Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Stadskanaal

Instructie voor de medewerker leerplicht/RMC gemeente Stadskanaal 2010

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieStadskanaal
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingInstructie voor de medewerker leerplicht/RMC gemeente Stadskanaal 2010
CiteertitelInstructie voor de medewerker leerplicht/RMC gemeente Stadskanaal 2010
Vastgesteld doorcollege van burgemeester en wethouders
Onderwerponderwijs
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

Leerplichtwet 1969, art. 16 lid 4 

Regelgeving die op deze regeling is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

Geen

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

08-04-201024-12-2019nieuwe regeling

23-03-2010

De Kanaalstreek, 31-03-2010

BW 23-03-2010, nr. 09

Tekst van de regeling

Intitulé

Instructie voor de medewerker leerplicht/RMC gemeente Stadskanaal 2010

Burgemeester en Wethouders van de gemeente Stadskanaal,

Overwegende dat het wenselijk is om de samenhang tussen het toezicht op de naleving van de leerplicht en de regionale meld- en coördinatiefunctie voortijdig schoolverlaten in de instructie vast te leggen en nieuwe regelgeving en nieuwe inzichten daarin op te nemen;

Gelet op artikel 16, lid 4, artikel 17 van de Leerplichtwet 1969, artikel 118h van de Wet op het voortgezet onderwijs, artikel 8.3.2 van de Wet educatie en beroepsonderwijs en artikel 162b van de Wet op de expertisecentra en mede gelet op de invoering van de verplichting voor het bevoegd gezag tot het melden van voortijdige schoolverlaters die niet meer leerplichtig zijn, alsmede van de verantwoordelijkheid van de gemeente voor het bestrijden van voortijdig schoolverlaten;

Besluiten:

vast te stellen de volgende "Instructie voor de medewerker leerplicht/RMC gemeente Stadskanaal 2010."

Artikel 1 Begripsbepalingen

In deze instructie wordt verstaan onder:

  • a)

    de wet:

  • b)

    de RMC-regelgeving:

  • de regeling van de regionale meld- en coördinatiefunctie voortijdig schoolverlaten volgens de Wet van 6 december 2001 (Stb. 2001, 636);

  • c)

    college:

  • burgemeesters en wethouders van de gemeente;

  • d)

    bestuur:

  • het Dagelijks Bestuur van het openbaar lichaam. Hieronder wordt verstaan het college van burgemeester en wethouders van gemeente Stadskanaal.

  • e)

    medewerker leerplicht/RMC:

  • de ambtenaar, door de burgemeester benoemd in de functie van medewerker leerplicht/RMC, die de eed of belofte als bedoeld in artikel 16 van de wetheeft afgelegd; de ambtenaar die door de burgemeester benoemd is als ambtenaar die belast is met de werkzaamheden die voortvloeien uit de RMC- wetgeving.

  • f)

    medewerker sluitende aanpak:

  • de ambtenaar die belast is met de doelgroep, of een gedeelte van de doelgroep, jongeren 5 tot en met 27 jaar, de taken betreffen coördinerende taken of trajectbegeleidende taken; de ambtenaar die door de burgemeester benoemd is als ambtenaar die belast is met de werkzaamheden die voortvloeien uit de RMC-wetgeving en/of de lokale sluitende aanpak jongeren.

  • g)

    administratief medewerker:

  • de ambtenaar die belast is met de ondersteuning van de medewerker leerplicht/RMC, onder andere door het verrichten van de leerlingenadministratie en controle;

  • h)

    team sluitende aanpak vsv:

  • dit betreft de ambtenaren met de volgende functies: leerplichtadministratie, administratie sluitende aanpak voortijdig schoolverlaten (vsv), leerplichtambtenaar, preventiemedewerker jongeren,jongerencoördinator, beleidsmedewerker.

  • i)

    directeur:

  • hoofd in de zin van artikel 1 onder d van de wet, dat wil zeggen degene die met de leiding van de school of de instelling is belast: dan wel degene die in opdracht van het bevoegd gezag de opgave van voortijdig schoolverlaten doet als bedoeld in artikel 28 Wet voortgezet onderwijs (VO), artikel 47a Wet op de Expertisecentra (WEC) en artikel 8.1.8. Wet educatie en beroepsonderwijs (WEB);

  • j)

    ouders/verzorgers:

  • de in artikel 2, eerste lid, van de wet bedoelde personen;

  • k)

    de jongere:

  • een persoon in de leeftijd van 5 tot 18 jaar die leerplichtig of kwalificatieplichtig is; of een persoon in de leeftijd van 18 tot 27 jaar die een startkwalificatie dient te halen;

  • l)

    Regio RMC:

  • Regio Oost Groningen.

Artikel 2 Preventie

  • 1.

    Door middel van voorlichting op onder andere het internet, in schoolgidsen, brochures, tijdens leerplichtspreekuren, gastlessen en beantwoording van telefonische vragen wordt pro-actief en in een zo vroeg mogelijk stadium informatie verschaft aan leerlingen, ouders/verzorgers en betrokken instellingen.

  • 2.

    Om vroege inschrijving op school te stimuleren wordt periodiek een uitdraai gemaakt van de 4-jarigen die, 3 maanden voordat zij 5 jaar worden, nog geen schoolinschrijving hebben. De ouders/verzorgers van deze groep ontvangen een brief om hen te stimuleren hun kind in te schrijven.

  • 3.

    Er wordt een overzicht gemaakt van de jongeren die het VMBO verlaten (geslaagd) en bij het ROC wordt actief gecontroleerd of deze jongeren zich al hebben ingeschreven voor een opleiding. Indien nodig en gewenst bemiddelt de medewerker leerplicht/RMC naar een vervolgopleiding.

  • 4.

    Jaarlijks vindt afstemming plaats met het onderwijsveld. Het management van de scholen (PO, VO, MBO en REC) in het werkgebied wordt minimaal een maal per jaar geïnformeerd over de werkzaamheden van de medewerker leerplicht/RMC. Er wordt gewezen op de aandachtspunten en de afspraken omtrent het melden en vervolgen van verzuim en een toelichting gegeven op de prioriteiten van de medewerker leerplicht/RMC, gewijzigde wetgeving etc.

  • 5.

