Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Teylingen

Verordening op de heffing en invordering van leges 2013

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieTeylingen
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingVerordening op de heffing en invordering van leges 2013
CiteertitelLegesverordening Teylingen 2013
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpfinanciën en economie
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Regeling vervangt Legesverordening Teylingen 2011 alsook de eerste, tweede en derde wijziging van de Legesverordening Teylingen 2011.

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

  1. Gemeentewet, art. 156, lid 2 
  2. Gemeentewet, art. 229, lid 1 

Regelgeving die op deze regeling is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

Geen

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

27-12-201201-01-2014nieuwe regeling

13-12-2012

De Teylinger, 19-12-2012

72416-1

Tekst van de regeling

Intitulé

Verordening op de heffing en invordering van leges 2013

De raad der gemeente Teylingen;

gelezen het voorstel van burgemeestfer en wethouders van 6 november 2012;

gelet op de artikelen 156, tweede lid, aanhef en onderdeel h, en 229 , eerste lid, aanhef en onderdeel b, van de Gemeentewet;

BESLUIT:

vast te stellen de volgende verordening:

VERORDENING OP DE HEFFING EN DE INVORDERING VAN LEGES 2013

Artikel 1 Begripsomschrijvingen

Deze verordening verstaat onder:

  • a.

    ’dag’: de periode van 00.00 uur tot 24.00 uur, waarbij een gedeelte van een dag als een hele dag wordt aangemerkt;

  • b.

    ’week’: een aaneengesloten periode van zeven dagen;

  • c.

    ’maand’: het tijdvak dat loopt van ne dag in een kalendermaand tot en met de (n-1)e dag in de volgende kalendermaand;

  • d.

    ’jaar’: het tijdvak dat loopt van de ne dag in een kalenderjaar tot en met de (n-1)e dag in het volgende kalenderjaar;

  • e.

    'kalenderjaar': de periode van 1 januari tot en met 31 december.

Artikel 2 Belastbaar feit

Onder de naam ‘leges’ worden rechten geheven voor:

  • a.

    het genot van door of vanwege het gemeentebestuur verstrekte diensten;

  • b.

    het verrichten van handelingen ten behoeve van een aanvraag van een Nederlandse identiteitskaart als bedoeld in artikel 2, tweede lid, van de Paspoortwet;

een en ander zoals genoemd in deze verordening en de daarbij behorende tarieventabel.

Artikel 3 Belastingplicht

Belastingplichtig is de aanvrager van de dienst of van de Nederlandse identiteitskaart, dan wel degene ten behoeve van wie de dienst is verleend of de handelingen zijn verricht.

Artikel 4 Vrijstellingen

Leges worden niet geheven voor:

  • a.

    het raadplegen van bij de gemeente berustende registers, leggers en plankaarten van de Dienst van het kadaster en de openbare registers door ambtenaren, in de uitoefening van hun functie;

  • b.

    diensten waarvan de kosten krachtens afdeling 6.4 van de Wet ruimtelijke ordening (grondexploitatie) zijn of worden verhaald;

  • c.

    diensten met betrekking tot een aanvraag tot verlening of gehele of gedeeltelijke intrekking van een omgevingsvergunning of wijziging van voorschriften van een omgevingsvergunning, voor zover die aanvraag betrekking heeft op een activiteit met betrekking tot een inrichting als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder e, van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht.

Artikel 5 Maatstaven van heffing en tarieven

  • 1.

    De leges worden geheven naar de maatstaven en tarieven, opgenomen in de bij deze verordening behorende tarieventabel.

  • 2.

    Voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het nemen van een projectuitvoeringsbesluit als bedoeld in artikel 2.10 van de Crisis- en herstelwet bedraagt het tarief de som van de bedragen die op grond van deze verordening verschuldigd zouden zijn voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een vergunning, ontheffing, vrijstelling of enig ander besluit in het kader van de ontwikkeling en verwezenlijking van het project, voor zover het projectuitvoeringsbesluit strekt ter vervanging van deze besluiten, zoals bedoeld in artikel 2.10, derde lid, van de Crisis- en herstelwet.

  • 3.

    Voor de berekening van de leges wordt een gedeelte van een in de tarieventabel genoemde eenheid als een volle eenheid aangemerkt.

Artikel 6 Wijze van heffing

  • 1.

    De leges worden geheven door middel van een mondelinge dan wel een gedagtekende schriftelijke kennisgeving, waaronder mede wordt begrepen een stempelafdruk, zegel, (elektronische) nota of andere schriftuur.

  • 2.

    Het gevorderde bedrag wordt mondeling, dan wel door toezending of uitreiking van de schriftelijke kennisgeving aan de belastingschuldige bekendgemaakt. Onder toezending van de schriftelijke kennisgeving wordt mede verstaan verzending langs elektronische weg.

  • 3.

    De leges worden geheven bij besluitvorming op de aanvragen.

Artikel 7 Termijnen van betaling

  • 1.

    In afwijking van artikel 9, eerste lid, van de Invorderingswet 1990 moeten de leges worden betaald ingeval de kennisgeving als bedoeld in artikel 6:

    • a.

      mondeling wordt gedaan, op het moment van het doen van de kennisgeving;

    • b.

      schriftelijk wordt gedaan, op het moment van uitreiken van de kennisgeving, dan wel in geval van toezending:

      • 1.

        per post, binnen acht dagen na de dagtekening van de kennisgeving;

      • 2.

        langs elektronische weg, onverwijld.

  • 2.

    De Algemene termijnenwet is niet van toepassing op de in het eerste lid gestelde termijnen.

Artikel 8 Kwijtschelding

Bij de invordering van de leges wordt geen kwijtschelding verleend.

Artikel 9 Vermindering of teruggaaf

Gehele of gedeeltelijke vermindering of teruggaaf van leges voor een in de bij deze verordening behorende tarieventabel omschreven dienst wordt verleend overeenkomstig een met betrekking tot die dienst in die tarieventabel opgenomen bepaling.

Artikel 10 Overdracht van bevoegdheden

Het college is bevoegd tot het wijzigen van deze verordening, indien de wijzigingen:

  • a.

    van zuiver redactionele aard zijn;

  • b.

    een gevolg zijn van nieuwe of gewijzigde rijksregelgeving die in werking treedt binnen drie maanden na de officiële bekendmaking van de inwerkingtreding ervan in het Staatsblad of de Staatscourant en het de volgende hoofdstukken of onderdelen van titel 1 van de tarieventabel betreft:

    • 1.

      onderdeel 1.1.9 (akten burgerlijke stand);

    • 2.

      hoofdstuk 2 (reisdocumenten);

    • 3.

      hoofdstuk 3 (rijbewijzen);

    • 4.

      onderdeel 1.4.5 (papieren verstrekking uit gemeentelijke basisadministratie persoonsgegevens);

    • 5.

      hoofdstuk 6 (verstrekkingen op grond van de Wet bescherming persoonsgegevens);

    • 6.

      onderdeel 1.9 1 (verklaring omtrent het gedrag);

    • 7.

      hoofdstuk 15 (kansspelen);

een en ander voor zover met deze wijzigingen niet reeds bij het vaststellen of latere wijziging van deze verordening bij raadsbesluit rekening is gehouden.

