Organisatie | Wijk bij Duurstede |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Vergoedingsregeling reiskosten woon -werkverkeer en verplaatsingskosten Wijk bij Duurstede 2013 |
Citeertitel | Reiskostenvergoeding woon- werkverkeer 2013 |
Vastgesteld door | college van burgemeester en wethouders |
Onderwerp | bestuur en recht |
Eigen onderwerp |
Geen
artikel 18:1:8 van de Collectieve Arbeidsvoorwaardenregeling (CAR) en de Uitwerkingsovereenkomst (UWO)
Geen
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
13-03-2014 | 01-01-2020 | Onbekend | 18-12-2012 www.wijkbijduurstede.nl | Onbekend | |
01-01-2013 | 13-01-2015 | Onbekend | 18-12-2012 www.wijkbijduurstede.nl | Onbekend |
“Vergoedingsregeling reiskosten woon - werkverkeer en verplaatsingskosten Wijk bij Duurstede 2013”
Voor de toepassing van deze regeling wordt verstaan onder:
medewerker: de ambtenaar in de zin van artikel 1:1 lid 1 sub a van de CAR/UWO;
woonplaats: de gemeente waar de medewerker in het persoonsregister is opgenomen;
plaats van tewerkstelling: het gebouw waar en van waaruit de medewerker gewoonlijk zijn werkzaamheden verricht;
standplaats: de gemeente Wijk bij Duurstede;
woongebied: het grondgebied van de gemeente Wijk bij Duurstede of een hieraan grenzende gemeente;
verhuisplicht: indien het dienstbelang dit eist, kan de medewerker de verplichting worden opgelegd in of meer nabij zijn standplaats te gaan wonen (artikel 15:1:17 CAR/UWO);
berekeningsbasis: de begripsomschrijving in artikel 18:1:1 lid 1 onder f van de CAR/UWO;
excessief lange reistijd: een reistijd tussen woonplaats en plaats van tewerkstelling van 1,5 uur of meer (enkele reis);
tabel: de tabel uit de bijlage bij deze regeling volgens welke een vergoeding reiskosten woon-werkverkeer wordt toegekend.
De reiskostenvergoeding woon-werkverkeer wordt, indien de medewerker wegens arbeidsongeschiktheid volledig verhinderd is zijn werkzaamheden te verrichten, beëindigd met ingang van de dag waarop de verhindering 1 maand heeft geduurd. De vergoeding wordt weer toegekend zodra de medewerker zijn werkzaamheden geheel of gedeeltelijk heeft hervat.
Gedurende de periode dat de medewerker ouderschapsverlof geniet, wordt de vergoeding reiskosten woon-werkverkeer aangepast overeenkomstig het werkrooster tijdens de ouderschapsverlofperiode. Bij opname van volledig ouderschapsverlof wordt gedurende de ouderschapsverlofperiode geen reiskostenvergoeding woon-werkverkeer uitbetaald.
In alle gevallen waarin deze regeling niet of niet volledig voorziet, beslissen burgemeester en wethouders.
Bijlage bij de Vergoedingsregeling reiskosten
woon-werkverkeer en verplaatsingskosten 2013
Burgemeester en wethouders van Wijk bij Duurstede;
Gelet op het bepaalde in artikel 3 van de Vergoedingsregeling reiskosten woon-werkverkeer en verplaatsingskosten 2013;
Tabel vergoeding reiskosten woon-werkverkeer
De enkele reisafstand woon – werk wordt bepaald met behulp van de routeplanner ‘Routenet’ volgens de duiding ‘kortste route’.
* 100% van de werkelijke kosten op declaratiebasis.
Wijk bij Duurstede, 18 december 2012.
Burgemeester en wethouders van Wijk bij Duurstede,
Toelichting op de Vergoedingsregeling reiskosten woon-werkverkeer en verplaatsingskosten 2013
Er is een samenhang tussen de diverse artikelen in de CAR/UWO rondom begrippen als verhuisplichtig en niet-verhuisplichtig en de te verlenen vergoeding van reiskosten voor woonwerk-verkeer. Bovendien gaat de CAR/UWO uit van het onderscheid dat de plaats van tewerkstelling is aangemerkt als wel of niet bereikbaar per openbaar vervoer.
De opname van een tweetal algemene uitgangspunten in artikel 2 van de regeling, maakte het mogelijk een eenvoudig toepasbare regeling op te stellen, die rekening houdt met de geografische ligging van Wijk bij Duurstede en de bereikbaarheid per openbaar vervoer.
Dit maakte het wel noodzakelijk ook een nadere bepaling op te nemen over verplaatsingskosten; zie artikel 6. Ook het begrip ‘verhuisplicht’ verdient een nadere toelichting; zie artikel 1.
Zoals de begripsomschrijving al aangeeft, kan in bepaalde situaties aan een medewerker verhuisplicht worden opgelegd (artikel 15:1:17 CAR/UWO).
