Organisatie | Hardenberg |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Subsidieverordening particuliere initiatieven op het gebied van Cultuur en Welzijn |
Citeertitel | Subsidieverordening particuliere initiatieven op het gebied van Cultuur en Welzijn |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | maatschappelijke zorg en welzijn |
Eigen onderwerp |
Geen
Gemeentewet, art. 149
Geen
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
03-12-2003 | 01-10-2018 | nieuwe regeling | 25-09-2003 Gemeenteblad, 2003, nr. 28 | Onbekend |
SUBSIDIEVERORDENING PARTICULIERE INITIATIEVEN OP HET GEBIED VAN CULTUUR EN WELZIJN
De raad van de gemeente Hardenberg;
Gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 26 augustus 2003, no. 2003/JKNE/57461;
Gelet op de artikelen 147 en 149 van de Gemeentewet en artikel 4:23 eerste lid van de Algemene wet bestuursrecht;
Subsidieverordening particuliere initiatieven op het gebied van Cultuur en Welzijn
HOOFDSTUK I INLEIDENDE BEPALINGEN
het college van Burgemeester en Wethouders van Hardenberg;
de raad van de gemeente Hardenberg;
kleinschalige voorziening in de accommodatiesfeer en/of functionele inventaris.
Deze verordening heeft ten doel het verstrekken van subsidies in de investeringskosten voor kleinschalige voorzieningen in de accommodatiesfeer en/of voor functionele inventaris aan verenigingen, instellingen en organisaties, die zich bewegen op het terrein van cultuur en welzijn in de gemeente Hardenberg.
De raad stelt jaarlijks bij de vaststelling van de gemeentebegroting een bedrag beschikbaar voor het verlenen van subsidies op grond van deze verordening.
Met ingang van 2004 wordt dit bedrag jaarlijks aangepast conform de "prijsmutatie overheidsconsumptie".
Het door de raad vastgestelde bedrag geldt als een subsidieplafond als bedoeld in artikel 4:25 van de Algemene wet bestuursrecht.
Het jaarlijks beschikbare bedrag wordt verdeeld volgens het principe wie het eerst komt, het eerst maalt.
HOOFDSTUK II DE SUBSIDIEVERLENING
Artikel 7 Uitsluitingen aanspraak op subsidie
Op grond van deze verordening zijn de volgende voorzieningen uitgesloten van subsidie:
De subsidie kan naast de in artikel 4:25 en artikel 4:35 van de Algemene wet bestuursrecht genoemde gevallen geweigerd worden indien gegronde redenen bestaan aan te nemen dat:
Artikel 10 Verplichtingen van de subsidieontvanger
Indien blijkt dat de subsidieontvanger niet aan de in het eerste lid bedoelde verplichting kan voldoen, kan het college, op verzoek van de subsidieontvanger, in bijzondere gevallen uitstel verlenen. De subsidieontvanger dient hiertoe vóór 1 december van het jaar waarin de voorziening gerealiseerd dient te zijn een schriftelijk verzoek bij het college in te dienen.
Aldus vastgesteld in de openbare vergadering
van de raad van de gemeente Hardenberg van 25 september 2003.
De raad voornoemd,
De voorzitter, De griffier.
Artikelsgewijze toelichting bij de Subsidieverordening particuliere initiatieven op het gebied van Cultuur en Welzijn.
HOOFDSTUK I INLEIDENDE BEPALINGEN
In dit artikel wordt een omschrijving gegeven van het begrip voorziening. Een voorziening wordt hier omschreven als een kleinschalige voorziening in de accommodatiesfeer en/of functionele inventaris.
In artikel 3 van de verordening is een maximum bedrag van de investeringskosten genoemd.
Het moet gaan om nieuwe voorzieningen (nieuwbouw of uitbreiding). Dit betekent dat aanvragen die betrekking hebben op (achterstallig) onderhoud niet voor subsidie in aanmerking komen.
Verder wordt in dit artikel een omschrijving gegeven van het begrip investeringskosten.
Bij grondkosten kan ook gedacht worden aan de kosten van het bouwrijp maken van het terrein, het aanleggen van een parkeervoorziening en/ of groenvoorziening.
Aanvragen die zowel een bouwkundige voorziening als inventaris betreffen worden als één project gezien.
Bij subsidieaanvragen voor inventaris dient het te gaan om nieuwe inventaris, niet om vervanging van reeds aanwezige inventaris. Voor vervanging van bestaande inventaris wordt geen subsidie verleend.
In dit artikel is de doelstelling van de verordening weergegeven. Van belang is dat het gaat om subsidie in de investeringskosten. Verder dienen de investeringen betrekking te hebben op voorzieningen op het terrein van cultuur of welzijn in de gemeente Hardenberg.
In dit artikel worden de criteria genoemd waaraan de subsidieaanvragen moeten voldoen. Het gaat om aanvragen van locale verenigingen, instellingen en organisaties, die statutair in de gemeente Hardenberg gevestigd zijn. Aanvragen van regionale en landelijke instellingen komen dus niet voor subsidie in aanmerking.
