Organisatie | Beesel |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Gedragscode voor raadsleden, fractievertegenwoordigers, en collegeleden gemeente Beesel 2012 |
Citeertitel | Gedragscode voor raadsleden, fractievertegenwoordigers, en collegeleden gemeente Beesel 2012 |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | bestuur en recht |
Eigen onderwerp |
Geen.
Geen.
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
01-01-2013 | nieuwe regeling | 17-12-2012 Gemeenteblad, 2012, 52b | Onbekend. |
Gedragscodes zijn voor gemeenten verplicht op grond van de Gemeentewet. De gemeenteraad stelt zowel voor de eigen leden als voor de bestuurders (wethouders en burgemeester) een gedragscode vast. Dit is vastgelegd in artikel 15 lid 3, artikel 41c lid 2 en artikel 69 lid 2 van de Gemeentewet.
De gedragscode heeft bestuurlijke en politieke relevantie. Leden van de raad, fractievertegen-woordigers en leden van het college zijn op de naleving van gedragscodes aanspreekbaar. Als zij zich er niet aan houden kan dat gevolgen hebben voor hun functioneren en positie. Het rechtskarakter van een gedragscode is dat van een interne regeling in aanvulling op de wettelijke regels.
Naast deze gedragscode bestaan er tevens voorschriften die in andere wet of regelgeving geregeld zijn t.a.v. bijvoorbeeld fraude en valsheid in geschrifte, als ook de onverenigbaarheid van nevenfuncties. Deze voorschriften zijn als zodanig niet in deze code opgenomen.
De code is belangrijk als beoordelingskader voor leden van de raad, fractievertegenwoordigers en leden van het college bij de uitvoering van hun taken. De code bevat zowel normen over hoe in een bepaalde situatie te handelen als regels over procedures die moeten worden gevolgd. Procedure-afspraken vormen een onlosmakelijk onderdeel zijn van de gedragscode en vergroten daarmee de controleerbaarheid.
De code bestaat uit twee onderdelen.
Deel I beschrijft een aantal kernbegrippen van integriteit die dienen als algemene uitgangspunten voor de gedragscode. Daarmee wordt het vraagstuk in een breder kader geplaatst.
Deel II bevat de feitelijke gedragsregels en is als volgt opgebouwd:
N.B. Uit praktische overwegingen wordt in de tekst de hij-vorm gebruikt. Waar ‘hij’ staat, kan echter ook ‘zij’ gelezen worden.
Deel I : Kernbegrippen integriteit
Raadsleden, fractievertegenwoordigers en leden van het college stellen bij hun handelen de kwaliteit van het openbaar bestuur centraal. Integriteit van het openbaar bestuur is daarvoor een belangrijke voorwaarde. De belangen van de gemeente en in het verlengde daarvan die van de burgers, zijn het primaire richtsnoer. Dit houdt in dat de verantwoordelijkheid die met de functie samenhangt wordt aanvaard en dat er de bereidheid is om daarover verantwoording af te leggen.
Verantwoording wordt intern afgelegd aan collega-bestuurders dan wel aan de gemeenteraad maar ook extern aan organisaties en burgers voor wie bestuurders en gekozen volksvertegenwoordigers hun functie vervullen. Een aantal kernbegrippen is daarbij leidend en plaatst integriteit van politiek ambtsdragers in een breder perspectief:
Het handelen van een raadslid, fractievertegenwoordiger of lid van het college is altijd en volledig gericht op het belang van de gemeente en op de organisaties en burgers die daar onderdeel van uit maken.
Het handelen van een raadslid, fractievertegenwoordiger of lid van het college heeft een herkenbaar verband met de functie die hij vervult in het bestuur.
Het handelen van een raadslid, fractievertegenwoordiger of lid van het college wordt gekenmerkt door onpartijdigheid, dat wil zeggen dat geen vermenging optreedt met oneigenlijke belangen en dat ook iedere schijn van een dergelijke vermenging wordt vermeden.
Het handelen van een raadslid, fractievertegenwoordiger of lid van het college is transparant, opdat optimale verantwoording mogelijk is en de controlerende organen volledig inzicht hebben in het handelen van de politiek ambtsdrager en zijn beweegredenen daarbij.
