Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Assen

Beleidsregels gereserveerde gehandicaptenparkeerplaatsen gemeente Assen

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieAssen
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingBeleidsregels gereserveerde gehandicaptenparkeerplaatsen gemeente Assen
CiteertitelBeleidsregels gereserveerde gehandicaptenparkeerplaatsen gemeente Assen
Vastgesteld doorcollege van burgemeester en wethouders
Onderwerpbestuur en recht
Eigen onderwerpverkeer, vervoer en wegen

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen.

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

  1. Wegenverkeerswet 1994
  2. Reglement verkeersregels en verkeerstekens 1990, art. 26

Regelgeving die op deze regeling is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

Geen

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

06-11-200305-06-2012nieuwe regeling

21-10-2003

Berichten van de Brink, -

21-10-2003, BB/48421

Tekst van de regeling

Intitulé

Beleidsregels gereserveerde gehandicaptenparkeerplaatsen gemeente Assen

 

 

 

Artikel 1. Begripsbepalingen.

In deze beleidsregels wordt verstaan onder:

a. RVV 1990:

het reglement verkeersregels en verkeerstekens van 26 juli 1990;

b. wet:

Wegenverkeerswet 1994;

c. motorvoertuigen:

alle gemotoriseerde voertuigen behalve bromfietsen en gehandicaptenvoertuigen, bestemd om anders dan langs rails te worden voortbewogen;

d. gehandicaptenvoertuig:

voertuig dat is ingericht voor het vervoer van een gehandicapte, niet breder is dan 1,10 meter en niet is uitgerust met een motor, dan wel is uitgerust met een motor waarvan de door de constructie bepaalde maximumsnelheid niet meer dan 45 km per uur bedraagt, en geen bromfiets is;

e. parkeren:

het gedurende een aaneengesloten periode doen of laten staan van een voertuig, anders dan gedurende de tijd die nodig is voor en gebruikt wordt tot het onmiddellijk in- of uitstappen van personen danwel het onmiddellijk laden of lossen van goederen, op binnen de gemeente gelegen voor het openbaar verkeer openstaande terreinen of weggedeelten, waarop dit doen of laten staan niet ingevolge een wettelijk voorschrift is verboden;

f. gehandicaptenparkeerplaats:

parkeerplaats aangeduid met bord E6 uit bijlage I van het RVV 1990 waar uitsluitend mag worden geparkeerd

door:

a. een gehandicaptenvoertuig;

b. een motorvoertuig op meer dan twee wielen waarin een geldige gehandicaptenparkeerkaart duidelijk zichtbaar is aangebracht of

c. indien de gehandicaptenparkeerplaats is gereserveerd voor een bepaald voertuig, dat voertuig;

g. bestuurder:

degene die het motorvoertuig of gehandicaptenvoertuig bestuurt;

h. GGD:

Gemeentelijke Gezondheidsdienst;

i. college:

college van burgemeester en wethouders.

Hoofdstuk A Procedures.

Artikel 2. Aanvraag.

  • 1.

    Een aanvraag voor een gereserveerde gehandicaptenparkeerplaats dient schriftelijk te worden ingediend bij ons college.

  • 2.

    De aanvrager dient een hiervoor bestemd aanvraagformulier in te vullen. Dit formulier dient volledig te worden ingevuld en te zijn voorzien van een handtekening van de aanvrager.

  • 3.

    Bij het aanvraagformulier dienen de volgende gegevens te worden overlegd:

    • a.

      geldig rijbewijs;

    • b.

      kentekenhouderschap/kentekenbewijs motorvoertuig.

  • 4.

    Ons college kan nadere regels stellen over de inhoud, inrichting, uitvoering, vorm, aantal en wijze van indiening van de aanvraag en de in het derde lid bedoelde bescheiden.

Artikel 3. Onvolledigheid ingediende bescheiden.

Indien de aanvraag niet voldoet aan de bij of krachtens artikel 2 gestelde eisen, stelt ons college binnen twee weken na ontvangst van de aanvraag de aanvrager in de gelegenheid deze binnen twee weken nadat hem dit is meegedeeld , aan te vullen of te verbeteren.

Artikel 4. Beslissingstermijn.

  • 1.