Artikel 11 Nadere regels door het college van burgemeester en wethouders

Het college van burgemeester en wethouders kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en de invordering van de leges.

Artikel 12 Overgangsrecht

Artikel 13 Inwerkingtreding

  • 1.

    Deze verordening treedt in werking met ingang van de achtste dag na die van de bekendmaking.

  • 2.

    De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2013.

Artikel 14 Citeertitel

Deze verordening wordt aangehaald als: “Legesverordening Teylingen 2013”.

Aldus besloten in de openbare vergadering van 13 december 2013.

De raad voornoemd,

De griffier, de voorzitter,

R. van Dijk M.J.P. van Kampen-Nouwen

Tarieventabel

Titel 1 Algemene dienstverlening

Hoofdstuk 1 Burgerlijke stand

1.1.1

Het tarief bedraagt voor de voltrekking van een huwelijk, de registratie van een partnerschap of het omzetten van een geregistreerd partnerschap in een huwelijk op een trouwlocatie op:

 

1.1.1.1

maandag om 08.30 uur en om 08.55 uur

€ 0,00

1.1.1.2

maandag van 09.00 uur tot 17.00 uur

€ 350,00

1.1.1.3

dinsdag tot en met vrijdag van 09.00 uur tot 17.00 uur

€ 350,00

1.1.1.4

maandag tot en met vrijdag van 17.00 uur tot 20.00 uur

€ 600,00

1.1.1.5

zaterdag van 09.00 uur tot 20.00 uur

€ 600,00

1.1.1.6

een afwijkend tijdstip/dag na verkregen toestemming

€ 725,00

1.1.1.7

de leges als bedoeld in 1.1.1.2 tot en met 1.1.1.6 worden verhoogd als het huwelijk of de registratie op verzoek door een buitengewoon ambtenaar van de burgerlijke stand van een andere gemeente wordt voltrokken met een bedrag van

€ 90,00

1.1.1.8

de leges als bedoeld in 1.1.1.2 tot en met 1.1.1.6 worden verhoogd als het huwelijk of de registratie op verzoek door een éénmalig benoemd buitengewoon ambtenaar van de burgerlijke stand wordt voltrokken met een bedrag van

€ 180,00

1.1.1.9

de leges als bedoeld in 1.1.1.2 tot en met 1.1.1.6 worden verhoogd als het huwelijk of de registratie op verzoek op een eenmalig aangewezen locatie plaatsvindt met een bedrag van

€ 280,00

1.1.1.10

Indien de voltrekking van een huwelijk of de registratie van een partnerschap binnen 2 weken voor de vastgelegde datum door de aanvragers wordt geannuleerd wordt 50% van de leges als bedoeld in 1.1.1.2 tot en met 1.1.1.9 in rekening gebracht

 

 

 

 

1.1.2

Het tarief bedraagt voor de voltrekking van een huwelijk, de registratie van een partnerschap of het omzetten van een geregistreerd partnerschap in een huwelijk in een bijzonder huis op grond van artikel 64, Boek 1, van het Burgerlijk Wetboek

€ 350,00

 

 

 

1.1.3

Het tarief bedraagt voor het administratief omzetten van een geregistreerd partnerschap in een huwelijk

€ 75,90

 

 

 

1.1.4

Het tarief bedraagt voor het verstrekken van een (duplicaat ) trouwboekje of partnerschapboekje

€ 35,90

 

 

 

1.1.5

Het tarief bedraagt voor het beschikbaar stellen van een gemeentelijke getuige bij een huwelijksvoltrekking of het registreren van een partnerschap

€ 22,75

 

 

 

1.1.6

Het tarief bedraagt voor het doen van naspeuringen in de registers van de burgerlijke stand, voor ieder daaraan besteed kwartier

€ 22,75

 

 

 

1.1.7

Voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van een stuk als bedoeld in artikel 2 van de Wet rechten burgerlijke stand geldt het tarief zoals dat is opgenomen in het Legesbesluit akten burgerlijke stand.

 

Hoofdstuk 2 Reisdocumenten

1.2.1

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag:

 

1.2.1.1

tot het verstrekken van een nationaal paspoort, een reisdocument voor vluchtelingen of een reisdocument voor vreemdelingen

€ 48,50

1.2.1.2

tot het verstrekken van een nationaal paspoort, een groter aantal bladzijden bevattende dan een nationaal paspoort als bedoeld in 1.2.1.1 (zakenpaspoort)

€ 48,50

1.2.1.3

tot het verstrekken van een reisdocument ten behoeve van een persoon die op grond van de Wet betreffende de positie van Molukkers als Nederlander wordt behandeld (faciliteitenpaspoort)

€ 48,50

1.2.1.4

tot het aanbrengen van een wijziging in een reisdocument als bedoeld in 1.2.1.1, 1.2.1.2 en 1.2.1.3

€ 8,50

1.2.2

Het tarief bedraagt voor het verrichten van handelingen ten behoeve van een aanvraag van een Nederlandse identiteitskaart als bedoeld in artikel 2, tweede lid, van de Paspoortwet:

 

1.2.2.1

voor een persoon in de leeftijd tot en met dertien jaar

€ 13,00

1.2.2.2

in andere gevallen dan bedoeld in onderdeel 1.2.2.1

€ 40,00

1.2.3

De tarieven genoemd in de onderdelen 1.2.1.1 tot en met 1.2.1.3 alsmede in 1.2.2.1 en 1.2.2.2 worden bij een spoedlevering vermeerderd met een bedrag van

€ 45,90

Hoofdstuk 3 Rijbewijzen

1.3.1

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het afgeven, vernieuwen of omwisselen van een rijbewijs

€ 36,00

1.3.2

Het tarief genoemd in onderdeel 1.3.1 wordt bij een spoedlevering vermeerderd met

€ 33,50

1.3.3

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van gegevens uit het Centraal Register Rijbewijzen

€ 10,60

1.3.4

Voor het verstrekken van een formulier Eigen Verklaring van het CBR geldt het tarief dat is vastgesteld door het CBR.

 

 

 

 

Hoofdstuk 4 Verstrekkingen uit de gemeentelijke basisadministratie persoonsgegevens

1.4.1

Voor de toepassing van dit hoofdstuk wordt onder één verstrekking verstaan één of meer gegevens omtrent één persoon waarvoor de gemeentelijke basisadministratie persoonsgegevens moet worden geraadpleegd.