    Er is georganiseerde (preventieve) afstemming en deelname aan overleggen met relevante ketenpartners waaronder het onderwijsveld en zorginstanties (Zorg- en adviesteams (ZAT), Centrum voor Jeugd, Gezin en Veiligheid (CJGV)). Ketenpartners bespreken jongeren met een complexe problematiek. Er wordt afgestemd welke acties vereist zijn en wie, welke taken op zich neemt. Ontwikkelingen rondom ondernomen acties worden teruggekoppeld.

Artikel 3 Leerlingenadministratie en controle absoluut verzuim

(artikel 19 Leerplichtwet; artikel 3 Leerplichtregeling)

  • 1.

    Er is een leerlingenadministratie, die wordt bijgehouden door de medewerker leerplicht/RMC en de administratief medewerker.

  • 2.

    In de leerlingenadministratie worden de persoonsgegevens opgenomen van alle in de gemeentelijke basisadministratie persoonsgegevens (GBA) opgenomen personen in de leeftijd van 0 tot en met 27 jaar.

  • 3.

    De mutaties in de basisadministratie persoonsgegevens met betrekking tot de in lid 2 bedoelde personen worden via automatische updates in de leerlingenadministratie verwerkt.

  • 4.

    De administratief medewerker controleert of de mutaties van de verschillende scholen met betrekking tot in- en afschrijvingen van jongeren binnengekomen zijn. De medewerker leerplicht/RMC onderneemt actie naar directeuren van scholen en instellingen die in gebreke gebleven zijn.

  • 5.

    Blijkt uit het contact met de directeur dat deze verwijtbaar in gebreke blijft, dan roept de medewerker leerplicht/RMC de directeur op voor een gesprek en zendt hij het proces-verbaal van zijn bevindingen aan de Officier van Justitie. De onderwijsinspectie heeft hierin een controlerende taak op grond van artikel 27 van de Leerplichtwet.

  • 6.

    De medewerker leerplicht/RMC kan aan het college een voorstel doen tot het opleggen van een last onder dwangsom jegens de directeur, indien hij van mening is dat deze maatregel kan bijdragen tot het opheffen van de overtreding dan wel het voorkomen van herhaling daarvan.

  • 7.

    De administratief medewerker controleert aan het begin van het schooljaar, zo spoedig mogelijk na 1 oktober doch voor 1 december, voor het voortgezet onderwijs/middelbaar beroepsonderwijs en daarna maandelijks of alle leerplichtigen en kwalificatieplichtigen overeenkomstig de bepalingen van de wet als leerling op een school of onderwijsinstelling zijn ingeschreven. Met betrekking tot het primair onderwijs geldt dat deze controle plaatsvindt binnen zes weken na aanvang van de lessen van de school en daarna maandelijks. Bij een vermoeden van absoluut verzuim wordt een brief verstuurd. In de brief is aangegeven dat binnen 14 werkdagen gereageerd dient te worden. Als wordt teruggemeld dat er wel sprake is van een schoolinschrijving dan wordt dit gecontroleerd. Wanneer er geen reactie is gekomen op een tweede brief en de verdenking van absoluut verzuim blijft bestaan volgt een actie zoals omschreven in artikel 7 van deze instructie (absoluut verzuim), indien er sprake is van personen die vallen onder de Leerplichtwet..

  • 8.

    Tegenover een bericht van afschrijving van de ene school staat voor jongeren tot 18 jaar zonder startkwalificatie een bericht van inschrijving van een andere school. Als deze registratie niet sluitend is, volgt in eerste instantie contact met de school die de afschrijving (zonder kennisgeving van bestemming) gemeld heeft. Wanneer deze geen duidelijkheid kan geven wordt schriftelijk contact gezocht met de ouders/verzorgers van de jongere.

  • 9.

    Bij verhuizing buiten de regio worden de schoolhistorische gegevens gezonden naar de nieuwe woongemeente.

  • 10.

    De administratief medewerker haalt informatie over de meldingen van de niet leerplichtige voortijdig schoolverlater bij de Informatie Beheer Groep (IBG) en stuurt een brief met het verzoek de vervolgopleiding en/of eventueel werk te melden.

  • 11.

    Jaarlijks worden voor 1 juni alle VO-scholen door het RMC aangeschreven met het verzoek tijdig alle VMBO schoolverlaters met de benodigde gegevens door te geven aan de leerplichtadministratie van de woongemeente van de leerling. Het betreft hier het zogenaamde Kort Screeningsonderzoek (KSO) van het RMC.

Artikel 4 Leerlingdossier

  • 1.

    De medewerker leerplicht/RMC legt slechts een leerling dossier aan over een jongere indien de medewerker leerplicht/RMC mondelinge, telefonische, e-mail- of schriftelijke contacten heeft met de jongere of derden over diens:

    • a.

      vervangende leerplicht;

    • b.

      vrijstelling van inschrijving;

    • c.

      vrijstelling van schoolbezoek;

    • d.

      (vermoeden van) absoluut verzuim;

    • e.

      (vermoeden van) relatief verzuim;

    • f.

      (vermoeden van) voortijdig schoolverlaten;

    • g.

      situatie die leidt tot bespreking in een (preventief) georganiseerd overleg (ZAT);

    • h.

      gedrag dat leidt tot melding van maatregelen zoals schorsing;

    • i.

      signalen die uiteindelijk kunnen leiden tot een van bovenstaande situaties.

  • 2.

    In het leerlingdossier neemt de medewerker leerplicht/RMC de volgende gegevens op:

    • a.

      burgerservicenummer, onderwijsnummer of administratienummer;

    • b.

      voornamen en achternaam;

    • c.

      geslacht;

    • d.

      geboortedatum en -plaats;

    • e.

      nationaliteit;

    • f.

      naam, voornamen, voorletters, titulatuur, geslacht, adres, postcode, woonplaats, telefoonnummer en soortgelijke gegevens van de ouders/verzorgers;

    • g.

      school (scholen) van inschrijving, met gevolgde klassen en/of onderwijssoort;

    • h.

      kennisgeving(en) van beroep op vrijstelling van inschrijfplicht;

    • i.

      kennisgeving(en) van (vermoedelijk) schoolverzuim;

    • j.

      aanvragen en behandeling van aanvragen voor vrijstelling van schoolbezoek;

    • k.

      afschrift van correspondentie met betrekking tot de jongere;

    • l.

      verslagen van gesprekken met dan wel over de jongere;

    • m.

      aantekeningen en notities met betrekking tot de jongere;

    • n.

      afschrift van de melding aan de Sociale Verzekeringsbank;

    • o.

      afschrift van proces-verbaal van de jongere;

    • p.

      eventueel behaalde diploma’s.