    Ons college beslist binnen acht weken na de ontvangst op de aanvraag om een gereserveerde gehandicaptenparkeerplaats.

  • 2.

    Ons college kan deze beslissing voor ten hoogste 4 weken verdagen. Voor afloop van de in het eerste lid van dit artikel gestelde termijn wordt de aanvrager hiervan schriftelijk in kennis gesteld.

Artikel 5. Keuring.

  • 1.

    Door een arts van de GGD wordt een medische keuring uitgevoerd om te bepalen wat de maximale loopafstand van de aanvrager is.

  • 2.

    De kosten voor deze keuring zijn voor rekening van de aanvrager.

Artikel 6. Intrekkingsgronden.

Ons college kan het besluit tot het inrichten van een gereserveerde gehandicapten-parkeerplaats intrekken:

  • a.

    indien degene aan wie de parkeerplaats is toegewezen verhuisd is;

  • b.

    indien degene aan wie de parkeerplaats is toegewezen niet meer in het bezit van een auto is;

  • c.

    na overlijden van degene aan wie de parkeerplaats was toegewezen;

  • d.

    indien de parkeerplaats is toegewezen op grond van door de aanvrager verschafte onjuiste gegevens en de parkeerplaats niet zou zijn toegewezen indien de onjuistheid van die gegevens ten tijde van de aanvraag en keuring bekend zou zijn geweest;

  • e.

    indien degene aan wie de parkeerplaats is toegewezen niet meer voldoet aan de gestelde medische criteria.

Artikel 7. Verkeersbesluit.

Het inrichten van een gereserveerde gehandicaptenparkeerplaats geschiedt door middel van het nemen van een verkeersbesluit, zoals genoemd in artikel 18 van de Wegenverkeerswet 1994 en artikel 12 van het Besluit administratieve bepalingen inzake het wegverkeer.

Artikel 8. Aanleg gereserveerde gehandicaptenparkeerplaats.

Een gereserveerde gehandicaptenparkeerplaats bestaat uit de volgende voorzieningen:

  • -

    een met een kruis gemarkeerd parkeervak (alleen bij parkeervakken aan de zijkant van de weg);

  • -

    een verkeersbord E6 van bijlage I van het RVV 1990 met een onderbord met kenteken.

Hoofdstuk B. Criteria voor gereserveerde gehandicaptenparkeerplaatsen.

Artikel 9. Bestuurders.

Voor een gereserveerde gehandicaptenparkeerplaats komen in aanmerking bestuurders van motorvoertuigen op meer dan twee wielen en bestuurders van gehandicaptenvoertuigen, die ten gevolge van een aandoening of gebrek een aantoonbare loopbeperking hebben van langdurige aard, waardoor zij -met gebruikelijke loophulpmiddelen- in redelijkheid niet in staat zijn zelfstandig een afstand van meer dan 50 meter aan een stuk te voet te overbruggen.

Artikel 10. Passagiers.

  • 1.

    Passagiers van een motorvoertuig op meer dan twee wielen of een gehandicaptenvoertuig komen in beginsel niet in aanmerking voor een gereserveerde gehandicapten-parkeerplaats.

  • 2.

    Een toewijzing vindt enkel plaats indien:

    • -

      zij ten gevolge van een aandoening of gebrek een aantoonbare loopbeperking hebben van langdurige aard, waardoor zij -met gebruikelijke loophulpmiddelen- in redelijkheid niet in staat zijn zelfstandig een afstand van meer dan 50 meter aan een stuk te voet te overbruggen;

    • -

      het uit oogpunt van verkeersveiligheid en de doorstroming van verkeer niet mogelijk is dat de bestuurder van het motorvoertuig in de directe omgeving van de woning van de gehandicapte passagier stopt om deze te ondersteunen bij het in- en uitstappen en zo nodig te begeleiden naar zijn/haar woning.

Artikel 11. Aanwezigheid parkeergelegenheid op eigen terrein

Indien er op eigen terrein gelegenheid is om zelf in een parkeerplaats te voorzien, komt de aanvrager niet in aanmerking voor een gereserveerde gehandicaptenparkeerplaats.

Artikel 12. Verkeersveiligheid.

  • 1.

