Organisatie | Beemster |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Besluit maatschappelijke ondersteuning gemeente Beemster 2013 1e wijziging |
Citeertitel | Besluit maatschappelijke ondersteuning gemeente Beemster 2013 1e wijziging |
Vastgesteld door | college van burgemeester en wethouders |
Onderwerp | maatschappelijke zorg en welzijn |
Eigen onderwerp |
geen
Onbekend
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
01-07-2013 | 01-06-2013 | 25-02-2014 | art. 3 | 14-05-2013 Binnendijks d.d. 29/30 juni 2013, nummer 25/26 | BW-12-01251 |
25-02-2013 | 01-01-2013 | 01-06-2013 | art. 3, 4, 5, 7, 8 , 9 | 05-02-2013 Binnendijks nr. 7/8, d.d. 23 februari 2013 | BW-12-01146 |
01-01-2013 | 01-01-2013 | nieuwe regeling | 06-11-2012 Beemster en Schermer op Zondag, 30 december 2012 | BW-12-01028 |
Hoofdstuk 1 Bijzondere regels over het persoonsgebonden budget (Pgb)
Artikel 1 Regels rond de verstrekking en verantwoording
De verantwoording van het persoonsgebonden budget door de budgethouder aan het college vindt plaats in alle gevallen na aanschaf van een hulpmiddel of voorziening, na afloop van de verstrekking of in het geval van hulp bij het huishouden na afloop van elk kwartaal. Iedere budgethouder dient hiertoe de volgende stukken aan te leveren:
Controle over deze verantwoording vindt steekproefsgewijs plaats door het college. Er wordt gecontroleerd of het persoonsgebonden budget besteed is aan het doel waarvoor het is verstrekt. Is het persoonsgebonden budget anders besteed dan bedoeld, dan kan het college het persoonsgebonden budget geheel of gedeeltelijk terug vorderen.
Om de budgethouder volstrekt duidelijk te laten zijn wat met het persoonsgebonden budget dient te worden aangeschaft en aan welke vereisten de aan te schaffen voorziening dient te voldoen, wordt een zo nauwkeurig mogelijk omschreven programma van eisen bij de beschikking gevoegd. Wordt dan toch een voorziening aangeschaft die niet aan het programma van eisen voldoet, dan is gehandeld in strijd met de beschikking. In het geval van hulp bij het huishouden zal de ingezette hulp voor type HbH 2 en HbH 3 van gelijkwaardig niveau moeten zijn als de natura-variant. Zie voor een nadere uitwerking ook de beleidsregels.
Hoofdstuk 2 Eigen bijdrage, eigen aandeel in de kosten en klanttarief collectief vervoer
Artikel 2 Duur en bepalen van kostprijs bij eigen bijdrage en eigen aandeel
De grondslag voor het berekenen van de eigen bijdrage en het eigen aandeel is de kostprijs van de voorziening.
In het geval van een eigen bijdrage bij hulp bij het huishouden in natura bestaat de kostprijs uit het uurtarief dat de gemeente verschuldigd is aan de zorgaanbieder vermenigvuldigd met het aantal afgenomen uren. In het geval van een eigen bijdrage bij hulp bij het huishouden in de vorm van een persoonsgebonden budget of de alfacheque, zoals bedoeld in artikel 4.5, bestaat de kostprijs uit de waarde van het verstrekt persoonsgebonden budget of de verstrekte alfacheques.
Indien voor de eerste maal gebruik wordt gemaakt van een voorziening in de vorm van alfacheques, wordt er tot aan het verstrijken van een gehele periode van 4 weken, geen eigen bijdrage opgelegd.
In het geval van een eigen bijdrage bij een individuele vervoersvoorziening of losse woonvoorziening bestaat de kostprijs uit de aanschafprijs van een nieuwe voorziening plus de kosten voor het onderhoud van de voorziening. De aanschafprijs van de voorziening wordt voor de maximale duur van 39 perioden van 4 weken in rekening gebracht. Het onderhoud van de voorziening wordt gedurende de gehele looptijd van de voorziening in rekening gebracht.
In het geval van een eigen bijdrage bij een bouwkundige of woontechnische aanpassing bestaat de kostprijs uit de aanschafprijs van de nieuwe voorziening plus de kosten voor het onderhoud van de voorziening.
In het geval van een eigen aandeel bij een financiële tegemoetkoming in de verhuis- en herinrichtingskosten bestaat de kostprijs uit de hoogte van de financiële tegemoetkoming.
In het geval van een eigen aandeel bij een financiële tegemoetkoming voor een autoaanpassing (behorende bij 8.1) bestaat de kostprijs uit de hoogte van de financiële tegemoetkoming.
Artikel 3 Klanttarief Aanvullend openbaar vervoer (betreft de tarieven van gemeente Beemster)
In het Aanvullend vervoer betaalt de geïndiceerde persoon een bedrag dat vergelijkbaar is met reguliere openbaar vervoer, te weten:
• voor een reguliere rit: € 0,90 voor het basistarief en € 0,15 per kilometer;
• voor een prioritaire rit: € 1,80 voor het basistarief en € 0,30 per kilometer.
