Winkeltijdenverordening Amersfoort 2012

ALGEMENE BEPALINGEN

Begripsbepalingen

In deze verordening wordt verstaan onder:

de wet: de Winkeltijdenwet;

feestdagen: Nieuwjaarsdag, tweede Paasdag, Hemelvaartsdag, tweede Pinksterdag, eerste Kerstdag en tweede Kerstdag.

ontheffingen

Beslistermijn

Burgemeester en wethouders beslissen op een aanvraag om een ontheffing binnen vier weken.

Burgemeester en wethouders kunnen de beslissing voor ten hoogste vier weken verdagen.

Overdracht van de ontheffing

Ontheffingen op grond van deze verordening zijn overdraagbaar als burgemeester en wethouders daarvoor toestemming geven.

De houder die de in het eerste lid bedoelde ontheffing wil overdragen, vraagt daarvoor toestemming aan burgemeester en wethouders. In deze aanvraag vermeldt hij om welke ontheffing het gaat en de naam en adres van de (rechts)persoon aan wie de ontheffing moet worden overgedragen.

Intrekken, wijzigen of weigeren van de ontheffing

Burgemeester en wethouders kunnen een ontheffing intrekken, wijzigen of weigeren indien:

• a.

  er onjuiste of onvolledige gegevens zijn verstrekt bij het aanvragen van de ontheffing;

• b.

  op grond van een verandering van de omstandigheden of inzichten opgetreden na het verlenen van de ontheffing, moet worden aangenomen dat intrekking of wijziging wordt gevorderd door het belang of de belangen ter bescherming waarvan de ontheffing is vereist;

• c.

  het gebruik van de winkel of de uitoefening van een bedrijf anders dan in een winkel op basis van de (aangevraagde) ontheffing gevaar oplevert voor de openbare orde, de veiligheid of het woon- en leefklimaat ter plaatse;

• d.

  de aan de ontheffing verbonden voorschriften en beperkingen niet zijn of worden nagekomen;

• e.

  van de ontheffing geen gebruik wordt gemaakt binnen een daarin gestelde termijn of, bij gebreke van een dergelijke termijn, binnen een redelijke termijn;

• f.

  de houder of zijn rechtverkrijgende dit verzoekt.

Zon- en feestdagenregeling

• 1.

  De verboden, vervat in artikel 2 van de wet, gelden niet op ten hoogste twaalf nader door het college aan te wijzen zon- of feestdagen per kalenderjaar.

• 2.

  De tijden van winkelopenstelling op koopzondagen worden vastgesteld voor het Stadshart en wijkwinkelcentra tussen 12.00 en 17.00 uur en voor de overige winkels tussen 10:00 en 17:00 uur.

• 3.

  De in het eerste lid bedoelde bevoegdheid geldt voor elk deel van de gemeente afzonderlijk.

Openstelling van levensmiddelenwinkels op avonden van zon- en feestdagen

Burgemeester en wethouders kunnen op aanvraag ontheffing verlenen van de in artikel 2, eerste lid, onder a en b van de wet vervatte verboden ten behoeve van winkels, die gesloten zijn op de in die verboden bedoelde zon- en feestdagen tussen 00.00 en 16.00 uur.

Burgemeester en wethouders kunnen voor ten hoogste één winkel per 15.000 inwoners ontheffing verlenen.

De ontheffing wordt slechts verleend indien:

• a.

  de winkel is gesloten tussen 00.00 uur en 16.00 uur;

• b.

  er uitsluitend of hoofdzakelijk eet- en drinkwaren worden verkocht, met uitzondering van sterke drank als bedoeld in artikel 1, eerste lid, van de Drank- en Horecawet;

• c.

  de winkel een verkoopvloeroppervlakte heeft van maximaal 400 m2.

Ontheffing zon- en feestdagenregeling voor afzonderlijke situaties

Burgemeester en wethouders kunnen ontheffing verlenen van de in artikel 2 van de wet vervatte verboden, voor zover deze betrekking hebben op de zon- en feestdagen, ten behoeve van bijzondere gelegenheden van tijdelijke aard en het uitstallen van goederen in geval van:

• a.

  feestelijkheden en bijeenkomsten met een cultureel, religieus of sociaal doel;

• b.

  veilingen;

• c.

  modeshows;

• d.

  festivals;

• e.

  evenementen;

• f.

  herdenkingsplechtigheden;

• g.

  manifestaties;

• h.

  beurzen;

• i.

  braderieën;

• j.

  kermissen;

• k.

  jubilea en openingen;

• l.

  circussen.

De in het eerste lid genoemde ontheffing kan per winkel maximaal 2 keer per kalenderjaar worden verleend.