    De verkeersveiligheid op de weg mag niet in het gedrang komen door het toewijzen van een gereserveerde gehandicaptenparkeerplaats. Dit is het geval:

    • a.

      ter plaatse van een stopverbod;

    • b.

      in de nabijheid van een hoek van een straat;

    • c.

      op gebiedsontsluitingswegen (50-km-weg of 70-km-weg) zonder parkeer-mogelijkheid.

  • 2.

    Indien uit verkeersonderzoek blijkt dat een van bovenstaande situaties van toepassing is, wordt geen gehandicaptenparkeerplaats gereserveerd.

Artikel 13. Straal van 50 meter.

Indien blijkt dat binnen een straal van 50 meter geen ruimte is om een gereserveerde gehandicaptenparkeerplaats aan te leggen, wordt getracht om een parkeerplaats te creëren die deze afstand van 50 meter het meest benadert.

Artikel 14. Kosten van de gereserveerde gehandicaptenparkeerplaats.

  • 1.

    De kosten voor de keuring die door de GGD is uitgevoerd worden door de gemeente in rekening gebracht bij de aanvrager.

  • 2.

    Indien de gereserveerde gehandicaptenparkeerplaats wordt toegekend, worden ook de kosten van de aanleg in rekening gebracht bij de aanvrager.

Hoofdstuk C. Slotbepalingen.

Artikel 15. Hardheidsclausule.

Ons college is bevoegd, in gevallen waarin de toepassing van deze beleidsregels naar hun oordeel tot onaanvaardbare gevolgen voor de aanvrager kan leiden, ten gunste van de aanvrager af te wijken van deze beleidsregels.

Artikel 16. Inwerkingtreding.

Deze beleidsregels treden in werking op de dag na publicatie ervan.

Artikel 17. Citeertitel.

Deze beleidsregels worden aangehaald als: Beleidsregels gereserveerde gehandicaptenparkeerplaatsen gemeente Assen.

Assen, 21 oktober 2003

 

Burgemeester  en  wethouders  van  Assen,

,de secretaris,                           

,de burgemeester,

Toelichting.

Algemene toelichting.

Er zijn van rijkswege geen nadere regels gesteld voor het aanwijzen van gereserveerde gehandicaptenparkeerplaatsen. Het is dus aan de gemeente om zelf beleid vast te stellen.

In artikel 26 RVV is aangegeven wanneer op een gehandicaptenparkeerplaats mag worden geparkeerd. Op een gehandicaptenparkeerplaats mag slechts worden geparkeerd :

  • a.

    door een gehandicaptenvoertuig;

  • b.

    door een motorvoertuig op meer dan twee wielen waarin een geldige gehandicaptenparkeerkaart duidelijk zichtbaar is aangebracht of

  • c.

    indien de gehandicaptenparkeerplaats is gereserveerd voor een bepaald voertuig, dat voertuig.

Het gaat in deze beleidsregels om dit laatste geval. Het doel van de beleidsregels is duidelijke criteria vast te leggen voor het toekennen en weigeren van aanvragen om de inrichting van gereserveerde gehandicaptenparkeerplaatsen.

Artikelgewijze toelichting.

Artikel 1.

In dit artikel is een aantal begrippen omschreven dat diverse malen in deze beleidsregels terugkomt. De omschrijving van deze begrippen spreekt voor zich. Veelal wordt verwezen naar definities uit bestaande wetgeving.

Artikelen 2, 3 en 4.

Deze artikelen gaan in op enkele procedurele aspecten.

Artikel 5.

De medische keuring die door de GGD wordt uitgevoerd kan plaatsvinden door middel van dossierstudie of een keuring op locatie bij de GGD zelf.

Artikel 6.

In dit artikel wordt een aantal gronden voor intrekking van de gereserveerde gehandicaptenparkeerplaats genoemd.

Artikel 7.

