Organisatie | Strijen |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Gemeenschappelijke regeling Omgevingsdienst Zuid-Holand Zuid (derde wijziging) |
Citeertitel | Gemeenschappelijke regeling Omgevingsdienst Zuid-Holand Zuid |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | milieu |
Eigen onderwerp |
Geen
Onbekend
Geen
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
25-12-2015 | 01-01-2021 | art. 1, 4, 5, 6, 8, 10, 11, 13, 14, 15, 16, 17, 18, 20, 22, 25, 26, 28, 39, 35, 37,39 | 03-11-2015 Staatscourant 2015, 48655 | Onbekend | |
04-10-2012 | 11-02-2014 | art. 1 | 06-09-2012 Onbekend | Onbekend |
Gedeputeerde staten van de provincie Zuid-Holland en de colleges van burgemeester en wethouders van de gemeeenten Alblasserdam, Binnenmaas, Cromstrijen, Dordrecht, Giessenlanden, Gorinchem, Hardinxveld-Giessendam, Hendrik-Ido-Ambacht, Korendijk, Leerdam, Molenwaard, Oud-Beijerland, Papendrecht, Sliedrecht, Strijen, Zederik en Zwijndrecht, ieder voor zover bevoegd.
Deze derde wijziging van de gemeenschappelijke regeling Omgevingsdienst Zuid-Holland Zuid bepalingen beoogt op te nmen naar aanleiding van de op 1 januari 2015 in werking getreden wijziging van de Wet gemeenschappelijke regelingen, en voorts enige verbetering van juridische en redactionele aard bevat;
Het algemeen bestuur van de Omgevingsdienst Zuid-Holland Zuid op 10 juli 2015 het voorstel tot derde wijziging van de gemeenschappelijke regeling heeft vastgesteld.
De Wet gemeenschappelijke regelingen, de Provinciewet en de Algemene wet bestuursrecht.
Vast te stellen de navolgende wijzigingen in de Gemeenschappelijke Regeling Omgevingsdienst Zuid-Holland Zuid (derde wijziging):
Hoofdstuk 1: Algemene bepalingen
In deze gemeenschappelijke regeling wordt verstaan onder:
Hoofdstuk 2: Omgevingsdienst Zuid-Holland Zuid
De regeling wordt getroffen ter ondersteuning van de deelnemers bij de uitvoering van hun taken op het gebied van het omgevingsrecht in het algemeen en de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht in het bijzonder, alsmede de taken op het terrein van vergunningverlening, handhaving en toezicht op grond van de in artikel 5.1 van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht genoemde wetten.
Indien ten gevolge van wijziging van wettelijke regelingen, uitvoerende werkzaamheden als bedoeld in dit artikel gaan strekken ter uitvoering van andere wet- en regelgeving dan ter uitvoering waarvan zij ten tijde van het van kracht worden van de gemeenschappelijke regeling strekten, dan wel indien in deze werkzaamheden ten gevolge van een dergelijke wijziging veranderingen optreden, blijven zij, voorzover hun strekking en omvang door die wijziging niet wezenlijk veranderen, behoren tot de taken die overeenkomstig dit artikel aan de Omgevingsdienst zijn opgedragen.
Hoofdstuk 3: Inrichting en samenstelling van het bestuur
Artikel 8 Samenstelling algemeen bestuur
De colleges wijzen voor de door hen aangewezen leden van het algemeen bestuur plaatsvervangende leden aan, die de door hen benoemde leden bij afwezigheid vervangen. Het bepaalde in deze regeling ten aanzien van de leden van het algemeen bestuur is op de plaatsvervangende leden van overeenkomstige toepassing.
Artikel 9: Incompatibiliteiten
Onverminderd het bepaalde in artikel 20 van de wet is het lidmaatschap van het algemeen bestuur onverenigbaar met de betrekking van ambtenaar, door of vanwege het bestuur van een der deelnemers dan wel door of vanwege het bestuur aangesteld of daaraan ondergeschikt. Met een ambtenaar worden voor de toepassing van dit artikel gelijkgesteld zij die in dienst van een der deelnemers dan wel de Omgevingsdienst op arbeidsovereenkomst naar burgerlijk recht werkzaam zijn.
Artikel 10 Vergaderingen algemeen bestuur
Op het houden en de orde van vergaderingen van het algemeen bestuur is artikel 52, eerste lid, onder f, van de wet van toepassing.
