Organisatie | Wierden |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Beheersverordening begraafplaatsen |
Citeertitel | Beheersverordening begraafplaatsen |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | bestuur en recht |
Eigen onderwerp |
Geen
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
07-12-2012 | Onbekend | 16-10-2012 De Driehoek, 28 november 2012 | RAA-12-00465 |
Hoofdstuk 2. Openstelling, orde en rust op de begraafplaats
Herdenkingsbijeenkomsten, onthullingen van gedenktekens en dergelijke plechtigheden op de begraafplaats kunnen slechts plaatsvinden nadat deze ten minste zes werkdagen tevoren zijn gemeld aan de beheerder. Datum en uur van de plechtigheid en de wijze waarop deze zal plaatsvinden worden in overleg met de aanvrager door de beheerder vastgesteld.
Hoofdstuk 3. Voorschriften voor lijkbezorging
Artikel 7. Kennisgeving begraven en asbezorging, openen en sluiten van het graf
Degene die wil doen begraven, as wil doen bijzetten of as wil doen verstrooien, geeft daarvan uiterlijk om 12.00 uur van de werkdag voorafgaande aan die waarop de begraving, bijzetting of verstrooiing zal plaatsvinden, schriftelijk kennis aan de sector Maatschappelijke Ontwikkeling, afdeling Burgerzaken in het gemeentehuis. De zaterdag geldt voor de toepassing van deze bepaling niet als werkdag. Indien de burgemeester toestemming heeft gegeven om het lijk binnen 36 uur na het overlijden te begraven moet de kennisgeving aan de sector Maatschappelijke Ontwikkeling, afdeling Burgerzaken in het gemeentehuis zo tijdig mogelijk worden gedaan.
Het openen van een graf ter begraving of voor het bezorgen van as en het daarna sluiten van een graf, alsmede het bedienen van de hulpmiddelen mag uitsluitend gebeuren op aanwijzingen en onder toezicht van de beheerder of uitvaartleider. De nabestaanden en/of uitvaartleider kunnen deze werkzaamheden geheel of gedeeltelijk zelf verrichten als zij hun wens daartoe uiterlijk om 12.00 uur van de voorafgaande werkdag mondeling of schriftelijk aan het college hebben kenbaar gemaakt. De zaterdag geldt voor de toepassing van deze bepaling niet als werkdag. Zij moeten bij deze werkzaamheden de aanwijzingen van de beheerder of de uitvaartleider opvolgen.
Artikel 8. Over te leggen stukken
Als de begraving of de bezorging van as in een particulier graf zal plaatsvinden, moet een machtiging aan de sector Maatschappelijke Ontwikkeling, afdeling Burgerzaken in het gemeentehuis worden overgelegd ondertekend door de rechthebbende of, als deze is overleden, door degene die in de uitvaart voorziet.
Begraving of bijzetting in een particulier graf waarvan de uitgiftetermijn binnen de wettelijke minimum grafrusttermijn afloopt, kan alleen plaatsvinden onder gelijktijdige verlenging van de uitgiftetermijn met een zodanige periode dat de alsdan resterende uitgiftetermijn ten minste gelijk is aan de wettelijke minimum grafrusttermijn. De verlenging moet worden aangevraagd door de rechthebbende.
Hoofdstuk 4. Indeling en uitgifte van de graven
Artikel 10. Indeling graven en asbezorging
Het college bepaalt bij nader vast te stellen regels hoeveel lijken en hoeveel asbussen met of zonder urnen kunnen worden bijgezet in de particuliere graven. Het college bepaalt ook de afmetingen, de uitgifte en uitgifteduur van de particuliere graven, de particuliere urnennissen en de particuliere urnenkelders. De uitgifteduur kan niet korter zijn dan de minimumtermijn vastgesteld in de Wet op de lijkbezorging.
Artikel 11. Aantal overledenen in algemene graven
In de algemene graven kan een door het college te bepalen aantal lijken worden begraven.
Het college kan bij nader vast te stellen regels de algemene en particuliere graven onderverdelen in categorieën. Het college bepaalt voor de verschillende categorieën de situering en oppervlakte.
Artikel 14. Termijnen particulier graf, urnennis of urnenkelder
Het college verleent, voor zover de daartoe bestemde ruimte van de begraafplaats(en) dat toelaat, op een daartoe bij hen schriftelijk in te dienen aanvraag, voor de tijd van 30 jaar recht op een particulier graf, urnennis of urnenkelder. De termijn vangt aan op de datum waarop het particuliere graf, urnennis of urnenkelder is uitgegeven.
Het college verleent, voor zover de daartoe bestemde ruimte van de begraafplaats(en) dat toelaat, op een daartoe bij hen schriftelijk in te dienen aanvraag, voor de tijd van 50 jaar recht op een particulier graf, urnennis of urnenkelder voor het begraven van een kind tot 12 jaar. De termijn vangt aan op de datum waarop het particuliere graf, urnennis of urnenkelder is uitgegeven.
Het college kan aan de rechthebbende op een particulier graf vergunning verlenen tot het daarin voor eigen rekening doen aanbrengen van een grafkelder overeenkomstig de door het college te stellen voorwaarden.
Artikel 16. Overschrijving van verleende rechten
Na het overlijden van de rechthebbende kan het recht op het particuliere graf worden overgeschreven op naam van een natuurlijk persoon of rechtspersoon, als de aanvraag daartoe wordt gedaan binnen 1 jaar na het overlijden van de rechthebbende. Als de overleden rechthebbende in het graf moet worden begraven, of als de asbus met zijn resten in het graf moet worden bijgezet, moet het verzoek tot overschrijving daaraan voorafgaand worden gedaan.