    • q.

      persoonlijke omstandigheden die voor het halen van een startkwalificatie meegewogen moeten worden.

  • 3.

    De medewerker leerplicht/RMC verstrekt slechts gegevens uit het leerling dossier aan derden binnen de grenzen die daaraan worden gesteld door de Wet bescherming persoonsgegevens (Wbp) en het Vrijstellingsbesluit Wbp, in het bijzonder artikel 20 van het Vrijstellingsbesluit.

Artikel 5 Verlof wegens andere gewichtige omstandigheden

(artikel 14, derde lid, tweede volzin Leerplichtwet)

  • 1.

    De medewerker leerplicht/RMC bevestigt de ontvangst van een aanvraag terstond aan de ouders/verzorgers en vermeldt in de ontvangstbevestiging de termijn waarbinnen de medewerker leerplicht/RMC een besluit zal nemen. Een afschrift van de brief aan de ouders/verzorgers wordt aan de betreffende directeur van de school gezonden. Indien de periode tussen de ontvangst van de aanvraag en de aanvang van het gevraagde verlof korter is dan de termijn die redelijkerwijs nodig is om tot een besluit te komen, deelt de medewerker leerplicht/RMC dit bij de ontvangstbevestiging aan de ouders/verzorgers mee en wijst hij de ouders/verzorgers op de mogelijkheid dat de ouders/verzorgers de wet overtreden indien de aanvraag niet of niet geheel wordt gehonoreerd.

  • 2.

    De medewerker leerplicht/RMC geeft de ouders/verzorgers een termijn van ten minste een week en ten hoogste drie weken om een onvolledig ingediende aanvraag aan te vullen. De medewerker leerplicht/RMC kan hiervoor een formulier vaststellen.

  • 3.

    De medewerker leerplicht/RMC hoort de directeur over de aanvraag en draagt er zorg voor dat het oordeel van de directeur over de aanvraag schriftelijk wordt vastgelegd.

  • 4.

    De medewerker leerplicht/RMC draagt er zorg voor dat de zienswijze van de ouders/verzorgers bij een voorgenomen beslissing die geheel of gedeeltelijk van de aanvraag afwijkt, schriftelijk wordt vastgelegd.

  • 5.

    De medewerker leerplicht/RMC kan de jongere en/of de ouders/verzorgers in de gelegenheid stellen zijn zienswijze kenbaar te maken.

  • 6.

    De medewerker leerplicht/RMC kan bepalen op welke plaats aan de directeur, de ouders/verzorgers of de jongere de gelegenheid wordt geboden om zienswijzen aan hem kenbaar te maken.

  • 7.

    De medewerker leerplicht/RMC legt de behandeling van de aanvraag zorgvuldig vast in het leerling dossier.

  • 8.

    Bij de beoordeling van een aanvraag van meer dan tien dagen, controleert de medewerker leerplicht/RMC of er sprake is van een medische of sociale indicatie. De medewerker leerplicht/RMC neemt een beslissing en deelt deze schriftelijk mee aan de ouders/verzorgers. Een afschrift van de brief aan de ouders/verzorgers wordt aan de betreffende directeur van de school of instelling gezonden.

  • 9.

    De medewerker leerplicht/RMC kan aan een directeur op diens verzoek advies geven over de behandeling en beoordeling van een aanvraag verlof te verlenen wegens andere gewichtige omstandigheden voor een periode van tien schooldagen of minder. Indien de medewerker leerplicht/RMC een dergelijk advies geeft, deelt de directeur aan de medewerker leerplicht/RMC de beslissing op de aanvraag mee.

  • 10.

    De medewerker leerplicht/RMC kan aan de directeuren van de betrokken scholen en/of instelling(en) gevraagd of ongevraagd een advies geven over het te voeren beleid met betrekking tot aanvragen voor verlof wegens andere gewichtige omstandigheden voor tien schooldagen of minder, met het oog op het bevorderen van de rechtsgelijkheid.

Artikel 6 Relatief verzuim van leerplichtige en kwalificatieplichtige jongeren

(artikelen 2, lid 1, 4a, 21, 21a en 22 Leerplichtwet)

  • 1.

    De meldingen van schoolverzuim worden ontvangen door de administratief medewerker. Jongeren die onderwijs volgen aan het Voortgezet Onderwijs of het Middelbaar Beroeps Onderwijs worden gemeld via de IB-groep. Jongeren die onderwijs volgen aan het primair onderwijs, (voortgezet) speciaal onderwijs en het niet –bekostigd onderwijs worden gemeld middels een kennisgeving (vermoedelijk) ongeoorloofd schoolverzuim. Er wordt een leerling dossier aangemaakt, of de kennisgeving wordt toegevoegd in het reeds aanwezige leerling dossier.

  • 2.

    Binnen een week meldt de medewerker leerplicht/RMC via de IB-groep betreffende jongeren die onderwijs volgen aan het Voortgezet Onderwijs of het Middelbaar Beroeps Onderwijs, welke acties er naar aanleiding van de kennisgeving worden ondernomen. Voor jongeren die onderwijs volgen aan het primair onderwijs, (voortgezet) speciaal onderwijs en het niet-bekostigd onderwijs meldt de medewerker leerplicht/RMC binnen een week aan de schoolinstelling welke acties er naar aanleiding van de kennisgeving worden ondernomen. Indien de kennisgeving niet door de directeur is gedaan, neemt de medewerker leerplicht/RMC binnen een vijf werkdagen contact op met de betrokken directeur.

  • 3.

    De medewerker leerplicht/RMC zoekt na ontvangst van een kennisgeving onverwijld contact met de ouders/verzorgers, stelt hen in de gelegenheid om nadere uitleg over het gemelde verzuim te geven en informeert hen over de procedures en eventuele consequenties. Indien het verzuim een jongere van 12 jaar of ouder betreft, zoekt de medewerker leerplicht/RMC ook contact met de jongere zelf.

  • 4.

    Indien er daadwerkelijk sprake is van ongeoorloofd verzuim heeft de medewerker leerplicht/RMC een gesprek met de ouders/verzorgers/leerling. De medewerker leerplicht/RMC maakt een verslag van het gesprek. De medewerker leerplicht/RMC verstrekt aan de ouders/verzorgers en/of de jongere een kopie van het gespreksverslag. Van de gemaakte gespreksverslagen maakt de medewerker leerplicht/RMC een notitie in het leerling dossier.

