in de leeftijd van 4 t/m 18 jaar tot maximaal € 225, - per jaar.
Ook het kunnen meedoen aan culturele activiteiten bevordert plezier en voor later, meer zelfredzaamheid in de samenleving. Het Jeugdcultuurfonds vergoedtcontributie, lesgeld voor een club of lessen op cultureel gebied. Bijvoorbeeld: muziekles, of meedoen aan een toneelclub, scouting of theaterles. Het mag ook gaan om de kosten van attributen of aanschaf van theaterkleding .Het Jeugdcultuurfonds is er voor kinderen in de leeftijd van 4 t/m 18 tot maximaal € 350, - per jaar.
In artikel 4 zijn algemene voorwaarden opgenomen om in aanmerking te komen voor categoriale bijzondere bijstand zoals bedoeld in artikel 35 lid 5 Wwb. In artikel 4 lid 1 van deze verordening wordt voor de duidelijkheid verwezen naar de voorwaarden die volgen uit de wet.
In artikel 4 lid 2 van deze verordening is voorts bepaald dat uitsluitend kosten voor sociaal-culturele, educatieve respectievelijk sportieve activiteiten in verband met ‘maatschappelijke participatie’ zoals bedoeld in artikel 2 in aanmerking komen voor categoriale bijzondere bijstand op grond van deze verordening. Zie in dit verband ook de toelichting bij artikel 2 van deze verordening.
De uitvoering van het verstrekken van categoriale bijzondere bijstand is belegd bij de Regionale Sociale Dienst Kromme Rijn Heuvelrug (RSD).
Het gemeentelijk minimabeleid wordt uitgevoerd door de Regionale Sociale Dienst Kromme Rijn Heuvelrug (RSD). De bovenstaande regelingen dienen te worden aangevraagd middels de aanvraagformulieren die de RSD verstrekt. Het is dus van belang dergelijke bewijsstukken te bewaren.
Vergoedingen uit het Jeugdsportfonds en Jeugdcultuurfonds worden via intermediairs aangevraagd. Ouders vragen de vergoeding aan via tussenpersonen zoals: welzijnsstichting, jeugdzorg, maatschappelijk werk, basisonderwijs, huisarts Centrum Jeugd en Gezin. Ook de RSD medewerkers van het minimaloket te Doorn fungeren als intermediair. De vergoeding wordt niet uitgekeerd aan ouders maar rechtstreeks verstrekt aan de sportclub of culturele instelling.
Deze verordening heeft terugwerkende kracht tot en met 1 januari 2012, aangezien de gemeenteraad per deze datum verplicht is een verordening vast te stellen voor het verlenen van categoriale bijzondere bijstand aan een persoon met een hem ten laste komend kind, dat onderwijs of een beroepsopleiding volgt met betrekking tot de kosten in verband met maatschappelijke participatie van dat kind.