 

1.4.2

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag:

 

1.4.2.1

tot het verstrekken van gegevens, per verstrekking

€ 10,60

1.4.2.2

tot het verstrekken van gegevens, per verstrekking ingeval de aanvraag via het digitale loket plaatsvindt, bedraagt het tarief in afwijking van onderdeel 1.4.2.1

€ 7,50

1.4.3

In afwijking van de voorgaande onderdelen bedraagt het tarief voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van gegevens als bedoeld in artikel 10, tweede lid, van het Besluit gemeentelijke basisadministratie persoonsgegevens

€ 2,27

1.4.4

Het tarief bedraagt voor het verstrekken van informatie uit de gemeentelijke basisadministratie, persoonsregistratie per selectie

€ 22,75

1.4.5

Het tarief bedraagt voor het op verzoek doornemen van de gemeentelijke basisadministratie, voor ieder daaraan besteed kwartier

€ 22,75

1.4.6

Het tarief bedraagt voor de afgifte van een persoonslijst als gevolg van de Wet GBA

€ 22,75

Hoofdstuk 5 Verstrekkingen uit het kiezersregister

1.5

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van een inlichting betreffende de registratie van de aanvrager als kiezer bedoeld in artikel D4 van de Kieswet

€ 10,60

 

 

 

Hoofdstuk 6 Verstrekkingen op grond van Wet bescherming persoonsgegevens

1.6.1

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag voor een bericht als bedoeld in artikel 35 van de Wet bescherming persoonsgegevens:

 

1.6.1.1

bij verstrekking op papier, indien het afschrift bestaat uit:

 

1.6.1.1.1

ten hoogste 100 pagina’s, per pagina

€ 0,55

 

met een maximum per bericht van

€ 5,00

1.6.1.1.2

meer dan 100 pagina’s

€ 22,75

1.6.1.2

bij verstrekking anders dan op papier

€ 5,00

1.6.1.3

dat bestaat uit een afschrift van een, vanwege de aard van de verwerking, moeilijk toegankelijke gegevensverwerking

€ 22,75

1.6.2

Indien voor hetzelfde bericht op grond van de onderdelen 1.6.1.1, 1.6.1.2 en 1.6.1.3 meerdere vergoedingen kunnen worden gevraagd, wordt slechts de hoogste gevraagd.

 

1.6.3

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een verzet als bedoeld in artikel 40 van de Wet bescherming persoonsgegevens

4,50

Hoofdstuk 7 Bestuursstukken

De bestuursstukken (o.a. programmabegroting, burgerjaarverslag) zijn digitaal beschikbaar voor de inwoners. Op verzoek worden agenda’s en bijbehorende raadsvoorstellen en besluiten van commissie- en raadsvergaderingen kosteloos verstrekt. Achterliggende stukken zijn in te zien.

Hoofdstuk 8 Vastgoedinformatie

1.8.1

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag:

 

1.8.1.1

tot het verstrekken van een fotokopie van een plan, zoals bestemmingsplan, voorbereidingsbesluit, streekplan, wegenkaart behorende bij de legger bedoeld in onderdeel 1.8.2.2, structuurplan of stadsvernieuwingsplan:

 

1.8.1.1.1

per pagina op papier van A4-formaat

€ 0,55

1.8.1.1.2

per pagina op papier van A3-formaat

€ 0,75

 

per pagina op papier van A2-formaat

€ 12,15

 

per pagina op papier van A1-formaat

€ 14,15

 

per pagina op papier van A0-formaat

€ 16,20

1.8.2

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van een afschrift van of uittreksel uit:

 

1.8.2.1

de gemeentelijke basisregistratie adressen of de gemeentelijke basisregistratie gebouwen, bedoeld in artikel 2 van de Wet basisregistraties adressen en gebouwen

€ 10,10

1.8.2.2

de legger als bedoeld in artikel 27 van de Wegenwet

€ 10,10

1.8.2.3

de inschrijving in het register als bedoeld in artikel 6, eerste lid, van de Monumentenwet 1988

€ 10,10

1.8.2.4

het openbare register van beschermde monumenten als bedoeld in artikel 20 van de Monumentenwet 1988

€ 10,10

1.8.2.5

het gemeentelijke beperkingenregister of de gemeentelijke beperkingenregistratie, bedoeld in artikel 5, eerste lid, van de Wet kenbaarheid publiekrechtelijke beperkingen, dan wel tot het verstrekken van een aan die registratie ontleende verklaring, als bedoeld in artikel 9, eerste lid, onder c van de Wet kenbaarheid publiekrechtelijke beperkingen

€ 10,10

Hoofdstuk 9 Overige publiekszaken

1.9

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag:

 

1.9.1

tot het verkrijgen van een verklaring omtrent het gedrag

€ 30,05

1.9.2

tot het verkrijgen van een attestatie de vita

€ 10,60

1.9.2.1

tot het verkrijgen van een attestatie de vita ingeval de aanvraag via het digitale loket plaatsvindt, bedraagt het tarief in afwijking van onderdeel 1.9.2

€ 7,50

1.9.3

tot het verkrijgen van een legalisatie van een handtekening

€ 10,60

1.9.4

tot het verkrijgen van een bewijs van Nederlanderschap

€ 10,60

1.9.4.1

tot het verkrijgen van een bewijs van Nederlanderschap ingeval de aanvraag via het digitale loket plaatsvindt, bedraagt het tarief in afwijking van onderdeel 1.9.4

€ 7,50

Hoofdstuk 10 Gemeentearchief

1.10.1

Het tarief bedraagt voor het op verzoek doen van naspeuringen in de in het gemeentearchief berustende stukken, voor ieder daaraan besteed kwartier

€ 22,75

1.10.2

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een afschrift of fotokopie van een in het gemeentearchief berustend stuk,

 

1.10.2.1

per pagina op papier van A4-formaat

€ 0,55

1.10.2.2

per pagina op papier van A3-formaat

€ 0,75

1.10.2.3

in digitaal formaat op USB-stick (door gemeente verstrekt)

€ 7,50

Hoofdstuk 11 Leegstandwet

1.11

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag:

 

1.11.1

tot het verkrijgen van een vergunning tot tijdelijke verhuur van leegstaande woonruimte als bedoeld in artikel 15, eerste lid, van de Leegstandwet

€ 35,40

1.11.2

tot verlenging van de duur van een vergunning tot tijdelijke verhuur van woonruimte als bedoeld in artikel 15, vierde lid, van de Leegstandwet

€ 35,40

Hoofdstuk 12 Winkeltijdenwet

1.12

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag:

 

1.12.1

voor een ontheffing in het kader van de Winkeltijdenwet of het Vrijstellingenbesluit Winkeltijdenwet (zondagsopenstelling)

€ 45,30

1.12.2

tot het verlenen van toestemming om een in onderdeel 1.12.1 bedoelde ontheffing over te dragen aan een ander

€ 22,75

1.12.3

tot het intrekken of wijzigen van een in onderdeel 1.12.1 bedoelde ontheffing

€ 45,30

Hoofdstuk 13 Kansspelen

1.13.1

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een aanwezigheidsvergunning als bedoeld in artikel 30b van de Wet op de kansspelen:

 

1.13.1.1

voor een periode van twaalf maanden voor één speelautomaat

€ 56,50

1.13.1.2

voor een periode van twaalf maanden voor twee of meer speelautomaten, voor de eerste speelautomaat

€ 56,50

 

en voor iedere volgende speelautomaat

€ 34,00

1.13.1.3

voor één kansspelautomaat, welke vergunning geldt voor een periode van langer dan vier jaar of voor onbepaalde tijd

