Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Assen

Verordening rechtspositie raads-en commissieleden Assen 2012

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieAssen
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingVerordening rechtspositie raads-en commissieleden Assen 2012
CiteertitelOnbekend
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpbestuur en recht
Eigen onderwerpalgemeen bestuur

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen.

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

  1. Gemeentewet
  2. Rechtspositiebesluit raads-en commissieleden

Regelgeving die op deze regeling is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

NVT

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

01-01-201315-09-2015Nieuwe regeling

21-06-2012

Berichten van de Brink, 28 juni 2012

Onbekend

Tekst van de regeling

Intitulé

Verordening rechtspositie raads-en commissieleden Assen 2012

 

 

Hoofdstuk I Algemene bepalingen
Artikel 1 Begripsomschrijvingen

Deze verordening verstaat onder:

  • a.

    commissie: een commissie als bedoeld in hoofdstuk V van de Gemeentewet;

  • b.

    rechtspositiebesluit raads- en commissieleden:het geldende Koninklijk Besluit waarbij de voorzieningen voor raads- en commissieleden zijn vastgesteld;

  • c.

    raadslid: lid van de gemeenteraad van Assen.

Artikel 2 Algemene bepaling

De vaststelling van de verplichting tot betaling van de vergoedingen op grond van deze verordening ontstaat zonder dat daarvoor een beschikking nodig is.

Hoofdstuk II Voorzieningen voor raadsleden
Artikel 3 Vergoeding voor de werkzaamheden

Een raadslid ontvangt een vergoeding voor de werkzaamheden gelijk aan het bedrag in het rechtspositiebesluit raads- en commissieleden, dat voor hem van toepassing is.

Artikel 4 Kostenvergoeding
  • 1.

    Een raadslid ontvangt een onkostenvergoeding voor aan de uitoefening van het raadslidmaatschap verbonden kosten gelijk aan het bedrag in het rechtspositiebesluit raads- en commissieleden, dat voor hem van toepassing is.

  • 2.

    Voor een raadslid wiens arbeidsverhouding voor de toepassing van de loonbelastingwetgeving als dienstbetrekking wordt aangemerkt, is in afwijking van het eerste lid de onkostenvergoeding gelijk aan het bedrag in het rechtspositiebesluit, dat voor deze raadsleden van toepassing is.

Artikel 5 Berekening en betaling vaste vergoedingen
  • 1.

    Een raadslid dat gedurende een gedeelte van het kalenderjaar in functie is, ontvangt de vergoedingen, bedoeld in de artikelen 3 en 4, naar evenredigheid van het aantal dagen van zijn raadslidmaatschap in dit kalenderjaar.

  • 2.

    De betaling van de vergoedingen, bedoeld in de artikelen 3 en 4, geschiedt in maandelijkse termijnen.

Artikel 6 Reiskosten
  • 1.

    Een raadslid ontvangt een vergoeding voor reiskosten buiten het grondgebied van de gemeente gemaakt ter uitvoering van besluiten van het gemeentebestuur.

  • 2.

    De in het eerste lid bedoelde vergoeding betreft:

    • a.

      bij gebruik van openbare middelen van vervoer en van een taxi: een volledige vergoeding van de in redelijkheid gemaakte noodzakelijke reiskosten;

    • b.

      bij gebruik van een eigen vervoermiddel: een vergoeding van de in redelijkheid gemaakte noodzakelijke reiskosten overeenkomstig de bedragen in artikel 4 van de Regeling rechtspositie wethouders.

Artikel 7 Verlaging vergoeding werkzaamheden bij arbeidsongeschiktheid en/of werkloosheid

Op aanvraag van een raadslid verlaagt het college de vergoeding voor de werkzaamheden, bedoeld in artikel 3, als een raadslid een uitkering ontvangt in verband met gehele of gedeeltelijke arbeidsongeschiktheid en/of werkloosheid.

Hoofdstuk III Voorzieningen voor commissieleden
Artikel 8 Vergoeding voor het bijwonen van vergaderingen
  • 1.

    Het lid van een commissie ontvangt voor het bijwonen van de vergaderingen van een commissie een vergoeding die gelijk is aan het bedrag, vermeld in het besluit raads- en commissieleden, dat voor hem van toepassing is.

  • 2.