  • 5.

    De medewerker leerplicht/RMC onderhoudt zo vaak als nodig contact met de ouders/verzorgers/jongere en betrokken organisaties om de verzuimsituatie zo spoedig mogelijk te beëindigen.

  • 6.

    De medewerker leerplicht/RMC draagt zorg voor terugkoppeling in het ZorgAdviesTeam van de school van zijn handelswijze, vorderingen in het onderzoek naar het vermeende verzuim of afspraken met de jongere, voor zover bekend zijn bij hem en alleen wanneer de jongere al in het ZAT besproken is.

  • 7.

    De medewerker leerplicht/RMC legt een huisbezoek af wanneer deze dat nodig acht.

  • 8.

    De medewerker leerplicht/RMC kan een bemiddelende rol vervullen ten behoeve van de jongere en de ouders/verzorgers bij het zoeken naar een andere school of een zo goed mogelijk passende leerroute.

  • 9.

    De medewerker leerplicht/RMC draagt er zorg voor dat een kennisgeving van verzuim binnen een zo kort mogelijke periode wordt afgehandeld. De hoogste prioriteit ligt bij het beëindigen van de verzuimsituatie. Ter afronding van de afhandeling zendt de medewerker leerplicht/RMC in ieder geval een schriftelijk bericht aan degene die de kennisgeving heeft gedaan, de ouders/verzorgers en, wanneer het een jongere van 12 jaar of ouder betreft, ook aan de jongere zelf. De medewerker leerplicht/RMC doet mededeling van de afhandeling aan anderen die bij de verzuimsituatie zijn betrokken. De medewerker leerplicht/RMC sluit de melding voor jongeren die onderwijs volgen aan het Voortgezet Onderwijs en het Middelbaar Beroeps Onderwijs, af bij het verzuimloket van de IB-groep.

  • 10.

    Blijkt uit het onderzoek als bedoeld in het derde lid dat geen sprake is van vrijstelling, en blijkt dat sprake kan zijn van verwijtbaar handelen of nalaten van de ouders/verzorgers en/of de jongere die de leeftijd van 16 jaar heeft bereikt, dan kan de medewerker leerplicht/RMC een melding doen bij de Sociale Verzekeringsbank zoals omschreven staat in artikel 17 van deze instructie. Indien de medewerker leerplicht/RMC voornemens is om een melding bij de Sociale Verzekeringsbank te doen, dan roept hij ouders/verzorgers en jongere vanaf 16 jaar op voor een gesprek, waarbij hij betrokkenen uitdrukkelijk kenbaar maakt dat hij voornemens is een melding te doen bij de Sociale Verzekeringsbank.

  • 11.

    Blijkt uit het onderzoek als bedoeld in het derde lid dat geen sprake is van vrijstelling, en blijkt dat sprake kan zijn van verwijtbaar handelen of nalaten van de ouders/verzorgers en/of de jongere die de leeftijd van 12 jaar heeft bereikt, dan maakt de medewerker leerplicht/RMC die tevens bevoegd is als buitengewoon opsporingsambtenaar proces-verbaal op van zijn bevindingen en zendt dit naar de officier van justitie. Indien hij voornemens is proces-verbaal op te maken, roept de medewerker leerplicht/RMC de ouders/verzorgers en de jongere van 12 jaar of ouder op voor een gesprek, waarbij hij de betrokkenen uitdrukkelijk kenbaar maakt dat hij voornemens is een proces-verbaal op te maken. Het opmaken van een proces-verbaal en een melding doen bij de Sociale Verzekeringsbank kan gelijktijdig, maar ook volgend op elkaar plaatsvinden.

  • 12.

    De medewerker leerplicht/RMC is bevoegd het laten opmaken van proces-verbaal achterwege te laten en de ouders/verzorgers en/of de jongere een schriftelijke waarschuwing te geven indien sprake is van:

    • -

      verwijtbaar handelen of nalaten, doch geen kennelijke opzet tot het plegen van een overtreding; en,

    • -

      een eerste overtreding bij zorgverzuim; en,

    • -

      verzuim van lichte aard, namelijk korter dan 16 uur binnen 4 aaneengesloten weken.

  • 13.

    Zodra de medewerker leerplicht/RMC kennis neemt van schoolverzuim waarvan niet door een directeur is kennis gegeven, stelt de medewerker leerplicht/RMC een onderzoek in naar de reden waarom de directeur het verzuim niet heeft gemeld. Blijkt de directeur onwillig of nalatig in het nakomen van deze verplichting, dan kan de medewerker leerplicht/RMC proces-verbaal op maken.

  • 14.

    De medewerker leerplicht/RMC kan aan het college een voorstel doen tot het opleggen van een last onder dwangsom indien hij van mening is, gezien de achtergrond en de aard van de verzuimsituatie, dat deze maatregel kan leiden tot het opheffen van het verzuim dan wel het voorkomen van herhaling daarvan.

  • 15.

    De medewerker leerplicht/RMC kan aan de directeur gevraagd of ongevraagd een advies geven over het te voeren beleid met betrekking tot het registreren van verzuim en het doen van kennisgevingen van verzuim, met het oog op het bevorderen van een effectief verzuimbestrijdingbeleid en de rechtsgelijkheid. De medewerker leerplicht/RMC kan directeuren verzoeken om eerder een kennisgeving van verzuim in te dienen dan de wet voorschrijft indien dat doelmatig is met het oog op de verzuimbestrijding.

  • 16.

    De medewerker leerplicht/RMC kan aan de directeuren gevraagd of ongevraagd een advies geven over het te voeren beleid met betrekking tot het registreren van verzuim en het doen van kennisgevingen van verzuim, met het oog op het bevorderen van een effectief verzuimbestrijdingbeleid en de rechtsgelijkheid. De medewerker leerplicht/RMC kan directeuren uitnodigen om eerder een kennisgeving van verzuim in te dienen dan de wet voorschrijft indien dat doelmatig is met het oog op de verzuimbestrijding.

Artikel 7 Absoluut verzuim van leerplichtigen en kwalificatieplichtige jongeren

(artikelen 2, lid 1,3, 4a en 4b Leerplichtwet)

  • 1.