Op een raadslid, fractievertegenwoordiger of lid van het college moet men kunnen rekenen. Die houdt zich aan zijn afspraken. Kennis en informatie waarover hij uit hoofde van zijn functie beschikt, wendt hij aan voor het doel waarvoor die zijn gegeven.
Het handelen van een raadslid, fractievertegenwoordiger of lid van het college is zodanig dat alle organisaties en burgers op gelijke wijze en met respect worden bejegend en dat belangen van partijen op correcte wijze worden afgewogen.
Deze kernbegrippen zijn de toetssteen voor de nu volgende gedragsafspraken.
Een raadslid, fractievertegenwoordiger of lid van het college dat familie- of vriendschapsbetrekkingen of anderszins persoonlijke betrekkingen heeft met een aanbieder van diensten of zaken aan de gemeente Beesel onthoudt zich van deelname aan de beraadslaging en besluitvorming over de betreffende opdracht.
Een raadslid, fractievertegenwoordiger of lid van het college geeft ten behoeve van de openbaarmaking van zijn nevenfuncties en q.q-nevenfuncties (nevenfunctie uit hoofde van het ambt) aan voor welke organisatie hij de functies worden verricht, wat het tijdsbeslag is en of de functies bezoldigd zijn.
Een raadslid, fractievertegenwoordiger of lid van het college behoudt geen inkomsten uit een q.q.-nevenfunctie (nevenfunctie uit hoofde van het ambt), tenzij dat op grond van de wet geheel of gedeeltelijk is toegestaan. Hij bespreekt dit voornemen in het presidium (daar waar het raadsleden en fractievertegenwoordigers betreft) of het college (daar waar het een lid van het college betreft). Daarbij worden tevens afspraken gemaakt met betrekking tot eventuele vergoedingen en de te maken kosten.
4 Geschenken, diensten en uitnodigingenArtikel
Geschenken en giften die een raadslid, fractievertegenwoordiger of lid van het college uit hoofde van zijn functie ontvangt en die een geschatte waarde van meer dan € 70,-vertegenwoordigen zijn eigendom van de gemeente Beesel. Het presidium (in casu raadsleden en fractievertegenwoordigers) of het college (in casu collegeleden) zoekt hiervoor een gemeentelijke bestemming. Geschenken en giften die een geschatte waarde van € 70,- of minder vertegenwoordigen worden wel gemeld, maar kunnen worden behouden.
Een raadslid, fractievertegenwoordiger of lid van het college dat het voornemen heeft uit hoofde van zijn functie een buitenlandse reis te maken of is uitgenodigd voor een buitenlandse reis of werkbezoek op kosten van derden, heeft vooraf toestemming nodig van het bestuursorgaan waar hij deel van uitmaakt. Het gemeentelijk belang van de reis is doorslaggevend voor de besluitvorming.
Een raadslid, fractievertegenwoordiger of lid van het college meldt het voornemen tot een buitenlandse reis of een uitnodiging daartoe in het bestuursorgaan (in geval van fractievertegenwoordigers dient toestemming te worden gevraagd aan de gemeenteraad) waar hij deel van uitmaakt en verschaft daarbij informatie over het doel van de reis, de bijbehorende beleids-overwegingen, de samenstelling van het gezelschap, de geraamde kosten en de wijze waarop van de reis verslag wordt gedaan.
Het ten laste van de gemeente meereizen van de partner van een raadslid, fractievertegenwoordiger of lid van het college naar en in het buitenland is uitsluitend toegestaan als dit gebeurt op uitnodiging van de ontvangende partij en het belang van de gemeente daarmee gediend is. Het meereizen van de partner wordt bij de besluitvorming betrokken.
Het verlengen van een buitenlandse dienstreis voor privédoeleinden is slechts beperkt toegestaan en moet betrokken worden bij de besluitvorming. De extra reis- en verblijfkosten en de fiscale gevolgen komen volledig voor rekening van het betreffende raadslid, fractievertegenwoordiger of lid van het college.