    In afwijking van het bepaalde in het eerste lid ontvangen de leden van de commissie Ruimtelijke Kwaliteit die geen burgerlid zijn, voor het bijwonen van een vergadering een vergoeding per uur gelijk aan het uurtarief zoals dat door de Bond van Nederlandse Architecten (BNA) geadviseerd wordt. Voor de voorzitter van de commissie Ruimtelijke Kwaliteit bedraagt deze vergoeding per uur 1,5 maal dit uurtarief.

  • 3.

    Het bepaalde in artikel 7 is van overeenkomstige toepassing.

  • 4.

    Geen vergoeding ontvangt degene die zitting heeft in een commissie:

    • a.

      als raadslid of wethouder;

    • b.

      uit hoofde van dan wel als rechtstreeks uitvloeisel van een ambtelijke of bestuurlijke hoedanigheid dan wel van een functie bij een instelling die grotendeels van overheidswege wordt gesubsidieerd;

    • c.

      als vertegenwoordiger van een belanghebbende instelling, organisatie of groepering, tenzij zijn lidmaatschap van de commissie tevens in belangrijke mate het gemeentelijk belang dient.

      • 5.

        De verplichting tot betaling van de vergoedingen voor commissieleden ontstaat op de eerste dag van ieder kwartaal en heeft betrekking op het bijwonen van de vergaderingen in het daaraan voorafgaande kwartaal.

      • 6.

        De betaling van de vergoedingen op grond van dit artikel geschiedt binnen zes weken na het ontstaan van de verplichting daartoe.

Artikel 9 Reiskosten

1.Aan het lid van een commissie dat geen raadslid of wethouder is en niet in zijn hoedanigheid van ambtenaar tot lid van de commissie is benoemd worden de reiskosten voor het bijwonen van de vergaderingen van de commissie vergoed.

De vergoeding betreft:

  • a.

    bij gebruik van openbare middelen van vervoer: een volledige vergoeding van de in redelijkheid gemaakte noodzakelijke reiskosten;

  • b.

    bij gebruik van een eigen vervoermiddel: een vergoeding van de in redelijkheid gemaakte noodzakelijke reiskosten overeenkomstig de bedragen in artikel 4 van de Regeling rechtspositie wethouders.

  • 2.

    Het bepaalde in artikel 8 leden 5 en 6 is van overeenkomstige toepassing.

Hoofdstuk IV Intrekking, overgangsregeling, inwerkingtreding en citeertitel
Artikel 10 Intrekking oude regelingen
  • 1.

    De verordening geldelijke voorzieningen raads- en commissieleden wordt ingetrokken met ingang van 1 april 2012.

  • 2.

    Met ingang van 1 april 2012 worden de volgende artikelen ingetrokken:

    • a.

      artikel 11 van de Verordening regelende de samenstelling, doel, taak en werkwijze van de gemeentelijke welstandscommissie, begeleidingscommissie binnenstad Assen, monumentencommissie en commissie beeldende kunst;

    • b.

      artikel 5 van de Verordening gemeentelijke ombudscommissie;

    • c.

      artikel 6 van de Verordening op de rekenkamercommissie Assen.

Artikel 11 Inwerkingtreding

Deze regeling treedt met ingang van 1 januari 2013 in werking.

Artikel 12 Overgangsregeling

In afwijking van het bepaalde in artikel 10, eerste lid en artikel 11:

  • a.

    is deze verordening tot 1 januari 2013 niet van toepassing op de leden van de WMO-raad, de Cliëntenraad, de Seniorenraad, de Sportraad, de Gehandicaptenplatform en de bewonersoverleggen;

  • b.

    blijft voor zittende commissieleden gedurende het restant van hun lopende zittingstermijn de verordening geldelijke voorzieningen raads- en commissieleden van kracht voor zover uit de toepassing van deze verordening een lagere vergoeding voor het bijwonen van vergaderingen of reiskosten voortvloeit.

Artikel 13 Citeertitel

Deze verordening wordt aangehaald als: Verordening rechtspositie raads- en commissieleden Assen 2012.

Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van 21 juni 2012.

De raad voornoemd,

, voorzitter

, griffier

TOELICHTING

ALGEMEEN

Hoofdlijnen gemeentelijke verordening

Deze verordening vult het rechtspositiebesluit raads- en commissieleden, waar de gemeenteraad nog keuzes kan maken. Deze keuzes betreffen de hoogte van de vergoedingen en de mogelijkheid om een verlaging van de vergoeding aan te vragen in verband met een uitkering op grond van arbeidsongeschiktheid en/of werkloosheid. De gemeenteraad heeft in het verleden besloten geen gebruik te maken van aanvullende rechtspositionele mogelijkheden zoals een wachtgeldregeling of de mogelijkheden voor een collectieve ziektekostenverzekering.

