Organisatie | Assen |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Beleidsregels stimuleringsbudget welzijn |
Citeertitel | Beleidsregels stimuleringsbudget welzijn |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | bestuur en recht |
Eigen onderwerp | maatschappelijke zorg en welzijn |
Deze regeling vloeit voort uit de Subsidieverordening gemeente Assen
Geen
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
01-01-2001 | 08-01-2013 | nieuwe regeling | 21-09-2000 | 21-09-2000 |
In aanvulling op artikel 1 van hoofdstuk 1 van de Subsidieverordening Assen wordt voor toepassing van deze beleidsregels het volgende verstaan onder:
PARAGRAAF 2. HET STIMULERINGSBUDGET WELZIJN.
Het college van burgemeester en wethouders kan nadere regels stellen met betrekking tot de aard, omvang en inhoud van de activiteiten en met betrekking tot besluiten op aanvragen om subsidie uit het budget.
Voor elk kalenderjaar is voor de subsidies ten laste van dit budget een bedrag beschikbaar zoals dat in de begroting voor het betreffende kalenderjaar wordt vastgesteld door de raad. Dit bedrag vormt het subsidieplafond. Ten laste van het budget wordt subsidie verleend op basis van de volgorde waarin de aanvragen bij de gemeente zijn binnengekomen.
Om te voorkomen dat het subsidieplafond van het budget reeds vroeg in het kalenderjaar is bereikt, wordt het jaarbudget in twee gelijke delen verdeeld. Het eerste deel is beschikbaar voor de periode van 1 januari tot en met 30 juni, het tweede deel voor de periode van 1 juli tot en met 31 december. Per instelling kan per half jaar ten hoogste één activiteit of project worden gehonoreerd.
Aanvragen voor subsidie gaan vergezeld van een omschrijving van de activiteiten, een begroting, een opgave van eventueel bij anderen aangevraagde subsidie voor dezelfde activiteiten met het resultaat daarvan en een overzicht van te heffen contributies en bijdragen of te hanteren tarieven. Uit de omschrijving van de activiteiten moet tevens blijken wat het beoogde bereik, het geschatte aantal deelnemers en het gewenste effect is van de activiteiten.
Instellingen die budgetsubsidie of structurele subsidie ontvangen en een activiteit als bedoeld in deze regeling starten, worden bij continuering van deze activiteit geacht deze het jaar hierop volgend in te passen in het jaarlijkse werk- of activiteitenplan en de begroting, zonder dat hiervoor subsidie ten laste van dit budget kan worden verleend.
Activiteiten die specifiek gericht zijn op etnische minderheden, leveren een herkenbare bijdrage aan de participatie en integratie van etnische minderheden in de Asser samenleving of dragen bij aan positieverbetering van etnische minderheden in Assen of hebben een toeleidend effect naar het gebruik van reguliere algemene instellingen en voorzieningen of bevorderen actief burgerschap.
Activiteiten die specifiek gericht zijn op ouderen, zijn aanvullend op de bestaande voorzieningen op het gebied van wonen, zorg en welzijn voor ouderen of passen in het streven naar het zo lang mogelijk zelfstandig wonen van ouderen of leveren een bijdrage aan de zelfredzaamheid van ouderen of de bestrijding van eenzaamheid onder ouderen.
Het college van burgemeester en wethouders verleent geen subsidie uit dit budget indien:
de subsidie betrekking heeft op activiteiten die van religieuze, levensbeschouwelijke of partijpolitieke aard of uitsluitend bestemd zijn voor leden van een kerkgenootschap, de leden van een politieke partij, de leden van een vakorganisatie of daarmee gelijk te stellen organisaties, dit naar het oordeel van het college van burgemeester en wethouders;
Voor hetgeen in deze beleidsregels niet nader is geregeld geldt dat de subsidieverordening gemeente Assen van toepassing is.
In bijzondere gevallen, en voorzover toepassing van deze beleidsregels zal leiden tot een onbillijkheid van overwegende aard, kan het college van burgemeester en wethouders afwijken van het in deze beleidsregels bepaalde.
Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van 21 september 2000
De raad voornoemd,
, voorzitter
, griffier
TOELICHTING BELEIDSREGELS STIMULERINGSBUDGET WELZIJN.