€ 226,50

1.13.1.4

voor twee of meer kansspelautomaten, welke vergunning geldt voor een periode van langer dan vier jaar of voor onbepaalde tijd, voor de eerste kansspelautomaat

€ 226,50

 

en voor iedere volgende speelautomaat

€ 136,00

 

 

 

1.13.2

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een vergunning als bedoeld in artikel 3 van de Wet op de kansspelen (loterijvergunning)

€ 45,55

Hoofdstuk 14 Telecommunicatie

1.14.1

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een melding in verband met het verkrijgen van instemming omtrent plaats, tijdstip en wijze van uitvoering van werkzaamheden als bedoeld in artikel 5.4, eerste lid, van de Telecommunicatiewet

€ 151,85

 

 

 

Hoofdstuk 15 Verkeer en vervoer

1.15

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag:

 

1.15.1

tot het verkrijgen van een ontheffing als bedoeld in artikel 87 van het Reglement verkeersregels en verkeerstekens 1990

€ 31,85

1.15.2

tot het verkrijgen van een ontheffing als bedoeld in artikel 9.1 van de regeling voertuigen

€ 35,90

1.15.3

tot het verkrijgen van een gehandicaptenparkeerkaart als bedoeld in artikel 49 van het Besluit administratieve bepalingen inzake het wegverkeer (BABW) en/of verstrekking van de daarvoor benodigde formulieren:

 

1.15.3.1

bij de eerste aanvraag op basis van een keuring bij de GGD

€ 149,31

1.15.3.2

bij verlening

€ 60,74

1.15.3.2

voor een instelling

€ 30,00

1.15.3.3

voor het verkrijgen van een duplicaat met dezelfde einddatum

€ 30,00

Hoofdstuk 16 Diversen

1.16.1

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot verkrijgen van een jaarontheffing voor het snelvaren:

€ 150,00

 

 

 

1.16.2

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot verkrijgen van een ontheffing ingevolge artikel 7, lid 1, van de Scheepvaartverkeerswet:

 

1.16.2.1

tot het verkrijgen van een dagvergunning

€ 22,50

1.16.2.2

tot het verkrijgen van een dagvergunning, ingeval de aanvraag via het digitale loket plaatsvindt, bedraagt het tarief in afwijking van onderdeel 1.17.2.2

€ 15,00

 

 

 

1.16.3

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag:

 

1.16.3.1

tot het verkrijgen van een vergunning voor het innemen van een ligplaats met een recreatievaartuig, als bedoeld in de Pleziervaartuigenverordening Teylingen

€ 122,00

1.16.3.2

tot het verkrijgen van een vergunning voor het innemen van een ligplaats met een woonschip, als bedoeld in artikel 3 lid 1 van de Woonschepenverordening Teylingen.

€ 122,00

1.16.3.3

tot het wijzigen van de tenaamstelling van een reeds verkregen vergunning voor een woonschip, als bedoeld in artikel 8 lid 2 van de Woonschepenverordening Teylingen

€ 22,75

 

 

 

1.16.4

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om inschrijving op de wachtlijst voor een standplaats als dan niet op de weekmarkt

€ 22,75

 

 

 

1.16.5

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om ontheffing van het in artikel 2:29 van de APV bepaalde sluitingsuur voor openbare inrichtingen

€ 47,50

 

 

 

1.16.6

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van:

 

1.16.6.1

gewaarmerkte afschriften van stukken, voor zover daarvoor niet elders in deze tabel of in een andere wettelijke regeling een tarief is opgenomen, per pagina

€ 4,55

1.16.6.2

afschriften, doorslagen of fotokopieën van stukken, voor zover daarvoor niet elders in deze tabel of in een andere wettelijke regeling een tarief is opgenomen:

 

1.16.6.2.1

per pagina op papier van A4-formaat

€ 0,55

1.16.6.2.2

per pagina op papier van A3-formaat

€ 0,75

1.16.6.2.3

Per pagina op papier van A2-formaat

€ 12,15

1.16.6.2.3

Per pagina op papier van A1-formaat

€ 14,15

1.16.6.2.5

Per pagina op papier van A0-formaat

€ 16,20

 

 

 

1.16.7

een beschikking op aanvraag, voor zover daarvoor niet elders in titel 1 of in een andere wettelijke regeling een tarief is opgenomen

€ 47,50

 

 

 

1.16.8

stukken of uittreksels, welke op aanvraag van de aanvrager moeten worden opgemaakt, voor zover daarvoor niet elders in deze tabel of in een andere wettelijke regeling een tarief is opgenomen, per pagina

€ 10,60

Titel 2 Dienstverlening vallend onder fysieke leefomgeving/ omgevingsvergunning

Hoofdstuk 1 Begripsomschrijvingen

2.1.1

Voor de toepassing van deze titel wordt verstaan onder:

2.1.1.1

aanlegkosten:

 

de aannemingssom exclusief omzetbelasting, bedoeld in paragraaf 1, eerste lid, van de Uniforme administratieve voorwaarden voor de uitvoering van werken en van technische installatiewerken 2012 (UAV 2012), voor het uit te voeren werk, of voor zover deze ontbreekt, een raming van de aanlegkosten, de omzetbelasting niet inbegrepen. Indien de werken of werkzaamheden geheel of gedeeltelijk door zelfwerkzaamheid geschieden wordt in deze titel onder aanlegkosten verstaan: de prijs die aan een derde in het economisch verkeer zou moeten worden betaald voor de werken of werkzaamheden waarop de aanvraag betrekking heeft;

2.1.1.2

bouwkosten:

 

de aannemingssom exclusief omzetbelasting, bedoeld in paragraaf 1, eerste lid, van de Uniforme administratieve voorwaarden voor de uitvoering van werken en van technische installatiewerken 2012 (UAV 2012) voor het uit te voeren werk, of voor zover deze ontbreekt een raming van de bouwkosten, exclusief omzetbelasting, bedoeld in het normblad NEN 2631, uitgave 1979, of zoals dit normblad laatstelijk is vervangen of gewijzigd. Indien het bouwen geheel of gedeeltelijk door zelfwerkzaamheid geschiedt wordt in deze titel onder bouwkosten verstaan: de prijs die aan een derde in het economisch verkeer zou moeten worden betaald voor het tot stand brengen van het bouwwerk waarop de aanvraag betrekking heeft;

2.1.1.3

sloopkosten:

 

de aannemingssom exclusief omzetbelasting,, bedoeld in paragraaf 1, eerste lid, van de Uniforme administratieve voorwaarden voor de uitvoering van werken en van technische installatiewerken 2012 (UAV 2012), voor het uit te voeren werk, of voor zover deze ontbreekt, een raming van de sloopkosten, de omzetbelasting niet inbegrepen. Indien het slopen geheel of gedeeltelijk door zelfwerkzaamheid geschiedt wordt in deze titel onder sloopkosten verstaan: de prijs die aan een derde in het economisch verkeer zou moeten worden betaald voor het slopen van het bouwwerk waarop de aanvraag betrekking heeft;

2.1.1.4

Wabo: Wet algemene bepalingen omgevingsrecht.

