Organisatie | Utrecht |
---|---|
Organisatietype | Provincie |
Officiële naam regeling | Besluit van gedeputeerde staten van Utrecht van 25 september 2012 , nr. 80BFD9C0, houdende nadere regels op grond van de Algemene subsidieverordening provincie Utrecht (Uitvoeringsverordening Tender Portfoliogarantie energie provincie Utrecht) |
Citeertitel | Uitvoeringsverordening Tender Portfoliogarantie energie provincie Utrecht |
Vastgesteld door | gedeputeerde staten |
Onderwerp | bestuur en recht |
Eigen onderwerp | milieu, subsidies, economische zaken |
Geen.
Algemene subsidieverordening provincie Utrecht, art. 4
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
15-12-2012 | nieuwe regeling | 25-09-2012 Provinciaal blad, 2012, 55 | 80BFD9C0 |
Besluit van gedeputeerde staten van Utrecht van 25 september 2012 , nr. 80BFD9C0, houdende nadere regels op grond van de Algemene subsidieverordening provincie Utrecht (Uitvoeringsverordening Tender Portfoliogarantie energie provincie Utrecht).
Gedeputeerde staten van Utrecht;
Gelet op artikel 35 (Klimaat en energie) en artikel 4 van de Algemene subsidieverordening provincie Utrecht;
De provincie de financiering van collectieve energieprojecten door banken wil ondersteunen zodat de energietransitie versneld vorm krijgt;
Het gewenst is dit te bereiken door het gedeeltelijk afdekken van de risico’s van energieprojecten op het gebied van duurzame energie en energiebesparing zodat deze projecten daadwerkelijk kunnen worden gefinancierd en gerealiseerd.
De provincie biedt via een tender aan een portfoliogarantie met een bank te sluiten. Een bank kan dan een deel van het risico voor de financiering van een portfolio van energieprojecten afdekken.
Besluiten: De Uitvoeringsverordening Tender Portfoliogarantie energie provincie Utrecht vast te stellen.
In deze verordening wordt verstaan onder:
Bank: een bank zoals gedefinieerd in de Wet op het financieel toezicht of een aan een bank gelieerd beleggingsinstelling, al dan niet via een beheerder, zoals gedefinieerd in de Wet op het financieel toezicht waarbij de bank, of de beleggingsinstelling handelt op grond van een vergunning van de Autoriteit Financiële Markten;
Energieproject: project waarmee duurzame energie wordt opgewekt of energie wordt bespaard waarbij een CO2-reducerende techniek wordt gebruikt waarvan de techniek bekend en bewezen is en waarbij de extra investeringskosten in een periode van minimaal vijf en maximaal vijftien jaar worden terugverdiend;
Subsidie kan worden verstrekt voor activiteiten als bedoeld in artikel 35 die gericht zijn op het reduceren van de uitstoot van broeikasgassen door onder andere het toepassen van duurzame energie en energiebesparende maatregelen en technieken.
Gedeputeerde Staten kunnen subsidie verstrekken in de vorm van een portfoliogarantie aan de bank die op grond van de tender, zoals opgenomen in artikel 6, is geselecteerd voor de financiering van energieprojecten.
Artikel 8 Vaststelling van de garantie
De garantie wordt vastgesteld zoals opgenomen in de overeenkomst met de bank met betrekking tot de portfoliogarantie.
Artikel 10 Verplichtingen subsidieontvanger
Gedeputeerde leggen de verplichtingen aan de subsidieontvanger vast in de overeenkomst die de provincie met de bank sluit.
Artikel 11 Europese regelgeving
Voor zover de activiteiten leiden tot voordeel voor een onderneming wordt de subsidie verstrekt met inachtneming van de Verordening (EG) 1998/2006, PbEU 2006, L379/5, betreffende de-minimissteun of indien mogelijk met inachtneming van de Algemene groepsvrijstellingsverordening (EG) nr. 800/2008, Pb EU2008, L214/3.