Artikel 11 Stemverhoudingen algemeen bestuur
Elk lid van het algemeen bestuur heeft een gewogen stemrecht. De stemverhouding is gebaseerd op de jaaromzet. Bij het vaststellen van de jaarrekening, als bedoeld in artikel 19, derde lid, onder a, van deze regeling, wordt de stemverhouding vastgesteld. De aldus vastgestelde stemverhouding is per direct van toepassing.
Indien een deelnemer meerdere leden heeft aangewezen als lid van het algemeen bestuur en niet alle leden aan de stemming deelnemen, beschikt het/de wel aanwezige lid/leden naar rato over de stemmen van de/het afwezige lid/leden. Indien deze situatie zich voordoet, wordt hiervan bij het openen van de vergadering melding gemaakt.
Artikel 12: Ambtelijke bijstand
Het algemeen bestuur regelt op welke wijze ambtelijke bijstand wordt verleend aan de leden van het algemeen bestuur.
Artikel 13 Samenstelling dagelijks bestuur
Elk lid van het dagelijks bestuur heeft een gewogen stemrecht. De stemverhouding is gebaseerd op de jaaromzet. Bij het vaststellen van de jaarrekening, als bedoeld in artikel 19, derde lid, onder a, van deze regeling, wordt de stemverhouding vastgesteld. De aldus vastgestelde stemverhouding is per direct van toepassing. Het gewogen stemrecht is - voor zover het betreft de leden afkomstig uit de subregio’s Alblasserwaard-Vijfheerenlanden, Drechtsteden en Hoeksche Waard, zoals gedefinieerd in het derde, vierde en vijfde lid van deze regeling - gebaseerd op de som van de jaaromzet van de deelnemende gemeenten in die subregio’s.
Artikel 16 Bestuurs- en adviescommissies
Op de instelling van een commissie als bedoeld in het eerste lid alsmede op de instelling van commissies van advies, de regeling van bevoegdheden en samenstelling van de commissies, alsmede de vaststelling van andere regelingen met betrekking tot het functioneren van de commissies, is het bepaalde in artikel 52, eerste lid, onder g, h, i en j, van de wet en artikel 22 van de Provinciewet van toepassing.
Hoofdstuk 4: Bevoegdheden van het bestuur
Paragraaf 2. Bevoegdheden algemeen bestuur
Artikel 19: Bevoegdheden algemeen bestuur
Het algemeen bestuur besluit slechts tot de oprichting van en de deelneming in stichtingen, maatschappen, vennootschappen, verenigingen, coöperaties en onderlinge waarborgmaatschappijen, voor zover dat in het bijzonder aangewezen moet worden geacht voor de behartiging van het daarmee te dienen openbaar belang.
Hoofdstuk 6: Ambtelijke organisatie
Het dagelijks bestuur is, binnen het raam van de door het algemeen bestuur vastgestelde formatie, belast met het aanstellen als ambtenaar, het tewerkstellen op arbeidsovereenkomst naar burgerlijke recht en met het schorsen en ontslaan van het personeel van het lichaam, de directeur van de dienst uitgezonderd.
De rechtspositie en bezoldiging van de ambtenaren en van het personeel, werkzaam op arbeidsovereenkomst naar burgerlijk recht, wordt bepaald door de regels welke zijn of zullen worden vastgesteld voor het personeel in dienst van de gemeente Dordrecht, tenzij overeenkomstig het bepaalde in de Ambtenarenwet 1929 het algemeen bestuur op enig moment zelf voorziet in de rechtspositie en bezoldiging.
Hoofdstuk 7 Financiën en beheer van de Omgevingsdienst
Op het voorbereiden en vaststellen van de begroting, de algemene financiële en beleidsmatige kaders en de jaarrekening is het bepaalde in de artikelen 58, 58b, 59 van de wet van toepassing. In afwijking van artikel 11, tweede lid, van deze regeling, wordt de begroting vastgesteld wanneer een drie vierde meerderheid in het algemeen bestuur is bereikt.
Het totaal van de begroting vormt het autorisatieniveau voor begrotingswijzigingen. Indien noodzakelijk vinden begrotingswijzigingen plaats bij voorjaarsnota en/of najaarsnota. Het dagelijks bestuur biedt voorgenomen begrotingswijzigingen voor een zienswijze aan aan de deelnemers. Het dagelijks bestuur kan hiervan afzien als:
a. Het totaal aan (budget)mutaties minder dan 5% van de totale begrotingsomvang (baten) bedraagt, en;
b. De wijziging(en) het totaal van de begrote lasten niet te boven gaan of waar deze de begrote laste wel te boven gaan er in financiële dekking is voorzien door:
Het algemeen bestuur stelt een verordening vast omtrent de verschuldigde vergoedingen voor de instandhouding van de Omgevingsdienst en de te leveren diensten aan de deelnemers. In afwijking van artikel 11, tweede lid, van deze regeling, is voor het vaststellen van deze verordening een drie vierde meerderheid vereist.