2.1.2

In deze titel voorkomende begrippen die in de Wabo zijn omschreven, hebben dezelfde betekenis als bij of krachtens de Wabo bedoeld.

2.1.3

In deze titel voorkomende begrippen die niet nader in de Wabo zijn omschreven en die betrekking hebben op activiteiten waarvoor het toetsingskader in een ander wettelijk voorschrift is uitgewerkt, hebben dezelfde betekenis als in dat wettelijk voorschrift bedoeld.

Hoofdstuk 2 Vooroverleg/Beoordeling conceptaanvraag

2.2

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag:

 

2.2.1

om beoordeling van een conceptaanvraag van een omgevingsvergunning:

15%

van de leges zoals deze bij een daadwerkelijke aanvraag om een omgevingsvergunning voor het project zouden worden vastgesteld.

 

 

met een minimum van

€ 125,00

 

en een maximum van

€ 1.000,00

2.2.2

Indien een aanvraag tot het verkrijgen van een omgevingsvergunning op basis van een conceptaanvraag in behandeling wordt genomen, worden de op basis van 2.2.1 of 2.2.2 geheven leges met deze leges verrekend.

 

Hoofdstuk 3 Omgevingsvergunning

2.3

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een omgevingsvergunning voor een project: de som van de verschuldigde leges voor de verschillende activiteiten of handelingen waaruit het project geheel of gedeeltelijk bestaat en waarop de aanvraag betrekking heeft en de verschuldigde leges voor de extra toetsen die in verband met de aanvraag moeten worden uitgevoerd, berekend naar de tarieven en overeenkomstig het bepaalde in dit hoofdstuk en hoofdstuk 4 van deze titel. In afwijking van de vorige volzin kan ook per activiteit, handeling of andere grondslag een legesbedrag worden gevorderd.

 

 

 

 

2.3.1

Bouwactiviteiten

 

2.3.1.1

Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een bouwactiviteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder a, van de Wabo, bedraagt het tarief:

 

2.3.1.1.1

indien de bouwkosten minder dan € 10.000 bedragen

2,5%

 

van de bouwkosten, met een minimum van

€ 125,00

2.3.1.1.2

indien de bouwkosten € 10.000 tot € 25.000 bedragen

3,8%

 

van de bouwkosten, met een minimum van

€ 380,00

2.3.1.1.3

indien de bouwkosten € 25.000 tot € 50.000 bedragen

3,8%

 

van de bouwkosten, met een minimum van

€ 950,00

2.3.1.1.4

indien de bouwkosten € 50.000 tot € 100.000 bedragen

3,5%

 

van de bouwkosten, met een minimum van

€ 1.900,00

2.3.1.1.5

indien de bouwkosten € 100.000 tot € 200.000 bedragen

3,3%

 

van de bouwkosten, met een minimum van

€ 3.500

2.3.1.1.6

indien de bouwkosten € 200.000 tot € 500.000 bedragen

3,0%

 

van de bouwkosten, met een minimum van

€ 6.600,00

2.3.1.1.7

indien de bouwkosten € 500.000 tot € 1.000.000 bedragen

2,7%

 

van de bouwkosten, met een minimum van

€ 15.000,00

2.3.1.1.8

indien de bouwkosten € 1.000.000 tot € 2.000.000 bedragen

2,5%

 

van de bouwkosten, met een minimum van

€ 27.000,00

2.3.1.1.9

indien de bouwkosten meer dan € 2.000.000 bedragen

2,0%

 

van de bouwkosten, met een minimum van

€ 50.000,00

 

 

 

2.3.1.2

Extra welstandstoets

 

 

Het verschuldigde bedrag op grond van onderdeel 2.3.1 wordt verhoogd in verband met een extra toetsing aan welstandscriteria indien:

 

2.3.1.2.1

het bouwplan niet voldoet aan de gestelde sneltoetscriteria in de welstandnota

€ 20,00

2.3.1.2.2

zich tijdens de beoordeling van de aanvraag wijzigingen voordoen in het bouwplan en daarvoor een nieuwe welstandstoets noodzakelijk is:

€ 75,00

 

 

 

 

Verplicht advies agrarisch deskundige / landschapsdeskundige

 

2.3.1.3

Het verschuldigde bedrag op grond van onderdeel 2.3.1 wordt verhoogd, indien krachtens wettelijk voorschrift voor de in dat onderdeel bedoelde aanvraag een advies van de agrarisch deskundige wordt beoordeeld, met:

€ 610,00

 

 

 

 

Achteraf ingediende aanvraag

 

2.3.1.4

Onverminderd het bepaalde in onderdeel 2.3.1.1 bedraagt het tarief, indien de in dat onderdeel bedoelde aanvraag wordt ingediend na aanvang of gereedkomen van de bouwactiviteit:

5 %

 

van de op grond van dat onderdeel verschuldigde leges.

 

 

 

 

 

Beoordeling aanvullende gegevens

 

2.3.1.5

Onverminderd het bepaalde in onderdeel 2.3.1.1 bedraagt het tarief voor het in behandeling nemen van aanvullende gegevens die worden ingediend nadat de in dat onderdeel bedoelde aanvraag al in behandeling is genomen:

€ 0,00

 

 

 

2.3.2

Aanlegactiviteiten

 

2.3.2.1

Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een aanlegactiviteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder b, van de Wabo, bedraagt het tarief:

 

2.3.2.1.1

indien de aanlegkosten minder dan € 20.000 bedragen

2,38%

 

met een minimum van

€ 135,00

2.3.2.1.2

indien de aanlegkosten € 20.000 tot € 50.000 bedragen

2,08%

 

met een minimum van

€ 476,00

2.3.2.1.3

indien de aanlegkosten € 50.000 tot € 100.000 bedragen

1,84%

 

met een minimum van

€ 1.040,00

2.3.2.1.4

indien de aanlegkosten € 100.000 tot € 200.000 bedragen

1,67%

 

met een minimum van

€ 1.840,00

2.3.2.1.5

indien de aanlegkosten € 200.000 tot € 500.000 bedragen

1,49%

 

met een minimum van

€ 3.340,00

2.3.2.1.6

indien de aanlegkosten € 500.000 tot € 1.000.000 bedragen

1,31%

 

met een minimum van

€ 7.450,00

2.3.2.1.7

indien de aanlegkosten € 1.000.000 tot € 2.000.000 bedragen

1,19%

 

met een minimum van

€ 13.100,00

2.3.2.1.8

indien de aanlegkosten meer dan € 2.000.000 bedragen

0,89%

 

met een minimum van

€ 23.800,00

 

 

 

2.3.3

Planologisch strijdig gebruik waarbij tevens sprake is van een bouwactiviteit

 

 

Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een activiteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder c, van de Wabo, en tevens sprake is van een bouwactiviteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder a, van de Wabo, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de onderdelen 2.3.1:

 

2.3.3.1

indien artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 1º, van de Wabo wordt toegepast (binnenplanse afwijking)