    Indien blijkt dat een leerplichtige en kwalificatieplichtige jongere niet als leerling is ingeschreven zonder dat daarvoor een grond voor vrijstelling aanwezig is, onderzoekt de medewerker leerplicht/RMC onverwijld, doch ten hoogste binnen vijf werkdagen, of wegens een administratieve onvolkomenheid een bericht van inschrijving ontbreekt. (zie ook artikel 3 lid 7 van deze instructie)

  • 2.

    Indien niet is gebleken dat sprake is van een administratieve onvolkomenheid, zoekt de medewerker leerplicht/RMC onverwijld, doch ten hoogste binnen vijf werkdagen, contact met de ouders/verzorgers en stelt hen in de gelegenheid om nadere uitleg over het achterwege blijven van een inschrijving te geven. Ouders/verzorgers worden uitgenodigd om op gesprek te komen. Indien het een jongere betreft die de leeftijd van 12 jaar heeft bereikt, zoekt de medewerker leerplicht/RMC tevens contact met de jongere.

  • 3.

    Indien de ouders/verzorgers is aangeraden in het gesprek om de jongere in te schrijven dan wel een andere actie op te volgen, wordt binnen vijf werkdagen gecontroleerd of hier inderdaad gehoor aan is gegeven. Als het advies is opgevolgd wordt dit verwerkt in het dossier. Is het advies niet opgevolgd dan volgt in principe een proces-verbaal en een melding aan de Sociale Verzekeringsbank.

  • 4.

    Indien de jongere vóór het intreden van de situatie van absoluut verzuim wel op een school of instelling ingeschreven is geweest, neemt de medewerker leerplicht/RMC contact op met de directeur van die school of instelling en vraagt diens zienswijze over het opgetreden absolute verzuim.

Artikel 8 Kennisgeving in- en afschrijvingen, (dreigend) voortijdig schoolverlaten van leerplichtigen (met inbegrip van verwijdering)

(artikel 18, eerste lid, Leerplichtwet, artikelen 28 en 118h WVO, artikel 47a162b WEC of artikel 8.1.8 en 8.3.2. WEB)

  • 1.

    De kennisgevingen van een (voorgenomen) beslissing tot verwijdering van een leerling, de kennisgeving van afschrijving en de melding van voortijdig schoolverlaten worden door de medewerker leerplicht/RMC ontvangen. Er wordt een leerling dossier aangemaakt, of de kennisgeving wordt toegevoegd in het reeds aanwezige leerling dossier Artikel 6, leden 3 tot en met 13, zijn van overeenkomstige toepassing.

  • 2.

    Zodra de medewerker leerplicht/RMC kennisneemt van verwijdering of van voortijdig schoolverlaten van een jongere die niet overeenkomstig de wettelijke bepalingen is gemeld, stelt de medewerker leerplicht/RMC een onderzoek in naar de oorzaak hiervan. Als de directeur onwillig of nalatig is in het nakomen van deze verplichting, dan kan de medewerker leerplicht/RMC de directeur oproepen voor een gesprek en zendt hij proces-verbaal (van bevindingen) aan de officier van justitie (bij overtreding van artikel 18 Leerplichtwet) dan wel een bericht van zijn bevindingen aan de inspecteur van de desbetreffende school of instelling (bij het niet nakomen van de verplichtingen krachtens artikel 28 WVO, artikel 47a WEC of artikel 8.1.8 WEB).

  • 3.

    De medewerker leerplicht/RMC kan aan een directeur op diens verzoek advies geven over de aanpak van het voorkomen van verwijdering of voortijdig schoolverlaten van een bij de school ingeschreven jongere.

  • 4.

    De medewerker leerplicht/RMC kan aan de directeuren gevraagd of ongevraagd een advies geven over het te voeren beleid met betrekking tot het voorkomen van voortijdig schoolverlaten, met het oog op het bevorderen van een effectief startkwalificatiebeleid en de rechtsgelijkheid. De medewerker leerplicht/RMC kan directeuren uitnodigen om eerder een melding van voortijdig schoolverlaten te doen dan de wet voorschrijft, indien dat doelmatig is met het oog op de belangen van de schoolloopbaan van jongeren.

Artikel 9 Vervangende leerplicht

(artikelen 3a en 3b Leerplichtwet)

  • 1.

    De medewerker leerplicht/RMC besluit namens het college over aanvragen tot het toestaan van vervangende leerplicht, als bedoeld in de artikelen 3a en 3b van de wet.

  • 2.

    Blijkt aan de medewerker leerplicht/RMC dat een jongere vermoedelijk in de omstandigheden verkeert als bedoeld in artikel 3a dan wel 3b van de wet, dan draagt de medewerker leerplicht/RMC er zorg voor dat de noodzakelijke gesprekken met betrekking tot het aangepaste onderwijs- en begeleidingsprogramma en de praktijktijd (artikel 3a) dan wel arbeid van lichte aard (artikel 3b) binnen 10 werkdagen worden gevoerd.

  • 3.

    De medewerker leerplicht/RMC draagt er zorg voor dat de afspraken die in de gesprekken worden gemaakt schriftelijk worden vastgelegd. Hij draagt er zorg voor dat de vastgelegde afspraken in het leerling dossier worden opgenomen en hij draagt er zorg voor dat degenen die betrokken zijn bij het ontwerpen van het aangepaste onderwijs- en begeleidingsprogramma en de inrichting van de praktijktijd dan wel de arbeid van lichte aard binnen vijf werkdagen over de gemaakte afspraken worden geïnformeerd.

  • 4.

    De medewerker leerplicht/RMC draagt er zorg voor dat het programma op voor hen begrijpelijke wijze aan de ouders/verzorgers en de jongere wordt uitgelegd en hij draagt er zorg voor dat de ouders/verzorgers het verzoek tot het toestaan van vervangende leerplicht ondertekenen en indienen.

  • 5.

    De medewerker leerplicht/RMC informeert de Arbeidsinspectie over de toestemming voor vervangende leerplicht die op grond van artikel 3b van de wet is verleend.

Artikel 10 Vrijstelling van leerplicht wegens het volgen van ander onderwijs

(artikel 4a en 15 Leerplichtwet)

  • 1.

    De medewerker leerplicht/RMC besluit namens het college op een aanvraag tot toepassing van de vrijstelling als bedoeld in artikel 15 van de wet.

  • 2.

    Bij de beoordeling of de jongere op andere wijze voldoende onderwijs geniet, slaat de medewerker leerplicht/RMC acht op:

    • -

      de vraag of het onderwijs bijdraagt aan het behalen van een startkwalificatie; en,

    • -

      de vraag of de hoeveelheid tijd die met het onderwijs is gemoeid in redelijke verhouding staat tot de omvang van het onderwijs.

