Paragraaf 1 Tijdstip van vergaderen en voorbereidingen
Artikel 10 Vergaderfrequentie
- 1.
a. De vergaderingen vinden in de regel tweemaal per maand plaats
op woensdagavond van 20.00 tot in principe 23.00 uur; de periode
tussen twee vergaderingen bedraagt minimaaltwee weken. De
vergaderingen bestaan achtereenvolgens uit twee gedeelten, te
weten een deel raadsvergadering en een deel raadscommissie.
Onderwerpen kunnen op verschillende manieren worden geagendeerd,
te weten:
b. De raadscommissie kan op voorstel van de voorzitter of van
tenminste drie leden besluiten de vergadering te verdagen als er
in redelijkheid niet voldoende tijd blijkt te zijn om de nog te
behandelen onderwerpen, die de orde van de dag uitmaken, naar
behoren te behandelen.
- 2.
De raadscommissie vergadert voorts indien de voorzitter het
nodig oordeelt of indien tenminste twee fracties schriftelijk
met opgaaf van redenen daarom verzoeken.
- 3.
De voorzitter kan in bijzondere gevallen een andere dag en/of
aanvangsuur bepalen of een andere vergaderplaats aanwijzen. Hij
voert hierover overleg met het presidium.
Artikel 11 Openbaarheid
- 1.
De vergaderingen van de raadscommissie worden in het openbaar
gehouden.
- 2.
De deuren worden gesloten wanneer tenminste een vijfde van het
aantal leden dat depresentielijst heeft getekend daarom verzoekt
of de voorzitter het nodig oordeelt.
- 3.
De vergadering beslist of er achter gesloten deuren wordt
vergaderd.
Artikel 12 Oproep
- 1.
De voorzitter zendt tenminste zeven dagen voor een vergadering
de leden een schriftelijke oproep onder vermelding van de dag,
het tijdstip en de plaats van de vergadering.
- 2.
De voorlopige agenda en de daarbij behorende stukken, met
uitzondering van de in artikel 86, eerste en tweede lid, van de
Gemeentewet bedoelde stukken, worden tegelijkertijd met de
schriftelijke oproep aan de leden verzonden en zo snel mogelijk
in het raadsinformatiesvsteem opgenomen.
- 3.
Indien een aanvullende agenda wordt vastgesteld als bedoeld in
artikel 13, tweede lid, worden deze agenda en de daarop vermelde
voorstellen of onderwerpen zo spoedig mogelijk, doch uiterlijk
48 uur voor aanvang van de vergadering aan de leden
gezonden.
Artikel 13 De agenda
- 1.
Voordat de schriftelijke oproep wordt verzonden, stellen de
voorzitter, de plaatsvervangend voorzitter en de griffier de
voorlopige agenda van de vergadering vast.
- 2.
In spoedeisende gevallen kan de voorzitter na het verzenden van
de schriftelijke oproep tot uiterlijk 48 uur voor de aanvang van
een vergadering een aanvullende agenda opstellen.
- 3.
Bij het begin van de vergadering stelt de raadscommissie de
agenda vast. Op voorstel van een lid of de voorzitter kan de
raadscommissie bij de vaststelling van de agenda onderwerpen aan
de agenda toevoegen of van de agenda afvoeren.
- 4.
Wanneer de raadscommissie een onderwerp of voorstel onvoldoende
voor de beraadslaging voorbereid acht, kan hij aan het College
of de burgemeester nadere inlichtingen of advies vragen. De
raadscommissie bepaalt in welke vergadering het onderwerp of
voorstel opnieuw geagendeerd wordt.
- 5.
Op voorstel van een lid of de voorzitter kan de raadscommissie
de volgorde van behandeling van de agendapunten wijzigen.
Artikel 14 Ter inzage leggen van stukken
- 1.
1.Stukken, die ter toelichting van de onderwerpen of voorstellen
op de agenda dienen, worden gelijktijdig met het verzenden van de schriftelijke
oproep voor een ieder in het gemeentehuis ter inzage gelegd en zo snel mogelijk in het raadsinformatiesvsteem opgenomen.
- 2.
