Organisatie | Assen |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Reglement van orde voor de vergaderingen van de raad van de gemeente Assen |
Citeertitel | Reglement van orde voor de raad van de gemeente Assen |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | bestuur en recht |
Eigen onderwerp | algemeen bestuur |
geen
Geen
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
01-07-2014 | 15-09-2015 | technische wijzigingen, artikel 1, 7 lid 1, 12 lid 1, 12 lid 4. | 19-06-2014 | R-00400 | |
05-11-2008 | 20-06-2014 | nieuwe regeling | 30-10-2008 | BB-00996 |
Artikel 1. Begripsomschrijvingen.
In dit reglement wordt verstaan onder:
Wanneer boven de kandidatenlijst een aanduiding was geplaatst, voert de fractie binnen de raad deze aanduiding als naam. Wanneer geen aanduiding boven de kandidatenlijst was geplaatst, deelt de fractie in de eerste vergadering van de raad aan de voorzitter mee welke naam de fractie in de raad wil voeren.
Artikel 7. Plaatsvervangend raadslid.
De artikelen 10, 11, 12, 13 en 15 van de Gemeentewet zijn van overeenkomstige toepassing op een opvolger.
Paragraaf 1. Tijd van vergaderen; voorbereidingen; college.
Artikel 11 Beschikbaarstelling van stukken
In afwijking van het bepaalde in het eerste lid blijven geheime stukken die vallen onder de beschrijving van artikel 25, eerste dan wel tweede lid, van de Gemeentewet onder berusting van de griffier, die de leden van de raad de inzage verleent.
Paragraaf 2. Het informerend en opiniërend blok, doel en werkwijze.
Artikel 12. Het informerend en opiniërend blok.
Het opiniërend blok wordt beschouwd als commissievergadering als bedoeld in artikel 82 van de Gemeentewet.
Artikel 15. Raadsleden en hun plaatsvervangers.
Een fractie die niet bij de opiniërende bespreking aanwezig kan zijn, zoekt samenwerking met een gelijkgestemde fractie die namens beide partijen het woord voert of levert zijn bijdrage in bij de griffier, die zorgt voor verspreiding onder de bij de bespreking aanwezige leden en de bijdrage opneemt in het verslag.
Paragraaf 3. Het besluitvormend blok.
De leden, de voorzitter, de collegeleden, de griffier en de secretaris hebben het recht een voorstel tot verandering aan de raad te doen als het verslag onjuistheden bevat of niet duidelijk weergeeft hetgeen gezegd of besloten is. Een voorstel tot verandering volgt de in het eerste lid beschreven procedure.
De leden en overige aanwezigen spreken tot de voorzitter vanaf de spreekplaats tenzij de voorzitter toestaat dat zij vanaf hun plaatsen spreken.
Artikel 27. Handhaving orde; schorsing.
De voorzitter roept een spreker tot orde als hij zich beledigende of onbetamelijke uitdrukkingen veroorlooft, afwijkt van het in behandeling zijnde onderwerp, een andere spreker herhaaldelijk interrumpeert, dan wel anderszins de orde verstoort. Wanneer de betreffende spreker hieraan geen gevolg geeft, kan de voorzitter hem gedurende de vergadering waarin zulks plaats heeft over het aanhangige onderwerp het woord ontzeggen.
Op verzoek van een lid of op voorstel van de voorzitter kan de raad besluiten de beraadslaging voor een door hem te bepalen tijd te schorsen teneinde raads-en collegeleden de gelegenheid te geven tot nader beraad. De beraadslagingen worden hervat nadat de schorsingsperiode is verstreken.
Artikel 29. Opsplitsing van de beraadslaging.
De raad kan op voorstel van de voorzitter of een lid besluiten over één of meer onderdelen van een onderwerp of voorstel afzonderlijk te beraadslagen.
Paragraaf 4. procedures bij stemmingen.
Artikel 32. Stemming over zaken.
Voordat hoofdelijke stemming plaatsvindt, bepaalt de voorzitter bij loting een volgnummer van de presentielijst. Bij het daar genoemde lid begint de hoofdelijke stemming tijdens de vergadering. De voorzitter of de griffier roept de leden bij naam op hun stem uit te brengen naar de volgorde van de presentielijst.
Bij hoofdelijke stemming is ieder ter vergadering aanwezig lid dat zich niet van deelneming aan de stemming moet onthouden overeenkomstig het bepaalde in artikel 28 van de Gemeentewet, in alle voorkomende gevallen verplicht zijn stem uit te brengen door uitsluitend het woord “voor” of “tegen” uit te spreken, zonder enige toevoeging.
Heeft een lid zich bij het uitbrengen van zijn stem vergist, dan kan hij deze vergissing nog herstellen voordat het volgende lid gestemd heeft. Merkt het lid zijn vergissing pas later, dan kan hij nadat de voorzitter de uitslag van de stemming bekend heeft gemaakt aantekening vragen dat hij zich heeft vergist; in de uitslag van de stemming brengt dit echter geen verandering.