Deze verordening bevat daarom alleen bepalingen over:

  • -

    de vergoeding voor de werkzaamheden van raads- en commissieleden (artikelen 3 en 8);

  • -

    een vaste algemene onkostenvergoeding voor raadsleden (artikelen 4);

  • -

    de reiskosten van raads- en commissieleden (artikelen 6 en 9);

  • -

    verlaging vergoeding voor de werkzaamheden van een raadslid bij arbeidsongeschiktheid en/of werkloosheid (artikel 7).

Grondslag voor deze verordening is de Gemeentewet en het Rechtspositiebesluit raads- en commissieleden - hierna het rechtspositiebesluit.

ARTIKELGEWIJZE TOELICHTING

Artikel 1 Begripsomschrijvingen

Voor de leesbaarheid van deze verordening bevat dit artikel een omschrijving van de veel voorkomende begrippen.

Artikel 2 Algemene Bepaling

Dit artikel regelt dat de vergoedingen op grond van deze verordening zonder vaststelling bij beschikking uitbetaald worden.

Hoofdstuk II Voorzieningen voor raadsleden

Artikel 3 Vergoeding voor de werkzaamheden van het raadslid

Het rechtspositiebesluit regelt de maximale vergoeding die raadsleden voor hun werkzaamheden mogen ontvangen. De gemeenteraad bepaalt de uiteindelijke hoogte van deze vergoeding bij verordening.

De gemeenteraad kan besluiten naar beneden af te wijken van het door de minister vastgestelde maximum. De afwijking naar beneden kan op twee manieren:

  • -

    de raad stelt de raadsvergoeding in algemene zin lager vast op een percentage tussen 80 en 100% van het door de minister vastgestelde maximum;

  • -

    de raad stelt vast dat een deel van de raadsvergoeding wordt uitbetaald als presentiegeld. Dat deel mag maximaal 20% van de raadsvergoeding zijn.

  • -

    de raad stelt een combinatie van bovenstaande mogelijkheden vast.

Daarbij mag de gemeenteraad geen onderscheid maken tussen raadsleden. Een presentievergoeding of een lagere raadsvergoeding geldt dus voor alle raadsleden.

Artikel 3 van deze verordening bepaalt de hoogte van de vergoeding op het maximale bedrag uit het rechtspositiebesluit. De gemeenteraad maakt met vaststelling van deze bepaling geen gebruik van zijn bevoegdheid om van het rechtspositiebesluit af te wijken.

Het bedrag van de vergoeding voor de werkzaamheden wordt jaarlijks per 1 januari herzien aan de hand van het indexcijfer CAO lonen overheid.

Artikel 4 Kostenvergoeding

Artikel 4 regelt de vaste vergoeding voor aan het raadslidmaatschap verbonden kosten. De vergoeding is opgebouwd op basis van de volgende kostencomponenten:

  • -

    representatie

  • -

    vakliteratuur

  • -

    contributies, lidmaatschappen

  • -

    telefoonkosten

  • -

    bureaukosten, porti

  • -

    zakelijke giften

  • -

    bijdrage aan fractiekosten

  • -

    ontvangsten thuis

  • -

    excursies.

De gemeenteraad bepaalt de hoogte van de vaste onkostenvergoeding bij gemeentelijke verordening. Het rechtspositiebesluit raadsleden geeft het maximale bedrag van de vaste onkostenvergoeding aan. De gemeenteraad kan besluiten een lagere onkostenvergoeding vast te stellen, maar mag niet lager zijn dan 80% van dit maximum.

Artikel 4 van deze verordening bepaalt de hoogte van de vaste onkostenvergoeding op het maximale bedrag uit het rechtspositiebesluit.

Het bedrag van de onkostenvergoeding wordt jaarlijks geïndexeerd aan de hand van de consumentenprijsindex.

Artikel 5 Berekening en betaling vaste vergoedingen

Dit artikel regelt de berekening en betalingen van de vaste vergoedingen.

Artikel 6 Reiskosten

Dit artikel regelt voor raadsleden een vergoeding van kosten voor reizen buiten het grondgebied van de gemeente gemaakt voor het uitvoeren van besluiten van het gemeentebestuur. Grondslag hiervoor is artikel 97 van de Gemeentewet. Het gaat om de kosten van openbaar vervoer of bij gebruik van eigen vervoermiddelen de kilometervergoeding zoals die voor het rijkspersoneel geldt. De vergoeding van de reiskosten met het openbaar vervoer is onbelast. De kilometervergoeding is voor € 0,19 onbelast, ongeacht het gebruikte vervoermiddel.

