Organisatie | Roosendaal |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Parkeerverordening Roosendaal 2013 |
Citeertitel | Parkeerverordening Roosendaal 2013 |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | ruimtelijke ordening, verkeer en vervoer |
Eigen onderwerp |
Deze verordening vervangt de Parkeerverordening Roosendaal vastgesteld op 30 september 1999 en laatstelijk gewijzigd bij raadsbesluit van 21 december 2011
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
14-03-2022 | Toevoeging definitie toeristenvergunning | 10-03-2022 | 477619 | ||
06-02-2017 | 14-03-2022 | Toevoeging sub e bij artikel 3, lid 3 i.v.m. bezoekersapp. | 26-01-2017 | 66986 | |
15-02-2016 | 01-01-2016 | 06-02-2017 | Wijziging gegevens vergunning, artikel 5, lid 2 sub c | 04-02-2016 Gemeenteblad 2016 nr. 16351; Roosendaalse Bode 14-2-2016 | AF/2016-05 |
01-01-2013 | 15-02-2016 | nieuwe regeling | 12-12-2012 Gemeenteblad 2012/152, Roosendaalse Bode 23 december 2012 | BC/2012-61 |
De raad van de gemeente Roosendaal,
gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders d.d. 30 oktober 2012,
gelet op artikel 149 van de Gemeentewet en artikel 2a van de Wegenverkeerswet 1994;
gezien het advies van de Commissie Bestuur van 28 november 2012;
Afdeling I. Definities en begripsomschrijvingen
In deze verordening wordt verstaan onder:
parkeren: het gedurende een aaneengesloten periode doen of laten staan van een motorvoertuig, anders dan gedurende de tijd nodig is voor en gebruikt wordt tot het onmiddellijk in- of uitstappen van personen dan wel het onmiddellijk laden of lossen van goederen, op binnen de gemeente gelegen voor het openbaar verkeer openstaande terreinen of weggedeelten, waarop dit doen of laten staan niet ingevolge een wettelijk voorschrift is verboden;
houder: degene die naar de omstandigheden als houder van een voertuig moet worden beschouwd, met dien verstande dat voor een motorvoertuig dat is ingeschreven in het krachtens de Wegenverkeerswet 1994 aangehouden register van opgegeven kentekens als houder wordt aangemerkt degene op wiens naam het voor het motorvoertuig opgegeven kenteken ten tijde van het parkeren in het register was ingeschreven;e. parkeerapparatuur: parkeermeters, parkeerautomaten, centrale computer en hetgeen naar maatschappelijke opvatting overigens onder parkeerapparatuur wordt verstaan;
Afdeling II. Plaatsen voor vergunninghouders, vergunningen en vergunningbewijzen
Een vergunning kan worden verleend aan:
aan diegene die een beroep of bedrijf uitoefent en die een motorvoertuig bezigt bij het verrichten van herstel- onderhouds- of daarmee gelijk te stellen werkzaamheden in een gebied met belanghebbendenplaatsen en/of parkeerapparatuurplaatsen en die niet in dat gebied is gevestigd indien hij of zij aantoont dat het noodzakelijk is dit motorvoertuig voor het uitoefenen van die werkzaamheden in de onmiddellijke omgeving van de betreffende locatie op belanghebbendenplaatsen en/of parkeerapparatuurplaatsen te parkeren (incidentele vergunning);
een hotel dat bedrijfsmatig en tegen betaling nachtverblijf biedt aan personen, ten behoeve van het parkeren van het motorvoertuig van die personen, terwijl het hotel ligt in een gebied waar belanghebbendenplaatsen en/of mede door vergunninghouders te gebruiken parkeerapparatuurplaatsen aanwezig zijn (toeristenvergunning);
Afdeling III. Verbodsbepalingen
Het is verboden parkeerapparatuur op andere wijze of met andere middelen, dan wel met andere munten dan die welke in de kennisgeving op de parkeerapparatuur staan aangegeven in werking te stellen.