€ 364,50

2.3.3.2

indien artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 2º, van de Wabo wordt toegepast (buitenplanse kleine afwijking)

€ 364,50

2.3.3.3

indien artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 3º, van de Wabo wordt toegepast (buitenplanse afwijking)

 

2.3.3.3.1

indien de bouwkosten minder dan € 20.000 bedragen

4,2%

 

met een minimum van

€ 500,00

2.3.3.3.2

indien de bouwkosten € 20.000 tot € 50.000 bedragen

3,4%

 

met een minimum van

€ 840,00

2.3.3.3.3

indien de bouwkosten € 50.000 tot € 100.000 bedragen

2,5%

 

met een minimum van

€ 1.700,00

2.3.3.3.4

indien de bouwkosten € 100.000 tot € 200.000 bedragen

2,1%

 

met een minimum van

€ 2.500,00

2.3.3.3.5

indien de bouwkosten meer dan € 200.000 bedragen

1,0%

 

met een minimum van

€ 4.200,00

 

en een maximum van

€ 7.500,00

2.3.3.4

indien artikel 2.12, tweede lid, van de Wabo wordt toegepast (tijdelijke afwijking)

€ 364,50

2.3.3.5

indien artikel 2.12, eerste lid, onder b, van de Wabo wordt toegepast (afwijking van exploitatieplan)

€ 450,00

2.3.3.6

indien de activiteit past binnen het door het college vastgestelde ontheffingenbeleid wordt

50%

 

van de onder artikel 2.3.3.1 tot en met 2.3.3.5 verschuldigde leges in rekening gebracht.

 

 

 

 

2.3.4

Planologisch strijdig gebruik waarbij geen sprake is van een bouwactiviteit

 

 

Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een activiteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder c, van de Wabo, en niet tevens sprake is van een bouwactiviteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder a, van de Wabo, bedraagt het tarief:

 

2.3.4.1

indien artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 1º, van de Wabo wordt toegepast (binnenplanse afwijking):

€ 700,00

2.3.4.2

indien artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 2º, van de Wabo wordt toegepast (buitenplanse kleine afwijking):

€ 700,00

2.3.4.3

indien artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 3º, van de Wabo wordt toegepast (buitenplanse afwijking):

€ 3.500,00

2.3.4.4

indien artikel 2.12, tweede lid, van de Wabo wordt toegepast (tijdelijke afwijking)

€ 700,00

2.3.4.5

indien artikel 2.12, eerste lid, onder b, van de Wabo wordt toegepast (afwijking van exploitatieplan):

€ 700,00

2.3.4.6

indien artikel 2.12, eerste lid, onder d, van de Wabo wordt toegepast (afwijking van voorbereidingsbesluit):

700,00

2.3.4.7

indien de activiteit past binnen het door het college vastgestelde ontheffingenbeleid wordt

50%

 

van de onder artikel 2.3.4.1 tot en met 2.3.4.6 verschuldigde leges in rekening gebracht.

 

 

 

 

2.3.5

In gebruik nemen of gebruiken bouwwerken in relatie tot brandveiligheid

 

 

Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een activiteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder d, van de Wabo, bedraagt het tarief:

 

2.3.5.1

bij een gebruiksoppervlakte tot 1.500 m2

€ 308,80

 

plus per m2 een bedrag van

€ 1,00

2.3.5.2

bij een gebruiksoppervlakte tussen 1.500 m2 en 5.000 m2

€ 1.827,55

 

plus per m2 boven het aantal van 1.500 m2 een bedrag van

€ 0,60

2.3.5.3

bij een gebruiksoppervlakte groter dan 5.000 m2

€ 3.958,85

 

plus per m2 boven het aantal van 5.000 m2 een bedrag van

€ 0,15

 

 

 

2.3.6

Activiteiten met betrekking tot monumenten of beschermde stads- of dorpsgezichten

 

2.3.6.1

Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een activiteit met betrekking tot een beschermd monument als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder f, van de Wabo, of op een activiteit als bedoeld in artikel 2.2, eerste lid, onder b, van de Wabo met betrekking tot een krachtens provinciale verordening of de Monumentenverordening Teylingen aangewezen monument, waarvoor op grond van die provinciale verordening of artikel 10, tweede lid, van die gemeentelijke verordening een vergunning of ontheffing is vereist, bedraagt het tarief:

 

2.3.6.1.1

voor het slopen, verstoren, verplaatsen of in enig opzicht wijzigen van een beschermd monument:

€ 506,25

2.3.6.1.2

voor het herstellen, gebruiken of laten gebruiken van een beschermd monument op een wijze waardoor het wordt ontsierd of in gevaar gebracht:

€ 506,25

2.3.6.2

Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op het slopen van een bouwwerk in een beschermd stads- of dorpsgezicht, bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder h, van de Wabo, op het slopen van een bouwwerk in een krachtens provinciale verordening aangewezen stads- of dorpsgezicht, bedoeld in artikel 2.2, eerste lid, onder c, van de Wabo, waarvoor op grond van die provinciale verordening een vergunning of ontheffing is vereist, bedraagt het tarief:

€ 506,25

 

 

 

2.3.7

Sloopactiviteiten anders dan bij monumenten of in beschermd stads- of dorpsgezicht

 

 

Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op het slopen van een bouwwerk in gevallen waarin dat in een bestemmingsplan, beheersverordening of voorbereidingsbesluit is bepaald, bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder g, van de Wabo, of waarvoor op grond van een provinciale verordening een vergunning of ontheffing is vereist, bedoeld in artikel 2.2, eerste lid, aanhef en onder a, van de Wabo bedraagt het tarief:

€ 379,65

 

 

 

 

Aanleggen of veranderen weg

 

2.3.8

Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op het aanleggen van een weg of verandering brengen in de wijze van aanleg van een weg waarvoor op grond van een bepaling in een provinciale verordening of artikel 2.11 van de Algemene plaatselijke verordening een vergunning of ontheffing is vereist, als bedoeld in artikel 2.2, aanhef en eerste lid, onder d, van de Wabo, bedraagt het tarief:

 

2.3.8.1

indien de aanlegkosten minder dan € 20.000 bedragen

2,38%

 

met een minimum van

€ 135,00

2.3.8.2

indien de aanlegkosten € 20.000 tot € 50.000 bedragen

2,08%

 

met een minimum van

€ 476,00

2.3.8.3

indien de aanlegkosten € 50.000 tot € 100.000 bedragen

1,84%

 

met een minimum van

€ 1.040,00

2.3.8.4

indien de aanlegkosten € 100.000 tot € 200.000 bedragen

1,67%

 

met een minimum van

€ 1.840,00

2.3.8.5

indien de aanlegkosten € 200.000 tot € 500.000 bedragen

1,49%

 

met een minimum van

€ 3.340,00

2.3.8.6

indien de aanlegkosten € 500.000 tot € 1.000.000 bedragen

1,31%

 

met een minimum van

€ 7.450,00

2.3.8.7

indien de aanlegkosten € 1.000.000 tot € 2.000.000 bedragen

1,19%

 

met een minimum van

€ 13.100,00

2.3.8.8

indien de aanlegkosten meer dan € 2.000.000 bedragen

0,89%

 

met een minimum van

€ 23.800,00

 

