Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Gemeente Assen

Verordening op de rekenkamercommissie gemeente Assen

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OverheidsorganisatieGemeente Assen
Officiële naam regelingVerordening op de rekenkamercommissie gemeente Assen
CiteertitelVerordening op de rekenkamercommissie gemeente Assen
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpalgemeen
Eigen onderwerpbestuurlijke organisatie

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen.

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

  1. Gemeentewet, art. 810
  2. Gemeentewet, art. 147
  3. Gemeentewet, art. 182

Regelgeving die op deze regeling is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

  • 1.

    Geen

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerking-

treding

Terugwerkende

kracht tot en met

Datum uitwerking-

treding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

01-01-201314-12-2016schrqappen artikel 6

21-06-2012

Berichten van de Brink, 28-06-2012

onb
03-05-200401-01-2013nieuwe regeling

27-05-2004

Berichten van de Brink, 15-12-2005

27-05-2004

Tekst van de regeling

Intitulé

Verordening op de rekenkamercommissie gemeente Assen

Artikel 1. Begripsomschrijvingen

In deze verordening wordt verstaan onder:

  • a.

    Wet: Gemeentewet;

  • b.

    commissie: de rekenkamercommissie van de gemeente Assen;

  • c.

    voorzitter: voorzitter van de rekenkamercommissie.

Artikel 2. rekenkamercommissie

De raad stelt de commissie in. De commissie bestaat uit vijf leden.

Artikel 3. Benoeming leden, taken voorzitter

  • 1. De raad benoemt drie leden van de commissie uit zijn midden en twee uit externen.

  • 2. De collegepartijen dragen één lid voor en de niet-collegepartijen twee.

  • 3. De leden van de commissie die tevens raadsleden zijn, worden voor een periode gelijk aan de zit-tingsduur van de raad aangewezen. De leden die niet deel uitmaken van de raad worden voor een periode van zes jaar aangewezen en kunnen niet worden herbenoemd.

  • 4. De commissie benoemt de voorzitter uit de externe leden van de commissie.

  • 5. De voorzitter draagt zorg voor het tijdig en periodiek bijeenroepen van de commissie, het leiden van de vergaderingen, het bewaken van de uitgangspunten en werkwijze en het bevorderen van een zorgvuldige besluitvorming. De voorzitter voert hiertoe regelmatig overleg met de onderzoekers en met het secretariaat.

  • 6. Bij ontstentenis van de voorzitter treedt het tweede externe lid als voorzitter op.

Artikel 4. Eed

Op de externe leden is artikel 81g van de wet van overeenkomstige toepassing.

Artkel 5. Ontslag en non-activiteit

  • 1. De raad ontslaat de leden of stelt hen op non-activiteit.

  • 2. Het lidmaatschap van een raadslid eindigt:

    • a.

      op eigen verzoek;

    • b.

      als het lid aftreedt als lid van de raad;

    • c.

      als de raad van oordeel is dat het lid niet langer geschikt is de functie van de commissie te vervullen.

  • 3. Het lidmaatschap van een extern lid eindigt:

    • a.

      op eigen verzoek;

    • b.

      bij de aanvaarding van een functie die onverenigbaar is met het lidmaatschap van de commissie;

    • c.

      wanneer het lid bij onherroepelijk geworden rechterlijke uitspraak wegens misdrijf is veroordeeld, dan wel bij zulk een uitspraak een maatregel is opgelegd die vrijheidsbeneming tot gevolg heeft;

    • d.

      indien het lid bij onherroepelijk geworden rechterlijke uitspraak onder curatele is gesteld, in staat van faillissement is verklaard, surseance van betaling heeft verkregen of wegens schulden is gegijzeld.

  • 4. De externe leden van de commissie kunnen door de raad worden ontslagen wanneer zij door ziekte of gebreken blijvend ongeschikt zijn hun functie te vervullen.

Artikel 6. Vergoedng voor werkzaamheden van de externe leden van de rekenkamercommissie

  • Vervallen

Artikel 7.Ambtelijk secretaris

  • 1. De raad benoemt de ambtelijk secretaris in overleg met de commissie.

  • 2. De secretaris staat de commissie bij de uitvoering van haar taken terzijde.

  • 3. De secretaris legt rechtstreeks verantwoording af aan de commissie over de wijze waarop de ondersteunende taken worden verricht.

  • 4. De secretaris draagt zorg voor de agendaplanning, de verslaglegging en de vorming van dossiers.

Artikel 8. Reglement van orde

  • 1. De commissie stelt een reglement van orde voor haar vergaderingen en andere werkzaamheden vast. Zij zendt het reglement na vaststelling onverwijld ter kennisneming naar de raad.