Artikel 7 Verlaging vergoeding werkzaamheden bij werkeloosheid en arbeidsongeschiktheid

Dit artikel neemt voor personen die een uitkering op grond van werkloosheid of arbeidsongeschiktheid ontvangen een drempel voor het raadslidmaatschap weg. Inkomen uit arbeid leidt tot verlaging of intrekking van deze wettelijke uitkeringen. Reden daarvoor is dat de uitkering bedoeld is als vangnet voor het verlies aan verdienvermogen. Voor raadsleden kan als gevolg van de anticumulatieregelingen de vergoeding voor het raadslidmaatschap een verlaging van de uitkering betekenen. Dit kan zich bijvoorbeeld voordoen bij aanvaarding van een raadszetel of bij verhoging van de vergoeding voor de werkzaamheden. Op grond van het rechtspositiebesluit kan de gemeente daarvoor een voorziening treffen. Dit artikel regelt op aanvraag dat een raadslid een lagere vergoeding voor de werkzaamheden wordt gegeven om te voorkomen dat een anticumulatieregeling van toepassing is.

Hoofdstuk III Voorzieningen voor commissieleden

Artikel 8 Vergoeding voor het bijwonen van vergaderingen

Dit artikel regelt de vergoeding van werkzaamheden die leden van gemeentelijke commissies voor het bijwonen van vergaderingen verrichten. Deze bepaling geldt niet voor raadsleden en wethouders die in de commissie zitten. Zij genieten al een vergoeding als raadslid en wethouder. Daarnaast geldt deze regeling niet voor ambtenaren en bestuurders die in hun hoedanigheid in een commissie zitting hebben. Tenslotte geldt de regeling niet voor vertegenwoordigers van belangengroepen tenzij hun lidmaatschap primair het gemeentelijk belang dient. Het rechtspositiebesluit bepaalt het maximale bedrag van de vergoeding voor de werkzaamheden. Dit maximum is op dit moment € 91,17 per bijgewoonde vergadering.

Het rechtspositiebesluit biedt de mogelijkheid om in de gemeentelijke verordening te regelen dat in bepaalde gevallen een hoger bedrag aan presentiegeld wordt toegekend dan het eerder bedoelde maximumbedrag. Daarvan is in deze verordening gebruik gemaakt voor de zogenaamde vakspecialisten in en de voorzitter van de Commissie Ruimtelijke Kwaliteit.

Het bedrag van het presentiegeld is geïndexeerd. Het wordt jaarlijks per 1 januari herzien aan de hand van het indexcijfer CAO lonen overheid.

Verder regelt dit artikel dat eens per kwartaal de verplichting tot betalingen van vergoedingen voor het bijwonen van vergaderingen van het daaraan voorafgaande kwartaal ontstaan en binnen zes weken daarna moeten worden uitbetaald.

Artikel 9 Reiskosten

Dit artikel regelt de vergoeding van de reiskosten die commissieleden moeten maken om vergaderingen te kunnen bijwonen.

Hoofdstuk IV Intrekking, overgangsregeling, inwerkingtreding en citeertitel

Artikel 10 Intrekking oude regeling

De verordening vervangt de nu geldende Verordening geldelijke voorzieningen raads- en commissieleden. Verder worden bij deze verordening een aantal regelingen met betrekking tot vergoedingen ingetrokken.

Artikel 11 Inwerkingtreding

De regeling treedt in werking op 1 april 2012.

Artikel 12 Overgangsregeling

Dit artikel regelt dat de zittende leden in commissies voor het restant van hun lopende zittingstermijn hun vergoedingen houden voor zover die hoger zijn dan de vergoedingen op grond van deze verordening. Daarnaast is een overgangsregeling getroffen voor de bestaande commissies WMO-raad, Cliëntenraad, Seniorenraad, Sportraad, Gehandicaptenplatform en bewonersoverleggen. De nieuwe verordening is tot 1 januari 2013 voor deze commissies en raden niet van toepassing. Op deze datum moet de besluitvorming over de doorlichting van deze commissies in het kader van de bestuursopdrachten Zorg en Welzijn en Werk en Inkomen afgerond zijn.

Artikel 13 Citeertitel

Dit artikel regelt de naam van de verordening voor verwijzingen in brieven en andere stukken.