Aldus vastgesteld in de vergadering van gedeputeerde staten van Utrecht van dinsdag 25 september 2012. R.C. ROBBERTSEN, voorzitter. H. GOEDHART, secretaris. Uitgegeven 14 december 2012 Gedeputeerde staten van Utrecht, namens hen H. GOEDHART, secretaris
De provincie Utrecht heeft in 2010 het Garantiefonds energie opgezet. Hiermee gaf de provincie een garantie af voor het afdekken van het kredietrisico van een energieproject. De provincie heeft het garantiefonds gewijzigd mede aan de hand van een marktconsultatie. Voor de marktconsultatie zijn verschillende partijen benaderd zoals ondernemers, kenniscentra, banken en adviseurs. De vraag aan de partijen was welke obstakels er zijn bij de financiering van energieprojecten en welke rol de provincie daarbij kan spelen. Uit de marktconsultatie is naar voren gekomen dat de belangrijkste knelpunten liggen bij de financiering van collectief georganiseerde projecten zoals Verenigingen van Eigenaren (VvE’s), energiecoöperaties of Energy Service Companies (ESCO’s). Deze projecten kennen specifieke obstakels, zoals het ledenrisico’s en de beperkte mogelijkheden voor banken om de kredietwaardigheid te beoordelen. Het gaat veelal om nieuwe energieconcepten die zich niet hebben kunnen bewijzen. Voor de banken zijn de transactiekosten en de risico’s bij deze projecten vaak te hoog om dergelijke projecten te kunnen financieren. De provincie wil daarom banken ondersteunen bij opdoen van ervaringen met de financiering van dergelijke energieprojecten. Het instrument waar de provincie voor kiest is een garantstelling. Zonder steun van de provincie kunnen deze groepen niet of tegen ongunstige voorwaarden een financiering van de bank krijgen. De provincie kiest ervoor om een portfoliogarantie aan een bank aan te bieden. Dit betekent dat de provincie de bank uitdaagt een portfolio van energieprojecten op te bouwen zodat meer ervaring kan worden opgedaan. De provincie biedt dan aan om een deel van het risico van deze portfolio op zich te nemen zodat de bank makkelijker de portfolio op kan bouwen en financieren. Regeling als juridische basis voor portfoliogarantie De juridische basis voor het uitzetten van de portfoliogarantie is deze regeling. Op grond hiervan kan de provincie een tender uitschrijven. De tender wordt uitgeschreven door publicatie van een tenderdocument waarin alle selectie- en gunningcriteria staan. Het doel van de tender is dat de provincie de bank kan selecteren die het ‘beste bod’ aan de provincie aanbiedt en waarmee de provincie de overeenkomst voor de portfoliogarantie wil afsluiten. De portfoliogarantie is vormgegeven als subsidieregeling. De reden is dat de Nederlandse rechter heeft bepaald dat garanties in het regime van het bestuursrecht moeten passen zodat bezwaar en beroep mogelijk is. Ook de vorige garantieregeling was als subsidieregeling weergegeven en dit geldt tevens voor het Besluit Borgstelling MKB van het Agentschap NL. Door de portfoliogarantie als subsidieregeling op te zetten sluit de provincie aan bij de huidige praktijk.