Artikel 11 Vrijstelling van de inschrijvingsplicht

(artikel 5 aanhef en onder a, b en c, alsmede de artikelen 6, 7, 8 en 9 Leerplichtwet)

  • 1.

    De medewerker leerplicht/RMC neemt de kennisgeving als bedoeld in artikel 6 van de wet in ontvangst. Hij zendt de ouders/verzorgers een ontvangstbevestiging waarin hij meedeelt op welke termijn de ouders/verzorgers een bericht zullen ontvangen over de ontvankelijkheid van het beroep op vrijstelling.

  • 2.

    Indien het vermoeden bestaat dat ouders/verzorgers een beroep willen doen op de grond bedoeld in artikel 5 onder a van de wet, probeert de medewerker leerplicht/RMC te bewerkstelligen dat de aangewezen deskundige binnen 20 werkdagen de jongere onderzoekt en een schriftelijke verklaring over de geschiktheid van de jongere geeft.

  • 3.

    Indien de kennisgeving betrekking heeft op de grond bedoeld in artikel 5 onder a van de wet, dan is de termijn voor een bericht aan de ouders/verzorgers binnen 10 werkdagen na ontvangst van de verklaring van de deskundige.

  • 4.

    Indien de ouders/verzorgers een beroep willen doen op de grond bedoeld in artikel 5 onder b van de wet, dan is de termijn voor een bericht aan de ouders/verzorgers ten hoogste 20 werkdagen. Als gegronde redenen aanwezig zijn voor een langere termijn, dan deelt de medewerker leerplicht/RMC deze termijn binnen 20 werkdagen aan de ouders/verzorgers mee.

  • 5.

    Indien de ouders/verzorgers een beroep doen op de grond bedoeld in artikel 5 onder b van de wet, dan onderzoekt de medewerker leerplicht/RMC de bij de kennisgeving overgelegde bescheiden. Hij nodigt de ouders/verzorgers uit voor een mondelinge toelichting op het beroep. Hij onderzoekt of de bedenkingen daadwerkelijk de richting van het onderwijs betreffen. Hij gaat na of de jongere eerder op een school of instelling ingeschreven is geweest.

  • 6.

    In het bericht aan de ouders/verzorgers, bedoeld in het eerste lid, deelt de medewerker leerplicht/RMC aan de ouders/verzorgers mee of de ontvangen kennisgeving voldoet aan de eisen van de wet. Hij deelt tevens de gevolgen mee die verbonden zijn aan het al dan niet voldoen aan de eisen van de wet.

  • 7.

    Indien de kennisgeving niet aan de eisen van de wet voldoet, geeft de medewerker leerplicht/RMC de ouders/verzorgers een redelijke termijn, die doorgaans niet langer is dan 20 werkdagen om de jongere alsnog in te schrijven op een school of instelling.

  • 8.

    Indien de kennisgeving wel aan de eisen van de wet voldoet, deelt de medewerker leerplicht/RMC aan de ouders/verzorgers mee voor welke periode de vrijstelling geldt en voor welke datum zij een kennisgeving moeten indienen indien zij opnieuw een beroep op een vrijstellingsgrond willen doen.

  • 9.

    Indien de kennisgeving betrekking heeft op de grond bedoeld in artikel 5 onder c van de wet, en de omstandigheden zijn van dien aard dat (nog) geen verklaring van de directeur van de buiten Nederland gelegen school of inrichting van onderwijs kan worden overgelegd, dan deelt de medewerker leerplicht/RMC aan de ouders/verzorgers mee op welke wijze, en op welk moment, door hen zal moeten worden aangetoond dat de jongere in het buitenland onderwijs heeft genoten.

  • 10.

    De medewerker leerplicht/RMC informeert zonodig de Arbeidsinspectie over de vrijstelling van de inschrijvingsplicht als deze betrekking heeft op jongeren tussen de 16 en 18 jaar zijn.

Artikel 12 Bepalen of een onderwijsvoorziening een school is in de zin van de Leerplichtwet

(artikel 1a, 1 lid 2, 1A1 en 22, lid 4 Leerplichtwet)

  • 1.

    Indien ouders/verzorgers aangeven dat zij voldoen aan hun verplichtingen krachtens de Leerplichtwet doordat hun kind gebruik maakt van een niet uit de openbare kas bekostigde of aangewezen onderwijsvoorziening, dan neemt de medewerker leerplicht/RMC contact op met de onderwijsinspectie met het verzoek een onderzoek in te stellen en binnen een in het verzoek aangegeven termijn een advies uit te brengen over de vraag of de onderwijsvoorziening kan worden beschouwd als een school in de zin van de Leerplichtwet.

  • 2.

    De medewerker leerplicht/RMC volgt het advies van de onderwijsinspectie.

  • 3.

    Indien een school niet voldoet aan de criteria van de wet en niet langer een school in de zin van de wet is, stelt de medewerker leerplicht/RMC de ouders/verzorgers van de leerlingen van de onderwijsvoorziening binnen 7 dagen schriftelijk op de hoogte van het feit dat de onderwijsvoorziening niet langer een school is als bedoeld in de wet, of verzekert hij er zich van dat de onderwijsvoorziening de ouders/verzorgers daarvan schriftelijk op de hoogte heeft gesteld.

Artikel 13 Aanwijzing deskundige

(artikel 7 Leerplichtwet)

Er worden ad hoc afspraken gemaakt met een arts, pedagoog of psycholoog die een verklaring over de geschiktheid tot toelating tot een school of instelling geeft.

Artikel 14 Melding aan de Raad voor de Kinderbescherming

(artikel 22, lid 5 Leerplichtwet)

Indien de medewerker leerplicht/RMC een proces-verbaal tegen de jongere in verband met relatief verzuim aan de Officier van Justitie zendt, zendt hij tevens een afschrift van het proces-verbaal naar de Raad voor de Kinderbescherming. De Rechtbank Groningen zorgt voor verzending naar de Raad van de Kinderbescherming.

Artikel 15 Melding aan het Bureau Jeugdzorg

Indien de medewerker leerplicht/RMC bij een onderzoek komt tot het vermoeden van verwaarlozing van de belangen van een jongere/kind, kan hij een rapport van zijn bevindingen naar het Bureau Jeugdzorg sturen met het verzoek om een onderzoek te doen. Hij deelt zijn beslissing om een rapport aan het Bureau Jeugdzorg te zenden schriftelijk mee aan de betrokken ouders/verzorgers. Hij neemt het rapport op in het leerling-dossier.

