Organisatie | Bunschoten |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Verordening op de heffing en de invordering van havengeld Bunschoten 2013 |
Citeertitel | Verordening havengeld Bunschoten 2013 |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | financiën en economie |
Eigen onderwerp |
Met de inwerkingtreding van deze verordening is de Verordening havengeld Bunschoten 2012" van 12 december 2011 ingetrokken.
Gemeentewet, art. 229, eerste lid, aanhef en onderdeel a
Geen
Datum inwerkingtreding |
Terugwerkende kracht tot en met |
Datum uitwerkingtreding |
Betreft |
Datum ondertekening Bron bekendmaking |
Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
01-05-2013 | 24-12-2013 | Artikel 5 |
06-06-2013 Gemeenteblad 2013, 4 |
Onbekend | |
20-12-2012 | 01-05-2013 | nieuwe regeling |
13-12-2012 Gemeenteblad 2012, 8 |
833f |
De raad van de gemeente Bunschoten;
gezien het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 7 december 2012, nr. 833;
gelet op artikel 229, eerste lid, aanhef en onderdeel a, van de Gemeentewet;
"Verordening op de heffing en de invordering van havengeld 2013"
Onder de naam havengeld wordt een recht geheven voor het genot van door of vanwege het gemeentebestuur verstrekte diensten, bestaande uit het ter beschikking stellen van een ligplaats of het voor anker gaan in de gemeentelijke haven.
Belastingplichtig is de schipper, de reder, de eigenaar van het vaartuig, degene aan wie het vaartuig in gebruik is gegeven of degene die als vertegenwoordiger van één van dezen optreedt.
Artikel 7 Tijdstip ontstaan belastingschuld
Het havengeld is verschuldigd bij de aanvang van het kalenderjaar, of indien de belastingplicht in de loop van het jaar aanvangt, bij de aanvang van de belastingplicht.
Artikel 8 Wijze van heffing en tijdstip van betaling
In afwijking van artikel 9, eerste lid, van de Invorderingswet 1990 moet het havengeld voor dag-, week- en kwartaalbedragen worden voldaan op het tijdstip waarop de kennisgeving als bedoeld in het eerste lid wordt uitgereikt.
In afwijking van artikel 9, eerste lid, van de Invorderingswet 1990 moet het havengeld voor jaarbedragen, die worden opgelegd in het belastingjaar waarop zij betrekking heeft, worden betaald in twee gelijke termijnen waarvan de eerste vervalt op de laatste dag van de maand volgend op de maand die in de dagtekening van de nota is vermeld en de volgende termijn een maand later.
In afwijking van lid 4a geldt dat, zolang de verschuldigde bedragen door middel van automatische betalingsincasso van de betaalrekening van de belastingschuldige worden afgeschreven, de jaarnota moeten worden betaald in zoveel gelijke termijnen als er na de maand van dagtekening van de nota nog maanden in het belastingjaar overblijven, met dien verstande dat het aantal termijnen tenminste acht bedraagt. De eerste termijn vervalt een maand na de dagtekening van de nota en elk van de volgende termijnen telkens een maand later.
In afwijking van artikel 9, eerste lid, van de Invorderingswet 1990 moeten andere jaarbedragen dan genoemd in de leden 4a en 4b, worden betaald in twee gelijke termijnen waarvan de eerste vervalt op de laatste dag van de maand volgend op de maand die in de dagtekening van de nota is vermeld en de volgende termijn een maand later.
De Algemene termijnenwet is niet van toepassing op de in het tweede, derde en vierde lid gestelde termijnen.
Van het havengeld dat wordt geheven naar een termijn van een jaar, wordt indien de belastingplicht in de loop van het kalenderjaar eindigt, ontheffing verleend over zoveel twaalfde gedeelten van het geheven bedrag als er in dat jaar na de beëindiging van de belastingplicht nog volle maanden in het kalenderjaar overblijven.
Indien een vaartuig wordt vervangen door een ander vaartuig, wordt het voor het vervangende vaartuig over de nog niet verstreken maanden van de lopende termijn verschuldigde havengeld op schriftelijke aanvraag van de belastingplichtige verrekend met het verschuldigde havengeld over die maanden voor het vervangende vaartuig, met dien verstande, dat, indien het laatstgenoemd havengeld lager is dan het betaalde, teruggave van het verschil niet plaatsvindt.
Van het geheven havengeld wordt geen kwijtschelding verleend als bedoeld in artikel 26 van de Invorderingswet 1990 (Stb. 221).
Artikel 11 Nadere regels door het college van burgemeester en wethouders
Het college van burgemeester en wethouders kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en de invordering van havengeld.
Artikel 12 Inwerkingtreding en citeertitel
De "Verordening havengeld Bunschoten 2012" van 12 december 2011, wordt ingetrokken met ingang van de in het derde lid genoemde datum van ingang van de heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.