De voorzitter maakt van de ter inzage legging melding in de
openbare kennisgeving, bedoeld in artikel 15. Indien na het
verzenden van de schriftelijke oproep stukken ter inzage worden
gelegd, wordt hiervan mededeling gedaan aan de leden en zo
mogelijk in een openbare kennisgeving.
- 3.
Een origineel van een ter inzage gelegd stuk wordt niet buiten
het gemeentehuis gebracht.
- 4.
Indien voor stukken op grond van artikel 86, eerste en tweede
lid, van de Gemeentewet geheimhouding is opgelegd, blijven deze
stukken in afwijking van het eerste lid, onder berusting van de
griffier en verleent de griffier de leden van de raadscommissie
ter inzage.
Artikel 15 Openbare kennisgeving
- 1.
De vergadering wordt tegelijkertijd met de schriftelijke oproep
door aankondiging op de voor afkondigingen in de gemeente
gebruikelijke wijze ter openbare kennis gebracht.
- 2.
De openbare kennisgeving vermeldt:
a. de datum, aanvangstijd en plaats van de vergadering;
b. de wijze waarop en de plaats waar een ieder de agenda en de
daarbij behorende stukken kan inzien;
c.de mogelijkheid tot het uitoefenen van het spreekrecht als
bedoeld in artikel 18.
Paragraaf 2 Orde van de vergadering
Artikel 16 Presentielijst
Bij binnenkomst in de vergaderzaal tekent ieder lid onmiddellijk de
presentielijst. Aan het einde van elke vergadering wordt die lijst
door de voorzitter en de griffier door ondertekening
vastgesteld.
Artikel 17 Opening vergadering, quorum
- 1.
De voorzitter opent de vergadering op het vastgestelde uur,
indien tenminste de helft van het aantal zitting hebbende leden
aanwezig is.
- 2.
Wanneer een kwartier na het vastgestelde tijdstip niet het
vereiste aantal leden aanwezig is, bepaalt de voorzitter dag en
uur van de volgende vergadering, op een tijdstip dat ten minste
vierentwintig uur na het bezorgen van de schriftelijke oproep is
gelegen.
- 3.
Op de vergadering, bedoeld in het tweede lid, is het eerste lid
niet van toepassing. De raadscommissie kan echter over andere
aangelegenheden alleen beraadslagen of besluiten, indien
blijkens de presentielijst meer dan de helft van het aantal
zitting hebbende leden aanwezig is.
Artikel 18 Spreekrecht burgers
- 1.
Tijdens de commissievergaderingen worden belanghebbenden of hun
vertegenwoordigers in de gelegenheid gesteld het woord te voeren
over onderwerpen, die voorkomen op de agenda van de
vergadering.
- 2.
Het woord kan niet worden gevoerd over:
a. Benoemingen, keuzen, voordrachten of aanbevelingen van
personen;
b. Een gedraging waarover een klacht ex. artikel 9:1 van de
Algemene wet bestuursrecht kan of kon worden ingediend.
- 3.
De belanghebbende of diens vertegenwoordiger die het woord wenst
te voeren dient dit op de dag van de vergadering uiterlijk om
12.00 uur aan te geven bij de griffier, onder vermelding van het
onderwerp waarover gesproken gaat worden. De volgorde van de
sprekers wordt bepaald aan de hand van de gedane
aanmeldingen.
- 4.
Bij de behandeling van het desbetreffende agendapunt geeft,
alvorens de leden van de commissie het woord voeren, de
voorzitter het woord aan degenen die zich hebben aangemeld om
het woord te voeren.
- 5.
De spreektijd in eerste termijn bedraagt per agendapunt ten
hoogste vijf minuten per spreker of verwante groep van sprekers,
met dien verstande dat de totale spreektijd per agendapunt
maximaal vijftien minuten bedraagt. Melden zich per agendapunt
meer dan drie sprekers aan, dan wordt de spreektijd naar
evenredigheid verdeeld over
het aantal spreektijd verlangende personen.
- 6.
Na de behandeling van het agendapunt door de commissie in de
eerste termijn geeft de voorzitter opnieuw het woord aan degenen
die het woord hebben gevoerd over het desbetreffende agendapunt.
De toekenning van spreektijd in de tweede termijn vindt plaats
met overeenkomstige toepassing van het bepaalde in het vorige
lid.
- 7.