Om te voorkomen dat er allerlei kleine subsidieaanvragen worden ingediend is er in dit artikel een minimumbedrag opgenomen. Het dient te gaan om voorzieningen waarvan de investeringskosten hoger zijn dan € 2.500,--.
Deze subsidieverordening heeft betrekking op kleinschalige voorzieningen, vandaar dat er ook een maximumbedrag is opgenomen. Het totale investeringsbedrag mag niet meer bedragen dan € 60.000,--.
Het aantal subsidieaanvragen kan per jaar sterk variëren. Ten einde ongewenste overschrijdingen van het beschikbare budget te voorkomen, wordt een subsidieplafond gehanteerd.
Het beschikbare bedrag wordt verdeeld volgens het principe wie het eerst komt, het eerst maalt. Dit betekent dat op het moment dat het beschikbare bedrag is verdeeld er geen subsidieaanvragen meer gehonoreerd kunnen worden. Overschrijding van het subsidieplafond is een weigeringsgrond (zie artikel 4:25, lid 2 van de Algemene wet bestuursrecht). De datum van ontvangst van de aanvraag is in dezen maatgevend.
Artikel 5 Hoogte van de subsidie
De subsidie wordt verleend op basis van de ingediende begroting en bedraagt eenderde deel van de geraamde investeringskosten.
Indien bij de subsidievaststelling blijkt dat de werkelijke investeringskosten lager zijn geweest, dan kan de subsidie op een lager bedrag worden vastgesteld. Er wordt namelijk nimmer meer gesubsidieerd dan het werkelijke exploitatietekort.
HOOFDSTUK II DE SUBSIDIEVERLENING
Subsidieaanvragen kunnen vanaf 1 januari van het jaar voorafgaande aan het jaar waarin de voorziening wordt gerealiseerd bij het college worden ingediend.
Voorzieningen die niet in het daaropvolgende kalenderjaar worden gerealiseerd worden niet in behandeling genomen.
Dit betekent dat de voorbereiding van de te realiseren voorziening op het tijdstip van de subsidieaanvraag in een dusdanig stadium dient te verkeren dat de voorziening in het daaropvolgende kalenderjaar ook daadwerkelijk gerealiseerd kan worden. Zo zal er op het moment van de subsidieaanvraag duidelijkheid moeten zijn over de financiering van de voorziening, alsmede over de bestemmingsplan-technische mogelijkheden.
Artikel 7 Uitsluitingen aanspraak op subsidie
Dit artikel voorkomt een cumulatie van gemeentelijke subsidies.
Alleen voorzieningen die op niet-commerciële basis worden geëxploiteerd komen voor subsidie in aanmerking.
De subsidieaanvraag moet worden ingediend voordat met de realisering van de voorziening is begonnen. Voorzieningen die reeds zijn gerealiseerd komen (uiteraard) niet voor subsidie in aanmerking.
Een bepaalde voorziening komt slechts eenmaal voor subsidie in aanmerking.
In de subsidietitel van de Algemene wet bestuursrecht worden enkele algemene gronden genoemd voor het weigeren van een subsidie (artikel 4:25 en 4:35). Deze gronden hoeven daarom niet in de verordening opgenomen te worden. Artikel 8 bevat daarom een drietal aanvullende algemene weigeringsgronden.
In dit artikel wordt de termijn genoemd waarbinnen het college een beslissing op een subsidieaanvraag neemt.
Artikel 10 Verplichtingen van de subsidieontvanger
Het is de bedoeling dat de voorziening ook daadwerkelijk in het kalenderjaar volgend op het jaar waarin de subsidieaanvraag is ingediend wordt gerealiseerd.
Deze verplichting wordt nadrukkelijk bij de beschikking tot subsidieverlening aan de subsidieontvanger opgelegd.
In bijzondere gevallen kan het college, op verzoek van de subsidieontvanger, hiervan uitstel verlenen.
Artikel 11 Verstrekken van voorschotten
Op grond van dit artikel kan het college, vooruitlopend op de subsidievaststelling, een voorschot verstrekken. Dit artikel is opgenomen om liquiditeitsproblemen bij de subsidieaanvrager te voorkomen.
HOOFDSTUK III DE SUBSIDIEVASTSTELLING
Artikel 12 De aanvraag tot subsidievaststelling
De subsidie wordt vastgesteld naar aanleiding van de aanvraag tot subsidievaststelling. Bij deze aanvraag dient een financiële verantwoording van de gerealiseerde voorziening te worden overlegd.
Indien de aanvrager in gebreke blijft en dus geen aanvraag tot subsidievaststelling indient, kan de subsidie ambtshalve worden vastgesteld.
Op grond van dit artikel dient het college binnen acht weken na ontvangst van de aanvraag de subsidie vast te stellen.
HOOFDSTUK IV SLOT- EN OVERGANGSBEPALINGEN
Dit artikel geeft aan op welk moment de verordening inwerking treedt.
De verordening treedt zes weken na bekendmaking in werking.
Op grond van de Tijdelijke referendumwet mogen gemeentelijke verordeningen niet eerder dan zes weken na de datum van bekendmaking (in het gemeenteblad) in werking treden.