Hoofdstuk 3 Hulp bij het huishouden
Artikel 4 Vaststelling bedrag persoonsgebonden budget hulp bij het huishouden
Het persoonsgebonden budget voor hulp bij het huishouden, waar een eigen bijdrage voor is verschuldigd, bestaat uit twee varianten. De eerste variant heeft betrekking op de levering van hulp bij het huishouden door een particuliere hulp. De bij deze variant horende tarieven bedragen voor HbH 2 en HbH 3 ongeveer 75% van het natura-tarief. Voor HbH 1 wordt dit tarief gelijkgesteld aan de waarde van de alfacheque.
De tweede variant heeft betrekking op de levering van hulp bij het huishouden door een professionele zorgaanbieder. De bij deze variant horende tarieven bedragen ongeveer 90% van het natura-tarief.
Het uurtarief behorende bij een persoonsgebonden budget voor hulp bij het huishouden door een particuliere hulp bedraagt:
Het uurtarief behorende bij een persoonsgebonden budget voor hulp bij het huishouden door een professionele organisatie bedraagt:
Het uurtarief behorende bij de alfacheque voor hulp bij het huishouden door een particuliere hulp bedraagt:
Artikel 5 Hoogte financiële tegemoetkomingen
De financiële tegemoetkoming voor woningsanering, waar een eigen aandeel voor is verschuldigd, zoals genoemd in artikel 18 onder c van de Verordening voorzieningen maatschappelijke ondersteuning Beemster 2013 bedraagt, wanneer het gaat om het vervangen van zachte door harde vloerbedekking, inclusief eventueel ondertapijt, egaliseren, legkosten, maximaal € 12,80 per vierkante meter. Voor woningsanering gelden de volgende afschrijvingstermijnen:
Hoofdstuk 5 Vervoersvoorzieningen
Artikel 6 Persoonsgebonden budget voor vervoersvoorzieningen
Het persoonsgebonden budget voor vervoersvoorzieningen, waar een eigen bijdrage voor is verschuldigd, wordt vastgesteld op basis van de tegenwaarde van de goedkoopst compenserende voorziening in natura bij de door de gemeente gecontracteerde leverancier en kan op declaratiebasis worden verhoogd met een bedrag voor onderhoud en reparatie, gebaseerd op het bedrag voor onderhoud en reparatie dat de gemeente betaalt voor een dergelijke voorziening die in natura wordt verstrekt. Binnen de natura-variant zijn er per voorziening meerdere mogelijkheden met hieraan verschillende tarieven verbonden. Om de tegenwaarde van de goedkoopst compenserende voorziening in natura te kunnen bepalen is daarom vaak een passing nodig bij de leverancier. Op het moment dat de budgethouder een passing weigert wordt er van uitgegaan dat de goedkoopste voorziening binnen de natura-variant mogelijkheden, adequaat is zodat het Persoonsgebonden budget hierop wordt afgestemd.
Artikel 8 Financiële tegemoetkoming van aanpassing aan de eigen auto
De financiële tegemoetkoming voor de autoaanpassing bedraagt maximaal € 2.099,- indien de persoon met beperkingen geïndiceerd is voor het collectieve vervoersvoorziening maar niet in aanmerking wil komen voor de collectieve voorziening. Deze autoaanpassing kan alleen verstrekt worden in plaats van het collectief vervoer als deze voor een periode van minimaal 5 jaar adequaat geacht wordt. Voor deze financiële tegemoetkoming is geen eigen aandeel verschuldigd.
Artikel 9 Persoonsgebonden budget voor rolstoelen
Het Persoonsgebonden budget voor een rolstoel, waar geen eigen bijdrage voor is verschuldigd, wordt vastgesteld als tegenwaarde van de goedkoopst compenserende voorziening in natura bij de door de gemeente gecontracteerde leverancier en kan op declaratiebasis worden verhoogd met een bedrag voor onderhoud en reparatie, gebaseerd op het bedrag voor onderhoud en reparatie dat de gemeente betaalt voor een dergelijke voorziening die in natura wordt verstrekt. Binnen de natura-variant zijn per voorziening meerdere mogelijkheden met hieraan verschillende tarieven verbonden. Om de tegenwaarde van de goedkoopst compenserende voorziening in natura te kunnen bepalen is daarom vaak een passing nodig bij de leverancier. Op het moment dat de budgethouder een passing weigert wordt er van uitgegaan dat de goedkoopste voorziening binnen de natura-variant-mogelijkheden adequaat is zodat het Pgb-bedrag hierop wordt afgestemd.
Het Persoonsgebonden budget voor een sportrolstoel, waar een eigen bijdrage voor is verschuldigd, of een andere sportvoorziening waar een eigen bijdrage voor is verschuldigd, bedraagt maximaal € 2.805,-, welk bedrag bedoeld is als tegemoetkoming in aanschaf en onderhoud van een sportrolstoel of andere sportvoorziening voor een periode van drie jaar.