De aanvraag om ontheffing moet minimaal vier weken voor de geplande activiteit zijn ingediend.

Openstelling van genoemde winkels onder het eerste lid vindt uitsluitend plaats op zon- en feestdagen tussen 09.00 en 21.00 uur.

Verbod straatverkoop bepaalde goederen op zon- en feestdagen

Burgemeester en wethouders kunnen bepalen dat de vrijstelling genoemd in artikel 12 van het Vrijstellingenbesluit Winkeltijdenwet niet geldt voor de gehele gemeente of voor een of meer delen van de gemeente.

Openstelling op werkdagen tussen 22:00 en 06:00 uur (nachtwinkels)

Het college kan op aanvraag ontheffing verlenen van het verbod, bedoeld in artikel 2, eerste lid, onder c, van de wet.

SLOTBEPALINGEN

Deze verordening heet Winkeltijdenverordening Amersfoort 2012.

Inwerkingtreding

Deze verordening treedt in werking één dag na de bekendmaking.

Intrekking voorgaande regeling

De Winkeltijdenverordening 2010 wordt ingetrokken op de dag van de inwerkingtreding van de Winkeltijdenverordening Amersfoort 2012.

De ontheffingen die op grond van de Winkeltijdenverordening 1999, Winkeltijdenverordening 2008 en Winkeltijdenverordening 2010 zijn verleend, worden geacht te zijn verleend op grond van de Winkeltijdenverordening Amersfoort 2012.

Vastgesteld in de openbare vergadering van 4 december 2012.

de griffier, de voorzitter,

PUBLICATIEDATUM:

TOELICHTING OP WINKELTIJDENVERORDENING AMERSFOORT 2008

Artikelsgewijze toelichting.

Ad artikel 1 Begripsbepalingen

Voor de omschrijving van het begrip feestdagen is aansluiting gezocht bij artikel 2 van de wet. Koninginnedag, Goede Vrijdag, Dodenherdenking (4mei), Bevrijdingsdag (5 mei) en 24 december zijn in de wet niet aangemerkt als een feestdag

Ad artikel 3 Overdracht van de ontheffing

De ontheffing heeft naar zijn aard betrekking op het pand waarin het winkelbedrijf wordt uitgeoefend.

De bepaling bindt de overdracht van de ontheffing aan de toestemming van burgemeester en wethouders. Deze tussenkomst geeft het college de gelegenheid om inzicht te krijgen in de handel en wandel van de opvolger Als het gaat om overdracht van een winkelpand aan een andere rechthebbende, moeten burgemeester en wethouders kunnen toetsen of de ontheffing in stand kan blijven of dat er eventueel andere voorschriften aan moeten worden verbonden.

Ad artikel 4 Intrekken, wijzigen of weigeren van de ontheffing

Op grond van artikel 4 kan een ontheffing worden ingetrokken, gewijzigd of geweigerd in verband met het woon- en leefklimaat en de openbare orde. Hierna zijn de weigeringgronden uitgewerkt, deze zijn niet limitatief. Beperking kan plaatsvinden aan de hand van voorschriften die aan de ontheffing zijn verbonden. De weigering- en intrekkinggronden luiden als volgt:

In de nabije omgeving van de winkel kan getypeerd worden als een probleemlocatie door ordeverstoringen en criminaliteit.

De verkeersaantrekkende werking van de winkel zal naar verwachting de veiligheid op de weg in gevaar brengen en/of overlast veroorzaken voor de naburige panden.

Het gebruik van parkeerplaatsen bij winkelbezoek zal naar verwachting overlast of parkeerproblematiek voor de overige gebruikers/bewoners in de nabije omgeving veroorzaken.

• Deze weigeringgronden kunnen analoog worden toegepast in geval van intrekking op grond van gewijzigde omstandigheden (artikel 4 onder b van de verordening). Een voorbeeld van gewijzigde omstandigheden is de verplaatsing van de winkel naar een andere locatie.

• T.a.v. sub e en f: Er wordt gesteld dat het college kan overgaan tot intrekking indien van de ontheffing geen gebruik wordt gemaakt binnen een daarin gestelde termijn of, bij gebreke van een dergelijke termijn, binnen redelijke termijn. Wat als redelijke termijn dient te gelden zal van geval tot geval bepaald moeten worden. In het algemeen mag van de ondernemer verwacht worden dat deze binnen een periode van twee maanden daadwerkelijk van zijn ontheffing gebruik zal maken. Hetzelfde geldt voor een onderbreking van de avondopenstelling. Indien de onderbreking langer dan twee maanden voortduurt, dient de ontheffing in beginsel te worden ingetrokken. Zie ook: artikel 4 onder f van de verordening.

