Organisatie | Loppersum |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Beheersverordening gemeentelijke begraafplaatsen Loppersum 2013 |
Citeertitel | Beheersverordening gemeentelijke begraafplaatsen Loppersum 2013 |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | ruimtelijke ordening, verkeer en vervoer |
Eigen onderwerp |
Geen
artikel 35 van de Wet op de lijkbezorging juncto artikel 149 van de Gemeentewet
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
01-01-2013 | nieuwe regeling | 29-10-2012 Ommelander Courant, 12-11-2012 | Onbekend |
De raad van de gemeente Loppersum;
gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 18 september 2012;
overwegende, dat het gewenst is om de beheersverordening algemene begraafplaatsen gemeente Loppersum 2001 aan te passen;
gelet op artikel 35 van de Wet op de lijkbezorging en artikel 149 van de Gemeentewet;
“BEHEERSVERORDENING GEMEENTELIJKE BEGRAAFPLAATSEN LOPPERSUM 2013”.
HOOFDSTUK 1. INLEIDENDE BEPALINGEN
In deze verordening wordt verstaan onder:
Begraafplaats: de gemeentelijke begraafplaats(en) te Garsthuizen, Loppersum, Garrelsweer, Stedum, Westeremden, ’t Zandt, Zijldijk en Middelstum;
Graf: een zandgraf of keldergraf;
Grafkelder: een betonnen of gemetselde constructie waarin een of meerdere lijken begraven of asbussen worden bijgezet; grafkelders kunnen onderdeel zijn van een bovengrondse muur of wand;
Particulier graf: een graf waarvoor aan een natuurlijk persoon of rechtspersoon het uitsluitend recht is verleend tot:
Asbus: een bus ter berging van as van een overledene;
Urn: een voorwerp ter berging van een of meer asbussen;
Algemeen graf: een graf bij de gemeente in beheer waarin gelegenheid kan worden geboden tot het doen begraven van lijken;
Algemeen urnengraf: een graf bij de gemeente in beheer waarin gelegenheid kan worden geboden tot het doen bijzetten van asbussen met of zonder urnen
Algemeen urnennis: een nis bij de gemeente in beheer waarin gelegenheid kan worden geboden tot het doen bijzetten en bijgezet houden van asbussen zonder urnen;
Gedenkplaats: een plaats ingericht om overledenen te gedenken;
Verstrooiingsplaats: een plaats waarop as wordt verstrooid;
Grafbedekking: gedenkteken en grafbeplanting op een graf of verstrooiingsplaats;
College: : het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Loppersum, ieder voor zover verantwoordelijk;
Beheerder: de ambtenaar die belast is met de dagelijkse leiding van de begraafplaatsen of degene die hem vervangt;
Rechthebbende: natuurlijk persoon of rechtspersoon aan wie een uitsluitend recht is verleend op een particulier graf, een particulier urnengraf of een particuliere urnennis;
Gebruiker: natuurlijk persoon of rechtspersoon aan wie het gebruik van een ruimte in een algemeen graf of een algemeen urnengraf is verleend;
Eigenaar : natuurlijk persoon of een rechtspersoon die de grafbedekking op een graf in eigendom heeft;.
Grafakte : de beschikking waarin overeenkomstig de bepalingen van deze verordening door of namens het college een grafrecht of het gebruik wordt verleend;
Grafrecht : het uitsluitend recht op het begraven en begraven houden in een particulier graf of recht tot het doen bijzetten en bijgezet houden in een particulier urnengraf of particuliere urnennis;
Gebruik : het gebruik van een algemeen graf of algemeen urnengraf.
HOOFDSTUK 2. OPENSTELLING, ORDE EN RUST OP DE BEGRAAFPLAATS
Herdenkingsbijeenkomsten, onthullingen van gedenktekens en dergelijke plechtigheden op de begraafplaats kunnen slechts plaatsvinden nadat deze ten minste vijf werkdagen tevoren zijn gemeld aan de beheerder. Datum en uur van de plechtigheid en de wijze waarop deze zal plaatsvinden, worden in overleg met de aanvrager door de beheerder vastgesteld.
HOOFDSTUK 3. VOORSCHRIFTEN VOOR LIJKBEZORGING
Artikel 6. Kennisgeving begraven en asbezorging, openen en sluiten van het graf
Degene die wil doen begraven, as wil doen bijzetten of as wil doen verstrooien, geeft daarvan uiterlijk om 12.00 uur van de werkdag voorafgaande aan die waarop de begraving of bijzetting zal plaatsvinden, schriftelijk kennis aan de beheerder. De zaterdag geldt voor de toepassing van deze bepaling niet als werkdag. Indien de burgemeester toestemming heeft gegeven om het lijk binnen 36 uur na het overlijden te begraven moet de kennisgeving aan de beheerder zo tijdig mogelijk worden gedaan.
De gegevens van het kenmerk moeten overeenstemmen met de administratie van de begraafplaats.
HOOFDSTUK 4. INDELING EN UITGIFTE VAN DE GRAVEN
Artikel 10. Indeling graven en asbezorging
Het college bepaalt bij nader vast te stellen regels hoeveel lijken en hoeveel asbussen met of zonder urnen er kunnen worden bijgezet in de particuliere graven. Standaard wordt er één lijk begraven in een particulier graf. Het college bepaalt tevens de uitgifteduur van de particulieren graven. De uitgifteduur kan niet korter zijn dan de minimumtermijn vastgesteld in de Wet op de lijkbezorging.
Het college kan bij nader vast te stellen regels de particuliere en algemene graven, onderverdelen in categorieën. De particuliere en algemene graven zijn onderverdeeld in urnengraven en kindergraven. Het college bepaalt voor de verschillende categorieën de situering en oppervlakte.
