2.3 | Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen
van een aanvraag om een omgevingsvergunning voor een
project: de som van de verschuldigde leges voor de
verschillende activiteiten of handelingen waaruit
het project geheel of gedeeltelijk bestaat en waarop
de aanvraag betrekking heeft en de verschuldigde
leges voor de extra toetsen die in verband met de
aanvraag moeten worden uitgevoerd, berekend naar de
tarieven en overeenkomstig het bepaalde in dit
hoofdstuk en hoofdstuk 4 van deze titel. In
afwijking van de vorige volzin kan ook per
activiteit, handeling of andere grondslag een
legesbedrag worden gevorderd. | |
2.3.1 | Bouwactiviteiten | |
2.3.1.1 | Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning
betrekking heeft op een bouwactiviteit als bedoeld
in artikel 2.1, eerste lid, onder a, van de Wabo,
bedraagt het tarief: | |
2.3.1.1.1 | indien de bouwkosten minder dan € 200.000
bedragen: | 1,83 %, |
| van de bouwkosten, met een minimum van: | € 132,56 |
2.3.1.1.2 | indien de bouwkosten € 200.000 tot € 500.000
bedragen: | 1,73 % |
van de bouwkosten; | |
2.3.1.1.3 | indien de bouwkosten € 500.000 tot € 1.000.000
bedragen: | 1,47 % |
van de bouwkosten; | |
2.3.1.1.4 | indien de bouwkosten € 1.000.000 tot € 2.000.000
bedragen: | 1,37 % |
van de bouwkosten; | |
2.3.1.1.5 | indien de bouwkosten € 2.000.000 tot € 5.000.000
bedragen: | 1,27 % |
van de bouwkosten; | |
2.3.1.1.6 | indien de bouwkosten € 5.000.000 of meer
bedragen: | 1,24 % |
van de bouwkosten, met een maximum van: | €150.000,00 |
| | |
| Welstandstoets | |
2.3.1.2 | Onverminderd het bepaalde in onderdeel 2.3.1.1
bedraagt het tarief, indien een toetsing aan
welstandscriteria moet plaatsvinden wordt: | |
2.3.1.2.1 | Gereserveerd | |
2.3.1.2.2 | Onverminderd het bepaalde in onderdeel 2.3.1.1
bedraagt het tarief, indien een toetsing aan
welstandscriteria moet plaatsvinden wordt, indien
hierover het advies van de welstandscommissie moet
worden ingewonnen, het overeenkomstig onderdeel
2.3.1.1 berekende bedrag verhoogd met de volgende
advieskosten, naar boven af te ronden op veelvouden
van € 5,00: ·Bouwkosten minder dan € 4.000,00: € 55,00 ·Bouwkosten € 4.000,00 of meer, doch minder dan €
25.000,00: € 51,00 + 2‰ van bouwkosten ·Bouwkosten € 25.000,00 of meer, doch minder dan €
120.000,00: € 77,00 +1,10‰ van bouwkosten ·Bouwkosten € 120.000,00 of meer, doch minder dan €
230.000,00: € 123,00 +1,10‰ van bouwkosten ·Bouwkosten € 230.000,00 of meer, doch minder dan €
455.000,00: € 262,00 +0,60‰ van bouwkosten ·Bouwkosten € 455.000,00 of meer: € 494,00 +0,25‰
van bouwkosten ·Adviezen inzake reclames per advies: € 55,00 | |
| | |
| Extra welstandstoets | |
2.3.1.2.3 | Onverminderd het bepaalde in onderdeel 2.3.1.1 en
2.3.1.2 bedraagt het tarief, indien zich tijdens de
beoordeling van de in dat onderdeel bedoelde
aanvraag wijzigingen voordoen in het bouwplan en
daarvoor een nieuwe welstandstoets noodzakelijk is,
het bedrag en promillage zoals aangegeven in
2.3.1.2 | |
| | |
| Verplicht advies agrarische
commissie | |
2.3.1.3.1 | Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning op
agrarische aspecten getoetst moet worden door de
gemeente, bedragen de kosten van dat onderzoek | € 271,75 |
2.3.1.3.2 | Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning op
agrarische aspecten getoetst moet worden door een
externe deskundige, worden de kosten van dat advies