In daarvoor in aanmerking komende gevallen kan de voorzitter een
van de vorige leden afwijkende regeling van de spreektijd
hanteren.
- 8.
Degene die het woord voert dient zich te wenden tot de
voorzitter en dient zich te beperken tot zaken, die rechtstreeks
verband houden met het aan de orde zijnde agendapunt. Treedt hij
buiten de orde, dan kan de voorzitter hem het woord
ontnemen.
- 9.
Leden van de raadscommissie en collegeleden kunnen vragen
stellen aan degene die het woord heeft gevoerd; zij gaan niet
met de woordvoerder in discussie.
- 10.
De raadscommissie kan besluiten om de behandeling van een
agendapunt voort te zetten in een volgende vergadering, In dat
geval staat het spreekrecht alleen open voor hen, die zich
voorafgaande aan de eerste vergadering hiervoor hebben aangemeld
en niet toen al in eerste en/of tweede termijn het woord hebben
gevoerd. De raadscommissie besluit op voorstel van de voorzitter
of er sprake zal zijn van een voortgezette of nieuwe
behandeling.
Artikel 19 Adviezenlijst/geluidverslag
- 1.
De ontwerp adviezenliist van de voorgaande vergadering worden
aan de leden toegezonden gelijktijdig met de schriftelijke
oproep. Het geluidverslag van de voorgaande vergadering is via
het raadsinformatiesvsteem raadpleegbaar.
- 2.
Bij het begin van de vergadering wordt de adviezenliist van de
vorige vergadering vastgesteld.
- 3.
De leden, de voorzitter, de burgemeester, de wethouders, de
griffier en de secretaris hebben het recht een voorstel tot
wijziging van de adviezenliist aan de raadscommissie te doen,
indien deze onjuistheden of onduidelijkheden bevat. Een voorstel
tot verandering dient 32 uur voor de vaststelling van de notulen
bij de griffier te worden ingediend. Deze stuurt de voorstellen
meteen ter beoordeling door aan de raadsleden
- 4.
De adviezenliist moet inhouden:
a. de namen van de overige personen die het woord gevoerd hebben
en van de leden die afwezig waren;
b. een vermelding van de zaken ide aan de orde zijn
geweest;
c. een korte samenvatting van het advies van de
raadscommissie;
d. en tijdens de raadsvergadering door B&W gedane
toezeggingen.
- 5.
- De
adviezenliist wordt opgesteld onder de zorg van de
griffier.
- 6.
De vastgestelde adviezenliist wordt door de voorzitter en de
griffier ondertekend.
Artikel 20 Ingekomen stukken
- 1.
Bij de raadscommissie of raad ingekomen stukken, waaronder
schriftelijke mededelingen van het College of de burgemeester
aan de raadscommissie, worden op een lijst geplaatst. Deze lijst
wordt aan de leden van de raadscommissie toegezonden, voor
eenieder ter inzage gelegd en opgenomen in het
raadsinformatiesvsteem. Op grond van een belang, genoemd in art.
10 van de Wet Openbaarheid bestuur kan een ingekomen stuk als
vertrouwelijk worden beschouwd. De griffie verleent in dit geval
de leden van de raad inzage.
- 2.
Op verzoek van een lid van de Raad kan een ingekomen stuk in het
Presidium wordenbehandeld. Het betreffende stuk wordt door de
griffier op de agenda van het Presidium geplaatst.
Artikel 21 Spreekregels
- 1.
De leden, de voorzitter, de burgemeester, de wethouders, de
griffier en de secretaris spreken vanaf hun zitplaats en richten
zich tot de voorzitter.
- 2.
Bij bijzondere gelegenheden kan de voorzitter bepalen dat de in
het eerste lid genoemde personen vanaf een andere plaats
spreken.
Artikel 22 Volgorde sprekers
- 1.
Een lid, de burgemeester, een wethouder, de griffier en de
secretaris voeren het woord na het aan de voorzitter gevraagd en
van hem verkregen te hebben.
- 2.
De volgorde van sprekers kan worden gewijzigd, wanneer het woord
wordt gevraagd over de orde van de vergadering.
- 3.
Een voorstel van orde kan door de voorzitter of een lid worden
gedaan. Over een voorstel van orde beslist de raadscommissie
terstond.