Artikel 15. Termijnen particuliere graven
Het college verleent, voor zover de daartoe bestemde ruimte van de begraafplaatsen, urnengraven en de urnennissen dat toelaat, op een daartoe bij hen schriftelijk in te dienen aanvraag, voor de tijd van veertig jaren recht op een particulier graf. De termijn begint te lopen op de datum waarop het graf is uitgegeven.
Het college kan aan de rechthebbende op een particulier graf vergunning verlenen tot het daarin voor eigen rekening doen aanbrengen van een grafkelder overeenkomstig de door het college nader vast te stellen regels.
Artikel 17. Overschrijving van verleende rechten
Na overlijden van de rechthebbende kan het grafrecht van een graf worden overgeschreven op naam van een natuurlijk persoon of rechtspersoon indien de aanvraag daartoe wordt gedaan binnen zes maanden na het overlijden van de rechthebbende. Indien de overleden rechthebbende in het graf dient te worden begraven, of indien de asbus met zijn resten in het graf dient te worden bijgezet, dient het verzoek tot overschrijving daaraan voorafgaand te worden gedaan.
Artikel 18. Afstand doen van graven
Zonder aanspraak te kunnen maken op enige vergoeding kan de rechthebbende schriftelijk afstand doen ten behoeve van de gemeente van het recht op het particuliere graf. Van de ontvangst van zodanige verklaring doet het college schriftelijk mededeling aan de rechthebbende.
Artikel 21. Onderhoud door rechthebbende
Indien de rechthebbende nalaat de grafbedekking behoorlijk te onderhouden of te herstellen, kan het college de hiervoor genoemde in aanmerking komende voorwerpen of zo de gehele grafbedekking doen verwijderen. Het verwijderde blijft gedurende dertien weken ter beschikking van de rechthebbende en vervalt daarna aan de gemeente, zonder dat deze tot enige vergoeding verplicht is.
De verwijdering vindt niet plaats dan nadat het college de rechthebbende door middel van een verklaring schriftelijk op de hoogte heeft gesteld van de toestand van de grafbedekking. Wanneer het adres van de rechthebbende niet bekend is, maakt het college de verklaring bij de ingang van de begraafplaats op het mededelingsbord bekend. Bij het graf wordt een verwijzing naar de mededeling aangebracht.
Het college kan de rechthebbende per aanschrijvingen verplichten een beschadiging aan de grafbedekking te herstellen binnen de door het college gestelde termijn, indien de beschadiging zodanig is dat deze naar het oordeel van het college het uiterlijk aanzien van de begraafplaats schaadt of indien de beschadiging van de grafbedekking gevaar oplevert voor derden.
Zolang het graf niet geruimd mag worden, blijft de eigenaar de eigendom houden van de in artikel 20 (Vergunning grafbedekking) bedoelde gedenktekens, beplantingen en andere voorwerpen. Al hetgeen wat op het graf geplaatst is, wordt geacht voor rekening en risico van de rechthebbende of gebruiker te zijn aangebracht.
Artikel 23. Niet-blijvende grafbeplanting
Niet-blijvende beplanting op een graf die in een verwaarloosde staat verkeert kan door de beheerder worden verwijderd zonder dat aanspraak kan worden gemaakt op schadevergoeding. Losse bloemen, planten, kransen en dergelijke kunnen, wanneer zij verwelkt zijn, door de beheerder worden verwijderd. Linten, siervazen en dergelijke voorwerpen worden gedurende dertien weken ter beschikking gehouden van de rechthebbende of, wanneer het een algemeen graf betreft, van de belanghebbende indien hij daartoe tevoren een aanvraag heeft ingediend bij de beheerder.
Artikel 24. Verwijdering grafbedekking na verstrijken van de termijn
Het voornemen tot verwijdering van de grafbedekking maakt het college ten minste een jaar voorafgaande aan het tijdstip waarop de grafbedekking zal worden verwijderd per brief aan de rechthebbende bekend. Wanneer het adres van de rechthebbende of belanghebbende niet bekend is, maakt het college het voornemen tot verwijdering van de grafbedekking gedurende ten minste een jaar voorafgaande aan het tijdstip waarop de grafbedekking zal worden verwijderd door middel van een bij het graf te plaatsen bordje en bij de ingang van de begraafplaats bekend.
HOOFDSTUK 6. RUIMING VAN GRAVEN, URNENGRAVEN EN URNENNISSEN
Artikel 25. Ruiming, bezorging van overblijfselen en as
Het voornemen van het college om een graf te ruimen, wordt ten minste een jaar voorafgaande aan het tijdstip waarop het graf geruimd zal worden per brief aan de rechthebbende bekend gemaakt. Wanneer het adres van de rechthebbende niet bekend is, maakt het college het voornemen tot ruiming van het graf gedurende ten minste een jaar voorafgaande aan het tijdstip van ruiming door middel van een bij het graf te plaatsen bordje en bij de ingang van de begraafplaats op het mededelingenbord bekend.
De rechthebbende op een graf kan bij de beheerder een aanvraag indienen om de menselijke resten te doen verzamelen om deze opnieuw in dezelfde grafruimte te doen plaatsen dan wel om deze te cremeren of elders opnieuw te doen begraven. De rechthebbende op een urnengraf of urnennis kan bij de beheerder een aanvraag indienen de asbus ter beschikking te houden om elders bij te zetten of om de as te doen verstrooien.
De persoon die handelt in strijd met de verboden uit artikel 2, lid 2 en artikel 3, lid 3 van deze verordening kan worden gestraft met een geldboete van de eerste categorie, zoals gesteld in het wetboek van Strafrecht.