Ad artikel 5 Zon- en feestdagenregeling

Op maximaal 12 zon- en feestdagen per jaar kan afgeweken worden van het sluitingsgebod. Burgemeester en wethouders hebben deze bevoegdheid gedelegeerd gekregen van de gemeenteraad. Voor de toepassing van het artikel kan de gemeente in afzonderlijke delen gesplitst worden.

Ad artikel 6 Openstelling van levensmiddelenwinkels op avonden van zon- en feestdagen

T.a.v. lid 1: Het afwijkende openstellingregime op zon- en feestdagen maakt het noodzakelijk voor winkels die op werkdagen tot 22.00 uur, of met ontheffing tot latere tijdstippen geopend zijn en waar hoofdzakelijk eet- en drinkwaren worden verkocht een afzonderlijk regeling in de verordening op te nemen. Met deze regeling wordt het mogelijk dat deze beperkte groep avondwinkels ook op zondagavond en de avond van een feestdag open kan zijn.

T.a.v. lid 2: er mag maar 1 ontheffing verleend worden per 15.000 inwoners. Dit aantal moet strikt worden toegepast, er mag daarom niet naar boven worden afgerond. Toewijzing van de ontheffing gebeurt op volgorde van aanvraag; wie het eerst komt, die het eerst maalt. T.a.v. lid 3 onder a: de ontheffing kan alleen worden verleend aan winkels die gesloten zijn op zon- en feestdagen vóór 16 uur, ook als die zon- en feestdagen als koopzondag zijn aangewezen. T.a.v. lid 3 onder b: de ontheffing kan alleen worden verleend aan winkels waar hoofdzakelijk eet- en drinkwaren worden verkocht met uitzondering van sterke drank als bedoeld in artikel 1, eerste lid, van de Drank- en Horecawet. Deze uitzondering is opgenomen om overlast door drankgebruik te voorkomen. T.a.v. lid 3 onder d: De gedachte achter de openstelling van winkels op zondagavonden of de avond van een feestdag is dat consumenten buiten reguliere openingstijden ook nog kleine boodschappen kunnen doen. Door een extra voorwaarde op te nemen bij artikel 6 over het aantal meters vloeroppervlak, beperken we de grootschaligheid van deze winkels.

Ad artikel 7 Ontheffing zon- en feestdagenregeling voor afzonderlijke situaties

Het artikel is gebaseerd op artikel 4 van de Winkeltijdenwet. Het betreffen hier dus aanvragen voor ontheffing bovenop de maximaal twaalf toegestane koopzondagen (zie artikel 5 van deze verordening).Het stellen van voorschriften en beperkingen is mogelijk.

T.a.v. lid 1 sub a t/m l.: In lid 1worden gelegenheden genoemd waarvoor ontheffing kan worden verleend, mits dit bijzondere gelegenheden van tijdelijke aard zijn.

T.a.v. lid 4: In verband met de publicatie van aanvragen en/of ontheffingen is bepaald dat de aanvraag om ontheffing minimaal vier weken voor de geplande activiteit moet worden ingediend. Ten aanzien van een later ingediende aanvraag kunnen Burgemeester en Wethouders besluiten deze aanvraag niet in behandeling te nemen.

het College van Burgemeester en Wethouders kan besluiten dat aan alle winkeliers in de

gemeente of het gebied ontheffing verleend kan worden op het moment er een festiviteit plaatsvindt dat als “bijzondere gelegenheid van tijdelijke aard” kan worden aangemerkt.

Ad artikel 8 Verbod straatverkoop van bepaalde goederen op zon- en feestdagen

De vrijstelling betreft het te koop aanbieden en verkopen van voor directe consumptie geschikte eetwaren en alcoholvrije dranken.

Ad artikel 9 Openstelling op werkdagen tussen 22.00 en 06.00 uur

Artikel 7 van de wet geeft de mogelijkheid de openingstijden op werkdagen tussen 22.00 en 06.00 uur te reguleren. Door in afzonderlijke gevallen ontheffing te verlenen. De verordening gaat ervan uit dat voor de nachtelijke openstelling de ontheffing het belangrijkste instrument is. Per geval is dan een afweging te maken of de gewenste openstelling zich verhoudt met belangen van de woon- en leefomgeving en de openbare orde.

Deze vrijstellingen en ontheffingen kunnen onder beperkingen en voorschriften worden verleend.

Ad Artikel 12 In werking treden en 13 Intrekking vorige versie

De wet kent geen overgangsregeling. Ook in de verordening is geen overgangsbepaling opgenomen, behalve de bepaling dat de reeds verleende ontheffingen een nieuwe grondslag in deze verordening krijgen.