in rekening gebracht bij de aanvrager. Voorafgaand
aan het inwinnen van het advies wordt aanvrager
ingelicht over de kosten, blijkend uit een begroting
of offerte. | |
| Achteraf ingediende aanvraag | |
2.3.1.4 | Onverminderd het bepaalde in onderdeel 2.3.1.1
bedraagt het tarief, indien de in dat onderdeel
bedoelde aanvraag wordt ingediend na aanvang of
gereedkomen van de bouwactiviteit: | 111,65 % |
| Van de op grond van dat onderdeel verschuldigde
leges. | |
| | |
2.3.2 | Aanlegactiviteiten | |
| Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning
betrekking heeft op een aanlegactiviteit als bedoeld
in artikel 2.1, eerste lid, onder b, van de Wabo,
bedraagt het tarief: | 1,52 % |
van de aanlegkosten, met een minimum van: | € 55,25 |
en een maximum van: | € 150.000,00 |
| | |
2.3.3 | Planologisch strijdig gebruik waarbij tevens
sprake is van een bouwactiviteit | |
| Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning
betrekking heeft op een activiteit als bedoeld in
artikel 2.1, eerste lid, onder c, van de Wabo, en
tevens sprake is van een bouwactiviteit als bedoeld
in artikel 2.1, eerste lid, onder a, van de Wabo,
bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in
onderdeel 2.3.1: | |
2.3.3.1 | indien artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 1º,
van de Wabo wordt toegepast (binnenplanse
afwijking): | € 151,25 |
2.3.3.2 | indien artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 2º,
van de Wabo wordt toegepast (buitenplanse
afwijking): | € 151,25 |
2.3.3.3 | indien artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 3º,
van de Wabo wordt toegepast (buitenplanse
afwijking): | € 1.818,35 |
2.3.3.4 | indien artikel 2.12, tweede lid, van de Wabo wordt
toegepast (tijdelijke afwijking): | € 151,25 |
2.3.3.5 | indien artikel 2.12, eerste lid, onder b, van de
Wabo wordt toegepast (afwijking van
exploitatieplan): | € 303,10 |
2.3.3.6 | indien de aanvraag een project van provinciaal
belang betreft, de activiteit in strijd is met de
regels die zijn gesteld krachtens artikel 4.1, derde
lid, van de Wet ruimtelijke ordening en artikel
2.12, eerste lid, onder c, van de Wabo wordt
toegepast (afwijking van provinciale
regelgeving): | € 303,10 |
2.3.3.7 | indien de aanvraag een project van nationaal belang
betreft, de activiteit in strijd is met de regels
die zijn gesteld krachtens artikel 4.3, derde lid,
van de Wet ruimtelijke ordening en artikel 2.12,
eerste lid, onder c, van de Wabo wordt toegepast
(afwijking van nationale regelgeving): | € 303,10 |
2.3.3.8 | indien artikel 2.12, eerste lid, onder d, van de
Wabo wordt toegepast (afwijking van
voorbereidingsbesluit): | € 303,10 |
| | |
2.3.4 | Planologisch strijdig gebruik waarbij geen
sprake is van een bouwactiviteit | |
| Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning
betrekking heeft op een activiteit als bedoeld in
artikel 2.1, eerste lid, onder c, van de Wabo, en
niet tevens sprake is van een bouwactiviteit als
bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder a, van de
Wabo, bedraagt het tarief: | |
2.3.4.1 | indien artikel 2.12, eerste lid, onder a,
onder 1º, van de Wabo wordt toegepast
(binnenplanse afwijking): | € 303,10 |
2.3.4.2 | indien artikel 2.12, eerste lid, onder a,
onder 2º, van de Wabo wordt
toegepast (buitenplanse
afwijking): | € 303,10 |
2.3.4.3 | indien artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 3º,