Artikel 23 Aantal spreektermijnen
- 1.
1.De beraadslaging over een onderwerp of voorstel geschiedt in
ten hoogste tweetermijnen, tenzij de raadscommissie anders
beslist.
- 2.
Elke spreektermijn wordt door de voorzitter afgesloten.
- 3.
Een lid mag in een termijn niet meer dan één maal het woord
voeren over hetzelfde onderwerp of voorstel.
- 4.
Bij de bepaling hoeveel malen een lid over hetzelfde onderwerp
of voorstel het woord heeft gevoerd, wordt niet meegerekend het
spreken over een voorstel van orde.
Artikel 24 Spreektijd
Een lid van de raadscommissie kan een voorstel doen over de
spreektijd van de leden.
Artikel 25 Handhaving orde; schorsing
- 1.
Een spreker mag in zijn betoog niet worden gestoord,
tenzij:
a. de voorzitter het nodig oordeelt hem aan het opvolgen van
deze verordening te herinneren;
b. een lid hem interrumpeert. De voorzitter kan bepalen dat de
spreker zonder verdere interrupties zijn betoog zal
afronden.
- 2.
Indien een spreker zich beledigende of onbetamelijke
uitdrukkingen veroorlooft, afwijkt van het in behandeling zijnde
onderwerp, een andere spreker herhaaldelijk interrumpeert, dan
wel anderszins de orde verstoort, wordt hij door de voorzitter
tot de orde geroepen. Indien de spreker hieraan geen gevolg
geeft, kan de voorzitter hem gedurende de vergadering, waarin
zulks plaats heeft, over het aanhangige onderwerp
het woord ontzeggen.
- 3.
De voorzitter kan ter handhaving van de orde de vergadering voor
een door hem te bepalen tijd schorsen en - indien na de
heropening de orde opnieuw wordt verstoord - de vergadering
sluiten.
- 4.
De voorzitter kan de raadscommissie voorstellen aan een lid dat
door zijn gedragingen de geregelde gang van zaken belemmert, het
verdere verblijf in de vergadering te ontzeggen. Over het
voorstel wordt niet beraadslaagd. Na aanneming daarvan verlaat
het lid de vergadering onmiddellijk. Zo nodig doet de voorzitter
hem verwijderen. Bij herhaling van zijn gedrag kan het lid
bovendien voor ten hoogste drie maanden de toegang tot de
vergadering worden ontzegd.
Artikel 26 Beraadslaging
- 1.
De raadscommissie kan op voorstel van de voorzitter of een lid
beslissen over één of meer onderdelen van een onderwerp of
voorstel afzonderlijk te beraadslagen.
- 2.
2.Op voorstel van een lid of de voorzitter kan de raadscommissie
beslissen de beraadslaging voor een door hem te bepalen tijd te
schorsen teneinde het College of de leden de gelegenheid te
geven tot onderling nader beraad. De beraadslagingen worden
hervat nadat de schorsingsperiode verstreken is.
Artikel 27 Deelname aan de beraadslaging door anderen
- 1.
De raadscommissie kan bepalen dat anderen dan de in de
vergadering aanwezige leden van de raadscommissie, de
burgemeester, de wethouders, de secretaris, de griffier en de
voorzitter mogen deelnemen aan de beraadslaging.
- 2.
Een beslissing daartoe wordt op voorstel van de voorzitter of
een lid genomen alvorens met de beraadslaging ten aanzien van
het aan de orde zijnde agendapunt een begin wordt gemaakt.
Artikel 28 Advies
- 1.
Wanneer de voorzitter vaststelt, dat een onderwerp of voorstel
voldoende is toegelicht, sluit hij de beraadslaging, tenzij de
raadscommissie anders beslist.
- 2.
Nadat de beraadslaging is gesloten, beslist de raadscommissie of
er een advies aan de Raad wordt uitgebracht.
- 3.
Indien de raadscommissie een advies aan de Raad uitbrengt
beslissen de leden op voorstel van de voorzitter over de inhoud
van het advies.
- 4.
In het advies worden de standpunten van alle fracties
opgenomen.
Artikel 29 Rondvraag
Op de agenda van de vergadering van de raadscommissie wordt een
rondvraag vermeld direct voorafgaande aan de sluiting.