In dit artikel zijn verschillende begrippen uitgewerkt. Bij de definitie van de bank is aangesloten bij de definitie van het vorige garantiefonds. Een bank is omschreven als ‘een bank zoals gedefinieerd in de Wet op het financieel toezicht of een aan een bank gelieerd beleggingsinstelling, al dan niet via een beheerder, zoals gedefinieerd in de Wet op het financieel toezicht waarbij de bank, of de beleggingsinstelling handelt op grond van een vergunning van de Autoriteit Financiële Markten’. De definitie is breder dan alleen de definitie van de bank uit de Wet financieel toezicht, omdat dit beter aansluit bij de organisatievorm van sommige banken. De definitie van het energieproject is gelijk aan de definitie uit de voorgaande regeling. De provincie wil het instrument richten op duurzame energie en energiebesparing. Het moet echter wel gaan om bewezen technieken en de terugverdientijd van de extra investeringskosten moet tussen de vijf en vijftien jaar liggen. De reden om een minimum periode van 5 jaar op te nemen is dat dergelijke projecten op grond van de milieuwetgeving toch al gerealiseerd moeten worden. Er is een definitie van een portfoliogarantie opgenomen. Hiermee wordt de overeenkomst bedoeld die de provincie en de bank met elkaar sluiten. In de overeenkomst staan de voorwaarden wanneer de bank de garantie kan inroepen. De regeling is de juridische basis voor het uitzetten van de tender op grond waarvan een bank wordt geselecteerd. De tender wordt uitgezet via publicatie van een tenderdocument. In dit document zijn de voorwaarden opgenomen en zijn de selectie- en gunningcriteria opgenomen op grond waarvan aanvragen van de bank worden beoordeeld. In het tenderdocument staat aangegeven voor welke projecten de portfoliogarantie kan worden ingezet. Artikel 2 Criteria Er is aangegeven dat de subsidiabele activiteiten passen binnen de activiteiten zoals genoemd in artikel 35 van de Algemene subsidieverordening (hierna: ASV). Hierin staat dat Gedeputeerde Staten subsidie kunnen verstekken voor activiteiten in de provincie Utrecht die gericht zijn op 1) het reduceren van de uitstoot van broeikasgassen door onder andere het toepassen van duurzame energie en energiebesparende maatregelen en technieken en b) het opvangen van de gevolgen van klimaatverandering voor de regio. In artikel 4 van de ASV is bepaald dat Gedeputeerde Staten bevoegd zijn om een uitvoeringsverordening vast te stellen. Deze verordening is als zodanig aan te merken.
In dit artikel is opgenomen dat alleen de bank een aanvraag voor subsidie kan indienen. De bank kan slechts een aanvraag indienen na publicatie van het tenderdocument.
Vorm In dit artikel is aangegeven voor welke activiteiten een subsidie kan worden gegeven. De subsidie wordt daarbij verstrekt in de vorm van een portfoliogarantie aan de bank. De bank wordt via een tender geselecteerd. De garantie aan het energieprojecten wordt gegeven op grond van de overeenkomst Portfoliogarantie die de provincie met de bank sluit. De bank selecteert zelf de energieprojecten. De subsidiabele activiteiten bestaan uit de financiering door de bank van energieprojecten.
Het maximale bedrag dat een bank aan garanties kan opvragen bedraagt € 2 miljoen. Dit is het plafond dat in de regeling is opgenomen. Dit bedrag wordt beschikbaar gesteld op grond van de overeenkomst met de bank over de inzet van de portfoliogaranties.
Aanvraag (tender) In dit artikel is de juridische basis voor de tender opgenomen. Er is aangegeven dat Gedeputeerde Staten een tender kunnen uitschrijven die bedoeld is om een bank te selecteren met wie de provincie een overeenkomst tot een portfoliogarantie wil afsluiten. De tender wordt uitgezet door publicatie van het tenderdocument waarin in ieder geval de selectie- en gunningcriteria zijn opgenomen. Alleen een bank kan zich inschrijven voor de tender. De inschrijving is mogelijk na publicatie van de tender. Het aanbod van de bank op de tender is de aanvraag voor de verlening van de subsidie. Dit betekent dat de aanvraag van de bank wordt beschouwd als een aanvraag in de zin van de Algemene wet bestuursrecht. Bij de aanvraag moet de bank de gegevens en bescheiden overleggen zoals die in het tenderdocument zijn opgenomen. De subsidie wordt uiteindelijk verstrekt aan de bank die op grond van het tenderdocument is geselecteerd als de economisch meest voordelige aanvraag.