van de Wabo wordt toegepast (buitenplanse
afwijking): | € 1.818,35 |
2.3.4.4 | indien artikel 2.12, tweede lid, van de Wabo wordt
toegepast (tijdelijke afwijking) | € 303,10 |
2.3.4.5 | indien artikel 2.12, eerste lid, onder b, van de
Wabo wordt toegepast (afwijking van
exploitatieplan): | € 303,10 |
2.3.4.6 | indien de aanvraag een project van provinciaal
belang betreft, de activiteit in strijd is met de
regels die zijn gesteld krachtens artikel 4.1, derde
lid, van de Wet ruimtelijke ordening en artikel
2.12, eerste lid, onder c, van de Wabo wordt
toegepast (afwijking van provinciale
regelgeving): | € 303,10 |
2.3.4.7 | indien de aanvraag een project van nationaal belang
betreft, de activiteit in strijd is met de regels
die zijn gesteld krachtens artikel 4.3, derde lid,
van de Wet ruimtelijke ordening en artikel 2.12,
eerste lid, onder c, van de Wabo wordt toegepast
(afwijking van nationale regelgeving): | € 303,10 |
2.3.4.8 | indien artikel 2.12, eerste lid, onder d, van de
Wabo wordt toegepast (afwijking van
voorbereidingsbesluit): | € 303,10 |
| | |
2.3.5 | In gebruik nemen of gebruiken bouwwerken in
relatie tot brandveiligheid | |
| Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning
betrekking heeft op een activiteit als bedoeld in
artikel 2.1, eerste lid, onder d, van de Wabo,
bedraagt het tarief: | € 267,90 |
2.3.5.1 | Het tarief onder 2.3.5 wordt verhoogd met een
toeslag zoals hieronder aangegeven. Voor een
bouwwerk of inrichtingen (bouwwerk geen gebouw
zijnde), met een gebruiksoppervlakte: Cat. 1: 0 t/m 100 m² € 269,95 Cat. 2: 101 t/m 500 m² € 111,35 + 1,50 per m² Cat. 3: 501 t/m 2.000 m² € 612,05 + 0,57 per m² Cat. 4: 2.001 t/m 5.000 m² € 1.528,00 + 0,150 per
m² Cat. 5: 5.001 t/m 50.000 m² € 2.099,50 + 0,038 per
m² Cat. 6: meer dan 50.000 m² € 3.346,65 + 0,0150 per
m² | |
2.3.5.2 | Indien een aanvraag om een vergunning als bedoeld in
onderdeel 2.3.5.1 betrekking heeft op het tijdelijk gebruik
van een bouwwerk ten behoeve van een evenement (gebruiksduur maximaal 4
weken) 10 % van het legestarief vermeld onder 2.3.5.1 | |
2.3.5.3 | Indien de aanvraag om een vergunning bedoeld in
2.3.5.1 betrekking heeft op een vergunning tot
wijziging dan wel uitbreiding van een vergunning
bedraagt het legestarief indien het betreft: | |
2.3.5.3.1 | uitbreiding van de inrichting, met dien verstande
dat de uitbreiding tenminste 10% van de oorspronkelijke
gebruiksoppervlakte beslaat: Het legestarief vermeld in onderdeel 2.3.5.1, met
dien verstande dat de toeslag uitsluitend wordt berekend over de
oppervlakte van de uitbreiding | |
2.3.5.3.2 | herindeling, interne verbouwing of gewijzigd gebruik
van de gehele inrichting dan wel een deel van de inrichting, met
dien verstande dat deze herindeling tenminste 10%
van de gebruiksoppervlakte beslaat: 50% van het legestarief vermeld onder 2.3.5.1, met
dien verstande dat de toeslag uitsluitend wordt
berekend over de oppervlakte van de uitbreiding | |
2.3.5.4 | Een verklaring van de overdracht van een
omgevingsvergunning welke betrekking heeft op een
activiteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid,
onder d, van de Wabo, aan de nieuwe
gebruiker | € 56,40 |
2.3.5.5 | Indien een aanvraag om ontheffing of vergunning
tijdens de behandeling door de aanvrager wordt
ingetrokken of wordt geweigerd, worden de, volgens
artikel 2.3.5.1 tot 2.3.5.4 berekende leges, met 50%