Enige informatie rondom standplaats en verhuisplicht:
beperking van dit individuele grondrecht is voor medewerkers neergelegd in 15:1:17 CAR/UWO: het dienstbelang. Volgens uitspraak van de CRvB van 20 april 1990 moet de begrenzing van de woonomgeving van de ambtenaar in een functionele relatie staan tot de betrekking. Aan die voorwaarde is voldaan als de grenzen van dit woongebied zodanig zijn vastgesteld dat in redelijkheid kan worden gezegd dat de goede functievervulling te zeer in het gedrang komt als de medewerker daar buiten woont. Nader genuanceerd: wanneer bijvoorbeeld de reistijden excessief lang zijn, of wanneer de medewerker i.v.m. de aard van zijn functie niet snel genoeg op de werkplek aanwezig kan zijn (bijv. brandweercommandant); het aspect van de calamiteiten die zich kunnen voordoen in de gemeente speelt hierbij een rol.
Samenvattend: verhuisplicht door begrenzing van de woonomgeving kan aan de orde zijn bij excessief lange reistijden en/of de gewenste snelheid van aanwezig zijn vanwege de aard van de functie.
Artikel 2 Algemene uitgangspunten
Om de vergoedingsregeling voor reiskosten woon-werkverkeer zo eenvoudig mogelijk uitvoerbaar te maken, waren de volgende voorwaarden essentieel:
Met het loslaten van verhuisplicht, krijgt elke medewerker de ‘status’ niet verhuisplichtig. Artikel 18:1:8 CAR/UWO is nu van toepassing. Dit artikel maakt onderscheid in de hoogte van de reiskostenvergoeding op basis van het feit of de plaats van tewerkstelling wel of niet
bereikbaar is met het openbaar vervoer. In deze regeling is echter uitgangspunt dat de plaats van tewerkstelling voor alle medewerkers wordt aangemerkt als niet bereikbaar met het openbaar vervoer. Hierdoor ontstaat ruimte om medewerkers op basis van een eenvoudig te hanteren tabel reiskostenvergoeding toe te kennen.
Het bepalen van de reisafstand gaat op basis van postcode, straat en huisnummer van het woonadres en de plaats van tewerkstelling. Gekozen is voor de routeplanner van ‘Routenet’. De ‘kortste’ route geldt hierbij als uitgangspunt.
De keuze viel op Routenet omdat deze routeplanner, gegeven de ligging van Wijk bij Duurstede, in nagenoeg alle gevallen de meest gebruikelijke reisroute weergeeft. Daarnaast is Routenet het meest gebruiksvriendelijk.
Medewerkers waarvan de afstand woon-werkverkeer 10 km of minder bedraagt ontvangen geen vergoeding voor reiskosten woon-werkverkeer. De onbenutte fiscale ruimte (variërend van ongeveer € 80 tot maximaal ongeveer € 810 per jaar) kan jaarlijks worden benut door een deel van de eindejaarsuitkering onbelast te laten uitkeren. Declaraties vanwege verreden dienstkilometers beperken de onbenutte fiscale ruimte.
Ook voor medewerkers die een reiskostenvergoeding woon-werkverkeer ontvangen, kan sprake zijn van een uitruilmogelijkheid. De fiscale ruimte voor uitruil is het verschil tussen de toegekende reiskostenvergoeding en de fiscaal maximaal onbelast te ontvangen vergoeding.
Er kan sprake zijn van fiscaal onbenutte ruimte o.a. omdat:
Maar let op:voorgaande informatie is doorgaans niet c.q. niet volledig van toepassing als doorgaans op minder dan 5 dagen per week wordt gereisd! Declaraties vanwege verreden dienstkilometers beperken ook hier een mogelijke fiscaal onbenutte ruimte.
Dit artikel geeft de situaties weer waarin geen aanspraak kan worden gemaakt op reiskostenvergoeding.
Artikel 2 van de regeling regelt dat verhuisplicht in beginsel vervalt. Om het toch mogelijk te maken om in bepaalde situaties verhuisplicht op te leggen/vast te stellen, is dit artikel in de regeling opgenomen. Verder kunnen medewerkers met een reisafstand van meer dan 25 kilometer (enkele reis), onder voorwaarden, gebruik maken van de mogelijkheid van ‘verhuisplicht op verzoek’. Deze medewerkers kunnen een tegemoetkoming in de verhuiskosten ontvangen. De reisafstand wordt hiermee korter. Dit resulteert in een verlaging van de reiskostenvergoeding woon-werkverkeer. Voor de gemeente betekent dit een (gedeeltelijk) terugverdienen van de verstrekte tegemoetkoming in de verhuiskosten.
de verplaatsingskostenvergoeding voor zowel de verhuisplichtige medewerker als de medewerker die wordt aangemerkt als ‘verhuisplichtig op verzoek’ is onbelast tot een maximum van € 7.750 (norm 2012) en mits de verhuizing voldoende samenhangt met de functie. Voldoende verband met de functie is in ieder geval aanwezig als:
Als voldoende samenhang van de verhuizing met de functie ontbreekt dan wel niet kan worden aangetoond, wordt de vergoeding gebruteerd.