Artikel 16 Melding aan de inspectiedienst van het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid

(artikel 23 Leerplichtwet, artikel 5 Leerplichtregeling 1995)

De medewerker leerplicht/RMC draagt zorg voor een goede informatieverstrekking aan het districtshoofd van de Arbeidsinspectie van het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid met betrekking tot:

  • a)

    Jongeren voor wie vervangende leerplicht is goedgekeurd op grond van artikel 3b van de wet;

  • b)

    Jongeren voor wie vrijstelling van de inschrijfplicht bestaat op grond van artikel 5, onder a of b van de wet, en die 16 jaar of ouder zijn;

  • c)

    Jongeren ten aanzien van wie hij bemerkt dat deze in strijd met de voorschriften arbeid verrichten.

Artikel 17 Melding aan de Sociale Verzekeringsbank

(artikel 7 Algemene Kinderbijslagwet)

  • 1.

    De medewerker leerplicht/RMC kan een melding doen bij de Sociale Verzekeringsbank indien er sprake is van ongeoorloofd verzuim, meer dan 16 uur per 4 weken bij een jongere van 16 of 17 jaar die geen startkwalificatie heeft, niet staat ingeschreven op een school of deze niet regelmatig bezoekt, tenzij er sprake is van een vrijstelling.

  • 2.

    De medewerker leerplicht/RMC kan besluiten om over te gaan tot een melding indien er sprake is van verwijtbaarheid van de ouders/verzorgers en/of jongere, ouders/verzorgers en/of jongere niet willen meewerken aan afspraken om het verzuim te stoppen en/of er sprake is van recidive.

  • 3.

    Alvorens de medewerker leerplicht/RMC een melding doet bij de SVB, roept hij ouders/verzorgers en jongere behoorlijk op om hen van de melding op de hoogte te brengen. Tevens worden er afspraken gemaakt binnen welke termijn onder welke voorwaarden de ouders/verzorgers en jongere de melding ongedaan kunnen laten maken.

  • 4.

    De medewerker leerplicht/RMC zet de volgende afspraken op papier, welke naar ouders/verzorgers en jongere verstuurd worden:

    • -

      het geconstateerde verzuim (minimaal 16 uur per 4 weken);

    • -

      de ondernomen acties om dit verzuim te stoppen, welke niet hebben geleid tot het resultaat (acties van de medewerker leerplicht/RMC, gesprek, waarschuwing, melding ZAT enz.);

    • -

      datum waarop de melding naar de SVB is verstuurd;

    • -

      vermoedelijke datum waarop de kinderbijslag stop gezet zal worden ;

    • -

      voorwaarden waar ouders/verzorgers en/of jongere aan moeten voldoen om de melding ongedaan te maken;

    • -

      evaluatiedatum (als de melding aan de SVB is gedaan, kunnen ouders/verzorgers en/of jongere alsnog voldoen aan de voorwaarden de melding aan de SVB ongedaan maken. Hiervoor wordt een uiterste datum genoemd. Op deze wijze hebben ouders/verzorgers en jongere alsnog de kans de melding ongedaan te maken).

Artikel 18 Jaarverslag leerplicht en effectrapportage RMC

(artikel 25 Leerplichtwet; artikel 118h, zevende lid, WVO, artikel 162b, zevende lid, WEC, artikel 8.3.2, zevende lid, WEB).

  • 1.

    De medewerker leerplicht/RMC of de beleidsambtenaren doen jaarlijks een voorstel aan het college voor het jaarlijks voor 1 oktober uit te brengen verslag aan de gemeenteraad over het in het afgelopen schooljaar in de gemeente gevoerde leerplichtbeleid inzake de handhaving van de leerplicht en de kwalificatieplicht en de resultaten daarvan.

  • 2.

    De medewerker leerplicht/RMC of de beleidsambtenaar doet jaarlijks een voorstel aan het college voor het jaarlijks voor 1 december uit te brengen verslag aan de gemeenteraad over de effectrapportage met betrekking tot de RMC-taken.

  • 3.

    De medewerker leerplicht/RMC voert tijdig het overleg met de instanties en organisaties wier handelen (mede) in het voorstel voor het jaarlijkse verslag aan de orde wordt gesteld. Met betrekking tot de RMC-taken stemt de medewerker leerplicht/RMC zijn bijdrage aan de verslaglegging af met de andere gemeenten in de RMC-regio Oost Groningen.

  • 4.

    De medewerker leerplicht/RMC en de beleidsambtenaar dragen er zorg voor dat de gegevens voor het jaarlijks aan de minister uit te brengen verslag inzake de omvang en behandeling van het schoolverzuim en de effectrapportage van de bestrijding voortijdig schoolverlaten tijdig beschikbaar zijn.

Artikel 19 Samenwerking in de regio inzake leerplicht en RMC

(artikel 16, lid 4 onder c Leerplichtwet)

  • 1.

    De medewerker leerplicht/RMC voert periodiek (ten minste driemaal per jaar) overleg met de medewerkers leerplicht/RMC van de andere gemeenten in de regio over de uitvoering van de taken krachtens de wet en de RMC-wetgeving. De medewerker leerplicht/RMC neemt zo nodig het initiatief tot het bijeenroepen van het bedoelde overleg. Hij neemt een samenvatting van wat in het overleg is besproken op in zijn voorstel voor het jaarlijkse verslag over het gevoerde beleid.

  • 2.

    De medewerker leerplicht/RMC draagt bij aan een optimaal toezicht op de naleving van de leerplichtwet en de RMC-wetgeving door in het regionale overleg voorstellen in te brengen over onderwerpen waarvoor regionale afspraken bijdragen aan een doelmatige bestrijding van schoolverzuim en/of voortijdig schoolverlaten. Tot deze onderwerpen behoren in ieder geval:

    • -

      afspraken over het onderhouden van contacten met scholen en onderwijsinstellingen in de regio;

    • -

      afspraken over de beleidsregels met betrekking tot de scholen en onderwijsinstellingen in de regio;

    • -

      afspraken over de adviezen met betrekking tot het beleid die medewerkers leerplicht/RMC uit de regio geven aan de scholen in de regio;

    • -

      afspraken over de organisatie en inhoud van de contacten met de regionaal werkende instellingen op het gebied van algemeen maatschappelijk werk, jeugdgezondheidszorg, jeugdzorg, geestelijke gezondheidszorg en gehandicaptenzorg en de aansluiting tussen onderwijs en arbeid;

    • -

      afspraken over de organisatie en inhoud van het overleg met het Openbaar Ministerie.