verminderd. | |
| | |
2.3.6 | Activiteiten met betrekking tot monumenten of
beschermde stads- of dorpsgezichten (gereserveerd) | |
| | |
2.3.7 | Sloopactiviteiten anders dan bij monumenten of
in beschermd stads- of dorpsgezicht | |
| Indien de aanvraag tot het verlenen van een
omgevingsvergunning betrekking heeft op het slopen
van een bouwwerk in gevallen waarin dat in een
bestemmingsplan, beheersverordening of
voorbereidingsbesluit is bepaald, bedoeld in artikel
2.1, eerste lid, onder g, van de Wabo, bedraagt het
tarief: | € 205,95 |
| | |
| Aanleggen of veranderen weg | |
2.3.8 | Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning
betrekking heeft op het aanleggen van een weg of
verandering brengen in de wijze van aanleg van een
weg waarvoor op grond van een bepaling in een
provinciale verordening of artikel 2.11 van de
Algemene plaatselijke verordening een vergunning of
ontheffing is vereist, als bedoeld in artikel 2.2,
aanhef en eerste lid, onder d, van de Wabo, bedraagt
het tarief: | € 38,65 |
| | |
2.3.9 | Uitweg/inrit | |
| Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning
betrekking heeft op het maken, hebben, veranderen of
veranderen van het gebruik van een uitweg waarvoor
op grond van een bepaling in een provinciale
verordening of artikel 2:12 van de Algemene
plaatselijke verordening een vergunning of
ontheffing is vereist, als bedoeld in artikel 2.2,
eerste lid, aanhef en onder e, van de Wabo, bedraagt
het tarief: | €107,90 |
| | |
2.3.10 | Kappen | |
| Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning
betrekking heeft op het vellen of doen vellen van
houtopstand, waarvoor op grond van een bepaling in
een provinciale verordening of artikel 4.11 van de
Algemene plaatselijke verordening een vergunning of
ontheffing is vereist, als bedoeld in artikel 2.2,
eerste lid, aanhef en onder g, van de Wabo, bedraagt
het tarief: | € 10,85 |
| | |
2.3.10A | lichtreclame | |
| Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning
betrekking heeft op het plaatsen van lichtreclame
waarvoor ingevolge artikel 4:16 van de Algemene
plaatselijke verordening een vergunning of
ontheffing is vereist, als bedoeld in artikel 2.2,
eerste lid, aanhef en onder h, van de Wabo, bedraagt
het tarief: | € 6,10 |
| | |
2.3.11 | Opslag van roerende zaken | |
| Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning
betrekking heeft op de opslag van roerende zaken in
een bepaald gedeelte van de provincie of de
gemeente, waarvoor op grond van een bepaling in een
provinciale verordening of artikel 2:10 van de
Algemene plaatselijke verordening een vergunning of
ontheffing is vereist, bedraagt het tarief: | |
2.3.11.1 | indien de activiteit bestaat uit het daar opslaan
van roerende zaken, bedoeld in artikel 2.2, eerste
lid, onder j, van de Wabo: | € 16,25 |
2.3.11.2 | indien de activiteit bestaat uit het als eigenaar,
beperkt gerechtigde of gebruiker van een onroerende
zaak toestaan of gedogen dat daar roerende zaken
worden opgeslagen, bedoeld in artikel 2.2, eerste
lid, onder k, van de Wabo: | € 16,25 |
| | |
2.3.12 | Projecten of handelingen in het kader van de
Natuurbeschermingswet 1998 | |
2.3.12.1 | Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning
betrekking heeft op handelingen in een beschermd
natuurgebied die schadelijk kunnen zijn voor het
natuurschoon, de natuurwetenschappelijke betekenis