 

 

2.3.9

Uitweg/inrit

 

 

Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op het maken, hebben, veranderen of veranderen van het gebruik van een uitweg waarvoor op grond van een bepaling in een provinciale verordening of de Algemene plaatselijke verordening een vergunning of ontheffing is vereist, als bedoeld in artikel 2.2, eerste lid, aanhef en onder e, van de Wabo, bedraagt het tarief:

€ 253,10

 

 

 

2.3.10

Kappen

 

 

Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op het vellen of doen vellen van houtopstand, waarvoor op grond van een bepaling in een provinciale verordening of artikel 4.11 van de Algemene plaatselijke verordening een vergunning of ontheffing is vereist, als bedoeld in artikel 2.2, eerste lid, aanhef en onder g, van de Wabo, bedraagt het tarief:

€ 50,60

 

 

2.3.11

Reclame

 

 

Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op maken van reclamevergunning bedraagt het tarief:

€ 101,25

 

 

 

2.3.12

Omgevingsvergunning in twee fasen

 

 

Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning op verzoek in twee fasen plaatsvindt, als bedoeld in artikel 2.5, eerste lid, van de Wabo, bedraagt het tarief:

 

2.3.12.1

voor het in behandeling nemen van de aanvraag voor een beschikking met betrekking tot de eerste fase: het bedrag dat voortvloeit uit toepassing van de tarieven in dit hoofdstuk voor de activiteiten waarop de aanvraag voor de eerste fase betrekking heeft;

 

2.3.12.2

voor het in behandeling nemen van de aanvraag voor een beschikking met betrekking tot de tweede fase: het bedrag dat voortvloeit uit toepassing van de tarieven in dit hoofdstuk voor de activiteiten waarop de aanvraag voor de tweede fase betrekking heeft.

 

 

 

 

2.3.13

Beoordeling bodemrapport

 

 

Onverminderd het bepaalde in de voorgaande onderdelen van dit hoofdstuk bedraagt het tarief, indien krachtens wettelijk voorschrift voor de in dat onderdeel bedoelde aanvraag een bodemrapport wordt beoordeeld:

 

2.3.13.1

voor de beoordeling van een milieukundig bodemrapport

€ 151,85

2.3.13.2

voor de beoordeling van een archeologisch bodemrapport

€ 151,85

 

 

 

2.3.14

Advies

 

2.3.14.1

Onverminderd het bepaalde in de voorgaande onderdelen van dit hoofdstuk bedraagt het tarief, indien een daartoe bij algemene maatregel van bestuur, provinciale of gemeentelijke verordening aangewezen bestuursorgaan of andere instantie advies moet uitbrengen over de aanvraag of het ontwerp van de beschikking op de aanvraag om een omgevingsvergunning, als bedoeld in artikel 2.26, derde lid, van de Wabo: het bedrag van de voorafgaand aan het in behandeling nemen van de aanvraag om een omgevingsvergunning aan de aanvrager meegedeelde kosten, blijkend uit een begroting die door het college van burgemeester en wethouders is opgesteld.

 

2.3.14.2

Indien een begroting als bedoeld in 2.3.14.1 is uitgebracht, wordt een aanvraag in behandeling genomen op de vijfde werkdag na de dag waarop de begroting aan de aanvrager ter kennis is gebracht, tenzij de aanvraag voor deze vijfde werkdag schriftelijk is ingetrokken.

 

Hoofdstuk 4 Vermindering

2.4.1

Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning is voorafgegaan door een aanvraag om vooroverleg of beoordeling van een conceptaanvraag als bedoeld in hoofdstuk 2, waarop de eerstgenoemde aanvraag betrekking heeft, worden de ter zake van het vooroverleg of de beoordeling van de conceptaanvraag geheven leges in mindering gebracht op de leges voor het in behandeling nemen van de aanvraag om de omgevingsvergunning bedoeld in hoofdstuk 3.

 

2.4.2

Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op meer dan vijf activiteiten, bestaat aanspraak op vermindering van leges, met uitzondering van het legesdeel in verband met adviezen of verklaringen van geen bedenkingen als bedoeld in de onderdelen 2.3.13. De vermindering beloopt:

 

2.4.2.1

bij 5 tot 10 activiteiten:

2%

 

van de voor die activiteiten verschuldigde leges;

 

2.4.2.2

bij 10 tot 15 activiteiten:

3%

 

van de voor die activiteiten verschuldigde leges;

 

2.4.2.3

bij 15 of meer activiteiten:

5%

 

van de voor die activiteiten verschuldigde leges.

 

Hoofdstuk 5 Teruggaaf

2.5.1

Teruggaaf als gevolg van intrekking aanvraag omgevingsvergunning voor bouw-, aanleg- of sloopactiviteiten

 

 

Als een aanvrager zijn aanvraag om een omgevingsvergunning voor een project dat geheel of gedeeltelijk bestaat uit bouw-, aanleg- of sloopactiviteiten, als bedoeld in de onderdelen 2.3.1, 2.3.2, 2.3.6 en 2.3.7, intrekt terwijl deze reeds in behandeling is genomen door de gemeente, bestaat aanspraak op teruggaaf van een deel van de leges. De teruggaaf bedraagt:

 

2.5.1.1

indien de aanvraag wordt ingetrokken voordat de aanvraag ontvankelijk wordt verklaard

100%

van de op grond van die onderdelen voor de betreffende activiteit verschuldigde leges;

 

2.5.1.2

indien de aanvraag wordt ingetrokken binnen een termijn van 2 weken na het in behandeling nemen ervan

90%

van de op grond van die onderdelen voor de betreffende activiteit verschuldigde leges;

 

2.5.1.3

indien de aanvraag wordt ingetrokken na 2 weken en binnen 4 weken na het in behandeling nemen ervan

75%

van de op grond van die onderdelen voor de betreffende activiteit verschuldigde leges;

 

2.5.1.4

indien de aanvraag wordt ingetrokken na 4 weken na het in behandeling nemen ervan, maar voor besluitvorming bij intrekking voor publicatie 50% bij intrekking voor publicatie

50%

 

van de op grond van die onderdelen voor de betreffende activiteit verschuldigde leges.

 

2.5.1.5

indien de aanvraag wordt ingetrokken na 4 weken na het in behandeling nemen ervan, bij intrekking tijdens de periode van indiening van zienswijzen; 10% bij intrekking tijdens de periode van beoordeling en verwerking van zienswijzen

25%

 

van de op grond van die onderdelen voor de betreffende activiteit verschuldigde leges.

 

2.5.1.6

indien de aanvraag wordt ingetrokken na 4 weken na het in behandeling nemen ervan, bij intrekking tijdens de periode van beoordeling en verwerking van zienswijzen

10%

 

van de op grond van die onderdelen voor de betreffende activiteit verschuldigde leges.