In de nieuwe subsidieverordening, in werking getreden per 1 juli 1999, is sprake van drie vormen van subsidiëring: budgetfinanciering ten behoeve van grotere, structureel gefinancierde instellingen, incidentele subsidies en waarderingssubsidies.Deze beleidsregels zijn bedoeld voor de incidentele subsidies en waarderingssubsidies. Deze subsidies werden in het verleden veelal verstrekt vanuit stimuleringsbudgetten.
Op het gebied van welzijn was sprake van drie budgetten, die ook voor de inwerkingtreding van de nieuwe subsidieverordening bedoeld waren voor eenmalige of projectmatige activiteiten. Dit waren het stimuleringsbudget welzijn, het projectenfonds migranten en het flankerend ouderenbeleid.
Er is voor gekozen deze drie bestaande budgetten niet langer naar categorie te onderscheiden, maar samen te voegen tot één budget, aan te duiden met de term Stimuleringsbudget welzijn.
Deze beleidsregels beogen heldere en eenduidige criteria aan te geven op basis waarvan tot toekenning of afwijzing van subsidieaanvragen kan worden besloten. Het is immers van belang om expliciet beleid te voeren en rechtszekerheid te bieden aan de subsidieaanvrager. Deze beleidsregels geven het instrument daarvoor. Tevens vormen zij de basis om na te gaan of de te subsidiëren activiteiten passen in het gemeentelijk beleid en of de activiteiten zijn uitgevoerd op de afgesproken wijze met de beoogde effecten.
Het begrip welzijnsbeleid is mede ontleend aan de Welzijnswet 1994.
Het niet-subsidiabel verklaren van personele kosten is van toepassing als binnen de organisatie van de subsidieaanvrager reeds professionele beroepskrachten aanwezig zijn.
Op grond van ervaringsgegevens kan het college van burgemeester en wethouders de besteding van het subsidieplafond over de jaarhelften wijzigen.
Niet zozeer de omvang van de totale doelgroep is bepalend. Criterium is meer het belang dat gehecht wordt aan en het bedoelde effect van de activiteit.
Om tijdig op een aanvraag te kunnen beslissen, is een termijn van acht weken noodzakelijk. De ervaring heeft geleerd dat sommige incidentele projecten binnen een termijn van acht weken voor de start van een project worden aangevraagd en georganiseerd. Om daaraan tegemoet te komen wordt de mogelijkheid geboden om een aanvraag in de periode van vier weken tot acht weken voor aanvang van de activiteit in behandeling te nemen. In dergelijke gevallen krijgt de subsidie aanvrager niet de garantie op een besluit op deze aanvraag voor aanvang van de activiteit. Het financiële risico ligt dan bij de aanvrager. Aanvragen die binnen een termijn van vier weken voor aanvang van de te houden of te starten activiteit zijn ingediend, worden niet in behandeling genomen.
In het huidige programma zijn de volgende doelgroepen benoemd: jeugd, ouderen, allochtonen, kwetsbare groepen en de groep die met armoede wordt bedreigd.
Per bestuursperiode kunnen doelgroepen wijzigen.
De genoemde functies zijn ontleend aan het Gemeentelijk functioneel ontwerp sociaal-cultureel werk (GFO) van de Vereniging van ondernemingen in de gepremieerde gesubsidieerde sector, de VOG:
Een activiteit levert een of meerdere producten op en vervult een of meerdere functies.
Mogelijke producten zijn: faciliteit, bijeenkomst, cursus, informatie, begeleiding, presentatie en netwerk.
Het GFO kent ook de functie van ontmoeting/recreatie. Hieronder wordt verstaan het bevorderen van contacten tussen individuen of groepen gericht op ontspanning, gezelligheid of kennismaking met door anderen gehanteerde normen en waarden. Dit onderdeel is bewust niet opgenomen omdat activiteiten die zich vooral kenmerken door ontmoeting en recreatie vanuit dit budget niet voor subsidie in aanmerking komen.
Feesten ter herdenking of viering van christelijke of andere religieuze hoogtijdagen vallen op grond van dit artikellid evenmin onder de werkingssfeer van deze beleidsregels.
Hierin wordt met nadruk geregeld dat bij het bereiken van het subsidieplafond, dus als het budget is uitgeput, alleen al om die reden alle volgende aanvragen worden afgewezen.
Een ingangsdatum van 1 januari is noodzakelijk omdat het gaat om een jaarbudget, dat over het lopende jaar al grotendeels is besteed zonder dat deze regels van toepassing waren.