Organisatie | Uden |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Verordening Burgerinitiatief gemeente Uden |
Citeertitel | Verordening Burgerinitiatief gemeente Uden |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | bestuur en recht |
Eigen onderwerp |
Mogelijkheid burgers indienen raadsvoorstel
Gemeentewet, art. 108 en 147
Nvt
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
17-01-2013 | Nieuwe regeling | 20-12-2012 Udens Weekblad 16-01-2013 | 2012/6618a |
In deze verordening wordt onder een burgerinitiatief verstaan: een voorstel van één of meer initiatiefgerechtigden ter plaatsing op de agenda van de vergadering van de gemeenteraad.
Zo spoedig mogelijk nadat de raad over het burgerinitiatief een besluit heeft genomen, wordt dit besluit bekendgemaakt door kennisgeving van het besluit of van de zakelijke inhoud ervan in een van overheidswege uitgegeven blad of een dag-, nieuws- of huis-aan-huisblad, dan wel op een andere geschikte wijze.
Vastgesteld in de openbare vergadering van 20 december 2012.
de griffier de voorzitter van de raad
drs. M.A.H. Heffels drs. H.A.G. Hellegers
De regeling verstaat onder een burgerinitiatief de mogelijkheid voor de inwoners van gemeente Uden van 18 jaar en ouder om eigen voorstellen bij de raad indienen. Een burgerinitiatief wordt op de agenda van de raad geplaatst als aan de procedurele en inhoudelijke vereisten is voldaan. Er vindt vervolgens reguliere besluitvorming in de raad plaats.
Een burgerinitiatief betreft altijd een ‘uitgewerkt’ voorstel. Een belangrijke voorwaarde is dat er sprake moet zijn van een aantoonbare steun onder de bevolking. Daarom moet het initiatief vergezelt gaan van een lijst met 75 handtekeningen van inwoners van Uden. Om een voorstel te ondersteunen moet je minimaal 16 jaar zijn.
In deze bepalingen wordt gesproken over een “burgerinitiatief” voor de aanduiding van het voorstel dat door een burger bij de gemeenteraad kan worden ingediend. Burgers dienen daartoe een concreet voorstel op schrift te stellen. De griffie kan hierbij ondersteunen en adviseren (zie ook artikel 5).
Uit dit artikel volgt dat de gemeenteraad een burgerinitiatief op de agenda van een raadsvergadering moet plaatsen indien er sprake is van een geldig verzoek. De gemeenteraad zal over het voorstel beraadslagen en vervolgens (eventueel gewijzigd) aannemen of afwijzen. Van een geldig verzoek is sprake als (a) het verzoek door ten minste 75 inwoners van 16 jaar en ouder uit de gemeente Uden wordt ondersteund, (b) het onderwerp van het burgerinitiatief niet in artikel 4 is uitgezonderd en (c) aan de in artikel 5 gestelde procedurele voorwaarden wordt voldaan. In artikel 3 (zie hierna) wordt nader omschreven wanneer een persoon initiatiefgerechtigd is.
Er is gekozen voor een ruimte definitie van initiatiefgerechtigde. Ingezetene (in de zin van artikel 4B van de Kieswet) van de gemeente Uden én 18 jaar of ouder. Om te kunnen onderzoeken of op dat moment wordt voldaan aan de vereisten, zijn verschillende gegevens nodig. Welke dat zijn wordt geregeld in artikel 2, 5 en 6.
De beperkingen die dit artikel stelt aan de inhoud van een burgerinitiatief vloeien vooral voort uit doelmatigheidsoverwegingen. Het is bijvoorbeeld weinig efficiënt om de raad te belasten met de beraadslaging over een onderwerp waarover de raad uiteindelijk geen beslissende bevoegdheid heeft. Een ander argument voor deze uitzondering is, dat de afstand tussen burger en bestuur alleen maar zou worden vergroot als de burger na het doorlopen van de burgerinitiatiefprocedure te horen krijgt dat de raad niets met het burgerinitiatief kan doen, omdat hij ‘er niet over gaat’.
Voor vragen over gemeentelijk beleid staan de burger andere wegen open, zoals het spreekrecht in een commissievergadering of een spreekuur van een wethouder. Om te voorkomen dat het burgerinitiatief andere procedures zoals de bezwaar- of de klachtenprocedure doorkruist, wordt met het oog hierop bepaald dat het burgerinitiatief geen bezwaar tegen een genomen besluit of een klacht over een gedraging van het gemeentebestuur kan inhouden. Hiervoor heeft de burger andere wegen.
Het is evenmin de bedoeling dat voorstellen die eerder in de raad aan de orde zijn geweest (met een termijn van 2 jaar terug) opnieuw onderwerp van bespreking worden als gevolg van een burgerinitiatief. Dit zou de besluitvorming in de raad te zeer kunnen frustreren. Alleen wanneer de situatie ingrijpend is gewijzigd of nieuwe feiten aan het licht komen welke van wezenlijke invloed kunnen zijn op de besluitvorming is een burgerinitiatief mogelijk. In dat geval dient het burgerinitiatief aan te geven welke recente wijzigingen in de situatie, danwel welke nieuwe feiten het indienen van het voorstel rechtvaardigen.
De burgemeester is de voorzitter van de raad. In de meest voorkomende gevallen zal het burgerinitiatief (via de griffie) bij hem ingediend worden. Aan het verzoek zijn een aantal minimumvereisten gesteld. Op grond van deze gegevens kan de gemeente onderzoeken of het verzoek de steun van voldoende daartoe gerechtigde personen heeft.
De burger moet erop kunnen vertrouwen dat de raad zijn voorstel spoedig toetst aan de vereisten en een besluit neemt over de behandeling. Het gaat erom een termijn te kiezen die niet te lang is, maar ook niet zo kort dat ze onvoldoende is om het voorstel te kunnen controleren. Verzoeken waarover de raad niet bevoegd is, kan de raad doorzenden naar het college of de burgemeester als portefeuillehouder.
In dit artikel worden vooral waarborgen gecreëerd voor transparantie bij de afhandeling van een burgerinitiatief door de raad. De verzoeker wordt altijd schriftelijk meegedeeld wat er met het ingediende voorstel gebeurd.