  • 3.

    De medewerker leerplicht/RMC doet in het regionale overleg zonodig voorstellen over:

    • -

      de toepassing van artikel 14 van de wet (vrijstellingsgronden);

    • -

      de richtlijnen op regionaal niveau inzake het verlenen van verlof op grond van artikel 11 aanhef en onder f en g van de wet (extra vakantieverlof respectievelijk andere gewichtige omstandigheden);

    • -

      de wijze waarop contact wordt onderhouden met de officier van justitie in het kader van de toepassing van artikel 22 van de wet (onderzoek door de medewerker leerplicht/RMC).

  • 4.

    De medewerker leerplicht/RMC pleegt overleg met de medewerker leerplicht/RMC van de woongemeente van een jongere indien hij in zijn contacten met scholen, instellingen of instanties bemerkt dat sprake kan zijn van een overtreding van de wet of een bedreiging van de schoolloopbaan van de jongere die niet is ingeschreven in de basisadministratie persoonsgegevens van de gemeente Stadskanaal.

Artikel 20 Samenwerking met diensten en instellingen

(artikel 16, lid 4 onder d Leerplichtwet; artikel 118h, derde lid, WVO, artikel 162b, derde lid, WEC, artikel 8.3.2, derde lid, WEB)

De medewerker leerplicht/RMC werkt samen met een of meer van de instellingen, opgenomen in bijlage 1, zo vaak hij dat nuttig en wenselijk acht. Om inzichtelijk te krijgen of jongeren daadwerkelijk aankomen bij een organisatie en verder worden bemiddeld, vervult de medewerker leerplicht/RMC een regierol. De medewerker leerplicht/RMC controleert of doorverwezen jongeren daadwerkelijk in bemiddeling zijn genomen. Er wordt vastgelegd welke jongeren, waarheen zijn doorverwezen.

Artikel 21 Beleidsontwikkeling

  • 1.

    De medewerker leerplicht/RMC draagt er zorg voor dat de ervaringen met de uitvoering van de leerplicht-en RMC-taken, kwantitatief en kwalitatief, op een systematische wijze worden verzameld en overlegt met de beleidsambtenaar over voorstellen voor aanpassingen van het beleid.

  • 2.

    De medewerker leerplicht/RMC blijft goed op de hoogte van de regionale, provinciale en landelijke ontwikkelingen die voor de uitvoering van de leerplicht en RMC-taken van belang zijn en zorgt voor de verwerking van die ontwikkelingen in voorstellen voor aanpassingen van het gemeentelijke beleid.

  • 3.

    Enkele malen per jaar vindt ambtelijk overleg plaats met de regiogemeenten.

  • 4.

    Meerdere malen per jaar vindt er op uitvoerend niveau overleg plaats om af te stemmen over aanpak en werkwijze.

Artikel 22 Slotbepalingen

  • 1

    Deze ambtsinstructie treedt in werking acht dagen na de dag van bekendmaking. Zaken die op het tijdstip van inwerkingtreding bij de medewerker leerplicht/RMC in behandeling zijn, worden zo veel mogelijk in overeenstemming met deze instructie behandeld, tenzij de belangen van de jongere daardoor geschaad worden.

  • 2

    De bekendmaking geschiedt in het gemeenteblad, alsmede aan de scholen en instellingen waar leerlingen uit gemeente Stadskanaal staan ingeschreven en aan de in bijlage 1 genoemde instellingen, door toezending van dit besluit.

  • 3

    De instructie wordt aangehaald als: "Instructie voor de medewerker leerplicht/RMC gemeente Stadskanaal 2010".

Aldus vastgesteld in de vergadering van het college van Burgemeester en Wethouders gemeente Stadskanaal van 23 maart 2010.

de secretaris de burgemeester

J.J.J. van Huffelen B.A.H. Galama

Bijlage 1. Diensten en instellingen waarmee wordt samengewerkt

1

De medewerker leerplicht/RMC voert zo vaak als hij dit voor het uitoefenen van zijn taak nodig acht overleg met:

  • Interne teams/afdelingen van de gemeente

  • Scholen voor primair onderwijs

  • Scholen voor voortgezet onderwijs

  • Scholen voor (voortgezet) speciaal onderwijs

  • Instellingen voor beroepsonderwijs (ROC, AOC)

  • Regionale Expertise Centra (so-vso)

  • Permanente commissie leerlingenzorg

  • Samenwerkingsverband vo-vso

  • Rechtbank Arrondissement Groningen

  • Bureau Halt

  • Politie

  • Raad voor de Kinderbescherming

  • Advies- en Meldpunt Kindermishandeling

  • Reclassering

  • Regiogemeenten: Vlagtwedde, Borger-Odoorn, Aa en Hunze, etc.

  • Provincie Groningen, Drenthe

  • Ministerie OC&W

  • Ministerie van Justitie

  • Ministerie van Binnenlandse Zaken

  • Ingrado (branchevereniging voor Leerplicht- en RMC)

  • Onderwijsinspectie

  • Instellingen voor jeugdhulpverlening (BJZ, SMW, Elker)

  • Instellingen voor jeugdgezondheidszorg (GGD)

  • Instellingen voor geestelijke gezondheidszorg (Lentis)

  • Lokale zorginstanties

  • Arbeidsinspectie

  • Sociale verzekeringsbank

  • Uitvoeringsinstituut Werknemersverzekeringen/ UWV Werkbedrijf

  • Jongerenloket

  • Agenda van de Veenkoloniën

  • Informatie Beheer Groep (IBG)

  • Regionaal Meld- en Coördinatiepunt Oost Groningen (RMC)

  • Leger des Heils

  • Thuiszorgorganisaties

  • William Schrikkergroep

  • Refaja Ziekenhuis

  • Stichting MEE

  • Stichting Welstad

  • Woningenstichtingen

  • Centrum voor Jeugd, Gezin en Veiligheid

De medewerker leerplicht/RMC raadpleegt zo nodig de sociale kaart van de gemeente.

 

 

Voetnoot

 

1

Deze lijst is niet uitputtend