Artikel 34. Stemming over personen.
Voor het bepalen van de volstrekte meerderheid als bedoeld in artikel 30 van de Gemeentewet telt alleen een behoorlijk ingeleverd stembriefje mee. Onder een niet behoorlijk ingevuld stembriefje wordt verstaan:
Artikel 36. Herstemming over personen.
Een derde stemming volgt als na de tweede stemming niemand de volstrekte meerderheid heeft behaald. Deze derde stemming gaat tussen de twee personen die bij de tweede stemming de meeste stemmen hebben behaald. Zijn bij de tweede stemming de meeste stemmen over meer dan twee personen verdeeld, dan wordt bij een tussenstemming uitgemaakt tussen welke twee personen de derde stemming zal plaatshebben.
Ieder lid van de raad kan tot het sluiten van de beraadslagingen amendementen indienen. Een amendement kan het voorstel inhouden om een geagendeerd voorstel in één of meer onderdelen te splitsen, waarover afzonderlijke besluitvorming zal plaatsvinden. Alleen over amendementen die ingediend zijn door leden van de raad, die de presentielijst getekend hebben en in de vergadering aanwezig zijn kan worden beraadslaagd.
Het verzoek tot het houden van een interpellatie wordt, behalve in naar het oordeel van de voorzitter spoedeisende gevallen, tenminste 48 uur voor de aanvang van de vergadering schriftelijk bij de griffier ingediend. Het verzoek bevat een duidelijke omschrijving van het onderwerp waarover inlichtingen worden verlangd, alsmede de te stellen vragen.
Artikel 44. Schriftelijke vragen.
Schriftelijke beantwoording vindt zo spoedig mogelijk plaats, in ieder geval binnen dertig dagen na de dag van ontvangst. Wanneer beantwoording niet binnen deze termijnen kan plaatsvinden, krijgt de vragensteller daarvan gemotiveerd bericht, waarbij aangegeven wordt binnen welke termijn beantwoording plaats zal vinden. Dit bericht wordt behandeld als een antwoord.
Artikel 47. Verslag; verantwoording.
Een lid van de raad, een wethouder, de burgemeester of de secretaris, die door de gemeenteraad is aangewezen tot lid van het algemeen bestuur van een openbaar lichaam of van een ander gemeenschappelijk orgaan, ingesteld op grond van de Wet gemeenschappelijke regelingen, heeft het recht, eventueel in aansluiting op de behandeling van de lijst van ingekomen stukken óf voor het sluiten van de vergadering, verslag te doen over zaken die in het algemeen bestuur als bedoeld aan de orde zijn. Door de raad gewenste bespreking van dit verslag kan de voorzitter verwijzen naar de desbetreffende bijeenkomst.
Wanneer een lid van de raad een persoon als bedoeld in het eerste lid ter verantwoording wenst te roepen over zijn wijze van functioneren als zodanig, besluit de raad over het toestaan daarvan. De regels voor het vragen van inlichtingen, vastgesteld in artikel 46, zijn van overeenkomstige toepassing.
Wanneer een uitspraak van de raad inhoudende de opzegging van zijn vertrouwen in een lid van de raad, een wethouder, de burgemeester of secretaris, als lid van het algemeen bestuur van een openbaar lichaam of van een ander gemeenschappelijk orgaan, er niet toe leidt dat betrokkene zijn ontslag daartoe indient, kan de raad besluiten tot ontslag als lid van het algemeen bestuur van een openbaar lichaam of van een ander gemeenschappelijk orgaan.
Op een besloten vergadering zijn de bepalingen in hoofdstuk III paragraaf 3 van dit reglement welke gelden voor een openbare vergadering van overeenkomstige toepassing.
Voor de afloop van de besloten vergadering beslist de raad of omtrent de inhoud van de stukken en het verhandelde geheimhouding zal gelden. De raad kan besluiten de geheimhouding op te heffen.
Artikel 51. Opheffing geheimhouding.
Wanneer de raad op grond van artikel 25, derde en vierde lid, artikel 55, tweede en derde lid, of artikel 86, tweede en derde lid, van de Gemeentewet voornemens is de geheimhouding op te heffen wordt, wanneer daarom wordt verzocht door het orgaan dat geheimhouding heeft opgelegd, in een besloten vergadering met het desbetreffende orgaan overleg gevoerd.
Artikel 53. Geluid- en beeldregistraties.
Degenen die in de vergaderzaal tijdens de raadsvergadering geluid- dan wel beeldregistraties willen maken doen hiervan mededeling aan de voorzitter en gedragen zich naar zijn aanwijzingen.
Artikel 54. Verbod gebruik mobiele telefoons.
In de vergaderzaal, met inbegrip van de publieke tribune, is tijdens de vergadering het gebruik, alsmede het stand-by houden van mobiele telefoons of andere elektronische apparatuur, die inbreuk kunnen maken op de orde van de vergadering zonder toestemming van de voorzitter niet toegestaan.