Organisatie | Groningen (Gr) |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Kwijtscheldingsverordening gemeentelijke belastingen 2013 |
Citeertitel | Kwijtscheldingsverordening 2013 |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | financiën en economie |
Eigen onderwerp | financiën en belastingen |
Deze regeling vervangt de Kwijtscheldingsverordening 2012;
Artikel 4 bevat een overgangsbepaling
Geen.
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
01-01-2013 | 01-01-2014 | nieuwe regeling | 28-11-2012 Gemeenteblad, 2012, 116 | GR 12.3328594 |
Kwijtschelding kan worden verleend van de volgende belastingen:
De kwijtschelding van de hondenbelasting bedraagt € 66,72.
Van de afvalstoffenheffing bedoeld in hoofdstuk 1, onderdelen 1 en 2 van de bij de Verordening reinigingsheffingen behorende tarieventabel wordt volledige kwijtschelding verleend aan:
De kwijtschelding voor de overige kwijtscheldingsgerechtigden bedraagt 57% van het verschuldigde bedrag.
In afwijking van artikel 16, tweede lid, onderdelen a en b, van de Uitvoeringsregeling Invorderingswet 1990, worden de kosten van bestaan voor gehuwden als bedoeld in artikel 3 van de Wet werk en bijstand, voor een alleenstaande of een alleenstaande ouder als bedoeld in artikel 4 van de Wet werk en bijstand, die de pensioengerechtigde leeftijd, als bedoeld in artikel 7, onderdeel a, van de Algemene ouderdomswet heeft bereikt, gesteld op 100 procent van het toepasselijke bruto-ouderdomspensioen, bedoeld in artikel 9, zesde lid, van die wet, verminderd met de verschuldigde loonbelasting, de premies voor de volksverzekeringen en de inkomensafhankelijke bijdrage, bedoeld in artikel 41 van de Zorgverzekeringswet, en verhoogd met het eerste bedrag, genoemd in artikel 16, tweede lid, onderdeel a, van de Uitvoeringsregeling Invorderingswet 1990, voor gehuwden waarvan beiden de pensioengerechtigde leeftijd hebben bereikt, of het bedrag, genoemd in artikel 16, tweede lid, onderdeel b, van de Uitvoeringsregeling Invorderingswet 1990 voor een alleenstaande of een alleenstaande ouder, of voor gehuwden waarvan een van beiden de pensioengerechtigde leeftijd heeft bereikt.
Met betrekking tot een verzoek om kwijtschelding worden in afwijking van artikel 28, eerste lid, onderdelen a en b, van de Uitvoeringsregeling Invorderingswet 1990, als uitgaven als bedoeld in artikel 15, eerste lid, van de Uitvoeringsregeling Invorderingswet 1990, mede in aanmerking genomen de overeenkomstig artikel 1.7, eerste en tweede lid, van de Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen bepaalde kosten van kinderopvang verminderd met de kinderopvangtoeslag of met de tegemoetkoming van de gemeente of het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen in de te betalen kosten van kinderopvang, bedoeld in hoofdstuk 1, afdeling 2, van die wet.
Met betrekking tot een verzoek om kwijtschelding van gemeentelijke belastingen verschuldigd door een natuurlijk persoon die een bedrijf of zelfstandig beroep uitoefent, zijn de afdelingen 1, 2 en 5 van hoofdstuk II van de Uitvoeringsregeling Invorderingswet 1990 van overeenkomstige toepassing indien de belastingen geen verband houden met de uitoefening van dat bedrijf of beroep.
Een verzoek om kwijtschelding wordt uitsluitend in behandeling genomen indien dit verzoek schriftelijk is ingediend binnen drie maanden na dagtekening van de in artikel 1 bedoelde aanslagen, tenzij gerede grond bestaat daarvan af te wijken.