of voor de dieren of planten, als bedoeld in artikel
16, eerste lid, van de Natuurbeschermingswet 1998
bedraagt het tarief: | € 109,60 |
2.3.12.2 | Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning
betrekking heeft op het realiseren van projecten of
andere handelingen met gevolgen voor habitats en
soorten in een door de minister van Landbouw, Natuur
en Voedselkwaliteit aangewezen gebied als bedoeld in
artikel 19d, eerste lid, van de
Natuurbeschermingswet 1998 | € 109,60 |
| | |
2.3.13 | Handelingen in het kader van de Flora- en
Faunawet | |
| Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning
betrekking heeft op een handeling waarvoor op grond
van artikel 75, derde lid, van de Flora- en Faunawet
ontheffing nodig is, bedraagt het tarief | € 109,60 |
| | |
2.3.14 | Andere activiteiten | |
| Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning
betrekking heeft op het verrichten van een andere
activiteit of handeling dan in de voorgaande
onderdelen van dit hoofdstuk bedoeld en die
activiteit of handeling: | |
2.3.14.1 | behoort tot een bij algemene maatregel van bestuur
aangewezen categorie activiteiten die van invloed
kunnen zijn op de fysieke leefomgeving, als bedoeld
in artikel 2.1, eerste lid, onder i, van de Wabo,
bedraagt het tarief: | € 109,60 |
2.3.14.2 | behoort tot een bij provinciale verordening,
gemeentelijke verordening of waterschapsverordening
aangewezen categorie activiteiten die van invloed
kunnen zijn op de fysieke leefomgeving, als bedoeld
in artikel 2.2, tweede lid, van de Wabo, bedraagt
het tarief: | |
2.3.14.2.1 | Als het een gemeentelijke verordening betreft: het
bedrag dat op grond van deze tarieventabel voor de
betreffende vergunning of ontheffing verschuldigd is
als de activiteit zou worden uitgevoerd zonder
omgevingsvergunning. Als de activiteit in geen enkel
geval kan worden uitgevoerd zonder
omgevingsvergunning bedraagt het tarief: | € 109,60 |
2.3.14.2.2 | Als het een provinciale of waterschapsverordening
betreft: het bedrag van de voorafgaand aan het in
behandeling nemen van de aanvraag om een
omgevingsvergunning aan de aanvrager meegedeelde
kosten, blijkend uit een begroting die door het
college van burgemeester en wethouders is opgesteld.
Indien een begroting als bedoeld in de eerste volzin
is uitgebracht, wordt een aanvraag in behandeling
genomen op de vijfde werkdag na de dag waarop de
begroting aan de aanvrager ter kennis is gebracht,
tenzij de aanvraag voor deze vijfde werkdag
schriftelijk is ingetrokken. | |
| | |
2.3.15 | Omgevingsvergunning in twee fasen | |
| Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning op
verzoek in twee fasen plaatsvindt, als bedoeld in
artikel 2.5, eerste lid, van de Wabo, bedraagt het
tarief: | |
2.3.15.1 | voor het in behandeling nemen van de aanvraag voor
een beschikking met betrekking tot de eerste fase:
het bedrag dat voortvloeit uit toepassing van de
tarieven in dit hoofdstuk voor de activiteiten
waarop de aanvraag voor de eerste fase betrekking
heeft; | |
2.3.15.2 | voor het in behandeling nemen van de aanvraag voor
een beschikking met betrekking tot de tweede fase:
het bedrag dat voortvloeit uit toepassing van de
tarieven in dit hoofdstuk voor de activiteiten
waarop de aanvraag voor de tweede fase betrekking
heeft. | |
2.3.15.3 | Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen
van een aanvraag tot het verkrijgen van een