Er is een aantal weigeringsgronden opgenomen. In het eerste lid staan de gronden waarop Gedeputeerde Staten de aanvraag voor subsidieverlening gaan weigeren. De redenen voor de weigering zijn opgesomd. Een reden voor weigering is als er geen tender is gepubliceerd. Als de bank dan toch een aanvraag indient dan wordt deze geweigerd. Ook als de bank te laat is met indiening. In het tenderdocument wordt een indieningsdatum opgenomen. De aanvraag is dan wel ontvankelijk, maar wordt om inhoudelijke reden niet toegekend. Op deze manier hoeft de provincie de bank geen gelegenheid te geven de aanvraag aan te vullen zoals opgenomen in artikel 4:5 van de Algemene wet bestuursrecht. Daarnaast wordt de aanvraag geweigerd als niet is voldaan aan de selectiecriteria zoals opgenomen in het tenderdocument. Door deze weigeringgrond ook in de regeling op te nemen is er een juridische basis voor een dergelijke weigering. De laatste reden om te weigeren is als Gedeputeerde Staten besluiten de tender in te trekken. Dit besluit kan meerdere redenen hebben die bij de weigering zullen worden gemotiveerd. Er is ook een aantal gronden op grond waarvan Gedeputeerde Staten de aanvraag voor subsidieverlening kunnen weigeren. Dit geldt als de aanvraag van de bank op grond van de gunningcriteria en de beoordelingssystematiek zoals opgenomen in het tenderdocument niet is beoordeeld als economisch meest voordelige aanvraag. De aanvraag van de economisch meest voordelige aanvraag wordt dan wel verleend. Daarnaast kunnen Gedeputeerde Staten de aanvraag weigeren als in onvoldoende mate is voldaan aan de gunningcriteria zoals opgenomen in de tenderprocedure. Dit betekent dus dat de provincie een aanvraag kan weigeren die bijvoorbeeld op alle gunningcriteria heel laag scoort .
Artikel 8 Vaststelling van de garantie
De garantie is vormgegeven als een subsidie. Daarmee wordt aangesloten bij de subsidiesystematiek. Dit betekent dat de subsidie na verloop van tijd moet worden vastgesteld. De vaststelling van de subsidie betekent dat de subsidieverstrekking wordt afgerond. De vaststelling van de subsidie vindt plaats op grond van de afspraken die de provincie maakt in de overeenkomst met de bank.
Artikel 9 Hoogte van de subsidie
In dit artikel is opgenomen dat Gedeputeerde Staten zelf kunnen beslissen over de hoogte van de totale garantie. Dit betekent dat Gedeputeerde Staten het volledige subsidieplafond in één keer kunnen inzetten of in delen. De hoogte van de totale subsidie is opgenomen in het tenderdocument. Na selectie van de bank op grond van de bepalingen in het tenderdocument sluit de provincie een overeenkomst met de bank. Hierin worden nadere afspraken gemaakt over de hoogte van de garantie per project en de voorwaarden die aan de garantie zijn gekoppeld.
Artikel 10 Verplichtingen subsidieontvanger
In de overeenkomst die de provincie met de bank sluit staan ook de verplichtingen die aan de bank worden opgelegd.
Artikel 11 Europese regelgeving
Bij het uitzetten van de garantie door de bank kan sprake zijn van staatssteun als de garantie is bedoeld voor ondernemingen. Voor zover sprake is van staatssteun kan worden gekeken of de staatssteun valt binnen de zogenoemde vrijstellingsverordeningen. Als voldaan is aan alle voorwaarden van deze vrijstellingen dan is het niet nodig een formele goedkeuring van de Europese Commissie te krijgen. Als basis voor de portfoliogarantie hanteert de provincie de regels van de zogenoemde de-minimis-regeling (Verordening (EG) 1998/2006, L379/5, betreffende de-minimissteun). Op grond van deze regeling kan een overheid staatssteun verlenen tot €200.000 in drie belastingjaren. Een vereiste is dan wel dat het collectieve energieproject verklaart dat zij in de afgelopen drie jaar niet meer dan dit bedrag aan andere subsidies of overheidsvoordelen heeft gekregen. Op grond van de de-minimis-regeling kan de provincie een garantie afgeven van maximaal € 1,5 miljoen. Het premievoordeel is dan lager dan de de-inimis-grens (artikel 2 lid 4 onder d van de de-minimis-verordening). De garantie mag niet meer bedragen dan 80% van de onderliggende lening. Wat staatssteun betreft zijn er meer mogelijkheden, zoals de Algemene groepsvrijstellingsverordening (EG) nr. 800/2008, Pb EU2008, L214/3. Het gaat dan om energiebesparende maatregelen die door de onderneming zelf worden genomen of duurzame energie. Op grond van deze verordening kan alleen een garantie worden afgegeven aan MKB’ers. De garantie moet dan verder aan alle voorwaarden van de groepsvrijstelling voldoen.