Organisatie | Winterswijk |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Verordening op de heffing en invordering van precariobelasting 2013 |
Citeertitel | Verordening Precariobelasting 2013 |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | financiën en economie |
Eigen onderwerp | Belastingverordening |
Geen
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
01-01-2013 | 01-01-2014 | Nieuwe regeling | 20-12-2012 | 2012, nr. XII-2 sub g |
Onder de naam ‘precariobelasting’ wordt een directe belasting geheven ter zake van het hebben van voorwerpen onder, op of boven voor de openbare dienst bestemde gemeentegrond, bedoeld of genoemd in deze verordening en de daarbij behorende tarieventabel.
In afwijking van het eerste lid wordt, indien de gemeente een vergunning heeft verleend voor het hebben van het voorwerp of de voorwerpen onder, op of boven voor de openbare dienst bestemde gemeentegrond, degene aan wie de vergunning is verleend of diens rechtsopvolger aangemerkt als degene bedoeld in het eerste lid, tenzij blijkt dat hij niet het voorwerp of de voorwerpen onder, op of boven voor de openbare dienst bestemde gemeentegrond heeft.
De precariobelasting wordt niet geheven ter zake van:
De precariobelasting wordt geheven aan de hand van en naar de maatstaven en tarieven opgenomen in de bij deze verordening behorende tarieventabel.
Indien in de tarieventabel voor het hebben van voorwerpen zowel een jaar-, halfjaar-, maand-, week- als dagtarief is opgenomen, is voor de berekening van de precariobelasting het tarief van toepassing dat het meest aansluit bij een terzake door de gemeente verleende vergunning. In de gevallen waarin geen vergunning is verleend, geldt het tarief voor de kleinste tijdseenheid.
Indien de belastingplicht in de loop van het belastingtijdvak aanvangt is de naar jaartarieven geheven precariobelasting verschuldigd voor zoveel twaalfde gedeelten van de voor dat tijdvak verschuldigde belasting als er in dat tijdvak, na de aanvang van de belastingplicht, nog volle kalendermaanden overblijven.
Indien de belastingplicht in de loop van het belastingtijdvak eindigt, bestaat aanspraak op ontheffing voor de naar jaartarieven geheven precariobelasting voor zoveel twaalfde gedeelten van de voor dat tijdvak verschuldigde precariobelasting als er in dat tijdvak, na het einde van de belastingplicht, nog volle kalendermaanden overblijven. Hier dient schriftelijk om te worden verzocht.
Andere precariobelasting dan die bedoeld in artikel 9 is verschuldigd bij de aanvang van het belastbaar feit, tenzij deze over een belastingtijdvak wordt geheven.
In afwijking van het eerste lid geldt, zolang de verschuldigde bedragen door middel van een automatische betalingsincasso kunnen worden afgeschreven en het aanslagbedrag minimaal € 30,00 (zegge: dertig euro) bedraagt, dat de aanslagen moeten worden betaald in zes gelijke maandelijkse termijnen. De eerste termijn vervalt één maand na de dagtekening van het aanslagbiljet en elk van de volgende termijnen telkens een maand later.
Bij de invordering van de precariobelasting wordt geen kwijtschelding verleend.
Het college van burgemeester en wethouders kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en invordering van de precariobelasting.
De ‘Verordening Precariobelasting 2012’ vastgesteld bij raadsbesluit van 22 december 2011 nr. XII-2 sub h wordt ingetrokken met ingang van de in het derde lid genoemde datum van ingang van de heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.
Aldus besloten door de raad van de gemeente Winterswijk in
zijn openbare vergadering gehouden op 20 december 2012,
TARIEVENTABEL PRECARIOBELASTING 2013
als bedoeld in de "Verordening Precariobelasting 2013 en behorende bij die verordening vastgesteld bij raadsbesluit van 20 december 2012, nr