Organisatie | Assen |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Nadere regels prostitutiebedrijven |
Citeertitel | Nadere regels prostitutiebedrijven in verband met de arbeidsomstandigheden, veiligheid en de gezondheidszorg op grond van artikel 3.3.3 en 3.2.6, onder d. en e. APV |
Vastgesteld door | college van burgemeester en wethouders |
Onderwerp | bestuur en recht |
Eigen onderwerp | openbare orde/bevolking |
Geen.
Geen
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
01-10-2000 | nieuwe regeling | 16-05-2000 | 16-05-2000, BB/16890 |
Paragraaf 1. Inrichtingseisen prostitutiebedrijven.
Artikel 1. Inrichtingseisen prostitutiebedrijven.
Tot een prostitutiebedrijf behoren tenminste:
een verblijfsruimte als bedoeld in hoofdstuk 2 van het Bouwbesluit1 ingericht als keuken;
een verblijfsruimte als bedoeld in hoofdstuk 2 van het Bouwbesluit ingericht als kleedkamer met per werkruimte een afsluitbare hang-/legkast.
In een prostitutiebedrijf moeten, overeenkomstig artikel 2 van het Bouwbesluit, tenminste één toiletruimte en één badruimte aanwezig zijn, met dien verstande:
Artikel 2. Overige voorzieningen prostitutiebedrijven.
De voorziening voor de toevoer van verse lucht en de afvoer van binnenlucht in een prostitutiebedrijf moet voldoen aan het bepaalde in hoofdstuk 2 van het Bouwbesluit.
Een prostitutiebedrijf moet zijn voorzien van verwarmingsapparatuur als bedoeld in hoofdstuk 2 van het Bouwbesluit waarmee alle besloten ruimten kunnen worden verwarmd.
Artikel 3. Veiligheidsvoorzieningen prostituee.
Als de toegangsdeur van de werkruimte is gelegen in een gevel en de werkruimte niet beschikt over een besloten verbinding naar andere verblijfsruimten, dan worden ten genoegen van het college van burgemeester en wethouders maatregelen getroffen met het oog op de veiligheid van de in de werkruimte verblijvende prostituees.
Ruimten in het prostitutiebedrijf waarin zich één of meer prostituees plegen te bevinden, moeten zijn voorzien van duidelijk kenbare gelegenheden tot ontvluchting, indien de normale uitgangen daartoe onvoldoende zouden zijn. Deze moeten, mede gelet op het aantal andere personen dat zich in die ruimten pleegt te bevinden, in aantal, in ligging en in grootte toereikend zijn om de prostituee op een zo veilig mogelijke wijze een zo veilig mogelijke plaats te doen bereiken. Gelegenheden tot ontvluchting moeten zijn vrijgehouden van obstakels.
Paragraaf 2. Gebruiks- en gezondheidsvoorschriften.
Artikel 5. Gezondheidsvoorlichting.
De houder en de beheerder zijn verplicht:
er zorg voor te dragen dat onder de in het prostitutiebedrijf werkzame prostituees voldoende informatie en voorlichtingsmateriaal in verschillende talen wordt verspreid over aan prostitutie verbonden gezondheidsrisico’s en over de aanwezigheid en bereikbaarheid van instellingen op het gebied van de gezondheidszorg en de hulpverlening.
Artikel 6. Geneeskundig onderzoek.
De Wet op de geneeskundige behandelingsovereenkomst is van toepassing.
Paragraaf 3. Overige verplichtingen van houder en beheerder.
Het is verboden voor een prostitutiebedrijf reclame te maken waarbij de garantie wordt gegeven of op andere wijze wordt aangegeven dat de in het prostitutiebedrijf werkzame prostituees vrij zijn van seksueel overdraagbare aandoeningen.
Artikel 9. Inzage in identiteitsdocumenten.
De houder en beheerder zijn verplicht op eerste aanvraag van hen die met de opsporing van strafbare feiten of die met toezicht op grond van de APV of met de zorg voor de naleving van het bepaalde in deze nadere regels zijn belast een kopie van de identiteitsdocumenten van de in het prostitutiebedrijf werkzame prostituees ter inzage te geven.