  • 2. In dit reglement regelt de commissie de geheimhoudingsplicht van de leden en de ambtelijk secretaris.

Artikel 9. Onderwerpselectie en opdrachtverlening

  • 1. De commissie onderzoekt de doelmatigheid, doeltreffendheid en de rechtmatigheid van het door het gemeentebestuur gevoerde bestuur. Een door de commissie ingesteld onderzoek naar de recht-matigheid van door het gemeentebestuur gevoerde bestuur bevat geen controle van de jaarrekening als bedoeld in art. 213 Gemeentewet, tweede lid.

  • 2. De commissie bepaalt de onderwerpen die zij onderzoekt, formuleert de probleemstelling en stelt de onderzoeksopzet vast.

  • 3. De in het vorige lid bedoelde onderzoeksopzet wordt door de commissie ter kennisneming aan de raad verstuurd.

  • 4. De raad kan de commissie een gemotiveerd verzoek doen tot het instellen van een onderzoek. De commissiekamer bericht de raad binnen een maand in hoeverre aan dat verzoek wordt voldaan. Als de commissie niet aan het verzoek van de raad voldoet, zal zij daarvoor de gronden aanvoeren.

Artikel 10. Werkwijze

  • 1. De commissie is belast met en verantwoordelijk voor de uitvoering, begeleiding en sturing van het onderzoek volgens de door haar vastgestelde onderzoeksopzet.

  • 2. De commissie beoordeelt of het wenselijk is de raad tussentijds te informeren.

  • 3. De commissie is bevoegd bij alle leden van het gemeentebestuur en bij alle ambtenaren de mondelinge en schriftelijke inlichtingen in te winnen die zij nodig acht voor de uitvoering van de onderzoeken. De leden van het gemeentebestuur en de ambtenaren van de gemeente zijn verplicht de gevraagde inlichtingen binnen de door de commissie gestelde termijn te verstrekken.

  • 4. De bevoegdheden geregeld in art.184 Gemeentewet zijn van overeenkomstige toepassing op de commissie.

  • 5. De commissie vergadert zoveel als zij nodig acht, ter bespreking van procedurele en inhoudelijke aspecten van het onderzoek.

  • 6. De commissie vergadert in beslotenheid, haar rapporten zijn openbaar. Op grond van de belangen genoemd in artikel 10 van de Wet Openbaarheid van Bestuur kan de commissie rapporten die aan de raad worden voorgelegd of gedeelten daarvan als geheim aanmerken.

  • 7. De commissie kan openbare informatieve vergaderingen beleggen.

  • 8. Voor de uitvoering van het onderzoek kan de commissie, met inachtneming van het beschikbare budget, externe personen of bureaus inschakelen.

  • 9. De commissie stelt de betrokkenen in de gelegenheid om binnen een door haar te stellen termijn, die tenminste twee weken bedraagt, hun zienswijze op het conceptonderzoeksrapport aan de commissie kenbaar te maken. Betrokkenen zijn degenen wier taakuitvoering (mede) voorwerp van onderzoek is of is geweest. De commissie bepaalt verder wie verder als betrokkenen worden aangemerkt.

  • 10. Binnen veertien dagen na vaststelling door de commissie worden het onderzoeksrapport en de nota met conclusies en aanbevelingen en de zienswijze van betrokkenen op het rapport, onder toezending van een afschrift aan het college en betrokkenen, aan de raad aangeboden.

Artikel 11. Budget

  • 1. De commissie is bevoegd binnen een aan haar bij de begroting beschikbaar gesteld budget uitgaven te doen ten behoeve van de uitvoering van haar taken.

  • 2. Ten laste van het in het voorgaande lid bedoelde budget worden de kosten gebracht van:

    • a.

      de vergoedingen aan de externe leden;

    • b.

      de ambtelijk secretaris;

    • c.

      externe deskundigen die eventueel door de commissie zijn ingeschakeld;

    • d.

      eventuele overige uitgaven die de commissie nodig acht voor de uitoefening van haar taak.

  • 3. De rekenkamercommissie is voor de besteding van het budget uitsluitend verantwoording verschuldigd aan de raad.

  • 4. Wanneer de commissie dit nodig acht kan de commissie aan de raad een gemotiveerd verzoek doen om een aanvullend budget beschikbaar te stellen.

Artikel 12. Inwerkingtreding

Deze verordening treedt in werking op 3 mei 2004.

Artikel 13. Citeertitel

Deze verordening wordt aangehaald als: "Verordening op de rekenkamercommissie gemeente Assen."

Ondertekening

Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van 27 mei 2004

 

De raad voornoemd,

, voorzitter

, griffier