Organisatie | Werkendam |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Beleidsregels vermogensvaststelling Wet Werk en Bijstand Werkendam 2013 |
Citeertitel | Onbekend |
Vastgesteld door | college van burgemeester en wethouders |
Onderwerp | maatschappelijke zorg en welzijn |
Eigen onderwerp |
nvt
Gemeentewet; Algemene wet Bestuursrecht, art. 1.3; Wet Werk en Bijstand, art.34
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
01-01-2013 | 01-09-2017 | Onbekend | 18-12-2012 Altena Nieuws, 17-01-2013 | nvt |
Het college van burgemeester en wethouders, in zijn vergadering van 18 december 2012;
Gelet op de Gemeentewet, artikel 1:3 van de Algemene wet Bestuursrecht en artikel 34 van de Wet werk en bijstand;
Gehoord het advies van de cliëntenraad sociale zekerheid van 28 november 2012;
Vast te stellen, de volgende beleidsregels:
BELEIDSREGELS VERMOGENSVASTSTELLING WET WERK EN BIJSTAND WERKENDAM 2013
Artikel 34 van de WWB geeft aan welke bezittingen en middelen tot het vermogen moeten worden gerekend. Ook geeft dit artikel aan hoe de waarde van deze bezittingen en middelen moet worden vastgesteld.
De wet biedt mogelijkheden voor het buiten beschouwing laten van bepaalde vermogensbestanddelen. Het uitgangspunt daarbij is altijd dat het vermogen slechts buiten beschouwing wordt gelaten voor zover dit, gelet op de aard en de hoogte van de uitkering, uit een oogpunt van bijstandsverlening verantwoord is.
Het college heeft dus een bepaalde mate van beleidsvrijheid. In dit kader heeft het college de volgende beleidsregels vastgesteld:
Artikel 1 Vermogensvaststelling
Bij de vermogensvaststelling conform artikel 34 WWB wordt bij aanvang van de bijstandsverstrekking eenmaal de van toepassing zijnde bijstandsnorm (exclusief vakantietoeslag) in mindering gebracht op het vastgestelde vermogen. (Dit geldt zowel bij een aanvraag om algemene bijstand als bij een aanvraag om bijzondere bijstand).
De uitkomst hiervan wordt aangemerkt als het vermogen bij aanvang van de uitkering.
Het college handelt overeenkomstig deze beleidsregel, tenzij dat voor een of meer belanghebbenden gevolgen zou hebben die wegens bijzondere omstandigheden onevenredig zijn in verhouding tot de met de beleidsregel te dienen doelen.
Deze beleidsregels treden in werking op 1 januari 2013.
Het college van burgemeester en wethouders,
De secretaris, de burgemeester,