Organisatie | Assen |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Verordening tegemoetkoming in planschade Assen 2008 met betrekking tot aanwijzing en werkwijze adviseur (art.6.1.3.3 Bro) |
Citeertitel | Verordening tegemoetkoming in planschade Assen 2008 met betrekking tot aanwijzing en werkwijze adviseur (art. 6.1.3.3 Bro) |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | bestuur en recht |
Eigen onderwerp | ruimtelijke ordening |
Geen.
Geen
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
01-07-2008 | nieuwe regeling | 05-06-2008 | BB-00452 |
Hoofdstuk 1. Algemene bepalingen
Schade als bedoeld in afdeling 6.1 Wet ruimtelijke ordening en afdeling 6.1 Besluit ruimtelijke ordening |
||
de bepalingen van een bestemmingsplan dan wel één van de andere in artikel 6.1, lid 2 Wro genoemde schadeoorzaken. |
||
aanvraag om tegemoetkoming in de planschade als bedoeld in artikel 6.1 Wro. |
||
degene die een aanvraag om een tegemoetkoming in de planschade indient. |
||
degene die heeft verzocht om ten behoeve van de verwezenlijking van een project een bestemmingsplan vast te stellen, te herzien, een wijzigingsplan of uitwerkingsplan vast te stellen, een ontheffing of nadere eisen te verlenen of een andere planschadeoorzaak als genoemd in artikel 6.1, lid 2 Wro vast te stellen en die met de gemeente een overeenkomst heeft gesloten inhoudende dat geheel of gedeeltelijk voor zijn rekening komt, de schade die rechtstreeks haar grondslag vindt in het besluit op dit verzoek en waarvan aanvrager vergoeding vraagt. |
||
een persoon of commissie, die geen deel uitmaakt van of werkzaam is onder verantwoordelijkheid van het bestuursorgaan, die belast is met advisering over het op de aanvraag te nemen besluit. |
||
een adviescommissie die uit meer dan één persoon bestaat en geen deel uitmaakt van of werkzaam is onder verantwoordelijkheid van het bestuursorgaan, die belast is met advisering over het op de aanvraag te nemen besluit. |
Het bestuursorgaan wijst binnen vier weken, na ontvangst van een ontvankelijke aanvraag om tegemoetkoming in planschade, een adviseur aan die een advies uitbrengt over het op de aanvraag te nemen besluit, tenzij toepassing wordt gegeven aan artikel 6.1.3.1 Bro of aan artikel 4:5 van de Algemene wet bestuursrecht.
Indien aanvrager, eventuele andere belanghebbende bestuursorganen of derde-belanghebbenden zich niet kunnen vinden in de keuze van de adviseur is er de mogelijkheid de adviseur te wraken binnen twee weken na de mededeling van het bestuursorgaan over de keuze van adviseur, indien gemotiveerd wordt aangegeven dat de adviseur niet onafhankelijk dan wel niet deskundig is. Daartoe moet binnen genoemde termijn schriftelijk een verzoek bij het bestuursorgaan worden ingediend.
De adviseur brengt binnen zestien weken na ontvangst van de opdracht een schriftelijk en gemotiveerd conceptadvies aan het bestuursorgaan uit over de gegrondheid van de aanvraag en over de, indien sprake is van een tegemoetkoming in planschade, hoogte van de te vergoeden tegemoetkoming in planschade.
De adviseur zendt binnen zestien weken na de opdrachtverstrekking van het bestuursorgaan een afschrift van het conceptadvies aan de aanvrager en evt. mede- en derde-belanghebbenden, en stelt het bestuursorgaan, de aanvrager en evt. mede- en derde-belanghebbenden in de gelegenheid om binnen vier weken, na verzending van het conceptadvies, schriftelijk een reactie daarop ter kennis van de adviseur uit te brengen.
Bij tijdige ontvangst van eventuele reacties brengt de adviseur binnen vier weken na verloop van de in het derde lid bedoelde termijn een definitief advies uit aan het bestuursorgaan, waarbij tevens een commentaar op de reacties wordt gegeven. De adviseur kan de termijn van vier weken eenmalig met vier weken verlengen, van welke verlenging mededeling wordt gedaan aan het bestuursorgaan, aanvrager en evt. mede- en derde-belanghebbenden.