Dit artikel geeft aan dat voor de toekenning van een geserveerde gehandicaptenparkeerplaats een verkeersbesluit genomen moet worden. In artikel 12 van het Besluit Administratieve Bepalingen inzake het Wegverkeer wordt aangegeven dat bij plaatsing of verwijdering van een bord E6 een verkeersbesluit moet worden genomen. In artikel 18, lid 1 onder de d van de Wegenverkeerswet 1994, dient een verkeersbesluit voor gemeentelijke wegen te worden genomen door de raad of, krachtens besluit van de raad, door het college van B&W of door een door de raad ingestelde commissie. De bevoegdheid voor het nemen van verkeersbesluiten is door de gemeenteraad gedelegeerd aan ons college en door ons college gemandateerd aan de directeur van de Dienst Ontwikkeling. Het verkeersbesluit wordt openbaar gemaakt en 6 weken ter inzage gelegd. Belanghebbenden kunnen hiertegen bezwaar indienen.

Artikel 8.

Dit artikel geeft aan op welke wijze een gereserveerde gehandicaptenparkeerplaats wordt aangelegd.

Artikel 9.

Dit artikel gaat in op de criteria om in aanmerking te komen voor een gereserveerde gehandicaptenparkeerplaats voor bestuurders. In tegenstelling tot de gehandicaptenparkeerkaart waarvoor een maximale loopafstand van 100 meter geldt, wordt bij de gereserveerde gehandicaptenparkeerplaats uitgegaan van een afstand van 50 meter. In Assen is slechts beperkte gelegenheid en ruimte om te parkeren. Daarom moet strikt worden omgegaan met aanvragen om gereserveerde gehandicaptenparkeerplaatsen in te richten.

Artikel 10.

Dit artikel gaat in op de criteria om in aanmerking te komen voor een gereserveerde gehandicaptenparkeerplaats voor passagiers. Passagiers komen in beginsel niet in aanmerking voor een gereserveerde gehandicaptenparkeerplaats. Achterliggende gedachte is dat zij door de bestuurder voor hun woning in- en uit kunnen worden gelaten en eventueel begeleid kunnen worden naar hun woning. Alleen indien na een verkeersonderzoek ter plaatse blijkt dat het verkeerstechnisch (verkeersveiligheid, doorstroming van verkeer) problemen oplevert dat een bestuurder van een motorvoertuig in de directe omgeving van de woning stopt om de gehandicapte passagier in- en uit te laten stappen en deze eventueel te begeleiden van en naar zijn/haar woning, wordt ook voor een gehandicapte passagier een parkeerplaats ingericht. Dit is ter beoordeling aan medewerkers van politie en bureau parkeerbeheer.

Artikel 11.

Gehandicapten met parkeergelegenheid op eigen terrein komen niet in aanmerking voor een gereserveerde gehandicaptenparkeerplaats. Er wordt rekening gehouden met de beschikbare ruimte ter plaatse en de handicap die de aanvrager heeft. In het geval dat bijvoorbeeld iemand ruimte heeft naast de woning maar de persoon ten gevolge van zijn handicap rolstoelgebonden is, zal worden bepaald of de ruimte breed genoeg is om de portier van de auto volledig te openen zodat de aanvrager vanuit de rolstoel in de auto kan gaan zitten en omgekeerd.

Artikel 12.

In dit artikel wordt een aantal situaties opgesomd waarin het niet mogelijk is een gehandicaptenparkeerplaats aan te leggen omdat anders de verkeersveiligheid in het gedrang komt. Dit zal door een verkeerskundige worden bepaald door middel van een verkeersonderzoek ter plaatse. In de nabijheid van de hoek van een straat kan door de gehandicaptenparkeerplaats het zicht voor het overige verkeer worden belemmerd. Daarom wordt de situatie ter plaatse opgenomen. Zo mag er geen parkeerplaats worden aangelegd:

  • -

    naast het kruisingsvlak binnen de tangentpunten van de aansluitende bochten;

  • -

    op kruisingen met gebiedsontsluitingswegen binnen de zichthoeken van het kruispunt.

Bij gebiedontsluitingswegen zijn twee verschillende situaties te onderscheiden. In het eerste geval gaat het om een 50- of 70-km-weg waarbij parkeermogelijkheid is langs de weg en er uitwegen zijn ten behoeve van woningen. Hier kan een gereserveerde gehandicaptenparkeerplaats ingepast worden. In het tweede geval gaat het om een 50- of 70-km-weg zonder parkeermogelijkheid, waarbij geen gereserveerde gehandicaptenparkeerplaats kan worden ingepast.