Organisatie | Maassluis |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | 2013-47 Verordening op de heffing en de invordering van een BIZ-bijdrage en op de subsidie voor de BI-zone Stadshart Maassluis 2014 |
Citeertitel | Verordening BI-zone Stadshart Maassluis 2014 |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | financiën en economie |
Eigen onderwerp | |
Externe bijlage | Gemeenteblad 2013-47 |
Geen.
gelet op de tussen de gemeente Maassluis en
Vereniging BI-zone Stadshart Maassluis gesloten Uitvoeringsovereenkomst van
12 december 2011
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
01-01-2014 | 01-01-2015 | nieuwe verordening | 17-12-2013 De Schakel | ADV-13-01997 | |
01-01-2013 | 01-01-2014 | nieuwe verordening | 18-12-2012 De Schakel | ADV-12-01129 |
De Raad van de gemeente Maassluis;
gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 3 december 2013 tot het vaststellen van de tarieven belastingen en heffingen 2014, zaaknummer Z-13-08617, registratienummer ADV-13-01997
gelet op artikel 1, eerste lid en artikel 7, vierde lid, van de Experimentenwet Bedrijven Investeringszones (BI-zones) en artikel 156, eerste lid, van de Gemeentewet; en
gelet op de tussen de gemeente Maassluis en Vereniging BIZ Stadshart Maassluis gesloten Uitvoeringsovereenkomst van 12 december 2011
besluit vast te stellen de volgende verordening:
Verordening op de heffing en de invordering van een BIZ-bijdrage en op de subsidie voor de BI-zone Stadshart Maassluis 2014
Hoofdstuk I Algemene Bepalingen
Artikel 1 Begripsomschrijvingen
Deze verordening verstaat onder:
a. BI-zone: het bij deze verordening aangewezen gebied in de gemeente waarbinnen de BIZ-bijdrage wordt geheven. Het aangewezen gebied is vermeld op de bij deze verordening behorende en daarvan deeluitmakende kaart en adressenlijst;
b. de wet: de Experimentenwet BI-zones;
c. het college: het college van burgemeester en wethouders van de gemeente;
d. de vereniging: de Vereniging BIZ Stadshart Maassluis;
e. Uitvoeringsovereenkomst: de tussen de gemeente Maassluis en de Vereniging BIZ Stadshart Maassluis gesloten Uitvoeringsovereenkomst van 12 december 2011.
Hoofdstuk II Belastingbepalingen
Artikel 3 Aard van de belasting
Onder de naam ‘BIZ-bijdrage’ wordt een directe belasting geheven ter bestrijding van de kosten die zijn verbonden aan activiteiten die zijn gericht op het bevorderen van leefbaarheid, veiligheid, ruimtelijke kwaliteit of een ander mede publiek belang in de openbare ruimte van de BI-zone.
Artikel 4 Belastbaar feit en belastingplicht
Voor de toepassing van het tweede lid wordt:
a. gebruik door degene aan wie een deel van een onroerende zaak in gebruik is gegeven, aangemerkt als gebruik door degene die dat deel in gebruik heeft gegeven; degene die het deel in gebruik heeft gegeven, is bevoegd de BIZ-bijdrage als zodanig te verhalen op degene aan wie dat deel in gebruik is gegeven;
b. het ter beschikking stellen van een onroerende zaak voor volgtijdig gebruik aangemerkt als gebruik door degene die die onroerende zaak ter beschikking heeft gesteld; degene die de onroerende zaak ter beschikking heeft gesteld is bevoegd de BIZ-bijdrage als zodanig te
verhalen op degene aan wie die zaak ter beschikking is gesteld
Indien een onroerende zaak bij het begin van het kalenderjaar niet in gebruik is, wordt de BIZ-bijdrage geheven van degene die van die zaak het genot krachtens eigendom, bezit of beperkt recht heeft. Voor de toepassing van de vorige volzin wordt als genothebbende krachtens eigendom, bezit of beperkt recht aangemerkt degene die bij het begin van het kalenderjaar als zodanig in de basisregistratie kadaster is vermeld, tenzij blijkt dat hij op dat tijdstip geen genothebbende krachtens eigendom, bezit of beperkt recht is.
Een onroerende zaak dient niet in hoofdzaak tot woning indien de waarde die op grond van hoofdstuk IV van de Wet waardering onroerende zaken is vastgesteld voor die onroerende zaak niet in hoofdzaak kan worden toegerekend aan delen van die onroerende zaak die dienen tot woning dan wel volledig dienstbaar zijn aan woondoeleinden.
Artikel 6 Maatstaf van heffing
Indien met betrekking tot het belastingobject geen waarde is vastgesteld op de voet van hoofdstuk IV van de Wet waardering onroerende zaken wordt de heffingsmaatstaf van dat belastingobject bepaald met overeenkomstige toepassing van het bepaalde bij of krachtens de artikelen 17, 18 en 20, tweede lid, van de Wet waardering onroerende zaken.
In afwijking van artikel 6 wordt bij de bepaling van de heffingsmaatstaf buiten aanmerking gelaten, voor zover dit niet reeds is geschied bij de bepaling van de in dat artikel bedoelde waarde, de waarde van:
a. onroerende zaken voor zover die bestemd zijn te worden gebruikt voor de publieke dienst van de gemeente, met uitzondering van delen van zodanige onroerende zaken die bestemd zijn te worden gebruikt voor het geven van onderwijs;
b. straatmeubilair, waaronder begrepen alle zodanige gebouwde eigendommen - niet zijnde gebouwen - welke zijn geplaatst ten gerieve of in het belang van het publiek, ten dienste van het verkeer of ter verfraaiing van de gemeente, zoals lichtmasten, verkeersinstallaties, standbeelden, monumenten, fonteinen, banken, abri's, hekken en palen;
c. plantsoenen, parken en waterpartijen, die bij de gemeente in beheer zijn of waarvan de gemeente het genot heeft krachtens eigendom, bezit of beperkt recht, met uitzondering van delen van zodanige onroerende zaken die dienen als woning;
d. begraafplaatsen, urnentuinen en crematoria, met uitzondering van delen van zodanige onroerende zaken die dienen als woning.
Hoofdstuk III Subsidiebepalingen
Op subsidies als bedoeld in artikel 14 is de Algemene Subsidieverordening Maassluis niet van toepassing.