Deze verordening kan worden aangehaald als Verordening tegemoetkoming in planschade Assen 2008 met betrekking tot aanwijzing en werkwijze adviseur (art. 6.1.3.3 Bro).
Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van 5 juni 2008
De raad voornoemd,
,voorzitter
,griffier
Toelichting op de verordening tegemoetkoming in planschade Assen 2008 met betrekking tot aanwijzing en werkwijze adviseur (art. 6.1.3.3 Bro).
Het college van burgemeester en wethouders heeft in 2005 beleidsregels vastgesteld voor het in behandeling nemen en besluitvorming over planschadeverzoeken als bedoeld in artikel 49 van de Wet op de Ruimtelijke Ordening.
Deze regels zijn deels achterhaald omdat in de nieuwe Wet ruimtelijke ordening en het Besluit ruimtelijke ordening al regels omtrent het in behandeling nemen van een aanvraag om planschade zijn opgenomen. De afdelingen 6.1 van het (nieuwe) Wro en Bro zijn gericht op uniformering en standaardisering van regels over de inrichting en behandeling en de wijze van beoordeling van een aanvraag om een tegemoetkoming in planschade.
Echter, voor één onderdeel van planschade blijft de verplichting gelden een verordening door de gemeenteraad te laten vaststellen.
In artikel 6.1.3.3. van het Bro is bepaald dat bij gemeentelijke verordening, provinciale verordening of bij regeling van de Minister van VROM regels worden gegeven over de aanwijzing van een adviseur, de wijze waarop deze tot een advies komt en over de andere verplichte elementen als genoemd in art. 6.1.3.3.
De regels hebben in ieder geval betrekking op:
In de Memorie van Toelichting op dit artikel is aangegeven dat gemeenten de verplichting hebben een verordening op te stellen over de wijze waarop een adviseur wordt aangewezen en de wijze waarop deze tot een advies komt en de andere verplichte elementen.
Tevens is opgemerkt dat de onafhankelijkheid van de adviseur wellicht al voldoende is gewaarborgd door de begripsomschrijving van "adviseur" in art. 6.1.1.1. Bro te weten:
een persoon, of commissie die geen deel uitmaakt van of werkzaam is onder verantwoordelijkheid van het bestuursorgaan en die belast is met de advisering over de op de aanvraag te nemen beschikking.
Ook wordt er voor gewaarschuwd dat de adviseur niet dezelfde mag zijn als de risicoanalysecommissie die optreedt in het kader van de voorbereiding van bestemmingsplannen of andere ruimtelijke plannen.
Onderhavige verordening voorziet in al deze onderdelen.
Hieronder volgt voor een aantal artikelen of leden een toelichting.
De adviseur moet deskundig en onafhankelijk zijn. De definitie van de adviseur waarin is aangegeven dat deze geen deel uitmaakt van of werkzaam is onder verantwoordelijkheid van het bestuursorgaan voorziet in de onafhankelijkheid. Daarnaast is in de verordening opgenomen dat de adviseur niet dezelfde mag zijn als de adviseur, die een risico-analyse in het kader van voorbereiding van onder andere bestemmingsplannen, opstelt.
Bij de keuze van een adviseur wordt nagegaan of deze gelet op ervaring, expertise en opleiding deskundig is op het gebied van planschade.
Het kan voorkomen dat bestuursorganen van andere overheden ruimtelijke plannen vaststellen die de oorzaak vormen van het indienen van een verzoek om een tegemoetkoming in planschade. In dat geval wordt een commissie ingeschakeld als adviseur.
Indien aanvrager, derde-belanghebbende of andere belanghebbende bestuursorganen twijfelen aan de deskundigheid dan wel onafhankelijkheid van de door de gemeente gekozen adviseur, is de mogelijkheid deze adviseur te wraken.
Ten aanzien van de kosten van rechtsbijstand en andere deskundigenkosten geldt als uitgangspunt de, in de jurisprudentie geldende richtsnoer van de "dubbele redelijkheidstoets", inhoudende dat het inroepen van juridische bijstand redelijk moet zijn en dat ook de kosten daarvan redelijk zijn. Rechtsbijstands- en andere deskundigenkosten die zijn gemaakt vóór het, op een objectief en zorgvuldig tot stand gekomen advies van onafhankelijke en deskundige adviseurs, gebaseerd besluit vallen niet onder deze vergoeding.