Artikel 26 Verdeling exploitatiesaldo
Het exploitatiesaldo van een vastgestelde jaarrekening in jaar X komt ten bate / laste van de deelnemers en / of de gemeenschappelijke regeling. De verdeling is gebaseerd op de jaaromzet in jaar X, tenzij het algemeen bestuur een andere verdeelsleutel in jaar X is overeengekomen.
Artikel 27 Financiële administratie
Het algemeen bestuur stelt een verordening vast met betrekking tot de organisatie van de financiële administratie en het financieel beheer van de Omgevingsdienst.
Hoofdstuk 8 Wijziging, toetreding, uittreding en opheffing
Een lid van het algemeen bestuur kan slechts voor toetreding stemmen, dan nadat hij hiervoor de instemming van het college dat hem heeft aangewezen heeft verkregen. Dit college kan deze instemming pas verlenen na verkregen toestemming van zijn vertegenwoordigend orgaan als bedoeld in artikel 51, tweede lid, van de Wet.
Het algemeen bestuur regelt de financiële en organisatorische gevolgen van de uittreding en stelt de verschuldigde schadeloosstelling vast. In afwijking van artikel 11, tweede lid, van deze regeling is voor het vaststellen van de verschuldigde schadeloosstelling een drie vierde meerderheid vereist. De verschuldigde schadeloosstelling bedraagt ten minste drie maal de jaaromzet van de betreffende deelnemer in het jaar waarin het besluit tot uittreding door de deelnemer wordt genomen. In bijzondere omstandigheden kan het algemeen bestuur een andere schadeloosstelling vaststellen.
Het algemeen bestuur stelt een liquidatieplan vast om tot opheffing van de Omgevingsdienst te komen. Het liquidatieplan voorziet in de verplichting van de deelnemers tot deelneming in de financiële gevolgen van de opheffing. Het liquidatieplan voorziet ook in de gevolgen die de opheffing heeft voor het personeel.
Ten aanzien van het beheer van de archiefbescheiden van het bestuur, voor zover deze archiefbescheiden niet zijn overgebracht naar een archiefbewaarplaats, is, onder de bevelen van het dagelijks bestuur, met het toezicht op de naleving van het bepaalde bij of krachtens de Archiefwet 1995 belast de archivaris. Met betrekking tot dit toezicht stelt het algemeen bestuur een verordening vast.
II. Dit besluit kan worden aangehaald als Gemeenschappelijke regeling Omgevingsdienst Zuid-Holland Zuid, eerste wijziging.
III. Dit besluit treedt in werking met ingang van de dag volgend op de dag van bekendmaking.
GEDEPUTEERDE STATEN VAN DE PROVINCIE ZUID-HOLLAND
DAGELIJKS BESTUUR VAN HET OPENBAAR LICHAAM PUBLIEKE GEZONDHEID & JEUGD ZUID-HOLLAND ZUID
Hoofdstuk 10 Geschillen, klachten en aansprakelijkheid
Voordat over geschillen omtrent de toepassing, in de ruimste zin, van de regeling tussen besturen van de deelnemers of tussen besturen van een of meer deelnemers en het bestuur van de Omgevingsdienst, de beslissing van de bevoegde rechter wordt ingeroepen, legt het algemeen bestuur het geschil voor aan de Commissaris van de Koning in de provincie Zuid-Holland.
Indien de aard van het geschil daartoe aanleiding geeft, dan wel indien een bestuursorgaan van de provincie partij is in het geschil, laat de commissaris zich bij de voorbereiding van het in het derde lid bedoelde advies bijstaan door twee door de commissaris aan te wijzen burgemeesters van deelnemende, niet als partij bij het geschil betrokken gemeenten. Indien dit niet mogelijk is, zoeken de betrokken partijen onderling naar een oplossing.
Indien en voor zover de verzekering een voor rekening van de Omgevingsdienst komende schade niet dekt, komt deze voor rekening van de desbetreffende deelnemer of het bestuursorgaan als bedoeld in artikel 4, vijfde lid, binnen wiens aan de Omgevingsdienst opgedragen takenpakket de schadeveroorzakende gebeurtenis is voorgevallen.