Artikel 19. Onderhoud door de gemeente
Het college kan één maal per jaar in de zorg voor de winterharde beplantingen voorzien.
Artikel 20. Onderhoud door rechthebbende of gebruiker
Het college kan de rechthebbende of de gebruiker per aanschrijving verplichten een beschadiging aan de grafbedekking te herstellen binnen de door het college gestelde termijn als de beschadiging zodanig is dat deze naar het oordeel van het college het uiterlijk aanzien van de begraafplaats schaadt of als de beschadiging van de grafbedekking gevaar oplevert voor derden.
Artikel 21. Niet-blijvende grafbeplanting
Niet-blijvende beplanting op een graf, die in een verwaarloosde staat verkeert kan door de beheerder worden verwijderd zonder dat aanspraak kan worden gemaakt op schadevergoeding. Losse bloemen, planten en kransen kunnen, wanneer zij verwelkt zijn, door de beheerder worden verwijderd. Linten en siervazen worden gedurende dertien weken ter beschikking gehouden van de rechthebbende of, wanneer het een algemeen graf betreft, van de belanghebbende als deze daartoe tevoren een aanvraag heeft ingediend bij de beheerder.
Artikel 22. Verwijdering grafbedekking
Het voornemen tot verwijdering van de grafbedekking maakt het college ten minste 1 jaar voorafgaande aan het tijdstip waarop de grafbedekking zal worden verwijderd per brief aan de rechthebbende of, wanneer het een algemeen graf betreft, aan de belanghebbende bekend. Wanneer het adres van de rechthebbende of belanghebbende niet bekend is, maakt het college het voornemen tot verwijdering van de grafbedekking gedurende ten minste 1 jaar voorafgaande aan het tijdstip waarop de grafbedekking zal worden verwijderd met een bij het graf te plaatsen bordje en bij de ingang van de begraafplaats bekend.
Bij verwaarlozing van een graf, destijds uitgegeven voor bepaalde of onbepaalde tijd, kan de grafbedekking 5 jaar na bekendmaking en gelijktijdig met het vervallen van de rechten worden verwijderd. De bekendmaking zal, voor zover de rechthebbende in de begraafplaatsadministratie bekend staat, per brief aan de rechthebbende plaatsvinden. Gelijktijdig wordt bij het graf een bordje geplaatst en wordt bij de ingang van de begraafplaats de verwaarlozing van het graf bekend gemaakt.
Hoofdstuk 6. Ruiming van graven, urnengraven, urnennissen en urnenkelders
Artikel 23. Ruiming, bezorging van overblijfselen en as
Het voornemen van het college om een graf te ruimen wordt ten minste een jaar voorafgaande aan het tijdstip waarop het graf zal worden geruimd per brief aan de rechthebbende of, wanneer het een algemeen graf betreft, aan de belanghebbende bekend gemaakt. Wanneer het adres van de rechthebbende of belanghebbende niet bekend is, maakt het college het voornemen tot ruiming van het graf gedurende ten minste 1 jaar voorafgaande aan het tijdstip van ruiming met een bij het graf te plaatsen bordje en bij de ingang van de begraafplaats bekend.
Nabestaanden van een overledene, die is begraven in een algemeen graf kunnen gedurende de in het eerste lid bedoelde termijn bij het college een aanvraag indienen om bij ruiming de menselijke resten, als mogelijk, bijeen te doen brengen voor crematie of voor herbegraven elders. Nabestaanden van een overledene waarvan een asbus al of niet met een urn is bijgezet in een algemeen graf kunnen bij het college een aanvraag indienen om deze ter beschikking te houden voor herbegraven of verstrooiing elders.
De rechthebbende op een particulier graf kan bij het college een aanvraag indienen om de menselijke resten te doen verzamelen om deze opnieuw in dezelfde grafruimte te doen plaatsen dan wel om deze te cremeren of elders opnieuw te doen begraven. De rechthebbende op een particulier urnengraf, particuliere urnennis of particuliere urnenkelder kan bij het college een aanvraag indienen de asbus ter beschikking te houden om elders bij te zetten of om de as te doen verstrooien.
Hoofdstuk 7. Gedeelte voor kerkgenootschap
Artikel 24. Afwijkende regels en kennisgeving onderhoudsbehoefte van graven
Het college kan na overleg met het bestuur van het kerkgenootschap ten aanzien van de openstelling van het gedeelte, de indeling van graven, de onderverdeling van graven in categorieën en de eisen voor de grafbedekking op het ter beschikking van het kerkgenootschap gestelde deel van de begraafplaats nadere regels stellen die afwijken van de regels krachtens de artikelen 3, eerste lid, 10, tweede lid, 13 en 18, derde lid, van deze verordening.
Artikel 27. Intrekking oude regeling
De Beheersverordening begraafplaatsen van de gemeente Wierden 1993, de nadere regels gemeentelijke begraafplaatsen, graven en asbezorging en de nadere regels voor grafbedekkingen op de gemeentelijke begraafplaatsen en de verordening op het beheer en het gebruik van gemeentelijke begraafplaatsen van 25 augustus 1997 zijn ingetrokken.
Als voor het tijdstip van inwerkingtreding van deze verordening een aanvraag om vergunning op grond van de Beheersverordening begraafplaatsen van de gemeente Wierden 1993 is ingediend en voor het tijdstip van inwerkingtreding van deze verordening niet op de aanvraag is beslist, wordt daarop deze verordening toegepast.