 

 

 

 

2.5.2

Teruggaaf als gevolg van intrekking verleende omgevingsvergunning voor bouw-, aanleg- of sloopactiviteiten

 

 

Als de gemeente een verleende omgevingsvergunning voor een project dat geheel of gedeeltelijk bestaat uit bouw-, aanleg- of sloopactiviteiten als bedoeld in de onderdelen 2.3.1, 2.3.2, 2.3.6 en 2.3.7, intrekt op aanvraag van de vergunninghouder, bestaat aanspraak op teruggaaf van een deel van de leges, mits deze aanvraag is ingediend binnen 12 maanden na verlening van de vergunning en van de vergunning geen gebruik is gemaakt. De teruggaaf bedraagt:

25%

van de op grond van die onderdelen voor de betreffende activiteit verschuldigde leges.

 

 

 

 

2.5.3

Teruggaaf als gevolg van het weigeren van een omgevingsvergunning voor bouw-, aanleg- of sloopactiviteiten

 

2.5.3.1

Als de gemeente een omgevingsvergunning voor een project dat geheel of gedeeltelijk bestaat uit bouw-, aanleg- of sloopactiviteiten als bedoeld in de onderdelen 2.3.1, 2.3.2, 2.3.6 of 2.3.7 weigert, bestaat aanspraak op teruggaaf van een deel van de leges. De teruggaaf bedraagt:

25%

van de op grond van die onderdelen voor de betreffende activiteit verschuldigde leges.

 

2.5.3.2

Onder een weigering bedoeld in onderdeel 2.5.3.1 wordt mede verstaan een vernietiging van de beschikking waarbij de vergunning is verleend bij rechterlijke uitspraak.

 

 

 

 

2.5.4

Minimumbedrag voor teruggaaf

 

 

Een bedrag minder dan € 100,00 wordt niet teruggegeven.

 

 

 

 

2.5.5

Geen teruggaaf legesdeel advies of verklaring van geen bedenkingen

 

 

Van de leges verschuldigd op grond van de onderdelen 2.3.13 wordt geen teruggaaf verleend.

 

 

 

 

2.5.6

Verrekening

 

 

Wanneer een aanvraag tot het verkrijgen van een omgevingsvergunning betrekking heeft op een eerder ingediend plan, welk niet langer dan 6 maanden geleden is geweigerd, ingetrokken, of buiten behandeling is gesteld vanwege het ontbreken van gegevens, worden de voor de oorspronkelijke aanvraag geheven leges verrekend met het bedrag dat verschuldigd is door toepassing van het tarief als vermeld in de onderdelen 2.3.1, 2.3.2, 2.3.6 en 2.3.7.

 

Hoofdstuk 6 Wijziging omgevingsvergunning als gevolg van wijziging project

2.6.1

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot wijziging van een omgevingsvergunning als gevolg van een, naar de omstandigheden beoordeeld, geringe wijziging in het project:

€ 1,85

2.6.2

Bij verhoging van de kosten van bouwactiviteiten wordt het tarief bepaald overeenkomstig onderdeel 2.3.1 op basis van de meerkosten van de wijziging.

 

Hoofdstuk 7 Bestemmingswijzigingen

2.7.1

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het vaststellen van een bestemmingsplan als bedoeld in artikel 3.1, eerste lid, van de Wet ruimtelijke ordening, tenzij voor het kostenverhaal in samenspraak met de aanvragen in een andere regeling is voorzien

€ 5.000,00

2.7.2

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het wijzigen van een bestemmingsplan als bedoeld in artikel 3.6, eerste lid, onder a, van de Wet ruimtelijke ordening, tenzij voor het kostenverhaal in samenspraak met de aanvragen in een andere regeling is voorzien

€ 1.000,00

 

 

 

Titel 3 Dienstverlening vallend onder Europese dienstenrichtlijn

Hoofdstuk 1 Horeca

3.1.1

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een vergunning op grond van artikel 3 van de Drank- en Horecawet

€ 350,00

3.1.2

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een melding als bedoeld in artikel 30 van de Drank- en Horecawet:

 

3.1.2.1

bij alleen wijziging van de leidinggevende

€ 45,30

3.1.2.2

bij alleen wijziging van de inrichting

€ 113,10

3.1.3

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een ontheffing als bedoeld in artikel 35 van de Drank- en Horecawet

€ 75,00

3.1.4

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag van een paracommerciële instelling voor het afwijken van het bij APV bepaalde sluitingsuur inclusief het mogen schenken van dranken

€ 47,50

 

 

 

Hoofdstuk 2 Standplaatsen

3.2

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een standplaatsvergunning als bedoeld in artikel 5.18 van de Algemene plaatselijke verordening in samenhang met de beleidsregel standplaatsen Teylingen van 22 november 2011:

 

3.2.1

voor een vaste standplaats

€ 95,00

3.2.2

voor een seizoensgebonden (winter) standplaats

€ 47,50

Hoofdstuk 3 Circus

3.3

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag van een vergunning voor het houden van een circus:

€ 285,00

 

 

 

Hoofdstuk 4 Evenementen

3.4

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een vergunning voor het organiseren van een evenement als bedoeld in artikel 2.25 van de Algemene plaatselijke verordening (evenementenvergunning):

 

3.4.1

voor een eendaags evenement

€ 22,75

3.4.2

voor een meerdaags evenement

€ 101,25

Hoofdstuk 5 Speelautomatenhal

3.5

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag:

 

3.5.1

tot het verkrijgen van een vergunning als bedoeld in artikel 2 van de Verordening Speelautomatenhal Teylingen 2006

€ 210,00

3.5.2

welke is ingediend ten behoeve van het wijzigen van een naam van een exploitant op een reeds bestaande exploitatievergunning

€ 50,00

Hoofdstuk 6 Prostitutiebedrijven

3.6

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om:

 

3.6.1

een exploitatievergunning of wijziging van een exploitatievergunning als bedoeld in artikel 3.4, eerste lid, van de Algemene plaatselijke verordening:

 

3.6.1.1

voor een seksinrichting

€ 1.700,00

3.6.1.2

voor een escortbedrijf

€ 1.700,00

Hoofdstuk 7 Splitsingsvergunning woonruimte

3.7

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een splitsingsvergunning als bedoeld in artikel 33 van de Huisvestingswet

€ 75,90

 

 

 

Hoofdstuk 8 Brandbeveiligingsverordening

3.8

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van:

 

3.8.1

een aanvraag tot het verkrijgen van een vergunning met betrekking tot het brandveilig gebruik van een inrichting, als bedoeld in artikel 2, eerste lid, van de Brandbeveiligingsverordening

€ 308,80

3.8.2

een aanvraag tot het verkrijgen van een tijdelijke gebruiksvergunning met betrekking tot de brandveiligheid van een bouwwerk of inrichting, per uur nodig voor de behandeling van de aanvraag

€ 50,00

Behorend bij de “Legesverordening Teylingen 2013”.

Aldus besloten in de openbare vergadering van 13 december 2012.

De raad voornoemd,

De griffier, de voorzitter,

R. van Dijk M.J.P. van Kampen-Nouwen