gewijzigde omgevingsvergunning, eerste fase: een
bedrag naar het tarief en berekend op de wijze als
in 2.3.15.1 bepaald en verminderd met de voor de
primaire omgevingsvergunning, eerste fase, berekende
leges, met dien verstande dat in elk geval € 76,05
is verschuldigd en dat geen restitutie van de voor
de primaire omgevingsvergunning, eerste fase,
betaalde leges plaatsvindt. | |
| | |
2.3.16 | Beoordeling bodemrapport | |
| Onverminderd het bepaalde in de voorgaande
onderdelen van dit hoofdstuk bedraagt het tarief,
indien krachtens wettelijk voorschrift voor de in
dat onderdeel bedoelde aanvraag een bodemrapport
wordt beoordeeld: | |
2.3.16.1 | voor de beoordeling van een milieukundig
bodemrapport: | € 341,00 |
2.3.16.2 | voor de beoordeling van een archeologisch
bodemrapport: | |
2.3.16.2.1 | Indien de beoordeling door de gemeente wordt
gedaan: | € 78,75 |
2.3.16.2.2 | Indien de beoordeling door een externe
deskundige
wordt
gedaan
van: | |
| een archeologisch vooronderzoek (bureau-
en/of inventariserend
veldonderzoek): | € 405,00 |
| een programma van eisen: | € 303,50 |
| een proefsleuvenonderzoek: | €
1.360,10 |
| een ander (vervolg-)
onderzoek | €
1.360,10 |
| | |
2.3.17 | Advies | |
2.3.17.1 | Onverminderd het bepaalde in de voorgaande
onderdelen van dit hoofdstuk bedraagt het tarief,
indien een daartoe bij algemene maatregel van
bestuur, provinciale of gemeentelijke verordening
aangewezen bestuursorgaan of andere instantie advies
moet uitbrengen over de aanvraag of het ontwerp van
de beschikking op de aanvraag om een
omgevingsvergunning, als bedoeld in artikel 2.26,
derde lid, van de Wabo: het bedrag van de
voorafgaand aan het inwinnen van het advies aan de
aanvrager meegedeelde kosten, blijkend uit een
begroting of offerte die door het college van
burgemeester en wethouders is opgesteld. | |
2.3.17.2 | Indien een begroting of offerte als bedoeld in
2.3.17.1 is uitgebracht, wordt een aanvraag in
behandeling genomen op de vijfde werkdag na de dag
waarop de begroting aan de aanvrager ter kennis is
gebracht, tenzij de aanvraag voor deze vijfde
werkdag schriftelijk is ingetrokken. | |
| | |
2.3.18 | Verklaring van geen bedenkingen | |
2.3.18.1 | Onverminderd het bepaalde in de voorgaande
onderdelen van dit hoofdstuk bedraagt het tarief,
indien een daartoe bij wet of algemene maatregel van
bestuur aangewezen bestuursorgaan een verklaring van
geen bedenkingen moet afgeven voordat de
omgevingsvergunning kan worden verleend, als bedoeld
in artikel 2.27, eerste lid, van de Wabo: | |
2.3.18.1.1 | indien de gemeenteraad een verklaring van geen
bedenkingen moet afgeven: | € 253,75 |
2.3.18.1.2 | indien een ander bestuursorgaan een verklaring van
geen bedenkingen moet afgeven: | € 101,50 |
2.3.18.1.3 | Het tarief zoals genoemd in artikel 2.3.18.1.2 wordt
verhoogd met de kosten die het bestuursorgaan voor
de verklaring van geen bedenkingen in rekening
brengt. | |
| | |
2.3.19 | Verklaring geen omgevingsvergunning
nodig | |
2.3.19.1 | Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen
van een verzoek tot het afgeven van een verklaring
dat voor een plan geen omgevingsvergunning is
vereist: | € 15,00 |
| | |
2.3.20 | Overschrijven vergunningen | |
2.3.20.1 | Het tarief voor het in behandeling nemen van een
aanvraag tot het wijzigen van de tenaamstelling van
een op basis van dit hoofdstuk verleende vergunning
bedraagt: | € 23,80 |